Titel Herkennen van plantaardige materialen Taal Nederlands Sleutelwoorden verzamelen, omschrijven, prepareren, ordenen, samenvoegen van plantaardige materialen om deze te leren herkennen Morfologie, bloem en bladvormen Auteur/Rol Geert vd Heijden Anja Bronda Vestiging/Organisatie Houten Omschrijving Datum 10-jun-08 Interactieniveau laag Samenwerkingsniveau laag Type lesmateriaal zelfstandige opdracht Faciliteiten pc, bronnen, Moeilijkheidsgraad taak 97430 Senior florist 97440 Ondernemer florist Kwalificatieprofiel Examenstandaard Start-business 440-1 Kerntaak / Werkproces 1/1.2 Competenties Integratie mogelijk met Aggregatieniveau leertaak Niveau niveau 3 en 4 Type opleiding BOL Ondernemer/Bloemist Start-Business 440-1 Leeractiviteit Herkennen van plantaardige materialen Bijbehorende kerntaak(en): 1 Bijbehorende Werkproces(sen): 1.2 Bijbehorende oefensituatie(s): “Basis bloemwerk ziet er goed uit” Algemeen Inleiding: Zoals een automonteur moet weten uit welke onderdelen een auto bestaat om de auto te kunnen onderhouden, moeten jullie kennis hebben van de onderdelen van bloemen en planten. Met deze kennis kun je met collega bloemisten en klanten communiceren. Ook bij het maken van bloemwerk is deze kennis van groot belang. Bij het maken van bloemarrangementen kunnen alle onderdelen van plantaardige materialen gebruikt worden. Met deze opdracht ga je kennis maken met alle onderdelen van bloemen en planten. Deze onderdelen zijn de bouwstenen voor het maken van mooie bloemarrangementen. Doelstelling: Een methode leren om plantaardige materialen te herkennen. (Kijken, verzamelen, prepareren, denen en benoemen) Opdrachten gedurende een periode Bloemen en planten van dichtbij bekeken (leren kijken!!) Opdracht 1: De plant in zijn geheel Verzamel beeldmateriaal van één plant: Stengel, blad, wortels, kroonbladeren, kelkbladeren, stamper, meeldraden en bloembodem. fotografeer deze onderdelen of teken deze onderdelen of foto`s/plaatjes uit boeken/internet Opdracht 2 De plant in onderdelen Bloemen - Teken en omschrijf de volgende vormen: Rond (hoofdje), scherm, aar, tros, pluim - Zoek plaatjes/foto`s van deze bloemvormen: Benoem de wetenschappelijke naam (geslachtsnaam en van de bloem. Benoem de vorm Benoem of deze vorm eenzijdig symmetrisch, alzijdig symmetrisch, of asymmetrisch is. Plantaardige lijnen: - Zoek minimaal 2 afbeeldingen van de volgende lijnsoorten: Afhangend, staand/recht, gebogen, grillig, kruipend Bladeren: - Verzamel verschillende echte bladeren Prepareer deze bladeren (werkwijze zie bronnen) Benoem de Nederlandse naam van de plant/boom Benoem: vorm, nervatuur en bladrand Opdracht 3 Hoe gebruik je deze vormen in je vakgebied? - Zoek 4 afbeeldingen van gevarieerd bloemwerk - Benoem de bloemvormen en de lijnsoorten die zijn gebruikt. Plantaardige vormen en lijnen in interieur en mode - Fotografeer minimaal 10 voorwerpen op je BPV bedrijf die volgens jou duidelijk geïnspireerd zijn op de natuur. Denk aan motieven en vormen in vazen, meubelen en decoraties. - Zoek in interieurbladen afbeeldingen van minimaal 3 natuurlijke motieven op stof, behang, meubelen etc. En minimaal 3 vormen in meubelen of accessoires die geïnspireerd zijn vanuit de natuur. Opdracht 4 Terminologie: omschrijf in je eigen woorden de volgende begrippen: - morfologie - compositie - lay-out - prepareren - nervatuur - motieven - accessoires Opdracht 5 - Maak een overzicht van al je gevonden bloemenvormen, plantaardige lijnvormen en bladeren. Voeg je terminologie toe. Kies uit één van de volgende resultaten: `Foto` boekje of Fotograferen en verwerken in een PowerPoint Kies zelf de wijze van ordenen: (vorm, nervatuur of bladrand) Zorg voor een duidelijke en verzorgde lay-out (zie bijlage) Opdracht 6 - maak een creatieve compositie van een keuze van je verzameld materiaal. Collage/plantaardig schilderij Resultaat (= bewijsstuk): opdracht 5 en 6 Bronnen Boekje/reader: Morfologie (mediatheek nr: 581.4) Bundel: Productverzorging A Ontwikkelcentrum boekje Prepareren en drogen (prod verz) ECC: bloemen en planten in beeld Bijlage 1 Lay-out De Engelse term lay-out komt uit de vormgevingswereld van boeken. Een aantrekkelijk uitziend boek of tijdschrift pak je sneller van een presentatietafel. Je gaat het pas echt lezen als je er of snel iets in kunt vinden (inhoudsopgave, index, zichtbaar onderscheid in hoofd- en bijzaken ) of als het makkelijk leesbaar is (bladspiegel, lettergrootte, afbeeldingen). Als de tekstdichtheid te hoog is en er dus weinig ‘wit’ op een bladzijde zichtbaar is, leest een tekst niet plezierig. De basiskenmerken van een ‘foto’ boek zijn: vormgeving papiersoort en kleur naar keuze formaat naar keuze (meestal A-4 of A3 liggend) ingebonden of in ringband (geen snelhechters) inhoud lettertype en lettergrootte naar keuze gelijke bladspiegel of vormgeving pagina: de verhouding tussen achtergrond en de tekst. Die bepaal je door een keuze van de marges (boven, onder en opzij + alinea-indeling bij tekst) vet/ cursief/ onderstreept: zijn typografische middelen om structuur in de tekstopbouw te laten zien en/of hoofd- en bijzaken te onderscheiden omslag : een verrassende titel + naam van de schrijver titelblad: titel, schrijver, datum, opdrachtgever en bij een schoolopdracht graag de klascode tussenbladen met hoofdstuktitels inhoudsopgave: met hoofdstukken en bladzijdennummers inleiding: kort, met uitleg over ordeningsprincipe achter ieder tussenblad de foto’s/ afbeeldingen/ tekeningen/ gedroogde exemplaren mét wetenschappelijke + Nederlandse naam als ondertitel index: achteraan. Een index is een register op alfabetische volgorde met bladzijdennummer. Nodig als je ordeningsprincipe een ander is dan de alfabetische volgorde. Een powerpointpresentatie (PPP) als fotoboek is een digitale diaserie. Iedere dia kun je zien als een pagina van het ‘fotoboek’. Van je gedroogde exemplaren moet je een scan maken. Als je nog niet eerder met een PPP-programma op de computer hebt gewerkt, kun je de mogelijkheid kiezen een stap-voor-stap-instructie te volgen. Je hebt dan wel minder keuzemogelijkheden voor bladspiegel en indeling van de ‘pagina’. In dit geval gebruik je de PPP niet als ondersteuning voor een mondelinge presentatie, maar als een doel op zich. Deze uitleg is gebaseerd op niveau B1 voor Nederlands. Het kan dus nog beter/ mooier.