Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Auteurs Ivar Prins ; Ivar Prins Laatst gewijzigd 02 juli 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/56206 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt. Inhoudsopgave Intro De Eerste Wereldoorlog Informatie Filmfragmenten Praktische opdracht Opdracht Historicus Architect Educatie PR Projectleider Beoordeling Repetitie Leerstof PowerPoint Oefenvragen Over dit lesmateriaal Pagina 1 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Intro Afgelopen lessen hebben we in de klas gesproken over de Eerste Wereldoorlog. Dit is het onderwerp waar we de komende weken mee bezig zullen zijn in de lessen. In dit blok zitten twee toetsmomenten. Één repetitie (weging 3) en één praktische opdracht (weging 5). Via deze site kan je altijd terugvinden wat de bedoeling is bij de opdracht en wat de leerstof is voor de toetsen. Doel: Het onderwerp “de Eerste Wereldoorlog” wordt met het volgende doel behandeld: Het is een oorlog die de kaart van Europa doet veranderen. De oorlog vormt een belangrijk onderdeel voor de vorming van het huidige Europa. De Eerste Wereldoorlog is een oorzaak van het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog. Om de Tweede Wereldoorlog te “begrijpen” moet er kennis zijn van de Eerste. De eindopdracht heeft het doel dat jullie leren omgaan met: Verschillende bronnen Leren taken te verdelen Samenwerken Organiseren en creëren Een grootschalig project kunnen omgaan Kennis opdoen over de Eerste Wereldoorlog. Mocht je toch vragen hebben, stel die dan in de les of mail mij! ([email protected]) Succes de komende periode! Pagina 2 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 De Eerste Wereldoorlog Informatie De treinwagon bij Compiègne Op 8 november 1918 stonden er in een bos in de buurt van Compiègne twee treinwagons tegenover elkaar. In de ene wagon zaten de afgevaardigde van de Duitse regering en in de andere zaten de bevelhebbers van het Franse en Britse leger. De Duitse afgevaardigde kwamen onderhandelen over een wapenstilstand. Hun stemming was bedrukt. Nu de laatste aanvallen waren mislukt leek de oorlog uitzichtloos. Elke dag werd het geallieerde leger aangevuld met nieuwe Amerikaanse soldaten, terwijl er in Duitsland honger heerste en de dreiging van een revolutie groter en groter werd. De Franse bevelhebbers die dit maar al te goed wisten hadden de voorwaarde voor de wapenstilstand al klaarliggen, de Duitsers konden niets anders meer doen dan met de eisen van de geallieerde instemmen. Vanaf 11.00 uur op 11 november 1918 werd er niet meer geschoten en een jaar later kwam er met het verdrag van Versailles een einde aan de eerste wereldoorlog. In de komende paragraven gaan we het hebben over hoe deze oorlog ooit zo groot heeft kunnen worden. Hoe heeft deze oorlog ooit voor 10 miljoen slachtoffers kunnen zorgen... Foto van de grote leiders na de Eerste Wereldoorlog De situatie voor 1914 Voor 1914 bestond er in Europa een sterk nationalisme. Duitsland en Rusland wilden meer macht en invloed en waren tegelijk bang voor elkaar. Frankrijk wilde wraak op Duitsland voor de nederlaag van 1871 en wilde het destijds verloren gebied Elzas-Lotharingen terug. In 1892 hadden Frankrijk en Rusland al in het geheim een afspraak gemaakt: als één van hen door Duitsland zou worden aangevallen, zou de ander te hulp schieten en Duitsland aanvallen. Duitsland had een bondgenootschap gesloten met Oostenrijk-Hongarije. Overal heerste in die tijd militarisme. Waarden als moed, discipline en strijdlust stonden hoog in het aanzien. De landen hadden in een wapenwedloop hun wapens gemoderniseerd en enorme voorraden aangelegd. Hun vernietigingskracht was enorm. Hierdoor dacht elk land van zichzelf dat het veruit de sterkste zou zijn en dat wanneer er een oorlog zou komen deze heftig maar kort zou zijn. Pagina 3 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Alle landen waren zich al aan het klaarmaken voor een oorlog. Het was niet de vraag of er oorlog zou komen, maar wanneer en waarom. Het was slechts wachten op die gebeurtenis die de landen een rede gaf om aan te mogen vallen... Bondgenootschappen in 1914, voor de Eerste Wereldoorlog Moord op de kroonprins Op 28 juni 1914 bezocht de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand met zijn vrouw Sophie de Bosnische hoofdstad Sarajevo. In een open wagen reden ze door de straten van de stad. Tussen de toeschouwers langs de weg bevonden zich zes Servische nationalisten, die waren gekomen om Frans Ferdinand te vermoorden. Toen de auto passeerde gooide een van een granaat. De granaat miste de kroonprins en viel onder de auto van de volgende officieren. Na afloop van de receptie in het stadhuis liet de kroonprins zich naar het ziekenhuis rijden waar de gewonden officieren lagen. Toen zijn chauffeur wilde keren na een verkeerde afslag, kwamen ze oog in oog te staan met Gravilo Princip, één van de zes samenzweerders die in de buurt een broodje was gaan eten. Princip liet deze buitenkans niet ontgaan, stapte op de auto af en loste van dichtbij een aantal schoten. Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie werden beiden dodelijk getroffen. Het nieuws van de moord op zijn zoon en schoondochter kwam hard aan in Wenen, waar de Oostenrijkse keizer Frans Jozef I verbleef. Keizer Frans Jozef gaf Servië de schuld van de dood van zijn opvolger en eiste excuses van de Serven en eiste dat het toestemming kreeg om met het leger jacht te maken in Servië op de daders. Toen Servië dit weigerde, verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië. Deze oorlogsverklaring zorgde voor een kettingreactie aan oorlogsverklaringen in Europa. Rusland dat een bondgenootschap had met Servië verklaarde de oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. Waarop Duitsland dat een bondgenootschap had met Oostenrijk-Hongarije de oorlog weer verklaarde aan Rusland, waarop Frankrijk, als bondgenoot van Rusland de oorlog verklaarde aan Duitsland. Plotseling waren alle grote landen in Europa met elkaar in oorlog. Pagina 4 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 De moord op Frans Ferdinant Duitsland trekt op richting Frankrijk Enkele Europese landen besloten neutraal te blijven, zij wilde niet bij die oorlog betrokken worden. Onder deze landen bevonden zich onder andere Nederland en België. Maar ook Engeland wilde zich niet met de oorlog bemoeien. Engeland zei echter wel, Wij houden ons erbuiten, maar als één van jullie neutraal land aanvallen, zullen wij dat land verdedigen. Duitsland had zich al lange tijd voorbereidt op een eventuele oorlog. Afgezien van het moderniseren van het leger, waren alle troepen al gemobiliseerd. De Duitse legerleiding had namelijk al een aanvalsplan klaar liggen, het Von Schliefenplan. Eerst zouden de Duitsers een verrassingsaanval doen op Frankrijk. Via België zou Duitsland de Franse grens over trekken en oprukken richting Parijs. Binnen 40 dagen zou Frankrijk verslagen zijn. Een deel van de soldaten zou dan in Frankrijk blijven om daar de “orde” te bewaken, terwijl het overgrote deel van het leger terug zou keren naar Duitsland en een aanval op Rusland zou plegen. Binnen enkele maanden zou Duitsland de omliggende landen op de knieën hebben en zouden ze het grootste en machtigste land van Europa zijn. Pagina 5 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Het Von Schlieffenplan Het is oorlog! In augustus 1914 begon de Duitse opmars richting Frankrijk en op 4 augustus trokken ze de Belgische grens over. Britse soldaten kwamen de neutralen Belgen te hulp, te laat, de Duitse oorlogsmachine denderden voort richting het noorden van Frankrijk en liet een spoor van vernielingen na. Het leek er op dat de Duitsers zouden slagen in hun aanval, tot ze op een paar dagen marcheren van Parijs op het laatste moment werden opgevangen door het Franse leger. De Duitsers werden tientallen kilometer teruggedrongen. De Duitsers trokken steeds verder terug richting de grens met België, waar ze zich uiteindelijk verschansten in loopgraven. De Fransen, Britten en Belgen deden het zelfde. In een tijdsbestek van enkele weken lagen er door Vlaanderen en Noord-Frankrijk twee loopgravenstelsels, samen honderden kilometers lang. Gedurende drie jaar zou dit Westfront muurvast liggen en als een ondoordringbare grens gelden. De situatie voor de soldaten was vreselijk, de loopgraven waren modderig en nat en het was er stervenskoud. Handen en voeten stierven af van de kou en de rottende lijken in het niemandsland zorgde voor een afschuwelijke stank. De loopgraven waren vol van ratten en luizen en elke dag stierven er soldaten wegens gebrek aan hygiëne en medische verzorging. De soldaten kwamen door Pagina 6 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 het gedonder van de kanonnen nauwelijks aan slaap toe en moesten het door de slechte bevoorrading soms dagen zonder eten doen. Een oorlog waarvan ze dachten dat enkele weken zou duren en beslist zou worden door enkele grote veldslagen, veranderde in een langdurige nachtmerrie waar voor de soldaten geen eind aan leek te komen. Pagina 7 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 De slag bij de Somme Er zat nauwelijks beweging in het front, dagen lang werd er gevochten om een stukje niemandsland van enkele tientallen meters. De generaals probeerde wel een doorbraak te forceren, maar slaagde daar niet in. Een van de grootste offensieven waren dat van de Britten bij de rivier de Somme in 1916 en van de Duitsers bij de stad Verdun. Bij de Somme liepen de Britten vast in het Duitse prikkeldraad en toen ze eenmaal bij de Duitse loopgraven uitkwamen werden ze met machinegeweren beschoten. De eerste dag van de slag bij de Somme sneuvelde er al 20.000 soldaten. Toch staakte de legerleiding het offensief pas na 4 maanden. De Britten hadden toen al 450.000 soldaten verloren. De slag bij Verdun duurde 10 maanden. En in die 10 maanden koste het 700.000 Franse en Duitse soldaten het leven. Een Wereldoorlog De Duitsers hadden een tweefrontenoorlog willen voorkomen, maar die kregen ze toch. Samen met Oostenrijk werd er in het oosten gevochten tegen Rusland. Het bleef echter niet bij het oost en het westfront, op ten duur werd er op steeds meer plaatsen gevochten. Zo sloot Turkijke zich aan bij de Centralen en wisselde de Italianen van kant en gingen meevechten met de Geallieerde. Italië voerde een bloederige oorlog met Oostenrijk in de Alpen. Turkije en Groot-Brittannië vochten een harde strijd uit rond de Middellandse Zee en in het Midden-Oosten. Terwijl Rusland en Turkije hun conflicten uitvochten in de Kaukasus. Maar niet alleen in Europa werd er gevochten, ook in de kolonies van de landen werd er gevochten voor het “vaderland”. In Afrika en Azië werden zowel op land als op zee tussen de verschillende kolonies gevochten. Maar ook soldaten uit de kolonies werden naar het vaderland verscheept, om daar aan het front te vechten. Het was nu een echte wereldoorlog. Het wegvallen van het Oostfront en de komst van de V.S. In Rusland was in 1917 een nieuwe leider aan de macht gekomen. Vladimir Lenin. Lenin zag niets in de oorlog die zijn voorganger gestart was en sloot zo snel mogelijk een wapenstilstand met Duitsland. Dit kwam Duitsland helemaal niet slecht uit, want nu konden zij hun troepen van het oostfront richting Frankrijk sturen, voor een laatste verpletterend offensief. In maart 1918 was Duitsland er klaar voor en dankzij de grote overmacht nu aan soldaten kwam er beweging in het front. Tientallen kilometers rukte het Duitse leger op. Maar de geallieerde bleken toch sterker en wisten de opmars te vertragen. Lang genoeg voor de Amerikaanse soldaten om zich aan te sluiten bij het geallieerde leger. Amerika dat bang was dat wanneer Frankrijk zou vallen, de Duitsers zo machtig werden dat ze heel Europa in bezit zouden krijgen en uiteindelijk zelfs Amerika zouden durven aan vallen, had in 1917 Pagina 8 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Duitsland de oorlog verklaard en trommelde enkele miljoenen soldaten op. Vanaf 1918 kwamen er elke maand 250.000 verse Amerikaanse krachten aan het front. Met hulp van de Amerikanen werden de Duitse soldaten weer teruggedrongen achter hun oude linies. Ondanks dat er op Duits grondgebied nog geen kogel afgevuurd was deze oorlog heerste er in Duitsland grote onrust. De economie was ingestort, er was een groot tekort aan voedsel en steeds vaker brak er oproer uit onder de bevolking. De situatie was voor de Duitse keizer niet meer te houden en vluchtte naar Nederland. Twee dagen later tekent de nieuwe Duitse regering een wapenstilstand met de geallieerde, in de trein bij Compiègne. Op 11 november 1918 om 11 uur wordt het signaal voor staakt het vuren gegeven. Filmfragmenten Vroeger enzo: Oorlog in de loopgraven kn.nu/ww.eef6a2e (ntr.nl) Ten Oorlog: aflevering 4, WO1 kn.nu/ww.e358046 (ntr.nl) Vechten in de loopgraven (minuut 0:01:12 t/m 0:08:55) kn.nu/ww.a12bf07 (youtube.com) Pagina 9 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Praktische opdracht Opdracht De komende weken zullen jullie bezig zijn met het ontwerpen van een museum over de Eerste Wereldoorlog. Deze opdracht ga je in groepjes van vier doen. In het elk groepje moet je vijf taken verdelen. - Historicus - Architect - PR - Educatie -Projectleider Iedereen in de groep kiest de taak historicus, de overige vier taken verdeel je over de groep. Onder de volgende kopjes staat uitgelegt welke opdrachte welke persoon moet gaan doen. Heel veel succes! Historicus Als historicus ga je over de invulling van de tentoonstellingen die je in jullie museum wil laten zien. Je gaat onderzoeken welke voorwerpen je in een museum over de Eerste Wereldoorlog zou kunnen vertonen. Wat ga je doen: Stap 1: In je groepje ga je 3 landen kiezen die je in het museum terug wil zien. Je hebt hierbij de keuze uit: Engeland, Frankrijk, Duitsland, België, Oostenrijk-Hongarije of Rusland. Stap 2: Je gaat vier onderwerpen bedenken. Bijvoorbeeld: Het land dat je hebt gekozen, wapens, vervoer, soldaten, belangrijke personen, de situatie in het "thuisland", etc. Stap 3: Je gaat bij alle vier de onderwerpen, drie tentoonstellingen maken. Van elk land dat je hebt gekozen maak je tentoonstelling per onderwerp. Bijvoorbeeld: Als landen heb je gekozen voor Frankrijk, Rusland en Duitsland en als onderwerpen voor soldaten en nog 3 anderen, dan maak je één tentoonstelling over de Franse soldaten, één over de Russische soldaat en één over de Duiste soldaat. Dit zelfde doe je bij de andere drie onderwerpen. In totaal krijg je dan per groepje 12 tentoonstellingen. Stap 4: Je maakt van elke tentoonstelling een verslag. Waarbij je uitleg geeft over de voorwerpen die er in de tentoonstelling te vinden zijn, wat we er tijdens de Eerste Wereldoorlog van terugzagen en waarom jij deze voorwerpen ten toon stelt. Deze 12 verslagen (3 per persoon) vormen een onderdeel van het werkstuk dat aan het eind wordt ingeleverd. Stap 5: Bij elk voorwerp in je tentoonstelling maak je een "museumkaartje". Dit zou het kaartje zijn dat bij jou voorwerp in het museum zou hangen. Hierop zet je kort de belangrijkste informatie neer. Deze kaartjes worden ook aan het werkstuk toegevoegd. Pagina 10 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Architect Als architect zijnde hou jij je bezig met het ontwerp van het museum. Jij ontwerpt het museum en houdt hierbij rekening met de tentonnstellingen die de historici maken (waarvan jij er zelf één van bent). Jij zorgt ervoor dat er in jullie museum alle faceliteiten (ingangen, toiletten, winkel, etc.) aanwezig zijn. Jij zorgt ervoor dat de plattegrond aan het eind van deze lessenreeks in orde is en bij het werkstuk wordt gevoegt. Waar ga je naar opzoek voordat je aan de slag kan: Hoe ziet een museum eruit? Hoe ziet een plattegrond van een museum eruit? Wat voor faceliteiten moet een museum hebben? Hoeveel ruimtes moet jullie museum hebben? Welke tentoonstellingen doe je bij elkaar? Hoeveel verdiepingen gaat het museum hebben? Heeft het een buiten gedeelte? Pagina 11 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Educatie Kies je voor het onderdeel educatie dan ga jij je bezighouden met het ontwerpen van een rondleiding door jullie museum. Je maakt een rondleiding voor kinderen tussen de 12 en 15 jaar. Door middel van jou rondleiding moeten de bezoekers alles te weten komen over de Eerste Wereldoorlog. Welke vragen stel je jezelf: Welke vorm krijgt mijn rondleiding? Maak ik er een speurtocht van? Kunnen de kinderen dingen doen in het museum? Wat moet ik maken: In het werkstuk zie ik je rondleiding terug, met alles wat daarbij hoort (opdrachten bladen voor de kinderen, route door het museum, antwoorden, etc.). PR Pagina 12 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Wanneer je het onderdeel PR op je neemt is het jou taak om te zorgen dat jullie museum op een leuke manier onder de aandacht komt van het "publiek". Denk hierbij aan posters, flyers of een site. Wat ga je maken: Je gaat een poster, een flyer of een site maken. Hoe je deze maakt mag je helemaal zelf weten, zolang er maar de volgende onderdelen opstaan: - Naam van het museum - De onderwerpen van de tentoonstellingen - Afbeeldingen van het museum - De bezoekersinformatie Wanneer je een poster of een flyer maakt, lever je deze apart in bij het werkstuk. Wanneer je een site maakt (hiervan zijn verschillen gratis website makers beschikbaar) voeg je de link toe aan je werkstuk. Projectleider De projectleider is het aanspreekpunt van de groep. Jij houdt alle afspraken bij die er in de groep worden gemaakt. Je controleerd of iedereen zijn werk doet en bent de "tussenpersoon" tussen het groepje en de docent. Jij houdt aan het eind van elke les bij wat er gedaan is en wie wat voor de week erna doet. Aan het eind van de lessenreeks geef jij een presenatie over jullie museum en geef je onze een korte rondleiding. Wat doe je: - Aanspreekpunt - Planning en afspraken bijhouden - Refelecties bijhouden aan het eind van de les - Presentatie maken - Aan het eind van de les presenteren Pagina 13 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Beoordeling Aan het eind van de lessenreeks lever je het volgende in: Het werkstuk met daarin de volgende onderdelen: - Voorkant - Inhoudsopgave - Inleiding - De twaalf tentoonstellingen met de daarbijbehorende museumkaartjes - De plattegrond - De rondleiding - PR onderdelen (wanneer deze te groot zijn voor het werkstuk lever je deze los in) - Het afspraken/reflectieboekje - Nawoord - Bronnenlijst Je cijfer wordt op de volgende manier behaald: Tentoonstellingen 12x15 punten (180) Plattegrond 30 punten Rondleiding 30 punten PR 30 punten Projectleider/presentatie 30 punten Pagina 14 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Repetitie Leerstof Voor de repetitie leer je de volgende onderdelen: - Hoofdstuk 4: paragraaf 1,2 en 3 - De informatie die staat op deze site onder het kopje Eerste Wereldoorlog - De filmpjes die te vinden zijn op deze site - Je eigen aantekeningen icm de bijgevoegde powerpoint. De repetitie telt 3x mee PowerPoint Via de hieronderstaande link kan je de powerpoint downloaden die in de les is gebruikt. PowerPoint WO1 kn.nu/ww.a86bb3a (pdf, maken.wikiwijs.nl) Oefenvragen Oefenvragen kn.nu/zm0xa Vraag 1 Het extreem trots zijn op je eigen land noem je: a. Militarisme b. Nationalisme c. Confussionisme d. Democratisch Vraag 2 Het leger een zeer belangrijk onderdeel van de samenleving vinden noemen we: a. Militarisme b. Soldatisme c. Nationalisme d. Warisme Pagina 15 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Vraag 3 Selecteer de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog a. Onrust op de Balkan b. Een jaloers Frankrijk c. De oorlogsmentaliteit d. Frankrijk boos op Duitsland om een stuk land e. Engeland wil uit bereiden naar het vaste land Vraag 4 Wat is de directe aanleiding voor het starten van de Eerste Wereldoorlog a. De bondgenootschappen b. De inval van Duitsland in België c. De moord op Frans Ferdinant d. De bemoeienis van Engeland in de Europese politiek Vraag 5 Zet de volgende acties is de juiste volgorde a. Frankrijk verklaart Duitsland de oorlog b. De Fransen drijven de Duitsers terug c. Duitsland trekt Frankrijk binnen d. Engeland verklaart Duitsland de oorlog e. Rusland verklaart O-H de oorlog f. Duitsland valt Belgie binnen g. De oorlog komt vast te liggen rond Belgie h. Moord op Frans Ferdinant i. Oostenrijk-Hongarije verklaart Servie de oorlog j. Duitsland verklaart Rusland de oorlog Digitale kennistoets Download de volgende app wanneer je Socrative for Students nog niet op de iPad hebt staan: https://itunes.apple.com/nl/app/socrative-student/id477618130?mt=8 - Open de app “Socrative for Students” op de iPad. Log in onder je eigen naam. Gebruik de inlogcode die op het bord genoteerd staat. Maak nu de toets de in beeld komt. Je docent geeft je aan het eind de uitslag. Pagina 16 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Antwoorden Antwoorden: Oefenvragen Vraag 1 Het extreem trots zijn op je eigen land noem je: 1. Militarisme 2. Nationalisme 3. Confussionisme 4. Democratisch Aantal punten juist antwoord: 1 Vraag 2 Het leger een zeer belangrijk onderdeel van de samenleving vinden noemen we: 1. Militarisme 2. Soldatisme 3. Nationalisme 4. Warisme Aantal punten juist antwoord: 1 Vraag 3 Selecteer de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog 1. Onrust op de Balkan 2. Een jaloers Frankrijk 3. De oorlogsmentaliteit 4. Frankrijk boos op Duitsland om een stuk land 5. Engeland wil uit bereiden naar het vaste land Aantal punten juist antwoord: 1 Vraag 4 Wat is de directe aanleiding voor het starten van de Eerste Wereldoorlog 1. De bondgenootschappen 2. De inval van Duitsland in België 3. De moord op Frans Ferdinant 4. De bemoeienis van Engeland in de Europese politiek Aantal punten juist antwoord: 1 Pagina 17 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Vraag 5 Zet de volgende acties is de juiste volgorde 1. h: Moord op Frans Ferdinant 2. i: Oostenrijk-Hongarije verklaart Servie de oorlog 3. e: Rusland verklaart O-H de oorlog 4. j: Duitsland verklaart Rusland de oorlog 5. a: Frankrijk verklaart Duitsland de oorlog 6. f: Duitsland valt Belgie binnen 7. d: Engeland verklaart Duitsland de oorlog 8. c: Duitsland trekt Frankrijk binnen 9. b: De Fransen drijven de Duitsers terug 10. g: De oorlog komt vast te liggen rond Belgie Aantal punten juist antwoord: 3 Pagina 18 Eerste Wereldoorlog BKGT-2 Over dit lesmateriaal Colofon Auteurs Ivar Prins ; Ivar Prins Laatst gewijzigd 02 juli 2015 om 13:13 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerinhoud en doelen De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); Geschiedenis; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 0 uur en 50 minuten Trefwoorden museum eerste wereldoorlog Bronnen Bron Type Vroeger enzo: Oorlog in de loopgraven http://www.ntr.nl/player?id=TELEA_1059780 Link Ten Oorlog: aflevering 4, WO1 http://www.ntr.nl/player?id=11093208 Link Vechten in de loopgraven ...nuut 0:01:12 t/m 0:08:55) https://www.youtube.com/watch?v=zkdENJlDHPY Link Pagina 19 Eerste Wereldoorlog BKGT-2