Maandag 13 februari 2016 20.00 uur Luther 500 jaar… ….en de Joden De protestantse kerken vieren 500 jaar Reformatie. Vanuit de Joodse gemeenschap klinken hier en daar ook stemmen om bij dat moment stil te staan. Niet om feest te vieren maar om excuses te vragen voor de uitlating van de grondlegger van de reformatie, Maarten Luther, over de Joden. “Ikzelf zie helemaal niets in dit soort excuses. Als Maarten Luther verantwoording zou moeten afleggen voor zijn niet mis te verstane uitspraken over de Joden, zowel in zijn boek ‘Over de Joden en leugens` als tijdens andere momenten, dan zou de kerkhervormer dat zelf moeten doen. Maar hij is na vijf eeuwen niet meer onder ons......” LEZING door Rabbijn Lody van de Kamp Beoordeel mij op wie ik ben vandaag. En niet op wat ik geloof voor morgen. Je kunt best naar elkaar luisteren als het gaat om toekomstverwachtingen, maar vervolgens moeten we weer over tot de orde van de dag: samen een leefbare samenleving opbouwen. Plaats : Abdij van Berne , Heeswijk Entree : € 10,= incl. koffie / thee , Aanvang : 20.00 uur Aanmelden gewenst via: [email protected] of kaarten aan de zaal in de Abdij Lody van de Kamp: Afkomstig uit een Joods gezin waarvan de vader twee jaar doorbracht in het concentratiekamp Auschwitz en de moeder als onderduikster de oorlog overleefde, volgde Van de Kamp een rabbinale opleiding aan de Talmoedhogescholen in Montreux en Londen, waarbij hij ook bevoegd werd om als ritueel slachter (sjocheet) op te treden. Van 1973 tot 1978 verrichtte hij dergelijke slachtingen (sjechita geheten) in Amsterdam. Na in 1978 in Londen zijn studie tot een goede einde te hebben gebracht, was hij er enige tijd als rabbijn werkzaam, alvorens hij in 1981 als rabbijn voor het NIG in Den Haag werd gestationeerd. In 1987 verruilde hij deze standplaats voor die van Amsterdam, gevolgd door die van Rotterdam, waar hij van 1994 tot 1996 functioneerde. Sindsdien is Van de Kamp niet meer als rabbijn werkzaam maar houdt hij zich met andere zaken bezig. In 1995 lid geworden van het CDA, kwam hij in 1998 voor deze politieke partij in de deelgemeenteraad van het Amsterdamse stadsdeel Zuideramstel terecht, een tijdlang als fractievoorzitter en vanwege de teleurstellende uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 sindsdien als duoraadslid. Eveneens werd hij adviseur van het CDA in Amsterdam. Zijn keuze voor deze confessionele partij was ingegeven door de Bijbelse grondslag van het CDA, waardoor deze door het Woord van God als uitgangspunt te nemen zich op de juiste weg zou bevinden. In 1996 werd hij ook directeur van de reisorganisatie Jehoeda Services. Van de Kamp is eveneens op andere terreinen actief. Zo is hij verbonden aan de religieus-joodse school het Cheider te Amsterdam, is hij voorzitter van de Stichting Vrienden Bikur Cholim Ziekenhuis Amsterdam en zit hij in het curatorium van het Joods Studiecentrum te Leiden.[1] Verder heeft hij twee romans geschreven, waarin de Holocaust centraal staat en publiceert hij in diverse media (Nieuw Israelietisch Weekblad, Reformatorisch Dagblad en Friesch Dagblad) over politieke, maatschappelijke en godsdienstige kwesties. Wat betreft laatstgenoemde, vooral over jodendom en christendom, al is hij geen voorstander van de joods-christelijke dialoog. Van de Kamp heeft zich kritisch uitgelaten over het beeld van Erasmus als een van de grondleggers van de moderne, verlichte samenleving. Hij wees erop dat Erasmus ondanks zijn hervormende ideeën een grote afkeer van Joden tentoonspreidde. Van de Kamp onderhoudt binnen de joodse gemeenschap, maar zeker ook daarbuiten contacten met talloze mensen. En of hij nu bezig is met zijn werk voor het CDA, in het Joods Marokkaans Netwerk of spreekt met christenen, Van de Kamp zegt – netjes en beargumenteerd – wat hij denkt. Daarin stuit hij regelmatig op tegenstand. Heeft dat wel zin, altijd je mening ventileren? De spreukendichter heeft er zo z’n twijfels bij, lijkt het: Wie een spotter terechtwijst, wordt bespot. Wie een goddeloze de les leest, wordt belachelijk gemaakt. Spreuken 9:7 De rabbijn herkent zich in deze spreuk. “Ik zeg wel eens: ‘G’d heeft mij twee handen gegeven om te doen, twee ogen om te kijken, twee oren om te horen en twee schouders om op te halen.’ Je kunt deze spreuk ook omdraaien: als je nooit kritiek krijgt, betekent dit dat je geen mening hebt. Dat is niet aan mij besteed. Ik ga graag in gesprek met mensen met een mening. Ik houd vast aan mijn gelijk en verwacht niet dat de ander zich door mij laat overtuigen. De kunst is namelijk om het niet eens te zijn en toch samen de wereld in te trekken.” Het grootste manco daarbij is dat we elkaar niet kennen, meent Van de Kamp. Ook elkaar beoordelen op theologie, of onze eigen interpretatie van een theologie, is gevaarlijk. “Ik lees wat de Koran op sommige plekken zegt over joden, maar ik wil vooral weten wat mijn moslimbuurman daarmee doet. Pas als we elkaar leren kennen, kunnen we een samenleving vormen waarin wederzijds respect is. Dan kunnen we allerlei vormen van vreemdelingenhaat en het diskwalificeren van etnische of geloofsgroepen tegengaan.”