7 DIVERSE PROEVEN 7.1 ORGANISCHE BODEMVERBETERING IN SLA LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2007 - ZEVENDE PROEFJAAR 1 Inleiding In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende werking van GFT-compost, groencompost en champost nagegaan en de invloed ervan op de opbrengst en kwaliteit van groenten in openlucht. De proef is gestart begin 2001 met een teelt van busselwortelen. In 2002 werd herfstprei geteeld. In 2003 ging zowel een voorjaarsteelt, als een zomerteelt alternatieve sla (lollo rossa en lollo bionda) door. In 2004 werd een voorjaarsteelt en een najaarsteelt bloemkool geteeld. In 2005 ging het opnieuw om een teelt prei (late herfstteelt). In 2006 werden wortelen voor industrie geteeld. In 2007 werden de proef verdergezet bij twee teelten kropsla in openlucht. In het voorjaar werd sinds 2001 telkens 30 m3/ha GFT-compost, groencompost of champost als organische bodemverbetering toegepast op de betreffende objecten. Tabel: Toedieningstijdstippen organische bemesting en teeltschema Jaar Toediening organische bemesting Teelt 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 28/04/2001 03/04/2002 17/03/2003 30/03/2004 01/04/2005 30/03/2006 16/03/2007 wortel prei alternatieve sla bloemkool 1° vrucht prei wortel kropsla Volgteelt Groenbemester snijrogge snijrogge alternatieve sla bloemkool 2° vrucht snijrogge kropsla snijrogge 2 Materiaal en methoden 2.1 Objecten Tabel: Objecten lange termijnproef organische bodemverbeterende middelen Object Behandeling Dosis* 1 2 3 4 blanco GFT compost groencompost champost / 30 m3/ha.jaar 30 m3/ha.jaar 30 m3/ha.jaar * organische bodemverbeterende middelen werden telkens in het voorjaar toegepast De minerale bemesting (en bekalking) werd voor alle objecten, vanaf de aanvang van de proef in 2001 gelijk gehouden. 2.2 Proefdesign Design Aantal parallellen 1e teelt 2007 2e teelt 2007 Gerandomiseerde blokkenproef 3 kropsla: Gisella (Rijk Zwaan) kropsla: Gisella (Rijk Zwaan) en Amoretta (Nickerson Zwaan) 2.3 Proefveld/infrastructuur Locatie proef Voorgaande teelt Teeltsysteem Zaaispecificaties Plantspecificaties E01-06 wortelen (2006) 4 rijen per gewent 4 cm perspot 27 cm x 30 cm - 270 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem 2.4 Draaiboek 1e teelt kropsla (Gisella) Zaaidatum 02/03/2007 Plantdatum 12/04/2007 Oogstdatum 23/05/2007 2e teelt kropsla (Gisella en Amoretta) Zaaidatum 31/05/2007 Plantdatum 19/06/2007 Oogstdatum 14/08/2007 Als gewasbescherming werd een algemene onkruid-, ziekte- en luisbestrijding uitgevoerd in de teelten in 2007. Tabel: Gewasbescherming bij kropsla in 2007 Datum 1e teelt 12/03/2007 17/04/2007 20/04/2007 27/04/2007 04/05/2007 04/05/2007 15/05/2007 01/06/2007 2e teelt 27/06/2007 07/07/2007 07/07/2007 18/07/2007 18/07/2007 Product Dosis (g of ml per are) Round up max Kerb 50 Rovral Sc Signum Okapi Rovral Sc Karate Round up max 40 22 15 15 15 15 1 35 Rovral sc Okapi Switch Signum Decis 15 15 6 15 5 Voorafgaand aan beide teelten werd een algemene analyse van de voorraad nitraatstikstof in de bodem uitgevoerd. Rekening houdend met deze analyse en de behoefte van het gewas werd er 33 E N, 250 E K2O, 20 E P2O5 en 83 E MgO als basisbemesting vóór de eerste teelt gegeven. Analoog werd in het begin van de tweede teelt 100 E N, 130 E K2O en 43 E MgO bemest. Tabel: N-analyse (PCG) Datum 11/04/2007 15/06/2007 15/06/2007 Staalname diepte (cm) NO3-N in kg/ha 0-30 0-30 30-60 117 58 63 - 271 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem Tabel: Basisbemesting sla in 2007 Datum 1e teelt 12/04/07 12/04/07 12/04/07 2e teelt 19/06/07 19/06/07 Hoeveelheid kg/ha Meststof 833,33 126,92 43,48 Patentkali Entec 26 Tripelsuperfosfaat 433,33 384,62 Patentkali Entec 26 N Samenstelling meststof (%) P2O5 K2O MgO 30 10 30 10 26 46 26 3 Resultaten en bespreking 3.1 Resultaten 3.1.1 Nitraatstikstof in de bodem Tabel: Nitraatstikstof in de bodem tijdens de 2 teelten sla in 2007 Object Object 1 Blanco Object 2 GFT Object 3 Groen Object 4 Champ 1.1 1.2 1.3 gem 2.1 2.2 2.3 gem 3.1 3.2 3.3 gem 4.1 4.2 4.3 gem NO3-N (kg/ha) in bodem bij 1e teelt 08-05-07 23-05-07 0-30 30-60 0-60 0-30 30-60 0-60 NO3-N (kg/ha) in bodem bij 2e teelt 01-08-07 23-08-07 0-30 30-60 0-60 0-30 30-60 0-60 106,9 81,7 133,1 107,2 134,5 155,4 132,0 140,6 132,0 62,9 144,8 113,2 106,9 138,8 130,4 125,4 34,2 60,6 66,5 53,8 24,2 30,1 28,2 27,5 106,3 64,2 73,2 81,2 71,3 51,7 55,3 59,4 112,6 120,6 60,1 97,8 103,2 93,4 65,4 87,3 44,6 132,5 46,5 74,5 52,9 55,9 62,1 57,0 219,5 202,3 193,2 205,0 237,7 248,8 197,4 227,9 176,5 195,4 191,3 187,8 159,8 194,7 192,5 182,3 18,6 11,8 11,8 14,1 12,0 63,1 13,6 29,6 23,7 15,7 10,2 16,5 10,6 10,5 17,2 12,8 25,9 15,6 17,6 19,7 21,5 41,2 15,7 26,1 15,1 17,5 16,1 16,2 17,4 15,1 17,9 16,8 44,5 27,4 29,5 33,8 33,4 104,3 29,3 55,7 38,8 33,2 26,3 32,8 28,1 25,6 35,1 29,6 120,6 138,3 158,4 139,1 103,6 211,8 157,9 157,8 174,5 215,8 175,6 188,6 125,4 157,3 180,1 154,3 *0-30=0 tot 30 cm diepte, 30-60=30 tot 60 cm diepte, enz. - 272 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem 154,8 198,9 224,9 192,9 127,7 241,9 186,1 185,3 280,8 280,0 248,7 269,8 196,7 209,0 235,4 213,7 18,0 27,3 79,6 41,6 20,9 16,9 22,4 20,1 29,5 32,8 24,0 28,8 21,9 36,7 38,6 32,4 74,9 97,4 193,3 121,9 79,8 87,2 107,5 91,5 134,6 167,1 75,4 125,7 83,5 148,1 108,2 113,3 93,0 124,7 272,9 163,5 100,7 104,2 129,9 111,6 164,1 199,9 99,5 154,5 105,4 184,8 146,8 145,7 3.1.2. Doorwortelbaarheid bodem Figuur: Penetrografie (doorwortelbaarheid) van de bodem voor de verschillende objecten op 12/06/07 GFT-compost 12 juni 2007 700 700 600 600 500 500 Weerstand (10^4 Pa/cm²) Weerstand (10^4 Pa/cm²) Geen bodemverbetering 12 juni 2007 400 300 400 300 200 200 100 100 0 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 0 5 10 15 20 Diepte (cm) Groencompost 12 juni 2007 30 35 40 45 50 30 35 40 45 50 Champost 12 juni 2007 700 700 600 600 500 500 Weerstand (10^4 Pa/cm²) Weerstand (10^4 Pa/cm²) 25 Diepte (cm) 400 300 400 300 200 200 100 100 0 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 0 5 10 Diepte (cm) 15 20 25 Diepte (cm) - 273 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem e 3.1.3. Opbrengst en kwaliteit 1 teelt sla 2007 Tabel: Plant- en gewaskenmerken Object Geen bodemverbetering GFT-compost (30 m³/ha) Groencompost (30 m³/ha) Champost (30 m³/ha) Gemiddelde p-waarde Legende 1= 9= Object Geen bodemverbetering GFT-compost (30 m³/ha) Groencompost (30 m³/ha) Champost (30 m³/ha) Gemiddelde p-waarde Legende 1= 9= Kropvulling Zijscheutvorming Uniformiteit Krop omvang Bol omvang Bladkleur Bremia Rand Smet Bladglans 6,7 b 8,2 a 6,8 b 7,0 ab 7,2 0,02 6,8 7,8 7,0 6,7 7,1 0,10 6,9 7,3 7,3 6,7 7,1 0,56 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 geen variantie 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 geen variantie 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 geen variantie 7,5 6,7 6,3 7,3 7,0 0,27 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 geen variantie 6,2 8,0 8,1 7,3 7,4 0,09 8,0 7,7 7,7 7,7 7,8 0,80 heterogeen uniform klein groot klein groot bleek donker veel geen veel geen veel geen mat glanzend slecht goed veel geen Glazigheid Graterigheid Vorm broek 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 geen variantie 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 geen variantie 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 geen variantie veel geen open gesloten trechter vlak Grootte snijvlak 6,0 a 4,7 b 5,3 ab 5,5 ab 5,4 0,03 groot klein Krophoogte T 7,3 a 5,7 a 5,8 a 6,8 a 6,4 0,05 hoog laag T= statistische verwerking volgens Tukey D= statistische verwerking volgens Duncan - 274 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem Ontrolgemak Inwendig rand Kleur hart Roodverkleuring 8,0 7,8 7,2 8,0 7,8 0,07 9,0 8,5 9,0 9,0 8,9 0,45 6,8 7,0 7,0 6,8 6,9 0,45 moeilijk makkelijk veel geen groen bleek D a b b ab 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 geen variantie Houdbaarheid % Droge stof Nitraatgehalte gewas bij oogst Stukgewicht Verkoopbare kroppen (%) Wegval (%) Te kleine kroppen (%) Vreemde planten (%) Rand wegval (%) Geen bodemverbetering GFT-compost (30 m³/ha) Groencompost (30 m³/ha) Champost (30 m³/ha) Gemiddelde p-waarde 6,7 6,7 6,3 6,7 6,6 0,89 5,5 a 4,8 b 5,1 ab 5,1 ab 5,1 0,02 811 1152 845 1086 973,5 0,15 519 b 615 a 582 ab 563 ab 569,7 0,01 98 99 99 97 98,3 0,64 0 1 0 1 0,7 0,43 1 0 0 2 1,0 0,64 0 0 0 0 0,0 geen variantie 0 0 0 0 0,0 geen variantie Legende 1= 9= slecht goed ppm in g Object Object Geen bodemverbetering GFT-compost (30 m³/ha) Groencompost (30 m³/ha) Champost (30 m³/ha) Gemiddelde p-waarde Legende 100% = plantaantal Schot wegval (%) Rot wegval (%) Dubbele kroppen (%) % Bruikbaar deel (harten) % Taux de blanc 0 0 0 0 0,0 geen variantie 0 0 0 0 0,0 geen variantie 0 0 0 0 0,1 0,4547 34 32 36 32 33,7 0,1136 16 16 16 13 15,3 0,32 100% = plantaantal 100% = stukgewicht - 275 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem DS gewas 24/05/2007 5,49 a 4,83 b 5,14 ab 5,10 ab 5,14 0,02 % Infiltratiesnelheid 24/05/2007 31,2 32,8 28,0 27,5 29,9 0,77 cm/h 3.1.4. Opbrengst en kwaliteit tweede teelt sla 2007 Object Geen bodemverbeterend middel GFT-compost (30 m³/ha) Groencompost (30 m³/ha) Champost (30 m³/ha) Gemiddelde p-waarde Legende 1= 9= Uniformiteit Krop omvang Bladkleur Rand Gebruikswaarde Stukgewicht Te kleine kroppen (%) Rot wegval (%) 8,3 8,0 7,8 8,0 8,0 0,63 8,9 a 7,5 b 8,3 ab 8,7 a 8,4 0,02 6,7 6,0 6,2 6,3 6,3 0,82 6,7 5,8 5,5 6,0 6,0 0,45 4,0 4,3 4,3 4,0 4,2 0,82 572 665 647 628 628 0,15 12 15 1 3 8 0,21 23 9 25 15 18 0,31 heterogeen uniform klein groot bleek donker veel geen slecht goed in g - 276 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem 100% = plantaantal 3.2 Bespreking Nitraatstikstof in de bodem tijdens het teeltseizoen De hoeveelheid nitraatstikstof in de bodem werd bepaald op 8 mei en 23 mei in de 1e teelt en op 1 augustus e en 23 augustus in de 2 teelt. De invloed van de minerale bemesting en de opname door het gewas waren duidelijk merkbaar (vandaar grote verschillen in gemiddelde bodeminhoud op de verschillende tijdstippen). Het blanco-object had op 8 mei een hoog nitraatstikstofgehalte als gevolg van de minerale N-bemesting in het begin van de eerste teelt. Door gewasopname daalde dit nitraatstikstofgehalte echter zeer snel in de loop van mei. Zowel op 8, als 23 augustus waren er belangrijke verschillen in nitraatstikstofgehalte in de bodemlaag 0-60 cm. Het is niet zo duidelijk waarom een verhoogde nitraatvoorraad wordt teruggevonden in veldje 1.3. In het object GFT-compost werd gedurende de eerste teelt ongeveer 20 kg/ha meer nitraatstikstof in de bodemlaag 0-60 cm vastgesteld dan in het blanco-object. In augustus nam die nitraatvoorraad echter af tot onder het niveau van het blanco-object. Op 8 mei werd een afname van 15 à 20 kg N/ha bij het object Groencompost ten opzichte van het blancoobject gemeten, maar in de loop van de zomer steeg de stikstofvoorraad hier tot 75 à 80 kg N/ha meer dan het blanco-object, om vervolgens snel weer af te nemen tegen 23 augustus tot een niveau net onder het blanco-object. Bij het object Champost lag op 8 mei het nitraatstikstofgehalte 20 à 25 kg N/ha lager dan het blanco-object, om op 23 mei weinig ter verschillen en op 1 augustus zelfs 20 kg N/ha hoger te liggen dan het blanco-object, maar tegen 23 augustus terug lichtjes te zakken onder het niveau van het blanco-object. Doorwortelbaarheid bodem (penetrografie) Met een penetrologger werd de doorwortelbaarheid van het bodemprofiel op 26 juni‘07 gecontroleerd bij de verschillende proefobjecten. Er werden geen duidelijke verschillen in doorwortelbaarheid tussen de objecten waargenomen. Blijkbaar is de invloed van de bodembewerkingen hier groter dan van de organische bodemverbeterende middelen zelf. De gemiddelde doorwortelbaarheid van de bouwvoor verschilde weinig of niet tussen de objecten, maar er waren wel lichte verschillen in spreiding tussen de metingen. De verschillen in doorwortelbaarheid binnen hetzelfde object (spreiding of variatie in meting) was het geringst voor het object Champost, gevolgd door het blanco-object. Deze verschillen waren iets groter bij het object Groencompost en het object GFTcompost. e Opbrengst en kwaliteit 1 teelt sla in 2007 Bij de 1e teelt sla was er een significant positief effect van de toepassing van GFT-compost op de uniformiteit van het gewas en het stukgewicht (bijna 20% hoger) vastgesteld, doch de grootte van het snijvlak (te groot) en de krophoogte (te hoog) werden negatief beïnvloed. Het droge stofgehalte van het gewas was ook lager. De overige kwaliteitskenmerken werden weinig of niet beïnvloed. Er was hier dus ook geen kwaliteitsvermindering, ondanks het hogere stukgewicht. e De invloed van groencompost en champost op de opbrengst en kwaliteit van de 1 teelt sla in 2007 was minder duidelijk dan de invloed van de GFT-compost. Er was een trend naar een hoger stukgewicht. Bij groencompost ging het om een 12% hoger gemiddeld stukgewicht en bij champost om een 8% hoger gemiddeld stukgewicht (doch dit was statistisch niet significant). Er werden geen (significante) invloeden (noch positief, noch negatief) van de groencompost of de champost op de kwaliteit van de sla waargenomen. Opbrengst en kwaliteit 2e teelt sla in 2007 e Bij de 2 teelt sla werd nog steeds het hoogste kropgewicht bij het object GFT-compost gevonden (16% hoger dan blanco), gevolgd door het object Groencompost (13% hoger) en dan het object Champost (10% hoger). Dit verschil was in deze teelt bij geen enkel object significant. Bij het object GFT-compost werd wel een significant kleinere kropomvang vastgesteld. Bij het object Groencompost was een gelijkaardige trend waarneembaar, maar niet bij het object champost. Bij de andere kwaliteitsparameters werden geen significante verschillen (noch postieve, noch negatieve effecten) vastgesteld in deze 2e teelt sla. 4 Besluit 3 Zelfs na 7 jaar toepassing van GFT-compost, groencompost en champost aan een dosis van 30 m per ha per jaar is er slechts een geringe stikstofvrijstelling (netto N-mineralisatie) vanuit de organische bodemverbeterende midddelen waarneembaar. Op bepaalde momenten werd zelfs bij bepaalde objecten een zeer beperkte daling ten opzichte van de blancobehandeling van het nitraatstikstofgehalte in de bodem gemeten in 2007. De invloed op de doorwortelbaarheid van de bodem als gevolg van de toepassing van GFT-compost, groencompost en champost was gering of onbestaande in 2007. Blijkbaar wordt de doorwortelbaarheid van de bodem meer bepaald door de bodembewerkingen zelf. - 277 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem Bij beide teelten sla werd het hoogst gemiddeld stukgewicht telkens vastgesteld bij het object GFT compost, gevolgd door het object Groencompost en vervolgens het object Champost. Het blanco object had steeds het laagst gemiddeld stukgewicht. Het hogere stukgewicht was echter enkel significant voor het object GFTcompost in de eerste teelt. Daartegenover stond in dit geval wel een iets groter snijvlak en een iets hogere krop. De sla op dit object had in de eerste teelt eventueel iets vroeger geoogst mogen worden. Ondanks het hoogste gemiddeld stukgewicht bij het object GFT-compost in de tweede teelt, was hier de kropomvang toch iets geringer. 5 Samenwerking Deze proef kwam tot stand met de financiële steun van de Vlaamse Compostorganisatie (VLACO). - 278 Jaarverslag 2007 – PCG Kruishoutem