Imaginaire getallen Voor het oplossen van een negatieve wortel moeten de wiskundige eerst een getal maken. Dit getal moest gelijk zijn aan 1 . De wiskundigen zijn op het getal i gekomen. Het getal i komt van imaginair. Maar er zijn ook mensen die denken dat het gekozen is omdat het veel op het getal 1 lijkt. Het getal i is dus 1 . Het kwadraat van i is dus het kwadraat van 1 . Bij het kwadrateren van een wortel haal je gewoon het wortelteken weg. Het getal i 2 is dus -1. Dit lijkt vreemd omdat alle kwadraten van de reële getallen positief zijn. Dit komt omdat een positief getal keer een positief getal positief blijft en een negatief getal keer een negatief getal positief wordt. Er zijn dus geen negatieve kwadraten. Je kunt met het getal i dus negatieve wortels berekenen. De wortel van -4 kun je berekenen door: x 4 x 1 4 x i2 x 2i Het getal i is een van de complexe getallen. Om de complexe getallen weer te geven gebruikt men eerst de gewone getallenlijn. Omdat de complexe getallen daar niet op staan worden deze weergegeven in een vlak. Hiervoor kun je een assenstelsel gebruiken. Een imaginair getal geef je altijd aan in de vorm a bi . De a en de b zijn hierbij reële getallen. Als je het assenstelsel gebruikt zijn de a en de b dus de coördinaten van het punt. Toen de imaginaire getallen net werden ingevoerd wist men nog niet hoe je hier mee moest rekenen. Er werden rekenregels opgesteld. Men moest bijvoorbeeld bij het optellen van de getallen ze in het assenstelsel zetten en dan de vectoren optellen. Met de imaginaire getallen kun je dus berekenen dat de vergelijking x 2 2 x 5 0 de oplossing x 1 2i heeft. Dit kun je weer controleren door x 1 2i in te vullen in de vergelijking en kijken of het antwoord x 0 wordt. x 1 2i invullen in x 2 2 x 5 0 geeft 2 y 1 2i 2 1 2i 5 y 1 2i 1 2i 2 1 2i 5 y 1 4i 4i 2 2 4i 5 y 4i 2 4 i 2 kan vervangen worden door -1 y 4 1 4 y0 Dus x 1 2i is inderdaad een oplossing van de vergelijking x 2 2 x 5 0 . Nu kun je met de ABC-formule berekenen of er nog andere oplossing zijn. a 1 , b 2 en c 5 D 2 2 4 1 5 D 4 20 D 16 Ondanks dat de discriminant kleiner is dan nul kun je nog steeds de snijpunten uitrekenen. Dit kan omdat je nu weet hoe de imaginaire getallen werken. 2 16 2 16 x1 x2 2 1 2 1 2 1 16 2 1 16 x1 x2 2 1 2 1 2 i4 2 i4 x1 x2 2 2 2 4i 2 4i x1 x2 2 2 x1 1 2i x2 1 2i Dus de andere oplossing van de vergelijking x 2 2 x 5 0 is x 1 2i .