DNA, RNA en Eiwitsynthese Moleculaire genetica Hoofdstuk 11 Bouw van het DNA Bouw van het DNA Een nucleotide is opgebouwd uit: 1. Fosfaatgroep 2. Suiker (desoxyribose) 3. Organische N – base Adenine (A) Thymine (T) Cytosine (C) Guanine (G) DNA Nucleotiden zijn opgebouwd uit 3 onderdelen DNA Nucleotiden zijn opgebouwd uit 3 onderdelen DNA Nucleotiden zijn opgebouwd uit 3 onderdelenuit Paarvorming. DNA-replicatie door DNA-polymerase Bouw van het DNA Het DNA is opgebouwd uit twee ketens van nucleotiden Bouw van het DNA Chemische structuur Bouw van het DNA De nucleotides van beide strengen zijn verbonden d.m.v. Hbruggen Tussen A en T een dubbele H – brug Tussen C en G een drievoudige H - brug Basen sequenties en codering Adenine & Thymine (A tegenover T) Cytosine & Guanine (C tegenover G) Dus: Streng 1: GCCATAACGA Streng 2: CGGTATTGCT Dit noemen we de erfelijke code. Bouw van het DNA De beide ketens (strengen) vormen ruimtelijk de zgn. Dubbele Helix Bouw van het DNA De ontdekking van de double helix werd gedaan in 1953 door Watson en Crick Bouw van een chromosoom Histonen, de eiwit bolletjes waar de dubbele DNA helix omheen is gewikkeld. Gen, is een stukje DNA OEFENING: Omschrijf de volgende begrippen: Nucleotide. DNA. Gen. Chromosoom. Erfelijke code. Maak opdracht 1 t/m 5 Replicatie Verdubbeling van het DNA. Stap 1: DNA ketens worden van elkaar losgemaakt. Stap 2: Speciale enzymen voorkomen dat de ketens weer aan elkaar gaan zitten. Replicatie Iedere DNA streng heeft een 3’ en een 5’ einde. Nieuwe nucleotide komen altijd aan het 3”einde, De leading streng kan zich zo continue verlengen. Replicatie Replicatie 2 DNA moleculen liggen niet los van elkaar. Het centromeer is niet verdubbeld. Centromeer is de bindingsplaats voor twee chromatiden. DNA OEFENING: Animatie: replicatie Transcriptie. RNA is nodig voor transcriptie. Verschil DNA en RNA RNA polymerase, breekt de H-bruggen m-RNA (messengerRNA)is nu ontstaan. DNA RNA 2 nucleotide ketens 1 nucleotide keten Desoxyribose Ribose Thymine Uracil Bioplek animatie: m-RNA Benodigdheden: DNA TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA RNA-polymerase DNA bestaat uit een aaneenschakeling van nucleotiden (Nucleotide = desoxyribose + fosfaat + organische base). Alleen de organische basen zijn afgebeeld. Waterstofbruggen worden verbroken. TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA 3 waterstofbruggen tussen Guanine en Cytosine 2 waterstofbruggen tussen Adenine en Thymine RNA-polymerase schuift over DNA-enkelstreng en maakt m-RNA via een polymerisatieproces. TACCATACTTATATATGCTTTTGTGGGAATT AUGGUAUGAAUAUAUACGAAAACACCGUUAA m-RNA ATGGTATGAATATATACGAAAACACCCTTAA Transcriptie De nucleotide volgorde van het m-RNA bepaald welke aminozuren er nodig zijn voor het maken van het eiwit. De nucleotide volgorde is een code. 3 nucleotiden is een triplet of codon. Einde van de code is het stopcodon Zie bladzijde 230 Transcriptie Detail van de transcriptie In het mRNA worden de coderende eenheden van drie nucleotiden een CODON genoemd Transcriptie Het mRNA gaat via het endoplasmatisch reticulum naar het ribosoom Het ribosoom “vouwt” het DNA uit in het cytoplasma Transcriptie Voor de eiwitsynthese zijn niet alleen ribosomen en m-RNA nodig maar ook: t-RNA (transport RNA). Transcriptie t-RNA Aan het uiteinde bevindt zich een specifieke bindingsplaats voor een aminozuur Het anticodon bepaalt welk aminozuur er gebonden wordt OEFENING: Bioplek animatie: transcriptie Translatie De anticodons van het tRNA binden zich aan de codons van het mRNA. De Aminozuren worden in de correcte volgorde gezet De aminozuren koppelen zich aan elkaar: er ontstaat een eiwit TRANSLATIE Translatie Weergave van de translatie OEFENING: Bioplek animatie: genetische code Opdracht 6 t/m 20 OEFENING: Maak een lijstje Maak een lijstje waar je de volgende begrippen uitlegt: Replicatie Transcriptie Translatie waar je de volgende begrippen uitlegt: RNA m-RNA t-RNA Filmpje: samenvatting moleculaire genetica samenvatting moleculaire genetica.docx