STUDIEDAG RUIMTE VOOR NIEUW LEVEN BARMHARTIGHEID EN GERECHTIGHEID BIJBELSE EN THEOLOGISCHE PERSPECTIEVEN LEUVEN 26 FEBRUARI 2016 KRISTOF STRUYS 1. KARDINAAL EN PAUS – ZIELSVERWANTEN -WALTER KASPER, Grundbegriff des Evangeliums – Schlüssel des christlichen Lebens (2012) [Mercy, The Essence of the Gospel and the Key to Christian Life, New York, Paulist Press, 2013] -FRANCISCUS, Post-synodale Exhortatie Evangelii gaudium (2013) [De vreugde van het Evangelie (Wereldkerkdocumenten 34), Brussel, Licap, 2014] 2. OPROEP AAN JONGE THEOLOGEN – THEOCENTRISCHE FOCUS Ik durf hopen dat wat ik zeg een jongere generatie theologen kan stimuleren de draad op te pikken om de christelijke Godsleer door te denken en de praktische consequenties die daaruit afgeleid worden. [Ik hoop] dat ze daarbij plaats kunnen geven aan de noodzakelijke theocentrische ommekeer in de theologie en in het leven van de Kerk. Belangrijke aandacht in dit proces moet uitgaan naar de overbrugging van de vervreemding tussen academische en pastorale theologie. (p. xv) 3. GODSVRAAG – WAAROMVRAAG – ZINVRAAG [De tekenen van de tijd, vooral de vele vormen van lijden in de wereld] hebben geleid tot het feit dat voor vele mensen in onze tijd God niet meer bestaat. Het is op zijn minst toch zo dat zij leven alsof God niet bestaat. (…) Dit heeft ervoor gezorgd dat de aard van de Godsvraag veranderd is. Want als God voor vele mensen niet langer bestaat of toch op zijn minst onbelangrijk is geworden, dan heeft ook het protest aan het adres van God niet langer zin en betekenis. Vragen als ‘waarom al dit lijden?’ en ‘waarom moet ik lijden?’ gaan stilaan verdwijnen en vallen stil. (…) De vraag naar een genadige [barmhartige] God (…) wordt door velen vandaag niet meer gesteld. Deze vraag laat hen onverschillig en koud. (…) Heel wat redelijke mensen voelen de ernst van de situatie en gaan opnieuw op zoek. Er zijn meer zoekers en meer ongekende anonieme pelgrims dan we gewoonlijk denken. Deze menen voelen dat wanneer de zinvraag niet langer gesteld wordt, dit uiteindelijk leidt tot het verlies van de mens als mens, en daarmee van zijn of haar waardigheid. (p. 1-3) 4. EEN ONAFLEIDBAAR NOVUM – REËLE HOOP In het aanschijn van de vicieuze cirkel van kwaad kan er enkel dan hoop op een nieuw begin zijn wanneer we hopen op een genadige, barmhartige en tegelijk almachtige God die alleen in staat is een nieuw begin te genereren. (p. 5) 5. VERHOUDING BARMHARTIGHEID EN GERECHTIGHEID - Verleden < pseudo-barmhartigheid Maar barmhartigheid verwordt tot pseudo-barmhartigheid wanneer elke huiver voor God (…), voor diens gerechtigheid en oordeel afwezig is. Het verwordt tot pseudobarmhartigheid wanneer ‘ja’ niet langer ‘ja’ is en ‘neen’ niet langer ‘neen’; wanneer de barmhartigheid de eisen van de rechtvaardigheid niet langer uitdaagt, maar juist ondermijnt. Het Evangelie verkondigt wel de rechtvaardiging van de zondaar, maar niet van de zonde. (p. 10) - Heden < pseudo-gerechtigheid Als God zo barmhartig is dat hij de zondaar niet straft, hoe kan dit ooit compatibel zijn met goddelijke gerechtigheid” (p. 12) 6. TERMINOLOGIE -Misericordia: een hart (cor) hebben met de lijdende (miseri) en voor de lijdende. Barmhartigheid/misericordia duidt op een attitude die haar eigen egoïsme en de eigen ik-gerichtheid overstijgt en haar hart niet bij zichzelf heeft, maar bij de anderen, vooral de armen en de behoeftigen. Zulk een zelftranscendentie in de richting van de anderen en zulk een zelfvergetelheid is geen zwakheid, maar juist sterkte. Het is ware vrijheid. (p.22) -Verwant aan ‘ingewanden’ als zetel van menselijke gevoelens (OT: rachamim > rechem) (NT: splangchna/splangchnizomai) -Transcendent ten aanzien van elke menselijke categorie (OT: hesed) De belangrijkste uitdrukking voor het begrip barmhartigheid is hesed (…). Het betekent Gods vrije en genadige toewending naar de mens. Het is (…) een durende attitude en houding. Toegepast op God overstijgt het elke relatie van wederkerige trouw en geeft uitdrukking aan Gods onverwacht en onverdiend geschenk hetwelk alle menselijke verwachtingen en categorieën openbreekt. 7. OUDE TESTAMENT -GODS BARMHARTIGHEID = GODS EIGEN NAAM -Toen sprak God tot Mozes: ‘Ik ben die is.’ En ook: ‘Dit moet gij de Israëlieten zeggen: Hij-is zendt mij tot u’. (Ex 3,14) -Toen vroege Mozes: ‘Laat mij toch uw heerlijkheid zien.’ Hij gaf ten antwoord: ‘Ik zal in al mijn luister aan u voorbijgaan en in uw bijzijn de naam Jahwe uitroepen. Want Ik schenk genade aan wie Ik wil en barmhartigheid aan wie Ik wil’. (Ex 33,18-19) -Jahwe daalde neer in een wolk, kwam bij hem staan en riep de naam Jahwe uit. Jahwe ging hem voorbij en riep ‘Jahwe! Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw. (Ex 34,5-6) -GODS BARMHARTIGHEID = EIGEN GERECHTIGHEID VANUIT HEILIGHEID -Neen, Ik zal mijn vlammende toorn toch niet koelen. Efraïm niet opnieuw te gronde richten, want Ik ben God, Ik ben geen mens, Ik ben de Heilige in uw midden. Ik laat Mij niet gaan in mijn toorn” (Hos 11,9) -GODS BARMHARTIGHEID = KANS TOT BEKERING Gods heiligheid is conform zijn gerechtigheid. (…) Op grond van zijn heiligheid kan God niet anders dan het boze straffen en het goede belonen. Voor het Oude Testament heeft dit niet te maken met angstaanjagende waarheid; in tegendeel is het een uitdrukking van hoop. (…) De boodschap van Gods barmhartigheid is geen boodschap van goedkope genade. God verwacht van ons dat we doen wat recht en gerecht is. (…) Daarom staat barmhartigheid niet in tegenstelling tot de boodschap van gerechtigheid. In zijn barmhartigheid onthoudt God zich van zijn gerechtvaardigde toorn; Hij houdt zichzelf in. Hij doet dit om het volk te voorzien van een kans tot bekering. Goddelijke barmhartigheid verzekert de zondaars een fase van genade en verlangt hun bekering. Barmhartigheid is uiteindelijk genade tot bekering (…). Barmhartigheid is Gods scheppende en vruchtbare gerechtigheid. Ze staat boven de gepantserde logica van schuld en straf zonder in tegenspraak te staan met gerechtigheid. [Barmhartigheid] staat veeleer in dienst van de gerechtigheid. 8. NIEUWE TESTAMENT -PARABEL VAN DE BARMHARTIGE VADER (LC 15,11-32) Barmhartigheid is de meest volmaakte realisatie van gerechtigheid. Goddelijke barmhartigheid (…) brengt mensen tot een ‘terugkeer tot de waarheid over zichzelf’. (p. 71) -GODS BARMHARTIGHEID = GODS VOLMAAKTHEID = GODS OORDEEL [Jezus’] tegenstanders leverden kritiek omwille van het goede dat Hij deed op de sabbat en omwille van zijn durf om zonden te vergeven. (…) Het waren vooral zijn boodschap en zijn daden van barmhartigheid die tegenstand opriepen; ze werden als scandalon gezien en brachten Hem uiteindelijk aan het kruis. Jezus reageerde met strenge woorden van oordeel. Want Gods rijk is de ultieme en definitieve kans voor menselijke heelheid; al wie dit rijk verwerpt is uiteindelijk uitgesloten van het heil. In die zin is het niet geoorloofd om Jezus’ woorden van oordeel weg te laten vanuit een onjuist begrip van zijn boodschap van goddelijke barmhartigheid. De woorden van oordeel hebben te maken met een herhaalde en dringende roep tot bekering; zij bieden een laatste kans, mogelijk gemaakt door Gods barmhartigheid. (p. 72) 9. GODS BARMHARTIGHEID ORGANISEERT ZIJN ALMACHT Een God die niet langer almachtig is, is niet langer God. Zulk een God kan niet helpen; en bijgevolg kan men ook niet langer zijn hoop in Hem stellen. Zijn barmhartigheid zou gewoonweg zwakheid zijn. Maar volgens het getuigenis van de Bijbel is de situatie omgekeerd. God is juist soeverein en almachtig in het feit dat Hij zichzelf geheel kan terugnemen [zurücknehmen kann]. Juist doordat Hij barmhartig de God voor en met de armen en onderdrukten is, toont Hij zijn God-zijn en zijn almacht. (…) Het is de almacht van de liefde en de barmhartigheid. (p. 90) 10. PRAKTISCHE ECCLESIOLOGIE -LICHAMELIJKE EN SPIRITUELE WERKEN VAN BARMHARTIGHEID Barmhartigheid heeft met meer dan loutere rechtvaardigheid te maken; het is een kwestie van aandacht en gevoeligheid voor de concrete noden die men ontmoet. Het gaat om een overwinning van de focus op onszelf, die ons doof en blind maakt voor de fysische en spirituele noden van de anderen. Het komt erop aan de hardheid van onze harten te verzachten voor Gods roep die we horen in de tegenspoed van anderen. (p. 143) -ALS GOD ZO IS, MOET DE KERK ZO ZIJN Gods exodus – Kerk die erop uittrekt (EG 24) -LOGICA VAN DE MENSWORDING (EG 262) Gods incarnatie – Kerk die het geleefde leven ernstig neemt (EG 44) -PRINCIPES VOOR EVANGELISATIE Hiërarchie van de waarheden (EG 36 en 246) Hiërarchie van de deugden (EG 37) Proportionaliteit (EG 38) Vorm en substantie (EG 41) Historiciteit (EG 43) (Sacramentele) openheid (EG 47) -BARMHARTIGHEID EXPLICIET EG: 3 – 24 – 31 – 37 – 43 – 44 – 179 – 193 – 194 – 197 – 198