Begrippen: A capella Call nd response Close harmony Legato Verbindingsboog Fraseringsboog Toonduur (ritme) Canon Homofonie Polyfonie Unisono Thema Notennaam Maataanduiding Motief Instrumenten: Blokfluit Fagot Hobo Klarinet Piano/vleugel Saxofoon Trombone Trompet Viool Symfonie orkst: Harmonie orkst: Bigband Zang van een koor zonder instrumentale begeleiding. Een vraag en antwoordspel tussen een leadzanger en bijvoorbeeld de backing vocals of band. Meerstemmige zang, vooral in de jazz en popmuziek, waarbij de stemmen en de tonen in de akkoorden dicht bij elkaar liggen. De noten van een melodie worden vloeiend achterelkaar gebonden en zonder tussenpauzen in elkaar overgaand gespeeld. Dit word aangegeven met een boog onder de noten. Verbinding van twee dezelfde noten, meestal over een maatstreep heen. Bij fraseren wordt de muziek in zinnen gespeeld, bijv. vraag – antwoord. De notenwaarden, bijvoorbeeld van hele noot t/m 16e noot. Meerstemmig leid of muziekstuk voor verschillende stemmen. Meerstemmigheid, waarbij de verschillende partijen in hetzelfde ritme zingen of spelen. Meerstemmige muziek waarbij melodieën tegelijk klinken en ritmisch en melodisch onafhankelijk zijn van elkaar. Letterlijk eenstemmig klinkend. Het gaat om een bijzondere vorm van eenstemmigheid die optreedt als twee of meer partijen dezelfde melodie spelen, ook met evt. octaafverschil. Hoofdmelodie, belangrijk muzikaal idee. Elke noot op de notenbalk heeft zijn eigen naam: a, b, c, d, e, f, g. Teken voor de maatsoort het muziekstuk Kleinste muzikale bouwsteen: een kernachtig element (melodie of ritme) wat kan veranderen. Dubbelriet houtblaasinstrument, met een zachte warme klank Dubbelriet blaasinstrumenten van een houtenbuis van ong 65 cm lang. Het geluid, wat helder en doortrillend is word geproduceerd door te blazen in het riet en het trillen van een luchtkolom. Enkelriet blaasinstrument van hout of kunststof. Word gerekend tot de houtblazers. Het geluid is afhankelijk van de speler, muziekstijl, mondstok en riet. Snaartoets-instrument, veel gebruikt in klassiek en jazz, word geproduceerd door hamers die staren aanslaan door toetsen in te drukken. Piano’s compacter omdat de het frame en de snaren rechtop staan. Vleugel snaren horizontaal. Enkelriet houtblaarinstrument, gemaakt van messing. De verschillende soorten zijn een sopraan-, alt-, tenor-, bariton- en bassaxofoon. Zeer populair in harmonieorkesten, jazz en klassieke muziek. Koperen blaasinstrument, schuif i.p.v. ventielen, schuifmechanisme om de toonhoogte te veranderen, geluid door trillende lippen van de speler. Geluid door blazen met gesloten lippen. Moderne hebben drie ventielen. Strijkinstrumenten: viool, altviool, cello en contrabas. 4 snaren, strijkstok in rechterhand, viool rust op linkerschouder, linkerhand drukken op de snaren. Heeft 4 hoofdgroepen: strijkers houtblazers, koperblazers en slagwerk. Met af en toe een harp, piano, celesta of orgel. Houten en koperen blaasinstrumenten en slagwerk. Een jazzband met meestal saxofoons, trompetten, trombones en een ritmesectie. Soms strijkers.