1 1SAM. 20 (Assen-M, 27 juli 2014) Gemeente van de Here Jezus Christus, [dia 1: de geschiedenis van de prins en de herdersjongen] Ik geef jullie aan het begin van de preek meteen een tip mee. Lees voor jezelf 1 Samuël 20 eens rustig door. Of nog mooier: hoofdstuk 18 t/m 20. Want in hoofdstuk 18 begint de vriendschap van Jonathan en David. Wat uitloopt op een ontroerend afscheid aan het eind van hoofdstuk 20. Trek je vanmiddag even terug; alleen. En lees deze geschiedenis vol aandacht door. Het is echt een prachtig verhaal. Maar hoe boeiend deze geschiedenis ook is, het is nog niet zo gemakkelijk om de boodschap te ontdekken. Staat dit verhaal alleen in de Bijbel om iets over vriendschap te leren? Gaat het daar om: vriendschap? De geschiedenis van David en Jonathan gaat inderdaad over vriendschap. Over dat wat ook wij in onze levens kennen … en soms heel persoonlijk is: vriendschap. Maar er zit meer in dit verhaal. 2 Er zijn diepere lagen. De vriendschap tussen de prins en de herdersjongen heeft een plek in het grote Verhaal van God met deze wereld. [dia 2: twee punten] Ik begin de preek met dat laatste: de diepere lagen in de vriendschap van David en Jonathan. Vervolgens kijk ik meer naar het persoonlijke van die bijzondere vriendschap. ** Jonathan is anders als zijn vader. Saul is van God vervreemd. Jonathan vertrouwt op God. Dat blijkt al voordat David in beeld is. In hoofdstuk 14 lezen we van een dappere Jonathan. Hij durft, samen met zijn wapendrager, een Filistijnse wachtpost te overvallen. Waarbij hij nadrukkelijk zijn vertrouwen in God uitspreekt. Vanuit dit gevoel moet hij enorme bewondering voor David hebben gekregen, toen David op wonderlijke manier Goliath versloeg. Want vanaf die gebeurtenis ontstaat de innige vriendschap. [dia 3: 1Sam. 18,1-4] 3 Dat lezen we in 1Samuël 18,1-4. En gaan we nu samen lezen. “1 Jonatan, die bij dit gesprek aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. 2 Saul nam David vanaf die dag bij zich en liet hem niet meer teruggaan naar zijn ouderlijk huis. 3 En Jonatan, die David zo lief had als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem: 4 hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem”. Er zijn uitleggers van de Bijbel die zeggen dat Jonathan -> David hier huldigt. Daarom geeft hij zijn kleren en zijn wapens aan David. Het is een persoonlijke inhuldiging van de nieuwe koning. Of dat waar is, durf ik niet met zekerheid te zeggen. Maar je ziet wel in de geschiedenis dat Jonathan David voor laat gaan. De zoon van de koning doet steeds een stap opzij. Want hij wéét van het oordeel van God over het koningshuis van zijn vader. Jonathan, de kroonprins, wéét, dat hij nooit koning zal zijn. EN dát accepteert hij. Hij erkent het handelen van God hierin. Jonathan is, vanuit zijn geloof, in staat om zijn persoonlijke belangen opzij te zetten. 4 Hij laat de ster van David verder rijzen, terwijl zijn vader verteert wordt van jaloezie. [dia 4: Saul-gedrag tegenover Jonathangedrag] Dit Saul-gedrag is er ook vandaag in de kerk. Jaloezie op anderen. Vechten voor je eigen plekje, om zelf belangrijk te zijn. Meer met jezelf bezig zijn, dan met het handelen van God in de gemeente. Andere christenen niet zien staan … christenen die ook gezalfd zijn met de Heilige Geest … Het middelpunt zijn van je eigen koninkrijkje … Anderen in de weg staan … Dit gedrag is er ook vandaag in de kerk. Misschien herken je er iets van bij jezelf. Bij Jonathan zie je wat Jezus je voor houdt: “zoek eerst het koninkrijk van God”. Anders dan zijn vader, de koning, weet de prins zijn eigen plek in Gods verhaal in te nemen. Dat herken je in hoofdstuk 19. David wordt immens populair bij de soldaten en het volk. 5 Als legeraanvoerder behaalt hij de éne na de andere overwinning. Ondertussen groeit bij de koning de haat. Wat uitloopt in een moordaanslag. De koning gooit zijn speer naar Davids hoofd. Gelukkig kan David snel opzij springen. Het is in deze fase dat Jonathan bij zijn vader voor David op komt. Hij spant niet met zijn vader samen, uit eigen belang. Maar beseft dat David zijn weg moet gaan als toekomstige koning. (Overigens blijft Jonathan wel loyaal aan zijn vader. Hij zal, samen met zijn vader en zijn broers, sterven op het slagveld). Nu David op de vlucht is, volgt in hoofdstuk 20 de geschiedenis van de ontroerende ontmoetingen tussen de beide vrienden. Samen stellen ze vast dat de koning -> David echt dood wil hebben. Toch trotseert de zoon zijn vader. Want er staan grotere belangen op het spel dan de dynastie van Saul. Het leidt tot een emotioneel afscheid, aan het eind van het hoofdstuk. [dia 5: 1Sam. 23,16-18] Waarschijnlijk hebben ze elkaar nog één keer echt gesproken. Wanneer David als een banneling leeft, zoekt Jonathan hem op. 6 Laten we dat samen gaan lezen: 1Sam. 23,16-18. “16 Sauls zoon Jonatan zocht David in Choresa op om hem te zeggen dat hij op God moest blijven vertrouwen. 17 ‘Je hoeft niet bang te zijn,’ zei hij, ‘mijn vader Saul zal je niet te pakken krijgen. Jij zult koning van Israël worden en ik zal je tweede man zijn. En dat weet mijn vader zelf ook.’ 18 Nadat ze samen ten overstaan van de HEER hun vriendschapsverbond hadden bevestigd, ging Jonatan terug naar huis; David bleef in Choresa.” Mooi he? Hoe Jonathan David moed inspreekt. Hij is zelf bereid de tweede man te zijn. En hij spoort David aan om op God te blijven vertrouwen. Je leest ook dat hun vriendschapsverbond wordt bevestigd. Ten overstaan van de HEER. De beide mannen betrekken God bij hun vriendschap. [dia 6: 1Sam. 20,16-17] In hoofdstuk 20 komt dit vriendschapsverbond een aantal keren voor. We lezen 1Sam. 20,16-17. “16 Jonatan sloot een verbond met het huis van David met de woorden: ‘Moge de HEER je daaraan houden.’ 17 Vervolgens liet hij David dit bekrachtigen met een eed op hun vriendschap, want hij had David lief als zijn eigen leven”. 7 Je merkt hierin dat de vriendschap van David en Jonathan dieper gaat dan gewone vriendschap. Het is meer dan: elkaar mogen … goed met elkaar kunnen opschieten … het gezellig hebben … Deze vriendschap gaat dieper dan het delen van gemeenschappelijke interesses. Want deze mannen delen hun geloof in en vertrouwen op God. Er is herkenning van de diepere betekenis van het leven. En dat … ieder voor zich … zijn plek inneemt in Gods grote Verhaal. Deze vriendschap staat in het kader van het koninkrijk van God, kun je nieuwtestamentisch zeggen. Er is diepe geloofsverwantschap. Zij maken bewust iets mee van Gods plan met hen en met Israël. [dia 7: 1Sam. 20,42 HSV] Dat haal ik o.a. uit 1Sam. 20,42. Ik lees dit vers voor uit de Herziene Statenvertaling. “Toen zei Jonathan tegen David: Ga in vrede! Moge dat wat wij beiden in de Naam van de HEERE gezworen hebben, tot in eeuwigheid gelden, namelijk: Moge de HEERE tussen mij en jou zijn, tussen mijn nageslacht en jouw nageslacht!” “Moge de HERE tussen mij en jou zijn”. Dat wil zeggen: ‘wanneer de één naar de ander kijkt, ziet hij ook altijd God’. Hun vriendschap is maar niet een zaak van hun tweeën, God is er altijd bij. 8 Als er iets is dat hen verbindt, dan is dat band met God. Vandaar dat ze elkaar kunnen loslaten. Om de eigen weg te gaan, die God met hen voor heeft. (*) [dia 8: diepere lagen in de vriendschap] David moet een rare weg gaan om koning te worden. Niet als schoonzoon van de zittende koning. Maar als iemand die is verstoten. Een uitgestotene, een banneling, een paria die vogelvrij is verklaard. Om zo te leren dat zijn koningschap door God is gegeven. Om te leren te bouwen op Gods beloften. David wordt geen koning als prestatie van hemzelf. Op Gods tijd en op Gods manier zal hij koning zijn. Zo laat God het koningshuis beginnen, waaruit eens de Messias geboren zal worden. En dan ook dit: in de weg die David moet gaan, zie je al iets van de Here Jezus. Een weg van vernedering, van lijden … van leven als aangeschoten wild dat opgejaagd wordt … maar uiteindelijk blijkt Gods uitgekozene te zijn. 9 ** [dia 9: het persoonlijke in die vriendschap] Dat was het eerste deel van de preek: we ontdekten iets van de diepere lagen in de vriendschap van David en Jonathan. Vervolgens kijken we meer naar het persoonlijke van die bijzondere vriendschap. ** En dan is de eerste vraag: was er tussen David en Jonathan meer dan vriendschap? Was er liefde, in de zin van lichamelijke aantrekkingskracht? Hadden deze beide mannen homofiele gevoelens voor elkaar? Er is één tekst die mogelijk in die richting wijst. Dat is 2Sam. 1,26. Een vers in het lied dat David zingt wanneer Saul en Jonathan zijn gedood in de oorlog. [dia 10: 2Sam. 1,26] We lezen in dit vers: “Jonatan ligt gesneuveld op de heuvels. 26 Het verdriet verstikt me, Jonatan, je was mijn broeder, en mijn beste vriend. Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen”. 10 Het is beslist waar dat David en Jonathan van elkaar hebben gehouden. Maar nergens blijkt dat dit een liefde was, die homo-erotisch gekleurd was. Waarom zouden twee mannen, als twee goede vrienden, niet veel van elkaar kunnen houden? Jezus zegt in Joh. 15: “er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden”. Is dat niet wat Jonathan en David hebben gedaan toen ze emotioneel afscheid namen van elkaar? En gedwongen waren elkaar los te laten? Liefde geven en veel van jezelf opofferen? In het lied dat David zingt bij Jonathans dood uit hij zijn diepe bewogenheid voor zijn overleden vriend. Hij heeft in die vriendschap iets anders ontvangen dan in de relaties met vrouwen. Nl. een vriend die hem hielp op de moeilijke weg die God met hem ging. Waarbij die vriend zichzelf op het tweede plan zetten. Er is geen reden bij de vriendschap van David en Jonathan aan homofiele gevoelens te denken. Ook omdat de geschiedenis met Bathseba leert dat David zich seksueel tot vrouwen voelde aangetrokken. Ik ga dus nu ook niet iets zeggen over relaties tussen twee mannen of twee vrouwen. 11 Maar ik wil wel graag dit kwijt: Ik hoop dat homofiele broeders en zusters in de gemeente van Jezus Christus echte vrienden hebben. Vrienden zoals David en Jonathan dat voor elkaar waren. Iemand die jou echt ziet staan. Die tijd en aandacht voor je heeft. Die eerlijk is, zonder je af te branden. Die bevestigt wat je waard bent. Ook voor God. Die met je meegaat op de weg die God met jou gaat. En je stimuleert om met de Here te leven. Ik hoop dat wij allemaal, maar zeker onze homofiele brs. en zrs., zulke vrienden hebben. (*) [dia 11: het persoonlijke in die vriendschap] Want vrienden zijn belangrijk. God geeft ze in je leven. Wat dan in de vriendschap van David en Jonathan opvalt is: hoe ze via God aan elkaar verbonden zijn. (We hebben het eerder gelezen: de HERE staat tussen hen in). Dat is niet als blokkade, maar als verbinding. 12 De persoonlijke band met God geeft een verdiepende verbinding in de vriendschap. Dit is geen vriendschap, zoals op Facebook. Waar vooral de leuke dingen worden gedeeld. De hobby’s en de gezelligheid zijn daar sterk aanwezig. Vriendschap wint aan diepte … zoals ook een kring aan diepte wint … of een verkering, een huwelijk … Vriendschap wint aan diepte wanneer de band met God er is. En vrienden elkaar helpen op de weg, die God met ieder van hen gaat. Let op: ik zeg NIET dat je alleen christelijke vrienden moet hebben. Natuurlijk zijn er goede vriendschappen met niet-gelovigen. Ik geef je mee dat vriendschap aan diepte wint wanneer God intens bij die vriendschap is betrokken. Ik heb dat in mijn vorige gemeente op een mooie manier meegemaakt. Er was daar een vriendengroep van jongens die elkaar al vanaf de basisschool kenden. Inmiddels waren de meesten getrouwd. (Twee met meisjes die niet vertrouwd waren met het christelijk geloof). De eerste kinderen waren geboren. En ze hadden het ontzettend goed met elkaar. Op een gegeven moment ontdekten ze zelf dat ze het onderling nooit over het geloof hadden. 13 Bier drinken konden ze als de beste … maar over God praten? Op hun verzoek ben ik met hen als groep een jaar aan de slag gegaan. En dat heeft een goede verdieping gegeven aan hun persoonlijk geloof, aan hun vriendschap en aan hun plek in de gemeente. God werd meer betrokken in hun gesprekken en in hun doen en laten. Het gaf hun vriendschap en hun leven een grotere waarde. (*) [dia 12: wees zelf een vriend] In de Bijbel komen we vriendengroepen tegen. De vier mannen die hun verlamde vriend op een bed door het dak naar beneden laten zakken. De vrienden van Job. Jezus noemt zijn leerlingen -> vrienden. Maar juist ook de diepe pijn wanneer je verraden wordt door een vriend. Zoals Jezus door Petrus. Door Judas. Wanneer –zoals Ps. 38 al aangeeft- vrienden op afstand blijven staan. Psalm 55 laat de ontgoocheling merken wanneer je … niet door een vijand … maar door een vriend, een broeder … wordt verraden. Dan is je vertrouwen diep, diep geschokt. 14 Zoals Job veel te verstouwen kreeg door de verkeerde inbreng van zijn vrienden. Daarom: wees zelf een vriend als Jonathan. Laat je door God als vriend van iemand gebruiken. Wees een vriend … een vriendin. In een diepe band van trouw. Om jouw vriend of vriendin de weg te laten die God met hem of haar voorheeft. Ook als dat soms betekent … zoals bij Jonathan … dat jijzelf een stapje opzij moet doen. Neem iets mee van hoe Jonathan vriend van David was. Van zijn gave om mee te gaan in het handelen van God. En ontzettend veel liefde te geven aan zijn goede vriend. (*) Ik zei het net al: soms stellen vrienden teleur. En soms houden vriendschappen op. In 1983 zong ‘Het Goede Doel’ daarover. “Een keer trek je de conclusie Vriendschap is een illusie Vriendschap is een droom 15 Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom”. (Dit lied staat nog steeds in de top 2000). Ik vrees dat dit herkenbaar is. [dia 13: Jezus / plaatje] Daarom eindig ik de preek met te wijzen op Jezus. Hij is jouw Vriend die voor 100% is te vertrouwen. Hij is jouw Vriend die letterlijk zijn leven voor jou heeft gegeven. Uit liefde. Nee: Jezus is niet je vriendje. Laten we hem niet te klein, niet te banaal maken. Hij is de Zoon van God. Maar met dát in je hart mag je Jezus jouw Vriend noemen. Zoals God zich vriend van Abraham noemde. En vriend van Mozes. In de vriendschap van David en Jonathan herken je al iets van Jezus. Jezus, die jouw grote Vriend is. AMEN.