Overheid, stuur de kudde bij Paul de Beer* In: de Volkskrant (Forum) van 27 december 2008 De vele verklaringen voor de financiële crisis die de afgelopen maanden in de media de revue passeerden, hebben iets geruststellends. Ze zoeken de oorzaak immers niet bij ons zelf, maar bij de hebzucht, de domheid of het bedrog van anderen. Zelfs de spaarders van Icesave en de aandeelhouders van Fortis kunnen volhouden dat hen niets te verwijten valt – het zijn anderen die hun geld hebben verkwanseld. De gangbare verklaringen zien echter over het hoofd dat de kredietcrisis veel overeenkomst vertoont met andere hedendaagse verschijnselen. Of het nu gaat om de opkomst en ondergang van de LPF, het massale verdriet rond de dood van prinses Diana en van André Hazes, de heisa rond Fitna, de aandacht voor Big Brother of Joran van der Sloot – telkens laten we ons meeslepen door een nieuw fenomeen, tot het nieuwe ervan af is of onze verwachtingen worden gelogenstraft en het als een plumpudding in elkaar zakt. Zo bezien is het niet zo verwonderlijk dat behoedzame bankiers en beleggers, die dag in dag uit zien hoe anderen torenhoge winsten behalen, op den duur voor de verleiding of de sociale druk bezwijken om mee te doen. Zeepbellen, modes en hypes zijn natuurlijk van alle tijden. Alleen komen ze de laatste tijd steeds vaker voor en hebben ze ook steeds grotere gevolgen. Dat komt doordat nieuwe ideeën zich dankzij de moderne media razendsnel kunnen verspreiden en doordat we ons, naarmate we rijker zijn, steeds meer spiegelen aan anderen. Uit angst voor statusverlies lopen we voortdurend achter de nieuwste mode of trend aan. Moderne burgers gedragen zich – ondanks het breed gedeelde geloof in individualisering – steeds meer als kuddedieren. Een kudde kan echter gemakkelijk ontsporen. Dat komt doordat ons individuele gedrag ook weer van invloed is op het gedrag van anderen. De optelsom van al die individuele gedragingen kan heel anders uitpakken dan we beoogden. Een bekend voorbeeld is de file. De individuele automobilist die ’s ochtends in zijn auto stapt, houdt er, begrijpelijkerwijs, geen rekening mee dat hij de file weer ietsje langer maakt. Hetzelfde geldt voor zulke uiteenlopende problemen als het broeikaseffect, de segregatie tussen ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen en de verrommeling van ons landschap. Telkens roepen individuele beslissingen onbedoelde en onvoorziene effecten op, die vaak weer reacties van anderen oproepen die het probleem nog erger maken. 1 Pogingen om de ongewenste maatschappelijke gevolgen van kuddegedrag tegen te gaan richten zich meestal op het individuele gedrag. Voorlichting en financiële prikkels zouden burgers ertoe moeten brengen zich meer in overeenstemming met het algemeen belang te gedragen. Maar als er sprake is van kuddegedrag, dan zijn mensen veel gevoeliger voor het gedrag van anderen dan voor financiële prikkels. Beter is het om het aangrijpingspunt bij de kudde als geheel te zoeken. Die moet in de juiste banen worden geleid door bepaalde routes eenvoudigweg af te sluiten. Dit betekent dat de overheid strikte grenzen stelt aan het collectieve gedrag. Ook dit valt te illustreren aan de hand van de file. Als de overheid een acceptabele lengte van de dagelijkse files bepaalt, kan zij aan iedere automobilist een gelijk deel (quotum) van de beschikbare ‘ruimte’ toewijzen. Wie vaker in de spits wil rijden dan het quotum toelaat, moet gaan carpoolen of (een deel van) het quotum van een ander kopen. Een vergelijkbaar quoteringssysteem kan worden benut om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Maar ook de scherpe scheiding tussen ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen kan worden doorbroken door per school een limiet te stellen aan het aantal leerlingen uit verschillende etnische en/of sociaal-economische groepen. Quotering biedt ook een mogelijkheid om financiële crises te voorkomen. Een dergelijke crisis ontstaat immers doordat een financiële markt onverantwoord uitdijt, waardoor de relatie met de onderliggende reële waarden wordt verbroken. Omdat financiële markten mondiaal zijn, vereist dit een wereldwijde aanpak. Het is bovendien niet eenvoudig om vast te stellen wat een aanvaardbare omvang van een financiële markt is. Maar als de wereldwijde kapitaalhandel een veelvoud bedraagt van de reële mondiale productie of leningen vele malen worden doorverkocht, is het duidelijk dat het tijd wordt aan deze markten een limiet te stellen. Zoals Odysseus zich aan de mast liet binden om niet te bezwijken voor de verlokkingen van de Syrenen, zo moeten wij ons zelf ervoor behoeden dat we ons laten meeslepen door een hype waar iedereen slechter van wordt. Dat is geen gemakkelijke boodschap in een tijd waarin het liberale geloof in individuele keuzevrijheid hoogtij viert. Maar wat is die keuzevrijheid waard als we vaststaan in de file, er geen gemengde school meer is en we het nog amper aandurven ons spaargeld op een bank te zetten? * Henri Polak hoogleraar voor arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam, tevens verbonden aan De Burcht (Centrum voor Arbeidsverhoudingen) en het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS). Dit artikel is gebaseerd op ‘Grenzen stellen voor meer vrijheid’ in Socialisme & Democratie, 2008 nr. 11/12. 2