Effect van luchttemperatuur op de gasuitwisseling van baobabzaailingen (Adansonia digitata L.) Nina Van den Bilcke, Aïssata Ba*, Sebastiaan De Smedt, Katrijn Alaerts, Geert Potters, Roeland Samson Departement Bio-ingenieurswetenschappen, Faculteit Wetenschappen, Universiteit Antwerpen, België *CERAAS, Centre d’étude régional pour l’amélioration de l’adaptation à la sècheresse, Thiès, Senegal Tel: 03 265 34 51 Fax: 03 265 32 25 E-mail: [email protected] Functie: doctoraatsstudent Project: promotor: Prof. dr. ir. Roeland Samson De baobab (Adansonia digitata L.) is een bladverliezende tropische boom, die voorkomt in aride, semi-aride en sub-humide tropische klimaten en karakteristiek is voor de Afrikaanse savanne. In WestAfrika komt de baobab typisch voor in de steppegebieden van de Sahel en de savannes van de Soedanzone. In al deze gebieden wordt de baobab, naast een laag bodemvochtgehalte in het droogseizoen, blootgesteld aan zeer hoge luchttemperaturen (tot 40-42 °C in West-Afrika), voornamelijk in het regenseizoen. De baobab speelt een essentiële socio-economische rol in het levensonderhoud van de rurale gemeenschappen. Bijna alle plantendelen zijn eetbaar, rijk aan nutriënten, vitaminen en mineralen, en vormen een belangrijke voedingsbron in periodes van hongersnood. De voorkeur van de Afrikaanse bevolking voor bepaalde boomsoorten kan gebruikt worden als leidraad bij de keuze van de soorten die behouden en onderzocht moeten worden. Zo wordt de baobab door de West-Afrikaanse bevolking beschouwd als één van de soorten die voorrang moeten krijgen bij domesticatie. Ondanks het enorme belang van baobab voor de Afrikaanse bevolking is de ecofysiologische kennis van deze soort zeer beperkt. Daarom is de doelstelling van dit onderzoek de studie van gasuitwisselingskarakteristieken van baobabzaailingen in functie van de luchttemperatuur. In België werd een proef onder groeikameromstandigheden opgesteld, waarbij 3 baobabzaailingen aan afnemende temperaturen (van 40 tot 25 °C, telkens in stappen van 3 °C) werden blootgesteld. Tijdens het experiment werden met behulp van de LI-COR een aantal ecofysiologische parameters (nettofotosynthese, transpiratie, stomatale geleidbaarheid en intercellulaire CO2-concentratie) opgevolgd. De fotosynthetische parameters (donkerrespiratie, lichtcompensatiepunt, quantumefficiëntie, en maximale netto-fotosynthese) werden bepaald aan de hand van de lichtresponsiekromme voor fotosynthese volgens de methode van Drake en Read (1981). De resultaten tonen aan dat de fotosynthese temperatuursafhankelijk is. Het temperatuuroptimum blijkt tussen 25 en 34 °C te liggen. De afname van de fotosynthese bij stijgende temperatuur wordt in de eerste plaats bepaald door een afname van de stomatale geleidbaarheid. Bij 37 en 40 °C wordt de afname in assimilatie echter ook bepaald door niet stomatale limitaties. De donkerrespiratie en het lichtcompensatiepunt nemen toe bij hogere temperaturen, dit in tegenstelling tot de maximale nettofotosynthese. De quantumefficiëntie bereikt een optimum tussen 31 en 34 °C. Verdere verwerking van de resultaten zal meer informatie geven over het effect van de luchttemperatuur op de gasuitwisseling van baobabzaailingen.