DVN CORNEA CONFOCALE MICROSCOPIE

advertisement
Patiënteninformatie
www.spierziektencentrummaastrichtumc.nl
spierz
i
Onderzoek op de afdeling Oogheelkunde
trichtum
aas
m
Cornea Confocale Microscopie
cen
ten trum
ek
nl
c.
Het aantal dunne zenuwvezels in het hoornvlies is bij patiënten met bepaalde aandoeningen afgenomen. Met de
zogenaamde cornea confocale microscopie (afgekort ‘CCM’) kunnen de dunne zenuwvezels op een makkelijke, snelle
en betrouwbare manier in kaart worden gebracht. De CCM bestaat uit een microscoop en een speciale camera
waarmee foto’s gemaakt kunnen worden van het hoornvlies. Het onderzoek is, voor zover bekend, niet schadelijk.
Naast het huidbiopt en het temperatuurdrempelonderzoek, kan CCM een waardevolle test zijn bij het stellen van de
diagnose dunnevezelneuropathie.
Voorbereiding
Op de dag van het onderzoek kunt u beter geen lenzen dragen, zowel vóór als na het onderzoek.
Vooronderzoek
Voordat het CCM onderzoek zal worden uitgevoerd, verricht een oogarts onderzoek van uw beide ogen. Dit zal verlopen via een spleetlamponderzoek. Dit heeft als doel om (andere) oogheelkundige afwijkingen uit te sluiten. Tevens
zal er een aantal vragen worden gesteld die mogelijk van invloed kunnen zijn op beide ogen, zoals aanwezigheid van
suikerziekte of leverproblemen.
Indien gedurende dit vooronderzoek specifieke afwijkingen worden gevonden zoals aandoeningen aan het hoornvlies
of diabetische retinopathie, dan kan geen CCM onderzoek worden verricht.
Cornea Confocale Microscopie
Het oog wordt eerst verdoofd met oogdruppels (anestheticum).
Daarnaast krijgt u een gel op het oog aangebracht. In zittende, licht
voorover leunende houding neemt u plaats voor de microscoop.
Uw kin wordt hierbij ondersteund. Samen met de onderzoeker
wordt er gezocht naar de meest comfortabele houding om dit
onderzoek te kunnen voltooien.
Nadat u de juiste houding heeft aangenomen, wordt de lens van
de microscoop langzaam op het oog geplaatst. De gel zal een
barrière vormen tussen uw oog en de lens van de microscoop.
Er vindt dus geen direct contact plaats tussen uw oog en de lens.
Met het andere oog dat op dat moment niet wordt onderzocht,
fixeert u op een bepaald punt in de ruimte. U wordt verzocht
om zo enkele minuten te blijven zitten zodat er foto’s gemaakt
kunnen worden van uw hoornvlies waar de dunne zenuwvezels
zichtbaar zijn. Hier merkt u niets van. Vervolgens wordt hetzelfde
gedaan voor het andere oog.
De verdoving werkt tot dertig minuten na toediening ervan. Tijdens deze periode moet u niet in uw ogen wrijven,
omdat u anders het hoornvlies zou kunnen beschadigen.
Patiënteninformatie
www.spierziektencentrummaastrichtumc.nl
spierz
i
trichtum
aas
m
cen
ten trum
ek
nl
c.
Na het onderzoek
Na het onderzoek heeft u een normaal gezichtsvermogen. Er bestaat een zeer kleine kans op cornea-erosie. Dit is een
oppervlakkige verwonding van het hoornvlies. Indien u na twee dagen hinder blijft ondervinden bij het kijken, wordt u
verzocht contact met ons op te nemen. De behandeling is doorgaans het geven van oogdruppels of kortdurend
antibiotica voor het herstel van de zogenaamde epitheellaag van het hoornvlies.
Websites
•
www.spierziektencentrummaastrichtumc.nl
•
www.mumc.nl
Bezoekadres
Postadres
Algemeen telefoonnummer
P. Debyelaan 25
Postbus 5800
043-387 6543
6229 HX Maastricht
6202 AZ Maastricht
www.mumc.nl
Download