501 ARPS bundel 501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III TREINBESTUURDER A. WERKZAAMHEDEN besturen van elektrische en dieseltractievoertuigen; uitvoeren van verrichtingen in verband met het bedienen van die voertuigen; klaarmaken van tractievoertuigen; toepassing van de ontstoringsvoorschriften en van de voorgeschreven maatregelen, in het bijzonder in geval van in nood blijven, voorval, ongeval. B. TOEWIJZING VAN DE BETREKKING De betrekking van treinbestuurder wordt toegewezen : aan de aspirant-bestuurders overeenkomstig de bepalingen voorzien onder littera C hierna. aan de bestuurders rangeringen overeenkomstig de bepalingen van littera D hierna. Deze kandidaten worden onderling gerangschikt volgens de data van de proces- sen-verbaal van de proeven waarvan sprake onder littera C - cijfer I en littera D - cijfer II hierna. C. PROEF VOOR DE AANWERVING VAN ASPIRANT-BESTUURDERS I. Toewijzing van de betrekking De betrekking van aspirant-bestuurder wordt toegewezen op grond van een proef overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Delen I en II) en rekening houdend met de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. 1. Leeftijd De maximumleeftijd voor toelating is vastgesteld op 45 jaar voor bedienden van de Maatschappij. Er wordt geen beperking opgelegd aan de kandidaten die niet tot de Maatschappij behoren. 2. Vereist diploma of getuigschrift De kandidaten moeten houder zijn van één van de volgende diploma’s of getuigschriften, afgeleverd door een door de Staat of één der Gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting: a) gehomologeerd (of gelijkwaardig) getuigschrift van het hoger secundair technisch of beroepsonderwijs, behaald in de studierichtingen "mechanica", "elektriciteit", "elektromechanica" of "elektronica"; b) bewijsstuk of een attest van slagen afgeleverd door het hoger secundair technisch onderwijs voor sociale promotie na een cyclus van minstens 750 lestijden, behaald in de studierichtingen "mechanica", "elektriciteit", "elektromechanica" of "elektronica" en dat gelijkwaardig wordt geacht met de getuigschriften waarvan sprake onder littera a) hierboven; c) elk gehomologeerd (of gelijkwaardig) getuigschrift van het algemeen hoger secundair onderwijs; 1 501 d) elk gehomologeerd (of gelijkwaardig) getuigschrift van hoger secundair technisch of beroepsonderwijs behaald in andere studierichtingen dan deze waarvan sprake onder littera a) hierboven. De kandidaten die tot de Maatschappij behoren, moeten dat document niet voorleggen. 3. Vakken en aard van de proef De proef omvat een schriftelijk gedeelte en een mondeling gedeelte; ze handelt over de volgende vakken : Vakken Betrekkelijke waarde Schriftelijk gedeelte 1. Fysica 1 Mondeling gedeelte 2. Onderhoud 1 Het uitvoerige programma van deze vakken is opgenomen in bijlage 1. 4. Duur van de proef De maximumduur van het schriftelijke gedeelte van de proef is op 2 uur en deze van het mondelinge gedeelte op « uur gesteld. 5. Vereist puntenaantal Om voor het mondelinge gedeelte van de proef opgeroepen te worden, moeten de kandidaten ten minste de 10/20 van de punten op het schriftelijke gedeelte behalen. Zij worden laureaat verklaard als ze ten minste de 10/20 van de punten behalen op het mondelinge gedeelte en de 12/20 van de punten voor het geheel van de proef. 6. Rangschikking van de laureaten Bij gelijk aantal punten worden de kandidaten onderling gerangschikt volgens het aantal punten dat werd behaald voor het mondelinge gedeelte. 7. Informatieve zitting Voorafgaandelijk aan de organisatie van het schriftelijk gedeelte worden de kandidaten voor een informatieve zitting uitgenodigd teneinde een beschrijving van de gevraagde functie te verstrekken en hen in te lichten over de modaliteiten van aanwerving, benuttiging en bezoldiging. II. Indienstneming De indienstneming als aspirant-bestuurder geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Deel III) en rekening houdend met de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. 1. Geneeskundig onderzoek Ter gelegenheid van het geneeskundig onderzoek, worden de kandidaten aan een psychoprofessionele test onderworpen die tot doel heeft na te gaan of zij de vereiste hoedanigheden bezitten voor de uitoefening van de functie van treinbestuurder. 2. Proef of stage De duur van de proef of stage omvat de nodige tijd voor de opleiding tot het beroep van treinbestuurder. Gedurende die periode zijn de aspirant-bestuurders aan een opleidingscentrum verbonden waar zij een opleiding volgen waarvan de modaliteiten (vakken, duur, verderzettings- en slagingsvoorwaarden, enz...) gepreciseerd worden in een "Onderwijsplan" waarvan iedere kandidaat een exemplaar ontvangt bij aanvang van de opleiding. Om na te gaan of de aspirant-bestuurders geleidelijk de kennis verwerven die vereist is om voor de proef op het einde van de opleiding te slagen, worden zij aan periodieke geschiktheidscontroles onderworpen zoals voorzien in het voormelde onderwijsplan. 2 501 Wanneer de uitslag van die controles wijst op een duidelijke ongeschiktheid voor de functie van treinbestuurder, wordt er aan de proef of stage een einde gesteld. Ingeval ze mislukken in de voorbereidende opleiding (1) evenwel, worden de kandidaten gedurende de geldigheidstermijn van de aanwervingsproef waarvan ze laureaat zijn, ingeschreven op de kandidatenlijst voor de graad van bestuurder rangeringen onder de voorwaarden voorzien in het onderwijsplan en het reglement voor toewijzing van deze laatste graad. 3. Proef op het einde van de opleiding De aspirant-bestuurders die op regelmatige basis de opleiding gevolgd hebben, worden toegelaten tot de eindeopleidingsproef handelend over de vakken die werden onderwezen tijdens de opleiding en waarvan de modaliteiten opgenomen zijn in het onderwijsplan. De bediende die niet slaagt voor de proef op het einde van de opleiding wordt opgeroepen voor een herkansingsproef. Wanneer hij niet slaagt voor deze laatste proef, wordt er aan zijn proef of stage een einde gesteld. Evenwel wordt deze kandidaat ingeschreven op de kandidatenlijst voor de graad van bestuurder rangeringen gedurende de geldigheidsduur van de aanwervingsproef waarvan hij laureaat is. Bovendien zal hij, na zijn aanstelling als bestuurder rangeringen, met het oog op de toegang tot de graad van treinbestuurder, nog een laatste maal mogen deelnemen aan voormelde proef op het einde van de opleiding, en dit onder de volgende voorwaarden: hij moet deelnemen aan de eerstvolgende proef op het einde van de opleiding die voor aspirant-bestuurders georganiseerd wordt, zonder echter nogmaals die opleiding te mogen volgen; ingeval van niet slagen, wordt hij niet toegelaten tot het herexamen. 4. Rangschikking van de laureaten van de proef op het einde van de opleiding. De laureaten worden in twee groepen gerangschikt in de hierna opgegeven voorrangsorde: a) de aspirant-bestuurders die meteen voor de proef op het einde van de opleiding geslaagd zijn en de bestuurders rangeringen waarvan sprake onder cijfer 3 hiervoor; b) de laureaten die voor het herexamen geslaagd zijn. D. OVERGANG VAN BESTUURDERS RANGERINGEN NAAR DE GRAAD VAN TREINBESTUURDER I. Vereiste voorwaarden Mogen toegelaten worden tot de graad van treinbestuurder, de bestuurders rangeringen die de volgende voorwaarden vervullen : gunstig beoordeeld zijn en toegelaten worden tot de opleiding volgens één van de stelsels waarvan sprake onder cijfer II en III hierna ; laureaat verklaard zijn van de proef op het einde van de opleiding waarvan sprake onder cijfer V hierna. II. Algemeen stelsel om te worden toegelaten tot de opleiding Vallen onder dit stelsel, de bestuurders rangeringen die tenminste 2 jaar graadanciënniteit tellen en die de leeftijd van 48 jaar niet hebben overschreden op de uiterste datum van indiening van de aanvragen om deel te nemen aan de toelatingsproef tot de opleiding die georganiseerd wordt overeenkomstig de volgende modaliteiten. 1. Periodiciteit Die proef wordt minstens om de twee jaar georganiseerd. 3 501 2. Vakken en aard van de proef De proef is schriftelijk en omvat de volgende vakken : Vakken 1. Grondbegrippen van elektriciteit 2. Grondbegrippen van mechanica en machineonderdelen Het uitvoerig programma van deze vakken komt voor in bijlage 2. Betrekkelijke waarde 1 1 3. Duur De maximumduur van de proef is vastgesteld op 4 uur. 4. Vereist puntenaantal Om laureaat verklaard te worden, moeten de kandidaten tenminste de 10/20 van de punten op elk vak en de 12/20 van de punten voor het geheel van de proef behalen. 5. Rangschikking van de laureaten De laureaten worden volgens het totaal bekomen aantal punten gerangschikt. Bij gelijk aantal punten wordt de voorrang toegekend aan de bediende met de grootste graadanciënniteit. III. Bijzonder stelsel om te worden toegelaten tot de opleiding Vallen onder dit stelsel, de bestuurders rangeringen die de leeftijd van 48 jaar niet hebben overschreden op de uiterste datum van indiening van de aanvragen om deel te nemen aan het individueel onderhoud waarvan sprake hierna en die de volgende voorwaarden vervullen : het voorwerp uitmaken van een gunstig verslag opgemaakt door de toezichtsbediende onder wiens bevoegdheid de kandidaat is geplaatst; tenminste 8 jaar graadanciënniteit tellen; tenminste de 13/20 van de punten hebben behaald bij de laatste twee driejaarlijkse ondervragingen die onmiddellijk voorafgaan aan het individueel onderhoud waarvan sprake hierna. De bedienden die aan deze voorwaarden voldoen mogen tot de opleiding worden toegelaten nadat zij geslaagd zijn in een individueel onderhoud dat wordt georganiseerd overeenkomstig de volgende modaliteiten. 1. Periodiciteit Het onderhoud wordt minstens om de twee jaar georganiseerd. 2. Vakken Het onderhoud heeft betrekking op de kennis van het beroep van treinbestuurder en heeft voornamelijk tot doel te oordelen over de motivering van de kandidaat. 3. Duur De maximumduur van het onderhoud is vastgesteld op 30 minuten. 4. Vereist puntenaantal Om laureaat te worden verklaard moeten de kandidaten tenminste de 12/20 van de punten behalen. 5. Rangschikking van de laureaten De laureaten worden volgens het bekomen aantal punten gerangschikt. Bij gelijk aantal punten wordt de voorrang toegekend aan de bediende met de grootste graadanciënniteit. IV. Opleiding Volgens de behoeften worden de laureaten van de toelatingsproef tot de opleiding waarvan sprake onder cijfer II hiervoor en de laureaten van het onderhoud waarvan sprake onder cijfer III hiervoor, in de volgorde van de processen-verbaal van de proeven en in volgorde van hun rangschikking van deze proeven, voor een geneeskundig onderzoek opgeroepen. 4 501 De lichamelijk geschikte kandidaten volgen een opleiding waarvan de modaliteiten opgenomen zijn in een "Leerplan" waarvan ze een exemplaar ontvangen bij de aanvang van de opleiding. Gedurende die periode zijn ze verbonden aan een opleidingscentrum, maar behouden ze hun graad en, in voorkomend geval, blijven ze titularis van hun post. V. Proef op het einde van de opleiding De kandidaten die regelmatig de opleiding hebben gevolgd worden toegelaten tot de proef op het einde van de opleiding waarvan de modaliteiten opgenomen zijn in het leerplan. De rangschikking wordt bepaald door het bekomen aantal punten en in de tweede plaats door de anciënniteit in de graad van bestuurder rangeringen. De laureaten worden in twee groepen gerangschikt zoals voorzien is voor de aspirant-bestuurders (zie littera C cijfer II 4 hiervoor). VI. Opmerkingen 1. In het geval dat de bestuurder rangeringen de vereiste anciënniteit telt om van de bepalingen onder onderhavige littera D te genieten maar nog niet geregulariseerd is en zijn regularisatie niet zou bekomen, zouden deze bepalingen op hem niet meer van toepassing zijn. 2. De bestuurder rangeringen die mislukt in het herexamen op het einde van de opleiding wordt nog eenmaal toegestaan om deel te nemen aan de toelatingsproef tot de opleiding of, indien hij er kan van vrijgesteld worden, aan het onderhoud. E. TOELATING TOT HET KADER VAN DE TREINBESTUURDERS I. Benoeming De gunstig beoordeelde bestuurders rangeringen evenals de aspirant-bestuurders die het voorwerp uitmaken van een gunstig verslag van einde proef of stage, en die laureaat zijn van de proef op het einde van de opleiding of van het herexamen, worden benoemd tot treinbestuurder, eventueel "buiten kader". Die benoeming heeft uitwerking de eerste dag van de maand die volgt op de afsluiting van het proces-verbaal van één van voornoemde proeven. De aspirant-bestuurder evenwel die de voorbereidende opleiding heeft gevolgd bekomt bij zijn aanstelling als treinbestuurder een datum van ranginneming die gelijk is aan deze die hij zou bekomen indien hij voornoemde opleiding niet had gevolgd. De aanduidingen voor een werkzetel vinden plaats rekening houdend met de behoeften en, in voorkomend geval, volgens de rangschikking van de laureaten voor de proef op het einde van de opleiding en van de door hen uitgedrukte keuze (2) . De treinbestuurders die "buiten kader" benoemd zijn, worden aangeduid voor de werkzetels waar zich, volgens de voorzieningen, vacatures zullen voordoen. II. Proef of stage De benoeming in de hoedanigheid van treinbestuurder geschiedt op proef of in stage volgens de reglementaire bepalingen. De modaliteiten van de stage of de proef zijn gelijk aan deze voorzien in deze bundel - Titel I - Deel III - Hoofdstuk VII. Gedurende hun proef of stage volgen de treinbestuurders een plaatselijke opleiding waarvan de modaliteiten eveneens gedefiniëerd zijn in het onderwijsplan. Zij volgen bovendien de cursus 2000 van het vakonderwijs die voor hun graad voorzien is. F. BIJZONDERE BEPALING De treinbestuurders worden niet toegelaten de rijdende dienst te verlaten voordat ze 4 jaar effectieve diensten tellen te rekenen vanaf hun aanstelling in die graad. 5 501 UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE PROEF VOOR DE AANWERVING ALS ASPIRANTBESTUURDER 1. Fysica Natuurkunde Aggregatietoestanden: vast, vloeibaar, gasvormig. Begrippen van massa, kracht, druk, temperatuur, dichtheid. Warmteoverdracht: geleiding, convectie, straling. Uitzetting van lichamen door de temperatuur. Kinematica Begrippen van snelheid en versnelling. Eenparig rechtlijnige beweging en eenparig versnelde beweging. Eenparig cirkelvormige beweging. Oplossen van vraagstukken. Statica Begrippen van massa, kracht en moment van een kracht. Samenstelling van krachten en berekenen van de resultante van meerdere krachten. Evenwichtsvoorwaarden van een lichaam. Oplossen van vraagstukken. Dynamica Verband tussen de krachten en de massa’s. Beweging veroorzaakt door krachten en begrip traagheid. Begrippen van arbeid en vermogen. Oplossen van vraagstukken. Elektriciteit Gelijkstroom Elektrische grootheden : lading, spanning, stroom, weerstand, capaciteit, inductantie. Wet van Ohm: toepassing op weerstanden in serie en in parallel. 6 501 Elektrische energie en vermogen. Inductie en elektromagnetisme. Gelijkstroomtoepassingen: meettoestellen. kringen, batterijen, dynamo’s, motoren, Wisselstroom Karakteristieken van de spanning en de stroom: frequentie, periode, amplitude, ogenblikkelijke waarde, effectieve waarde. Elektrische energie en vermogen. Toepassing op elektrische kringen met weerstanden, condensatoren doorlopen door een eenfasige wisselstroom. zelfinducties en 2. Onderhoud Individueel onderhoud betreffende het vak van treinbestuurder met meer bepaald als doel de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn motivatie, zijn gedrag, zijn bevattings- en redeneervermogen alsook zijn interesse voor de onderneming en de functie te beoordelen. 7 501 UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE TOELATINGSPROEF RANGERINGEN TOT DE OPLEIDING VAN TREINBESTUURDER VOOR DE BESTUURDERS 1. Grondbegrippen van elektriciteit Geleiders en niet-geleiders. Elektrische grootheden : stroomsterkte, spanning, weerstand, energie, vermogen. Wet van Ohm - Schakeling van weerstanden. Wet van Joule - Warmte effect van de stroom. Batterijen en accumulatoren. Gebruikelijke elektrische toestellen : schakelaars, smeltveiligheden. Meettoestellen : ampèremeters, voltmeters. Gelijkstroom : grondbeginsel van de dynamo en de motor. 2. Grondbegrippen van mechanica en machineonderdelen Kracht : bepaling, meting, grafische voorstelling. Samenstelling en ontbinding van samenlopende of evenwijdige krachten. Moment van een kracht. Eenparige rechtlijnige beweging : afgelegde weg, richting, snelheid, versnelling. Eenparige veranderlijke beweging : gemiddelde snelheid. Overbrenging van de beweging door schijven, riemen, wrijving, tandwielen, schroeven zonder eind. Arbeid - Vermogen. ________________ (1) Zoals in het onderwijsplan voorzien, wordt deze voorbereidende opleiding verstrekt aan de aspirant-bestuurders die houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs waarvan sprake onder littera C - cijfer 2 - littera c) en d) hierboven, voorafgaandelijk aan de specifieke opleiding voor de functie van treinbestuurder. Zij wordt eveneens verstrekt aan de bedienden van de Maatschappij, laureaten van de aanwervingsproef die niet in het bezit zijn van een getuigschrift van onderwijs waarvan sprake onder littera C - cijfer 2 - littera a) of b). Anderzijds blijven deze bedienden, in voorkomend geval, titularis van hun post tijdens de duur van de voorbereidende opleiding. (2) Wanneer bestuurders rangeringen en aspirant-bestuurders op dezelfde datum tot treinbestuurder benoemd zijn, hebben de eerstgenoemden de voorrang. 8