VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO In aanmerking nemende: 1. De gunstige beoordeling van het leerbedrijf door Savantis (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB). 2. dat onderwijs in de praktijk van het beroep deel uitmaakt van elke beroepsopleiding volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs; 3. dat de stagiair is ingeschreven bij de opleider op grond van een onderwijsovereenkomst; 4. dat de door de stagiair in het kader van deze overeenkomst te verrichten activiteiten een leerfunctie hebben. komen partijen het volgende overeen: Artikel 1 Doel leer-werkovereenkomst Het doel van deze leer-werkovereenkomst is het vastleggen van afspraken over de beroepspraktijkvorming, zodat de uitbreiding van kennis en praktische ervaring gerealiseerd kan worden, die noodzakelijk is voor het voltooien van een beroepsopleiding in het kader van de WEB. Artikel 2 Beroepspraktijkvorming beroepsopleiding De beroepspraktijkvorming wordt uitgevoerd in het kader van: Crebonr Niveau Opleiding 90440 1 Arbeidsgekwalificeerd Assistent 95550 1 Assistent Schoonmaker 94531 2 Schoonmaker/medewerker vloeronderhoud 94532 2 Glazenwasser/gevelreiniger 94533 2 Reiniger na calamiteiten 94534 2 Reiniger in de voedselverwerkende industrie 94541 3 Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud 94542 3 Allround glazenwasser/gevelreiniger 94543 3 Allround reiniger na calamiteiten 94544 3 Allround reiniger in de voedselverwerkende industrie 95540 4 Ambulant objectleider keuze Artikel 3 Duur en omvang beroepspraktijkvorming ( is gelijk aan duur van de opleiding) A. De beroepspraktijkvorming omvat totaal ......................................................... (klok)uur. B. De beroepspraktijkvorming vangt aan op (datum):.................................................………… C. De beroepspraktijkvorming eindigt op datum).................................................................. Artikel 4 Inhoud van de beroepspraktijkvorming A. Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. 4 B. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen, of waarnaar in de OER wordt verwezen. C. De OER is voor elke leerling op een toegankelijke plaats in te zien. Artikel 5 Begeleiding A. Namens het leerbedrijf is …………………………………………………………….. (naam praktijkbegeleider), belast met de begeleiding van de leerling. B. De onderwijsbegeleider van de opleider …………………………………………(naam) zal het verloop van de beroepspraktijkvorming volgen door het onderhouden van regelmatige contacten met de praktijkbegeleider en de leerling. Artikel 6 Beoordeling A. De opleider heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de leerling de eindtermen behorende tot de beroepspraktijkvorming heeft gerealiseerd. B. De procedure van de beoordeling en de wijze van examinering van de eindtermen beroepspraktijkvorming staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding en staan tevens vermeld in de opdrachten beroepspraktijkvorming. C. De opleider betrekt bij de beoordeling het oordeel van de leerbedrijf, met inachtneming van de desbetreffende in de onderwijs- en examenregeling op te nemen regels. D. Indien overeengekomen stelt de leerbedrijf aan het eind van de beroepspraktijkvorming een rapportage op over het functioneren van de leerling tijdens de beroepspraktijkvorming bij de leerbedrijf. E. De eindtermen, behorend tot de beroepspraktijkvorming, worden opgesteld door partijen in de schoonmaak- en glazenwassersbranche. F. Wanneer opleider de toetsing van de eindtermen, behorende bij de beroepspraktijkvorming, niet laat uitvoeren door RAS examinatoren, dan staat opleider toe dat de RAS examinatoren op hun eigen verzoek ten tijde van de toetsing van de eindtermen aanwezig zijn. Artikel 7 Deelname examens De leerling wordt door de leerbedrijf in staat gesteld deel te nemen aan toetsen of examens van de opleider die tijdens de periode van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden. Artikel 8 Beoordeling beroepspraktijkvorming De leerbedrijf verklaart zich bereid de beoordeling van de beroepspraktijkvorming, indien mogelijk, op de praktijkplaats mogelijk te maken. Artikel 9 Aansprakelijkheid De leerbedrijf is jegens de deelnemer aansprakelijk voor schade die de leerling tijdens of in verband met de beroepspraktijkvorming lijdt, tenzij de leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7: 658, lid 1 Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de leerling. Artikel 10 Gedragsregels en veiligheid A. De leerling is verplicht de binnen het leerbedrijf in belang van orde, veiligheid en gezondheid gegeven regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen. Hij/zij wordt over deze regels ingelicht. B. Het leerbedrijf treft, overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke veiligheid van de leerling. Artikel 11 Geheimhouding De leerling is verplicht alles geheim te houden wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner/hare kennis is gekomen of waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. Artikel 12 Afwezigheid Voor de afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming gelden voor de leerling de regels zoals deze door het leerbedrijf gehanteerd worden, evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst tussen leerling en opleider zijn afgesproken. 5 Artikel 13 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming A. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de leerling zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider en/of de onderwijsbegeleider. Deze trachten in gezamenlijk overleg met de leerling tot een oplossing te komen. B. Wanneer de leerling vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan de leerling een klacht indienen bij de onderwijsbegeleider of een medewerker die ze daarvoor het meest geschikt vinden. C. De leerling heeft er recht op dat zijn klacht serieus wordt behandeld. De aangesproken persoon spreekt met de leerling af wanneer hij terugkomt op de klacht of verwijst de leerling door naar de klachtenprocedure van de opleider. Artikel 14 Beëindiging De leer- werkovereenkomst eindigt: A. door beëindigen van de leer-werkovereenkomst tussen de leerling en het leerbedrijf conform de geldende CAO in het Schoomaak- en Glazenwassersbedrijf; B. door het verstrijken van de termijn waarop deze leer- werkovereenkomst van toepassing is, dan wel een overstap naar een andere opleiding van de opleider wordt gemaakt; C. na afronding van het examen of de examens van de opleiding waarop deze overeenkomst betrekking heeft; D. indien de leerling de school (voortijdig) verlaat dan wel de leerling door de opleider is uitgeschreven; E. bij onderling goedvinden van de opleider, de leerling en het leerbedrijf, nadat ditdoor partijen schriftelijk is bevestigd; F. indien de leerling zich, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, niet houdt aan gedragsregels volgens artikel 10: ”gedragsregels” van deze overeenkomst, nadat dit schriftelijk is bevestigd door het leerbedrijf en/of de opleider; G. indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging van de leerwerkovereenkomst noodzakelijk acht en in redelijkheid niet verlangd kan worden de leerwerkovereenkomst te laten voortduren; H. wanneer de opleider, de leerling of het leerbedrijf de hem bij wet of de leerwerkovereenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt; I. wanneer, indien daar sprake van is, de arbeidsovereenkomst tussen de leerling en het leerbedrijf wordt beëindigd; J. door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de leer- werkovereenkomst bedoelde beroep of het genoemde het leerbedrijf uit te oefenen; K. wanneer de erkenning van het leerbedrijf (zoals bedoeld in de WEB) is ingetrokken. Bij voortijdige beëindiging van de leer- werkovereenkomst stelt de desbetreffende partij de andere partijen daarvan schriftelijk op de hoogte. Artikel 15 Vervangende praktijkplaats Indien de opleider en het betrokken kenniscentrum na het sluiten van de leer- werkovereenkomst vaststellen dat de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekort schiet of ontbreekt, het leerbedrijf niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in art. 7.2.10 van WEB) of indien er sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt, zorgen de opleider en Savantis ervoor dat een toereikende vervangende praktijkplaats zo spoedig mogelijk beschikbaar wordt gesteld. Artikel 16 Nieuwe overeenkomst Indien de leerling niet binnen de gestelde tijdsduur, zoals bepaald in artikel 3, de beroepspraktijkvorming met goed gevolg heeft afgerond kunnen de partijen een gewijzigd beroepspraktijkvormings-traject overeenkomen. Dit wordt schriftelijk vastgelegd in een addendum die aan de leer- werkovereenkomst wordt toegevoegd. Artikel 17 Problemen en conflicten bij seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. 6 A. Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. Indien partijen er niet uitkomen, bestaat de mogelijkheid zich te richten tot de centrale vertrouwenspersoon van de RAS. B. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de leerling het recht om de werkzaamheden direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. C. De leerling moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkbegeleider en de onderwijsbegeleider. Wanneer dit niet mogelijk is meldt de leerling de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de opleider. Artikel 18 Nederlands recht Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands Recht van toepassing. Artikel 19 Slotbepaling A. In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de opleider en het leerbedrijf na overleg met de leerling. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van Savantis raken, wordt Savantis daarbij betrokken. B. Leerling en het leerbedrijf verklaren dat zij de documenten waarnaar in deze leerwerkovereenkomst wordt verwezen en/of die als aanhangsel/bijlage aan de overeenkomst zijn toegevoegd, hebben ontvangen en/of daarvan hebben kennisgenomen. In drievoud (viervoud) opgemaakt en ondertekend te …………………. (plaats) op ………………………….. (datum). handtekening:______________________________ Naam: namens de opleider handtekening:______________________________ Naam: de leerling handtekening:______________________________ Naam: bij minderjarigheid van leerling tevens de wettelijk vertegenwoordiger handtekening: ______________________________ Naam: namens het leerbedrijf Savantis gevestigd aan de Limaweg 25, 2743 CB Waddinxveen verklaart: dat het leerbedrijf over een gunstige beoordeling beschikt als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB; dat de gronden voor deze gunstige beoordeling nog steeds aanwezig zijn. Handtekening:___________________________ Naam en functie: Waddinxveen, datum: Bijlagen: 1, betreft een voorbeeld set gedragsregels 7 BIJLAGE I: VOORBEELD SET GEDRAGSREGELS Het gaat om gedragsregels die opleiders en leerbedrijven in acht dienen te nemen als er een leerwerkovereenkomst wordt aangegaan. Met deze gedragsregels wordt beoogd over een weer duidelijkheid te verschaffen aan partijen en daarmee de beschikbaarheid van leerplaatsen voor de beroepspraktijkvorming te vergroten. A. Opleiders en leerbedrijven waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt, maken in een leerwerkovereenkomst afspraken over de vorm, inhoud en begeleiding van de beroepspraktijkvorming. B. Beroepspraktijkvorming vindt alleen plaats in leerbedrijven die (vooraf) door Savantis zijn erkend als leerbedrijf. C. Het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor de duur van de looptijd van de leerwerkovereenkomst tussen een leerling en een leerbedrijf maakt onderdeel uit van de leerwerkovereenkomst. D. De beroepspraktijkvorming is een regulier onderdeel van de beroepsopleiding en kan niet door de opleider of door Savantis in rekening worden gebracht aan het leerbedrijf waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt. E. Het leerbedrijf vraagt geen vergoeding aan de opleider voor het bieden van de mogelijkheid aan een leerling om beroepspraktijkvorming op te doen. 9