Hongerdoek over de 7 werken van Barmhartigheid - Oirschot Vaak is een hongerdoek (vroeger gebruikt als doek om het altaar tijdens de veertigdagentijd aan het oog te onttrekken) een weergave geworden van de maatschappelijke en religieuze leefwereld van een volk, waarmee we ons in de vastentijd solidair betonen. In Oirschot hebben vele hongerdoeken in onze kerk een plaats gehad. In 2001 ontstond het idee om zélf een Hongerdoek te maken. Dit zou dan een weerslag mogen geven van alle initiatieven en activiteiten die in onze gemeenschap plaatsvinden, die het welzijn en levensgeluk van mensen (ver weg en dichtbij) op het oog hebben. Na een inventarisatie van alle werkgroepen, instanties en initiatieven die zich begeven op het terrein van de diaconie (dienstbetoon aan mens en samenleving) werden vertegenwoordigers van die groepen bijeen gebracht om over het doel te praten: een hongerdoek maken over de 7 werken van barmhartigheid, vanuit de overtuiging dat dit oer-christelijke thema nog altijd een zeer actuele betekenis heeft. Tegen de achtergrond van hun eigen activiteiten werden schetsjes gemaakt door de vertegenwoordigers, en al die schetsjes, tekeningen en ideeën werden voorgelegd aan de in Spoordonk woonachtige kunstenaar Henk Sterken. In de herfst van 2002 was zijn ontwerp van het hongerdoek gereed. Nu werd het overgedragen aan de Oirschotse textiellerares Hermine van Erp. Zij maakte met allerlei stoffen en materialen de basis voor het doek in zijn uiteindelijke afmeting. De afwerking , in de eerste maanden van 2003, gebeurde door vrouwen vanuit KVO, KVB en parochiële werkgroepen. Het resultaat mag met recht een kunstwerk worden genoemd. Een prachtig doek met een schitterende boodschap. En nog wel in tweevoud! Zowel in de kerk van Oirschot als van Spoordonk werd het Hongerdoek opgehangen en gebruikt gedurende de veertigdagentijd in 2003. De vieringen van die periode werden erop gebaseerd, en er werd een drukbezochte presentatie gehouden van het hongerdoek in de toenmalige Enck. Zeven keer barmhartigheid wordt u nu getoond aan de hand van de onderdelen van het doek. * de hongerigen voeden: we beginnen in het midden, boven aan het woord Samen, en volgen het doek met de klok mee. Vijf broden en twee vissen, zeven in totaal. Een bijbelverhaal vertelt hoe een grote menigte daaraan genoeg heeft. Het wonder in dit verhaal is niet dat er brood vermenigvuldigd wordt, maar dat voedsel eerlijk gedeeld en verdeeld wordt. In ons leven van alledag zien we nog altijd schrijnende beelden van hongerige mensen in oorlogsgebieden of bij langdurige droogte. Pas als er eerlijk verdeeld wordt zal er voor iedereen genoeg zijn. * dorstigen te drinken geven: een hand die een beker water aanreikt. Water, dat voor ons zo vanzelfsprekend is dat we het verspillen en vervuilen. Op zoveel plaatsen in de wereld is voldoende en schoon water géén vanzelfsprekendheid. Water is de bron van het leven. Mag iedereen putten uit die bron? * de gevangenen bezoeken: de vlam van Amnesty International bevindt zich in de bundel licht van Godswege. Het licht steekt af tegen het donkere paars van boete. Barmhartig is het om oog te hebben voor de mens wiens vrijheid wordt beknot. De naamloze gevangenen in de wereld, zij die de mond gesnoerd werden, monddood gemaakt, gemarteld…Hun boeien openbreken kunnen wij niet. Maar we kunnen wel onze solidariteit betonen. * de doden begraven: eens gevormd uit het stof van de aarde mag een mens, die zijn of haar leven voltooid heeft, daarnaar terugkeren. Maar níet zijn of haar geest, hart en ziel. Die blijft van betekenis, voor eeuwig van waarde. Hartvormige bloemen en een rode roos vertellen van liefde en dankbaarheid. Begraven is meer dan begraven, het is respectvol uitgeleide doen. Respect voor de doden en barmhartigheid voor de levenden gaan hand in hand. Vaarwel zeggen en weten: de dood heeft niet het laatste woord; je bent en blijft door God erkend bij je naam, gegrift in de palm van zijn hand. * de zieken bezoeken: iemand de hand boven het hoofd houden wil zeggen: wees maar niet bang, je bent niet alleen, ik ben er voor jou. Hen die ziek zijn, ernstig of chronisch, die angst hebben voor wat komen gaat, zó nabij zijn, is barmhartig. De zieke bezoeken, stil aan zijn of haar bed zitten, iets voorlezen of samen bidden. Waar mensen elkaar zo nabij zijn is het Gods hand die zegenend nabij is. * de vreemdelingen herbergen: een uitnodigende hand , vreemdelingen op handen gedragen. Waar is die hand van ons die veiligheid en bescherming biedt? Die hand die richting geeft? Vreemdelingen, asielzoekers, vluchtelingen…met hun onverstaanbare taal, ander geloof, vreemde gewoonten…zijn zij niet welkom? Maar is hun verlangen naar veiligheid, bescherming en richting in hun leven niet even groot als dat van jou? Welk gebaar maak je dan naar deze medemensen? We kunnen zoveel voor hen betekenen, zeker in deze tijd waarin er zoveel vluchtelingen komen. * de naakten kleden: een hand die een kledingstuk aanreikt. Zoveel mensen worden in de kou gezet. Soms kom je ze op het spoor: mensen wier toekomstdromen worden stopgezet. Geen werk meer, geen kansen. Mensen die de stille armen zijn in ons land, geen dromen meer hebben en van dag tot dag, van maand tot maand rond moeten zien te komen. En verder, de letterlijk naakten, door onrecht of rampen dakloos geraakt, helemaal overgeleverd aan de solidariteit en welwillendheid van anderen. Zal hun wachten toch niet tevergeefs zijn? En dan het hart van het doek! We zijn de klok rond geweest, zeven werken, zeven taferelen, zeven tekens van barmhartigheid verder. De kern van barmhartigheid is liefde. Geen wollige of zoetsappige liefde, maar oprechte naastenliefde die zich uit in daadkracht. We hebben al gehoord wat de fraters van Tilburg heel treffend zeggen: barmhartigheid is de nood van je naaste zien, opmerken, erdoor geraakt worden en ernaar handelen. De kern van die naastenliefde is zoals ik, met dezelfde gevoelens, dezelfde hoop, hetzelfde verlangen. Liefde voor de ander die kind van God is, schepsel, op zichzelf naakt en weerloos, maar dankzij ook mijn aandacht en zorg in staat uit te groeien tot een gelukkig mens. Zo stond ook Jezus van Nazareth in het leven. Hij hielp kwetsbare mensen opstaan uit hun situatie, uit hun duisternis, uit hun dood. Opstaan, iets waarmee Hij anderen altijd geholpen had, Hij zou het zelf doen na zijn dood. Het kruis waaraan hij stierf is geen dood hout maar een vruchtdragende boom. Een boom, geworteld in en levend uit barmhartigheid. En wij samen mogen ons scharen rond die boom en onder zijn groene bladeren van hoop.