Titel Herkennen van plantaardige materialen Taal Nederlands

advertisement
Titel
Herkennen van plantaardige materialen
Taal
Nederlands
Sleutelwoorden
verzamelen, omschrijven, prepareren, ordenen,
samenvoegen van plantaardige materialen om deze te
leren herkennen
Morfologie, bloem en bladvormen
Auteur/Rol
Geert vd Heijden Anja Bronda
Vestiging/Organisatie
Houten
Omschrijving
Datum
10-jun-08
Interactieniveau
laag
Samenwerkingsniveau
laag
Type lesmateriaal
zelfstandige opdracht
Faciliteiten
pc, bronnen,
Moeilijkheidsgraad
taak
Kwalificatieprofiel
97430 Senior florist
Examenstandaard
Sophies-Work 430-1
Kerntaak / Werkproces
1.2
LP
Competenties
-
Integratie mogelijk met
Aggregatieniveau
leertaak
Niveau
niveau 3
Type opleiding
BOL/BBL
Sophies-Work: “Dat ziet er goed uit”
Senior florist
Sophies-Work
430-1
Leeractiviteit
Herkennen van plantaardige
materialen
Bijbehorende kerntaak(en): 1
Bijbehorende Werkproces(sen): 1.2
Bijbehorende oefensituatie(s):
“Basis bloemwerk ziet er goed uit”
Algemeen
Inleiding:
Zoals een automonteur moet weten uit welke onderdelen een
auto bestaat om de auto te kunnen onderhouden, moeten
jullie kennis hebben van de onderdelen van bloemen en
planten.
Met deze kennis kun je met collega bloemisten en klanten
communiceren. Ook bij het maken van bloemwerk is deze
kennis van groot belang.
Bij het maken van bloemarrangementen kunnen alle
onderdelen van plantaardige materialen gebruikt worden. Met
deze opdracht ga je kennis maken met alle onderdelen van
bloemen en planten. Deze onderdelen zijn de bouwstenen
voor het maken van mooie bloemarrangementen.
Doelstelling:
Een methode leren om plantaardige materialen te herkennen.
(Kijken, verzamelen, prepareren, ordenen en benoemen)
Sophies-Work: “Dat ziet er goed uit”
Opdrachten gedurende een periode
Bloemen en planten van dichtbij bekeken (leren kijken!!)
Opdracht 1:
De plant in zijn geheel
Verzamel beeldmateriaal van één plant:
Stengel, blad, wortels, kroonbladeren, kelkbladeren, stamper, meeldraden en
bloembodem.



fotografeer deze onderdelen of
teken deze onderdelen of
foto`s/plaatjes uit boeken/internet
Opdracht 2
De plant in onderdelen
Bloemen
- Teken en omschrijf de volgende vormen:
Rond (hoofdje), scherm, aar, tros, pluim
- Zoek plaatjes/foto`s van deze bloemvormen:
 Benoem de wetenschappelijke naam (geslachtsnaam en van de bloem.
 Benoem de vorm
 Benoem of deze vorm eenzijdig symmetrisch, alzijdig symmetrisch, of
asymmetrisch is.
Plantaardige lijnen:
- Zoek minimaal 2 afbeeldingen van de volgende lijnsoorten:
Afhangend, staand/recht, gebogen, grillig, kruipend
Bladeren:
- Verzamel verschillende echte bladeren
 Prepareer deze bladeren (werkwijze zie bronnen)
 Benoem de Nederlandse naam van de plant/boom
 Benoem: vorm, nervatuur en bladrand
Opdracht 3
Hoe gebruik je deze vormen in je vakgebied?
- Zoek 4 afbeeldingen van gevarieerd bloemwerk
- Benoem de bloemvormen en de lijnsoorten die zijn gebruikt.
Sophies-Work: “Dat ziet er goed uit”
Plantaardige vormen en lijnen in interieur en mode
- Fotografeer minimaal 10 voorwerpen op je BPV bedrijf die volgens jou duidelijk
geïnspireerd zijn op de natuur. Denk aan motieven en vormen in vazen, meubelen
en decoraties.
- Zoek in interieurbladen afbeeldingen van minimaal 3 natuurlijke motieven op stof,
behang, meubelen etc. En minimaal 3 vormen in meubelen of accessoires die
geïnspireerd zijn vanuit de natuur.
Opdracht 4
Terminologie: omschrijf in je eigen woorden de volgende begrippen:
- morfologie
- compositie
- lay-out
- prepareren
- nervatuur
- motieven
- accessoires
Opdracht 5
- Maak een overzicht van al je gevonden bloemenvormen, plantaardige lijnvormen en
bladeren. Voeg je terminologie toe. Kies uit één van de volgende resultaten:
 `Foto` boekje of
 Fotograferen en verwerken in een PowerPoint
Kies zelf de wijze van ordenen: (vorm, nervatuur of bladrand)
Zorg voor een duidelijke en verzorgde lay-out (zie bijlage 1)
Opdracht 6
- maak een creatieve compositie van een keuze van je verzameld materiaal.
 Collage/plantaardig schilderij
Resultaat (= bewijsstuk): opdracht 5 en 6
Bronnen
Boekje/reader: Morfologie (mediatheek nr: 581.4)
Bundel: Productverzorging A
Ontwikkelcentrum boekje Prepareren en drogen (prod verz)
ECC: bloemen en planten in beeld
Sophies-Work: “Dat ziet er goed uit”
Bijlage 1 Lay-out
De Engelse term lay-out komt uit de vormgevingswereld van boeken.
Een aantrekkelijk uitziend boek of tijdschrift pak je sneller van een presentatietafel. Je gaat het pas echt
lezen als je er of snel iets in kunt vinden (inhoudsopgave, index, zichtbaar onderscheid in hoofd- en
bijzaken ) of als het makkelijk leesbaar is (bladspiegel, lettergrootte, afbeeldingen). Als de tekstdichtheid te
hoog is en er dus weinig ‘wit’ op een bladzijde zichtbaar is, leest een tekst niet plezierig.
De basiskenmerken van een ‘foto’ boek zijn:
vormgeving
 papiersoort en kleur naar keuze
 formaat naar keuze (meestal A-4 of A3 liggend)
 ingebonden of in ringband (geen snelhechters)



inhoud
lettertype en lettergrootte naar keuze
gelijke bladspiegel of vormgeving pagina: de verhouding tussen achtergrond en de tekst. Die
bepaal je door een keuze van de marges (boven, onder en opzij + alinea-indeling bij tekst)
vet/ cursief/ onderstreept: zijn typografische middelen om structuur in de tekstopbouw te laten
zien en/of hoofd- en bijzaken te onderscheiden



omslag : een passende foto, een (verrassende) titel + naam van de schrijver
titelblad: titel, schrijver, datum, opdrachtgever en bij een schoolopdracht graag de klascode
tussenbladen met hoofdstuktitels



inhoudsopgave: met hoofdstukken en bladzijdennummers
inleiding: kort, met uitleg over ordeningsprincipe
achter ieder tussenblad de foto’s/ afbeeldingen/ tekeningen/ gedroogde exemplaren mét
wetenschappelijke + Nederlandse naam als ondertitel
index: achteraan. Een index is een register op alfabetische volgorde met bladzijdennummer.
Nodig als je ordeningsprincipe een ander is dan de alfabetische volgorde.

Een powerpointpresentatie (PPP) als fotoboek is een digitale diaserie. Iedere dia kun je zien als een pagina
van het ‘fotoboek’ (zie hierboven). Van je gedroogde exemplaren moet je een foto of scan maken.
Als je nog niet eerder met een PPP-programma op de computer hebt gewerkt, kun je de mogelijkheid
kiezen een stap-voor-stap-instructie te volgen. Je hebt dan wel minder keuzemogelijkheden voor
bladspiegel en indeling van de ‘pagina’.
In dit geval gebruik je de PPP niet als ondersteuning voor een mondelinge presentatie, maar als een doel
op zich.
Deze uitleg is gebaseerd op niveau B1 voor Nederlands. Het kan dus nog beter/ mooier. Je moet dan zeker
meer aandacht aan de inhoud schenken. Zie leerlijn/instructie ‘schrijven- het maken van een werkstuk B1
en het maken van een adviesrapport B2)
Sophies-Work: “Dat ziet er goed uit”
Download