Ik wil anders eten! Deze sessie, georganiseerd door Voedsel Anders (www.voedsel-anders.be) had als doel om agro-ecologie vanuit de praktijk toe te lichten en aan te geven dat duurzame, agroecologische landbouw een verantwoordelijkheid is van alle actoren in de keten, van producent tot consument. Een boer (Jos De Clercq, biologisch vleesveehouder van de Natlandhoeve), Stefaan Deraeve (fabrikant van vegetarische burgers, La vie est belle, Tine Tomme (restauranthouder en kokkin van het vegetarische restaurant Avalon) en Johanna Goyvaerts (als consument en blogster van Alle Dagen Honger) vertelden vanuit hun eigen ervaring over agro-ecologie. Met deze sprekers werd agro-ecologie vanuit verschillende invalshoeken belicht. We gingen van start met het sluiten van de kringlopen, meteen ook het thema van de dag (circulaire economie). Agro-ecologie sluit de kringlopen zo lokaal mogelijk. Het bedrijf van Jos is daar een prachtig voorbeeld van. Maar het kan ook door te werken met (collega)-boeren uit de omgeving. Voor een restaurant betekent het samenwerken met lokale boeren vooral: lokaal en seizoensgebonden koken. Dat vergt een andere manier van denken over je menu, wist Tine te vertellen. Je kijkt wat er is op de lokale markt, en dat vormt de basis, in plaats van omgekeerd. Je moet veel creatiever zijn, maar net dat maakt de job veel boeiender. “Met een pastinaak kan je mits enige creativiteit een veelheid aan verschillende gerechten maken”. Kringlopen sluiten doe je ook door alle voedsel te valoriseren. Knelpunt in de klassieke voedselketen is bijvoorbeeld het mannelijk vlees: geitenbokjes, beerbiggen en leghaantjes. Bepaalde restaurants leggen zich net daar op toe. Waarmee meteen de toon werd gezet voor een volgend thema: is er plaats voor dierlijke productie binnen de agroecologie. Opmerkelijk: alle sprekers knikten volmondig “ja” op deze vraag. In een gesloten natuurlijke kringloop speelt de dierlijke mest een belangrijke rol, vonden ook Stefaan en Tine, ook al richten zij zich op een vegetarische markt. Jos benadrukte wel dat er teveel vlees wordt geproduceerd en geconsumeerd in Vlaanderen. We moeten naar “ander en beter” vlees, was de teneur. Ook het thema “eerlijke prijzen” werd uitgespit. Consumenten klagen vaak over de hoge prijs van bio, terwijl ook de marges voor de biologische boer niet erg groot zijn. Johanna was echter van mening dat agro-ecologisch consumeren niet zo duur hoeft te zijn. Met wat creativiteit zijn heel wat mogelijkheden. Zij verwees bijvoorbeeld naar de CSA waar zij lid van is, waar je voor minder dan 300 Euro een heel jaar verse groenten kan kopen. Je kan best wel gezond eten voor niet zoveel geld. En het is ook een kwestie van prioriteit. In de loop van de laatste decennia nam voedsel een steeds beperkt deel in van het gezinsbudget. Tijdens de vragensessie gaf iemand de bedenking mee dat de gangbare boer steeds meer kop van jut wordt. De alternatieven die agro-ecologie naar voor schuift zijn positief, maar dat is niet voor elke boer op dit moment haalbaar. Zij zitten in veel gevallen met een schuld uit het verleden en worden door de samenleving al te vaak met de vinger gewezen.