Inleiding - KU Leuven

advertisement
I. Artistieke gevolgen van de Vietnamoorlog in de VS
1. Inleiding
De Vietnamoorlog: “Gruwelijke VS-getinte exponent na meer dan 1000 jaar onderdrukking door verschillende
vijanden.”
Voor we de gevolgen van deze zeer verschrikkelijke, bloedige en complexe oorlog weergeven, lijkt
het ons niet meer dan normaal dat we eerst even kort de oorlog nader verklaren…
Vroeger was Vietnam in twee delen verdeeld: Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam. Het Noorden van
Vietnam was toen al volledig communistisch, door de invloed van de Sovjet-Unie, en ze wilden dus
het communisme opdringen aan het zuiden. Zo geraakten de Amerikanen hier ook bij betrokken.
Ze wilden namelijk samen met het zuiden het communisme tegengaan! De twee kampen waren
dus: Noord-Vietnam tegen het Zuiden van Vietnam en Amerika. Amerika is zich komen moeien
omdat ze vooral bang waren voor de zogenaamde ‘dominotheorie’. Dat betekent dat als ZuidVietnam communistisch zou worden, dat dan ook meteen de buurlanden (Laos en Cambodja) in
feite “besmet” zouden worden en dat zo het communisme zich land per land zou verspreiden. De
Vietnamoorlog was niet zomaar een oorlog als een andere. Het was een guerrillaoorlog. Guerrilla is
een Spaans woord dat een bepaalde tactiek aanduidt. De Vietcong organiseerde een guerrillaoorlog
tegen de Amerikanen, die de Zuid-Vietnamezen steunden. Een voorwaarde voor een succesvolle
guerrilla is een moeilijk begaanbaar gebied met heuvels, of dichte bossen of moerassen. Voor de
Amerikanen dus een erg onbekend en moeilijk in te schatten oorlogsgebied, want ze waren niet
‘thuis’. Ook de lange tijdsduur speelde in het nadeel van de Amerikanen. Doordat de oorlog té lang
duurde, kregen ze tegenwerking van het thuisfront. Ze vonden bijvoorbeeld dat die oorlog te veel
geld koste, en bovendien dat hij te veel levens eiste! Wat zeer gruwelijk was aan de Vietnamoorlog
was dat de Amerikanen constant nieuwe middelen probeerden. De ontbladeringsmiddelen zijn hier
een voorbeeld van. De Amerikanen sproeiden tonnen ‘Agent Orange’ (= giftige dioxines) over de
bomen, met de bedoeling alles te ontbladeren zodat ze een heldere kijk zouden hebben op het
6
slagveld en ook zouden weten waar de Vietcong zich verscholen hield. De giftige dioxines kwamen
dan ook in het water terecht en in de grond. Aangezien die stof kankerverwekkend was, werden
vele mensen ongeneeslijk ziek, zelfs tot op vandaag. Ook zijn er jaren later veel kinderen geboren
met allerlei verschrikkelijke misvormingen. Een ander middel dat de Amerikanen gebruikten was
napalmgas, waar ze dorpjes mee bombardeerden. Napalm wordt voornamelijk gebruikt in
brandbommen, en het laat zeer ernstige brandwonden na bij mensen en dieren.
De volgende vraag die we zouden kunnen stellen is: hoe kon de Vietcong (de verzetsbeweging
vanuit het Noorden) ontkomen aan die bombardementen van de Amerikanen? Wel, ze bouwden
een uitgebreid netwerk van tunnels van wel 10 meter diep. De tunnels bevatten dan ook werkelijk
alle noodzakelijkheden bijvoorbeeld keukens, veldhospitalen, wapenopslagplaatsen. In totaal was de
tunnel meer dan 300 kilometer lang. Zo konden ze via de ondergrond onverwacht opduiken om
een verrassingsaanval uit te voeren op de vijand. Zo was de Vietcong voor de Amerikanen quasi
ongrijpbaar! Een gedeelte van de tunnels is nu opengesteld voor het publiek als museum. Men kan
de beklemmende sfeer diep onder de grond ontdekken. De dichte jungle bood ook een uitstekende
schuilplaats aan de Vietcongstrijders. Verder verstopten zij zich in de dorpjes onder de burgers. Een
luguber gevolg van deze strategie was de massaslachting door de Amerikaanse soldaten in een
Vietnamees dorpje My Lai in 1968. Uit pure frustratie slachtten de Amerikanen een groot deel van
de burgerbevolking, waaronder veel ouderlingen en veel kinderen, af.
Als conclusie kunnen we zeggen dat er hier eigenlijk geen winnaars te vinden zijn, enkel
verliezers... Door deze langdurige uitputtingsslag zijn er veel slachtoffers gevallen in beide kampen.
En door de gevoerde strategie van de Amerikanen zijn er nu nog steeds gevolgen voor de bewoners
van Vietnam, zoals misvormingen en ziektes. Amerikaanse soldaten die terug thuis kwamen werden
dikwijls niet aanvaard in de maatschappij, en bleven achter met een gigantisch trauma. Dikwijls
werden ze beschuldigd van kindermoord en vonden ze nauwelijks een baan. Deze situatie werd
treffend geïllustreerd in de speelfilm Rambo I, met Sylvester Stallone. Later heeft de geschiedenis
bewezen dat het communisme zichzelf de das heeft omgedaan...
Na deze korte inleiding, zullen we de gevolgen bespreken vanuit een iets creatievere hoek, met
name de muziek en de beeldende kunst.
7
2. Muzikale gevolgen
De muziek in de jaren ’60 werd vooral getekend door zijn protestgeladen inhoud, ten gevolge van
de Vietnamoorlog. Het protest kwam vooral vanuit de Amerikaanse bevolking, die inging tegen het
onrecht dat hun vaderland had begaan tegenover Vietnam. De eigenlijke bedoeling van de
Amerikaanse inmenging, was Zuid-Vietnam te verdedigen tegen (en eigenlijk te isoleren van) het
communistische Noord-Vietnam. Het liep echter snel uit de hand, wanneer Amerika zich niet enkel
beperkte tot verdediging, maar ook prominent in het veld de aanval startte en dit kreeg een
huiveringwekkende wending.
De oorlog was een feit!
2.1. Een nieuw tijdperk breekt aan: de hippies
Wanneer Amerika een nederlaag kende, was dit een enorme deuk in de Amerikaanse trots, het was
een werkelijke schande voor hen. Het Amerikaanse volk zag in dat dit te ver was gegaan en dat
zoiets nooit meer zou mogen gebeuren. Zo ontstonden betogers die zich fel tegen de oorlog
keerden, de hippies genaamd. De hippies worden gezien als makers van de “flowerpower”. Die
subcultuur, jeugdcultuur en vooral tegencultuur uitte zich door het dragen van felgekleurde kleren
met vele kleurrijke en fleurige patronen. Ook haarbanden, slippers, kralenkettingen en
ruwkatoenen hemden hoorden hier zeker en vast bij! Ze leefden vaak in communes maar vooral in
harmonie met de natuur! Ze hielden zich vooral bezig met wiet roken, thee drinken en luisteren
naar psychedelische muziek (experimentele rock). Hun maatschappijfilosofie was een mengsel van
protest tegen het kapitalisme en materialisme van hun ouders, ook het verbeteren van de
vertrouwdheid van de mens met oosterse religie, mystiek en spiritualiteit was één van hun doelen.
Ze waren ook zeer sterk tegen discriminatie en racisme. Ze streefden naar enkele ecologische
idealen zoals “terug naar Moeder Natuur” en zelfvoorzienend leven van het land (het liedje ‘Back to
the garden’ van Joni Mitchell beschrijft dit zeer goed). Een andere bezigheid was protesteren tegen
oorlog, honger en armoede in de wereld. De musical “Hair” (1969) illustreert de hippie-idealen
zeer goed, en geeft daarmee een goed beeld van de weerstand tegen de oorlog in Vietnam. Zij
maakten zelf protestliederen om zich te distantiëren van de rest en maakten het grootste deel uit
8
van het publiek dat naar de protestmuziek luisterde en deze festivals bezocht. Woodstock in 1969
was hiervan het bekendste voorbeeld.
2.2. Woodstock: “symbool voor vrede”
Het festival werd gehouden op 15, 16 en 17 augustus op een weide in New York. Het festival werd
georganiseerd door 4 personen: Michael Lang, John Roberts, Joel Rosenman en Artie Kornfeld.
Roberts en Rosenman plaatsten een annonce in de krant “The Times” om investeerders te zoeken
voor een muzikaal project. Het waren Lang en Kornfeld die hierop reageerden. De 4 mannen
kwamen samen en besloten om een festival te organiseren in New York.
Een geschikte locatie vinden was geen gemakkelijke klus. Eerst wilden ze het festival laten doorgaan
in Wallkill, New York, maar dit voorstel werd al gauw geweigerd en men voerde hiertegen
protest. Oorzaken hiervoor kunnen gezocht worden bij het revolutionaire karakter van het festival:
de hippiecultuur, protest tegen de vaderlandse wandaden, vrede voor iedereen, mobiele toiletten
en druggebruik waren fenomenen die in deze periode hun ontstaan kenden.
Het stadsbestuur van Wallkill was er niet voor te vinden om zoiets te promoten en lieten het
festival dus niet doorgaan. Uiteindelijk vonden ze dan toch een geschikte locatie en kwamen ze uit
bij Max Yasgur, een boer die een grote weide bezat in Bethel, New York, op 65 kilometer van
Woodstock. Op deze plek zou het festival doorgaan!
De organisatoren hadden geschat op 50 000 bezoekers en dat zou het maximum moeten geweest
zijn. In hun keuze voor de locatie hadden ze daar ook rekening mee gehouden, maar uiteindelijk
kende hun festival een buitengewoon succes, er kwamen maar liefst 400 000 bezoekers! Deze massa
zorgde uiteraard voor monsterfiles en heel wat chaos. Mede door het slechte weer en de drukte was
de weide één grote modderpoel. Een ticket kostte toen 18 dollar, wat nu gelijk zou zijn aan 77
euro, niet zo goedkoop dus. Het grootste deel betaalde echter niet. Woodstock was dus geen
winstgevende topper, maar later zouden ze hun schade wel inhalen met de verkoop van de film en
de albums, waarover dadelijk meer.
9
Zoals reeds gezegd, bestond het publiek vooral uit mensen die tot de hippiecultuur behoorden.
Hippies worden gekenmerkt door hun losbandige levensstijl, die aanleunt bij het boheemse1 en
door hun alternatieve visie (cfr. boven). Ook het veelvoudig gebruik van drugs stond bij hen
bekend. Logisch is dan te denken dat er veel geweld werd gepleegd binnen deze grote massa, maar
dat viel relatief goed mee. In totaal vielen er (slechts) drie doden tijdens deze drie dagen: één stierf
aan een overdosis heroïne, een andere werd overreden door een tractor, toen hij lag te slapen in de
weide en de derde stierf aan het springen van zijn blinde darm. Verder waren er nog vier
miskramen bij zwangere bezoeksters, maar er waren ook twee bevallingen onder de feestgangers.
Het festival werd vooral gekenmerkt door zijn broederlijkheid en solidariteit. De groepssfeer onder
de bezoekers was zeer goed. Het motto van het festival luidde dan ook: “Three days of Peace and
Music” . Of om het met de woorden van Max Yasgur, de eigenaar van de weide te zeggen:
"If we join them, we can turn those adversities that are the problems of America today into a hope
for a brighter and more peaceful future..."
“Als we de bezoekers (hippies) vervoegen en meegaan in hun visie en ingaan tegen deze wandaden
van ons vaderland Amerika, dan pas zullen we deze schandalige daden, die een probleem vormen
voor Amerika tot op de dag van vandaag, kunnen veranderen in de hoop op een betere en
vredevollere toekomst.”
De eerste dag mocht Richie Havens met zijn optreden het festival openen. Meteen daarna kwam
Swami Satchidananda, een Indische religieuze goeroe, spirituele meester en yogaleraar, een roeping
brengen. Enkele citaten:
“In fact, through the music, we can work wonders. Music is a celestial sound and it is the sound that controls
the whole universe, not atomic vibrations. Sound energy, sound power, is much, much greater than any other
power in this world. Even in the war-field, to make the tender heart an animal, sound is used. Without that war
band, that terrific sound, man will not become animal to kill his own brethren.
Therefore, let us not fight for peace, but let us find peace within ourselves first.”
1
Ongebruikelijke levenswijze binnen een groep zelfgezinden, vooral in een artistiek milieu. Deze zin zegt alles over
Woodstock: een revolutie was geboren!
10
Met onder andere deze woorden opende hij spiritueel het festival. Ook hier kan je goed zien dat er
een nieuwe visie ontstond, gebaseerd op vrede: vrede voor de medemens, vrede voor iedereen…!
De tweede dag speelden onder andere Santana, The Who en Creedence Clearwater Revival. Deze
laatsten waren de eersten die zich inschreven voor het muziekfestival en daarna stroomden de
inschrijvingen snel binnen. De laatste dag speelde onder andere Joe Cocker en Jimi Hendrix mocht
het festival afsluiten met een set van 16 nummers.
Enkele bekende bands kwamen helaas niet spelen. Daarvoor hadden ze elk hun persoonlijke reden:
The Beatles bijvoorbeeld kwamen niet omdat John Lennon voorstelde dat Yoko Ono, een
kunstenares en tevens zijn vrouw, met haar band zou komen spelen. Dit werd helaas geweigerd en
The Beatles besloten niet te gaan. Led Zeppelin weigerde te komen omdat ze zich een nummertje
vonden in heel de reeks van artiesten die kwamen spelen. Dit optreden zou volgens Led Zeppelin
hen geen faam bijbrengen. Bob Dylan zei zijn optreden af omdat zijn zoon plots ernstig ziek werd.
Tenslotte kwamen ook The Doors niet, omdat zij Woodstock eerder een kopie vonden van het
vroegere Monterey festival van juni ’67, waarover zo meteen meer...
In het begin waren de media niet zo happig op dit evenement. Ze beschouwden het als een soort
bijeenkomst van allerlei vreemde hippies en rare figuren, die er vreemd bijliepen en naar
protestmuziek luisterden en ze maakten er dan verslagen over zoals: "Traffic Uptight at Hippie fest"
en "Hippies Mired in a Sea of Mud." De media gaven dus een slecht beeld van het festival, althans in
het begin. Naar het einde toe werden ze positiever, omdat de journalisten gebeld werden door de
ouders van de festivalgangers, die een hele andere zijde van het gebeuren belichtten. Zo zie je dat
op deze manier niet alleen de festivalgangers bij deze culturele revolutie betrokken waren, maar
ook hun ouders en kennissen.
Later, toen iedereen begon in te zien wat een effect Woodstock had gehad op Amerika, begonnen
de media zich pas echt te mengen: men begon namelijk met het maken van de Woodstockfilm. Dat
liep echter niet van een leien dakje. Artie Kornfeld, één van de organisatoren van Woodstock, was
op zoek naar sponsors om zijn film te promoten. Hij ging langs bij Warner Bros om daar om
11
subsidies te vragen. Hij ging langs bij Fred Weintraub, de toenmalige executive manager van
Warner Bros, om een voorstel te doen inzake de Woodstockfilm. Het was een delicate zaak, want
bij Warner Bros ging het al een tijdje niet meer zo goed. Het was dus alles of niets. Uiteindelijk gaf
Weintraub toe en bood Kornfeld 100 000 dollar aan om zijn film te producen. De medewerkers
werkten volgens een “double-or-nothing scheme”.Dat wil zeggen dat als de film een succes werd,
ze dubbel loon zouden krijgen, maar er was uiteraard ook een keerzijde aan de medaille: als het een
blunder werd, kregen ze niets. Gelukkig kozen ze om het project aan te nemen, want de film kende
een enorm groot succes! De re-release van de DVD in blu-ray van 2009, bewijst dit.
Verder werden er nog tal van albums uitgebracht. Het eerste album werd uitgebracht in 1970
onder de naam “Music from the original soundtrack and more”. Dit album bevatte 1 à 2 nummers
van bijna elke groep of artiest. Het volgende jaar werd een nieuw album uitgebracht : “Woodstock
2”. Dit was een dubbel CD met ook de aankondigingen eraan toegevoegd. In 1994 werd dan de
“Woodstock Diary” uitgebracht. Later kwam een box uit die de drie vorige albums bevatte in 4
CD’s, maar zonder het geluid van het publiek, enkel de muziek, live opgenomen via de
opnameapparatuur. Ook werd er een album uitgebracht met enkel Jimi Hendrix’ performance.
Later volgde dan ook een album met enkel muziek van onder andere Santana, Janis Joplin, Johny
Winter… Onlangs, in 2009 werd er een 6 CD-box uitgebracht: “Woodstock 40 years anniversary”,
die alle opnames bevatte. Het is duidelijk dat er heel wat te doen is geweest rond het Woodstock
festival. Het had een geweldige impact op Amerika en bracht een echte culturele (r)evolutie te
weeg. Nieuwe visies ontstonden via de muziek en verspreidden zich onder de festivalgangers, mede
door het sterke groepsgevoel onder de mensen.
2.3. Vòòr Woodstock
De voorloper van Woodstock was eigenlijk het Monterey Pop festival in California. Dit festival
werd georganiseerd van 16 tot 18 juni 1967, twee jaar vòòr Woodstock dus. Het hoogste aantal
bezoekers was ongeveer zo’n 90 000 personen. Dit festival wordt beschouwd als het eerste
12
keerpunt in de Amerikaanse cultuur en het begin van een tegencultuur. Later zou de cultuur dan
een explosie kennen tijdens het festival van Woodstock. Het Monterey festival stond ook beter
bekend onder de naam “The Summer of Love”. Deze naam zegt al genoeg: gedaan met haat en
oorlog, liefde en vrede zijn de woorden van de toekomst!
Dit was ook het eerste festival waar de echte grote artiesten in Amerika samen kwamen spelen.
Artiesten als Jimi Hendrix, Janis Joplin, The Who en Otis Redding, waren er aanwezig. Zeer
opvallend was dat zij gratis kwamen spelen. Het was ook voor de artiesten een speciaal evenement:
hier kwamen de artiesten voor het eerst met elkaar in contact en er was een zeer gemoedelijke
onderlinge sfeer. Solidariteit stond dan ook centraal. Andere groten waren ook aanwezig, zoals :
Simon and Garfunkel, Canned Heat, Country Joe and the Fish, The Steve Miller Band, The Byrds
en Ravi Shankar. Artiesten die niet kwamen optreden waren bijvoorbeeld The Rolling Stones,
omwille van drugsproblemen. The Doors kwamen echter niet, omdat de organisatoren hen
gewoonweg vergeten waren!
Ook niet te vergeten is het antwoord van Europa op Woodstock. Omdat wij ons beperken tot
Noord-Amerika, bespreken we dit echter kort. Zo had je in Nederland, het Holland Pop festival in
1970 als reactie op het Woodstock festival. Dit festival werd georganiseerd in Rotterdam en telde
ruim 100 000 bezoekers. Het verschil met Woodstock was, dat dit festival niet zozeer politiek
getint was. Zaken als de Vietnamoorlog stonden niet bovenaan op de lijst, eerder de solidariteit
primeerde, alsook de verbetering van de intermenselijke verhouding. Verder nog was er het Isle of
Wight festival in Groot-Brittannië. Het belangrijkste festival van de drie - er werden er namelijk 3
georganiseerd (’68, ’69, ’70) - werd georganiseerd van 26 tot 31 augustus in 1970. Het was wel
dubbel zo groot als Woodstock en kreeg ruim 800 000 bezoekers! Groepen als The Who, The
Doors en Leonard Cohen, kwamen het publiek vermaken met een gesmaakt muzikaal optreden!
Zoals je dus kan zien speelde de muziek een fundamentele rol in het verspreiden van het nieuwe
gedachtegoed van de tegencultuur, die in de jaren ’60 in Noord-Amerika opkwam. De festivals die
hierboven besproken werden, dienden als een bijeenkomstplaats voor eensgezinde mensen met de
13
visie: “Vrede voor allen!” En het beperkte zich ook niet alleen tot Amerika! De muziek die gespeeld
werd, vooral op Woodstock dan, bevatte teksten die zeer politiek getint waren en wees met de
vingers op diegenen die het vaderland misbruikt hadden en het land betrokken hadden in de
Vietnamoorlog.
2.4. De vertolkers van de Strijdmuziek
Muziek speelde bij de hippies dus een zeer grote rol, en hun liederen handelden vaak over protest,
de zogenaamde strijdmuziek! De akoestische gitaar en de mondharmonica waren hierbij dan ook
onmisbaar. De hippieperiode wordt dus niet zonder reden de protestgeneratie genoemd. In hun
songs pleitten ze voor vrede en verdraagzaamheid. Ze zetten zich zelfs af tegen de conservatieve
ideeën van hun ouders. We bespreken kort even een paar bekende en succesvolle protestzangers.
Als eerste voorbeeld hebben we Bob Dylan, hij is namelijk één van de meest succesvolle
protestzangers in de geschiedenis. De boodschap “het verlangen naar een aangenamere wereld” zit
in veel van zijn liedjes verwerkt. Een andere zanger die dezelfde idealen heeft, is Richie Havens. Hij
zingt vooral over de vrijheid en hij speelde: “Handsome Johnny”, een soldaat in de Vietnamoorlog.
Een andere bekende zanger, van bij ons, Boudewijn de Groot, viel vooral in 1966 op met het liedje
“Welterusten, mijnheer de president”. Het lied is vrij cynisch en sarcastisch geschreven, en het
handelt over de psychologische en fysieke pijn die de soldaten in de Vietnamoorlog hebben moeten
verduren. Jimi Hendrix speelde het Amerikaanse volkslied “The Star-Spangled Banner” (de
gestemde vaandel) in een ruige rockversie, ook als protest tegen de Vietnamoorlog. De befaamde
Rolling Stones vertolkten liedjes die geïnspireerd waren door de ervaring van Vietnamveteranen.
“Paint it black” is hier een goed voorbeeld van. Het liedje handelt over de soldaten in de
Vietnamoorlog die begonnen te hallucineren door het nemen van LSD.
2.5. Bleef het allemaal onschuldig?
We kunnen dus wel zeggen dat de hippies sterk verbonden zijn met de muzikale revolutie. Ze zijn
bijvoorbeeld ook zeer sterk gerelateerd aan de seksuele revolutie. Zo waren hun teksten ook zeer
vaak seksueel getint. In de jaren ’60 stond dan ook alles in het teken van de modernisering en van
14
de veranderingen. Zo veranderde ook de kijk op seksualiteit door het aanvaarden van andere
normen en waarden door de jeugd, de hippies in wording. Het denken van de provo’s
(anarchistische beweging opgericht door Roel van Duijn) en de vrije seks van de hippies, hebben
zeer veel bijgebracht aan de uitbouw van de seksuele revolutie. Geleidelijk aan durfden homo’s en
lesbiennes, vooral in de grote steden, zich te “outen”. Aan de seksuele revolutie echter waren ook
enkele nadelen verbonden, zo namen sommigen het hippiemoto, “If it feels good, do it”, te serieus.
Hierdoor kwamen er meer verkrachtingen, en het aantal mensen met geslachtsziekten nam snel en
sterk toe. Mee om die reden, waren er vele tegenstanders van deze revolutie. De roomskatholieken vonden de seksuele revolutie helemaal geen vooruitgang en ze waren al helemaal tegen
de kunstmatige anticonceptie (de pil is uitgevonden in 1969!). De protestsongs gingen dus niet
enkel over vrede, liefde en respect maar ook over drugs en seks en waren tot op zekere hoogte ook
blasfemisch.
2.6. En… Wat nu?
Tot op de dag van vandaag hebben de hippies nog invloed op onze maatschappij. Zo zijn er nog
steeds hippies: De neo-hippies. Ze worden natuurlijk gekenmerkt door de echte hippieprincipes en
leefgewoonten. Zo zijn ze bijvoorbeeld heel individueel, zeer sterk verbonden met de natuur. Ze
geven om zich zelf, maar nog meer om anderen en hun omgeving. Ze strijden voor de vrijheid, en
iedereen is zogezegd uitgenodigd. Ze zijn nog steeds zeer speciaal gekleed, ze hebben nog steeds
hun eigenzinnige, kleurrijke en nonchalante kledingstijl (vooral de hippievrouwen dan). De kleding
is echter niet het belangrijkste… Begin de jaren 90’ was er een korte opleving van de
hippiebeweging, onder invloed van het vallen van het ijzeren gordijn. De populariteit van de grunge
(Amerikaanse gitaarrock, Nirvana is hier een goed voorbeeld van) en de rock steeg! Ook de
opkomst van de milieubewegingen werd hierdoor sterk geactiveerd. Bij Greenpeace valt er
bijvoorbeeld nog veel hippie-invloed te bespeuren. Niet alleen op sociaal gebied vinden we
invloeden van de hippies, maar ze proberen ook te wegen op nationale en internationale politieke
beslissingen. Zo is er bijvoorbeeld nog veel van hun gedachtegoed bij het linkse politieke spectrum
te vinden, zoals bij de SP en Groen Links.
15
Nog maar een 5-tal jaar geleden, meer bepaald op 21 juni 2004, verscheen er een artikel in de krant
over de “neo-hippies”, met als titel: “Blair heeft buik vol van de hippie-erfenis!”. Hij praat de jaren-60generatie een schuldcomplex aan. Zo zegt hij dat het hun schuld is dat de criminaliteit en het
asociaal gedrag in Groot-Brittannië gestegen is. Hij zei toen ook (wetende dat Blair zelf vroeger een
echte hippie was!): 'Een gemeenschap van verschillende levensstijlen heeft een generatie voortgebracht zonder
ouderlijke discipline, goede rolmodellen en verantwoordelijkheid naar anderen. Mensen hebben hun buik vol van
de jaren zestig-consensus. Ze willen een gemeenschap met eigen verantwoordelijkheid'. Rules, respect and
responsability, vindt hij het nec plus ultra. Dit strookt echter niet echt met de normen en waarden
van de neo-hippies volgens hem…
Ook in de mode hebben de hippies met hun flowerpower veel betekend voor ons, vooral voor de
vrouwen! Niet alleen de wijdvallende broeken waren een must voor de hippies, ook de enorm
strakke kleding is iets van hun tijd. Zo deden de minirok en de hotpants hun intrede, om de
onafhankelijkheid van de vrouw te benadrukken. Diezelfde zwoele attributen worden tot op de dag
van vandaag nog zeer veel gedragen. De hippie invloed in de mode is dus duidelijk niet weg te
denken!
We kunnen besluiten dat de hippies en hun flowerpowerinvloed tot op heden niet weg te denken
zijn uit onze maatschappij… Op sociaal gebied, op politiek gebied maar ook zeker in de mode en in
de muziek!
16
3. De invloed van de Vietnamoorlog op de moderne kunst
3.1. Protest in de jaren ‘60
3.1.1. Tijdskader
De jongeren die in de jaren ’60 leefden zagen dat er na twee decennia van toenemende welvaart een
einde bleek te komen aan de alsmaar toenemende vooruitgang. Zo was in mei 1961 7.1% van de
Amerikaanse bevolking werkloos, terwijl dit in mei 1951 slechts 3.0% van de toenmalige bevolking
was. Door deze neerwaartse conjunctuur verloren vele toenmalige studenten hun hoop in de (tot
dan onaantastbare) consumptiemaatschappij. Voor deze neerwaartse spiraal werden de slechte
eigenschappen van het Amerikaanse systeem gecamoufleerd door een toenemende welvaart. Toen
dit niet meer het geval was ontstond er een regelrechte breuk. In die tijd kwam “the American way
of life” op de helling te staan. Volgens deze levenswijze stond alles in het teken van consumeren.
Ook moest voor deze levenswijze vrijwel alles wijken. Het leven was in die tijd eenvoudig, maar
had door deze eenvoud ook een relatief grote zekerheid. Toen deze zekerheid begon weg te vallen
begon men dus ook aan het ganse systeem te twijfelen.
3.1.2. De studenten beginnen te revolteren
Vele studenten zagen hun zekerheid wegvallen door de neerwaartse conjunctuur. Ze begonnen te
twijfelen aan de maatschappelijke orde. De universiteit werd gezien als een afspiegeling van de
maatschappij en hiertegen begonnen ze te protesteren. De kritiek, die in het begin vooral gericht
was tegen de universiteit, groeide uit tot een protest tegen de maatschappij en tegen het systeem.
Tijdens deze betogingen werd de oorlog in Vietnam een speerpunt. Vietnam werd voor de
studenten het symbool voor de politieke repressie.
De studentenbetoging op de universiteit van Berkeley2 was de eerste. Deze betoging werd
hardhandig uit elkaar geslagen door de ordediensten. Dit optreden werd door heel wat mensen
gezien als een optreden tegen de democratie. Hierdoor verklaarden vele studenten en professoren
2
Berkeley is een prestigieuze universiteit in California. De studenten die hier zitten (en zaten) waren van elitaire afkomst.
17
van andere universiteiten dat ze achter de protesten stonden. Het duurde dan ook niet lang tot er in
heel de wereld protesten uitbraken tegen het (tot dan toe gangbare) systeem.
3.1.3. De studentenbetogingen breidden zich uit
In mei ’68 stond de ganse wereld in vuur en vlam. De studentenbetogingen gingen in verschillende
landen een eigen weg op. In Frankrijk was de mei ’68 - beweging links georiënteerd. De Franse
studenten verzetten zich tegen de toenmalige maatschappij en propageerden de vrije liefde.
Symbolische leider van de mei ’68 beweging in Frankrijk was de filosoof Jean-Paul Sartre. Sartre
was in die tijd een bekend filosoof en schrijver. Hij dweepte openlijk met de communistische
leiders en stelde zich als intellectueel pro Sovjet-Unie op.
In België was de mei ’68 beweging dan weer anti-Waals. De Leuvense studenten staakten tegen de
Franstalige invloeden in de K.U. Leuven. Vlaamse studenten liepen rond met spandoeken waarop
“Walen buiten” te lezen was en verschillende universiteitsgebouwen werden vernield. Uiteindelijk
besloot Wallonië een eigen universiteit op te richten als tegenhanger van Leuven. Deze universiteit
werd gebouwd in Louvain-La-Neuve3.
In Tsjecho-Slowakije4 resulteerde de studentenbetogingen in de Praagse Lente. Aangezet door de
betogingen die over gans de wereld plaatsvonden betoogden de studenten in de toenmalige
hoofdstad van Tsjecho-Slowakije voor een zachte vorm van het socialisme. Hun leider was
Alexander Dubcek. Dit protest werd hardhandig uit elkaar geslagen door de Sovjet-Unie onder
leiding van Leonid Brezjnev. Tijdens één van deze protesten stak Jan Palach zichzelf in brand. Hij
werd later een symbool van de Praagse Lente.
3.1.4. Studentenbetoging in de Verenigde Staten
De studentenprotesten in de Verenigde Staten smolten samen met de anti-Vietnambetogingen. In
’68 verbonden deze twee protestgroepen zich met de burgerrechtenbeweging. Deze
protestbeweging ging zich keren tegen de oudere generaties. De protestbeweging kreeg anders dan
3
Louvain-La-Neuve is een universiteitsstad die in 1968 werd gebouwd. In Louvain-La-Neuve bevindt zich de UCL
(Université Catholique de Louvain)
4
Op 1 januari 1993 werd Tsjecho-Slowakije opgedeeld in Tsjechië en Slowakije.
18
in de rest van de wereld geen politiek, maar een cultureel karakter. Terwijl in Europa de protesten
vooral werden geleid door figuren met een politiek karakter, waren het in de Verenigde Staten
vooral zangers en kunstenaars die de ontevredenheid van de jongeren uitdrukten. Een uitzondering
hierop was Martin Luther King. King was als zwarte dominee een van de meest prominente figuren
uit de burgerrechtenbeweging. Hij vond dat zwarten dezelfde rechten moesten krijgen als blanken.
Een doorn in het oog van King was de oorlog in Vietnam, die hij steevast “the enemy of the poor”
noemde. In april 1967 hield “doctor King” een wereldberoemde toespraak genaamd “Beyond
Vietnam”.
We were taking the black young men who had been crippled by our society and sending them eight thousand
miles away to guarantee liberties in Southeast Asia which they had not found in southwest Georgia and East
Harlem. And so we have been repeatedly faced with the cruel irony of watching Negro and white boys on TV
screens as they kill and die together for a nation that has been unable to seat them together in the same schools.
And so we watch them in brutal solidarity burning the huts of a poor village, but we realize that they would
hardly live on the same block in Chicago. I could not be silent in the face of such cruel manipulation of the
poor. (…) A true revolution of values will soon look uneasily on the glaring contrast of poverty and wealth.
With righteous indignation, it will look across the seas and see individual capitalists of the West investing huge
sums of money in Asia, Africa, and South America, only to take the profits out with no concern for the social
betterment of the countries, and say, "This is not just." It will look at our alliance with the landed gentry of
South America and say, "This is not just." The Western arrogance of feeling that it has everything to teach
others and nothing to learn from them is not just.
(Martin Luther King, Beyond Vietnam, 1967)
Bovenstaand uittreksel uit de toespraak die Martin Luther King hield, verwoordt perfect de mening
van de opposanten. De Afro-Amerikanen hadden het gevoel dat ze gebruikt werden om een oorlog
te voeren die hen niets aanging. Zij hadden, als armste bevolkingsgroep, niet de mogelijkheid om
zichzelf vrij te kopen bij de zogenaamde loterijen. Deze loterijen zorgden ervoor dat de rijke
toplaag van Amerika hun zonen niet naar Vietnam moest sturen. Dit zette heel wat kwaad bloed bij
de minder gegoeden.
19
Uit het tweede uittreksel kunnen we duidelijk de ontevredenheid van de actievoerders halen. Zij
vonden dat het leven om meer draait dan om enkel geld en achtten de tijd dan ook rijp om een
waarderevolutie door te voeren. Deze revolutie zou zich ook op cultureel vlak laten gelden.
3.2.Visuele kunst
3.2.1. Dadaïsme
"De bourgeois beschouwde de dadaïst als een losbandige onverlaat, een revolutionaire schurk, een barbaarse
Aziaat, die het op zijn klokken, brandkasten en lijst met eretitels had gemunt. De dadaïst verzon 'practical
jokes' om de bourgeois slapeloze nachten te bezorgen... De dadaïst hield de bourgeois een gevoel van verwarring
en een ver, doch hevig gerommel voor, zorgde ervoor dat de klokken begonnen te zoemen, zijn brandkasten de
wenkbrauwen fronsten en zijn eretitels rood aanliepen.
(Hans Arp5)
Het dadaïsme ontstond in het begin van de 20e eeuw in Zwitserland. Het dadaïsme werd
simpelweg dada genoemd en was meer dan kunst alleen, het was een levensstijl. De kunstenaars
waren ontgoocheld in de mensheid. Dit door het geweld dat de Eerste Wereldoorlog had
voortgebracht. Zij vonden alles nutteloos, bijgevolg vonden ze de esthetische waarden ook
compleet nutteloos. Volgens hen was smaak gewenning, het was de gewenning die ze verachtten
evenals de toenmalige maatschappelijke orde. De kunstenaars achtten daarom het proces en het idee
achter een kunstwerk belangrijker dan het kunstwerk zelf. Belangrijk is dat ze geen kunst maakten
maar antikunst. Ze hadden dus niet de bedoeling om kunst te maken die in musea zou worden
tentoongesteld. Vanuit hun poging om antikunst te maken trokken ze de toenmalige kunst in het
belachelijke. In de conceptuele kunst bombardeerden ze een schijnbaar alledaags voorwerp tot
kunstvoorwerp of plaatsten ze twee voorwerpen bij elkaar, wat ze dan ook tot kunstvoorwerp
uitriepen. Dit noemden ze readymades. Een belangrijke maker van deze readymades was Marcel
Duchamp. Marcel Duchamp was een Franse kunstenaar en geldt als een van de pioniers wat betreft
conceptuele kunst. Hij maakte tal van readymades, maar de meest bekende is waarschijnlijk
5
Hans Arp (1886-1966) was een Duits-Frans schilder, beeldhouwer en dichter.
20
Fountaine. Fountaine is eigenlijk gewoon een porseleinen urinoir dat op zijn kant ligt. Op het
urinoir staat er R.Mutt geschreven. Wat deze twee woorden juist betekenen is onbekend, toch is er
hierover een aanneembare theorie. Zo zou R voor Richard staan, wat in het Frans rijkaard betekent
en zou Mutt staan voor het Engelstalige woord dat vuile hond betekent. Het verhaal dat over deze
readymade gaat, heeft er voor gezorgd dat het in 2004 werd verkozen tot het invloedrijkste
kunstwerk van de 20e eeuw. In 1917 zou Marcel Duchamp een dadaïstische beweging hebben
opgericht in New York. Deze beweging hield een wedstrijd, waarbij iedereen tegen een prijs van
zes dollar twee zelfgemaakte kunstwerken mocht insturen. Marcel Duchamp, die zelf in de jury
zetelde, geloofde niet dat de andere juryleden even ruimdenkend waren als dat ze wel beweerden.
Hij besloot anoniem een urinoir, met daarop de letters R.Mutt, op te sturen. De juryleden dachten
dat het om een grap ging en weerhielden de inzending van Duchamp niet. Het urinoir werd niet
tentoongesteld. Duchamp besloot uit de jury te stappen. Andere bekende readymades van
Duchamp zijn: Het Fietswiel, Het Flessenrek en Het Hoedenrek. In de schilderkunst gebruikte men
onrealistische vormen en was iedere vorm van eenheid ver te zoeken. Men gebruikte chaotische
composities, en alle kleuren liepen zomaar door elkaar. Een belangrijke vertegenwoordiger van de
dadaïstische schilderkunst was Max Ernst. Zijn schilderijen lijken op geschilderde collages. Het
bekendste werk van Max Ernst is ongetwijfeld De Olifant Van Celebes.
Het dadaïsme heeft vooral veel betekend door zijn invloed op latere kunststromingen. Onder de
kunststromingen die schatplichtig zijn aan het dadaïsme rekenen we het surrealisme, het abstract
expressionisme en de pop art.
3.2.2. Surrealisme
Het kernidee van het surrealisme is het schilderen van vormen, die associaties kunnen opwekken.
Het zijn de associaties en de gedachten van het publiek die vooral belangrijk zijn in de surrealistische
kunst. Voordien waren schilderijen duidelijke afbeeldingen van een werkelijkheid die werkelijk
was. Zo schilderde men bijvoorbeeld een vrouw met op de achtergrond heuvels. Bij dit soort van
schilderijen moest de kijker geen intellectuele inspanning leveren, omdat de lijnen op het schilderij
21
zeer duidelijk hun functie verklaarden. Onder invloed van het dadaïsme ontstond een nieuwe
kunststroming: het surrealisme. Bij de surrealistische kunst echter moest de toeschouwer de lijnen
interpreteren en nadenken over de associaties die de vormen op het schilderij bij hem opwekten. In
surrealistische schilderijen wordt er geen rekening gehouden met perspectief of zwaartekracht. Dit
omdat de taferelen die zij uitbeelden, niet in werkelijkheid bestaan. Belangrijke surrealistische
kunstenaars waren René Magritte6, Joan Miro7, Giorgio de Chirico8, Salvador Dali9, Pablo Picasso10
en Paul Delvaux11.
3.2.3. Abstract expressionisme
Het abstract expressionisme is een kunststroming, die ontstond in New York tijdens de jaren ‘40.
Het is mede door het abstract expressionisme dat New York zich vanaf toen kon profileren als
toonaangevend kunstcentrum voor de rest van de wereld. De pioniers van het abstract
expressionisme waren Europeanen die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de Verenigde Staten
waren gevlucht. Deze Europeanen behoorden tot de avant-garde van het toenmalige conservatieve
Amerika. Het abstract expressionisme (of het Amerikaans expressionisme) is sterk beïnvloed door
het surrealisme, het kubisme en het expressionisme. Toch kunnen we stellen dat het surrealisme de
grootste invloed heeft gehad op het abstract expressionisme.
Er is geen eenduidige stijl binnen het abstract expressionisme, maar grofweg kunnen we de abstract
expressionisten opdelen in twee groepen: de kunstenaars die geïnteresseerd waren in de handeling
van het schilderen en de kunstenaars die geïnteresseerd waren in de emotie van het schilderen.
De kunstenaars die geïnteresseerd waren in de handeling namen van de surrealisten de primitieve
schildertechnieken over en het principe van het zogenaamde automatisme. Dit principe bestaat erin
om zo ongecontroleerd mogelijk aan een schilderij te beginnen, om je door je gedachten van het
moment zelf mee te laten slepen. De figuren die je op je doek tekent zullen onwillekeurige
associaties oproepen, die je dan kan volgen. Hierin zien we een grote invloed van het surrealisme,
René Magritte (1898-1967) was een Belgisch kunstschilder
Joan Miro (1893-1983) was een Spaans schilder, beeldhouwer, graficus en keramist
8
Giorgio de Chirico (1888-1978) was een Grieks-Italiaans schilder
9
Salvador Dali (1904-1989) was een Spaans kunstschilder en veelzijdig artiest
10
Pablo Picasso (1881-1973) was een Spaans kunstschilder, tekenaar, keramist, beeldhouwer
11
Paul Delvaux (1897-1994) was een Belgisch kunstschilder
6
7
22
waarbij er van de toeschouwer verwacht werd om associaties op te roepen. Deze schildertechniek
lag aan de basis van action painting12.
Zij die meer geïnteresseerd waren in het emotionele aspect van het abstract expressionisme
verwerkten in hun schilderijen een groot deel van hun angsten. Belangrijk is om te weten dat de
bloeiperiode van het abstract expressionisme zich tijdens de Koude Oorlog afspeelde. Thema’s als
angst en vrees om een nieuwe oorlog (en om de atoombom) werden dan ook verwerkt in de
schilderijen. Het existentialisme (mei ’68) had ook een grote invloed op het abstract
expressionisme. Volgens het existentialisme is het menselijke bewustzijn subjectief en zodoende
kunnen we onszelf nooit objectief leren kennen. Wel kunnen we ons objectief bekijken door de
ogen van anderen. Als andere mensen als een soort van spiegel kunnen fungeren, dan kunnen
kunstwerken dit ook. Eigenlijk fungeert het kunstwerk dan als een spiegel, waarin we ons zelf
kunnen ontdekken. Het is dan ook belangrijk om je tijdens het schilderen zoveel mogelijk door je
emoties te laten leiden, waardoor de spiegel zo puur mogelijk zal zijn. Wel moeten we erbij
vermelden dat Sartre deze stelling nooit lang heeft vastgehouden.
Dat emotie een belangrijk facet was binnen het abstract expressionisme heeft er voor gezorgd dat
de meeste kunstenaars gekenmerkt werden door hun grote individualiteit. Deze individualiteit was
een belangrijke reden voor het ontbreken van een algemene structuur binnen het abstract
expressionisme. Een gevolg van de grote individualiteit van de abstract expressionisten was het
anticommunistische gedachtegoed dat de kunstenaars deelden. Op deze manier werd het abstract
expressionisme een metafoor voor de Verenigde Staten tijdens de koude oorlog. Nog een gelijkenis
tussen de kustenaars van het abstract expressionisme en de Verenigde Staten tijdens de koude
oorlog is het opnieuw willen beginnen. In plaats van een Europese kunststijl over te nemen heeft
het abstract expressionisme ervoor gekozen om een nieuwe weg in te slaan. Ook Amerika wilde na
de oorlog opnieuw beginnen en heeft in Europa een nieuw sociaal stelsel ingevoerd dat een
tegenhanger was van het communisme.
12
Action painting is een schildertechniek waarin niet het resultaat, maar de handeling van het schilderen centraal staat. De
bekendste vertegenwoordiger van action painting is Jackson Pollock.
23
Het mag dan ook geen wonder heten dat de Amerikaanse overheid het abstract expressionisme
steunde tijdens de koude oorlog. Zo heeft de koude oorlog, en de oorlog in Vietnam al zeker effect
gehad op het abstract expressionisme (alias het Amerikaans expressionisme).
3.3. Uitbreiding: Popart13
3.3.1. Referentiekader
Na de Tweede Wereldoorlog lagen de Europese landen in zak en as. Door de allesvernietigende
oorlog bleef er van de vooroorlogse industrie zo goed als niets meer over. De Verenigde Staten
kwamen echter zo goed als ongeschonden uit de Oorlog. Hun industrie werkte nog wel en was zelfs
in staat meer te produceren dan nodig was in het Amerikaanse continent. Om een afzetmarkt te
creëren voor hun producten begonnen ze met het Marshallplan14.
De Amerikaanse overheid gaf ieder Europees land, dat binnen hun invloedzone lag, een bepaald
bedrag om hun land terug op te bouwen. De drijfveer achter deze wederopbouw van Europa was
zowel economisch als politiek. Door de landen die binnen hun invloedszone lagen in ijltempo terug
op te bouwen kon de Amerikaanse overheid de Europese landen behoeden voor het communisme
dat op de loer lag.
In de jaren ’50 leek de crisis die in de jaren ’30 Amerika (en de rest van de wereld) teisterde
gedaan. De bevolking groeide terug en de levensstandaard nam toe. In 1958 werd door de
Amerikaanse econoom John Kenneth Galbraith de term welvaartmaatschappij gebruikt voor de
financiële zekerheid die toen heerste. De mensen begonnen meer te verdienen, ze kregen meer
vrije tijd. Kortom er was geld en tijd om te consumeren. De Amerikaanse droom werd iets dat je
kon bereiken door zoveel mogelijk consumptiegoederen te kopen. Dit is de tijd waarin ijskasten,
televisies en auto’s hun intrede doen in het Amerikaanse gezin. Ook in Europa doet deze
welvaartmaatschappij haar intrede. Hier speelden reclamemakers graag op in. De American Dream
werd in de reclamespots verheerlijkt en het duurde niet lang voor Europa Amerika volgde en er
ook in de Europese huiskamer en masse televisies verschenen.
Dit zorgt voor een
veramerikanisering van Europa. Hollywood films waarin de American Dream wordt verheerlijkt
Illustraties: zie Bijlagen n°17
Het Marshallplan was een materieel hulpplan, dat was uitgedacht door de toenmalige Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken George C. Marhall. Het Marshallplan trad in werking in 1948.
13
14
24
worden ook in Europa bekeken. Deze tendens wordt door de Amerikaanse overheid gesteund als
propagandamiddel tegen het communisme.
3.3.2. Ontstaan Popart
De term pop art werd voor het eerst gebruikt door de Britse kunstcriticus Lawrence Alloway15 in
1945. Hij gebruikte de term pop art als een samenvatting van de massacultuur. Toen de term voor
het eerst in 1945 werd gebruikt was er van de kunststroming pop art nog geen sprake. De pop art
als kunststroming ontstond begin jaren ’50 in zowel Groot-Brittannië als de Verenigde Staten.
Opmerkelijk is dat deze twee vormen van pop art los zich van elkaar ontwikkelden.
Het begon allemaal in 1956 toen Richard Hamilton16 de affiche “Just What Is It that Makes Today's
Homes So Different, So Appealing?” ontwierp voor de catalogus van de “This Is Tomorrow 17”tentoonstelling. Deze tentoonstelling werd georganiseerd door The Independent Group18. Het
kunstwerk was oorspronkelijk bedoeld als affiche en illustratie. Het is een collage die doet ogen als
een fantasiewereld waarin consumenten hun saaie naoorlogse leven even kunnen vergeten. De
illustraties die de collage opvullen haalde Hamilton grotendeels uit advertenties die in populaire
tijdschriften te vinden waren. Door deze materialen te gebruiken gaf Hamilton te kennen dat
massamedia een plaats verdienen in de hoogste regionen van de Westerse kunst. Tegelijk gaf hij aan
dat de traditionele grenzen stilaan vervaagden
en eigenlijk een overblijfsel waren van het
traditionele esthetische bewustzijn. Deze collage van Hamilton wordt algemeen bestempeld als het
eerste pop art kunstwerk.
3.3.3. Popart in Groot-Brittannië
De Britse pop art was schilderachtig, autobiografisch en associatief. De hoofdreden voor het
schilderachtige karakter van de pop art in Engeland was dat de meeste popartkunstenaars, die in
Engeland werkten, een klassieke schildersopleiding hadden genoten.
15
Lawrence Alloway (1926-1990) was een Brits kunstcriticus.
Richard Hamilton (1922-) is een Brits kunstenaar.
17
“This Is Tomorrow” was een tentoonstelling die the Independent Group in de Whitechapel Art Gallery in Londen
organiseerde.
18
The Independent Group was een groep van kunstenaars en kunstcritici die de bestaande ideeën over moderne kunst wilden
omverwerpen.
16
25
De Britse pop art was in tegenstelling tot de Amerikaanse niet populair bij de grote massa. Ook zijn
de Britse pop art artiesten in tegenstelling tot de Amerikaanse pop art artiesten kunstenaars met een
degelijke opleiding die voortbouwden op de traditionele kunsten. Zij wilden op een persoonlijke
manier weergeven dat de samenleving, onder invloed van de eigentijdse, stedelijke cultuur, grote
veranderingen had ondergaan. De Britse pop art was eerder theoretisch georiënteerd. Het was de
bedoeling om de verandering van de maatschappij in kunst uit te beelden. De bekendste Britse pop
art- artiesten zijn ongetwijfeld Richard Hamilton, David Hockney19 en Joe Tilson20.
3.3.4. Popart in Amerika
In Amerika kwam de pop art rond het jaar 1962 als een tegenreactie op het abstract
expressionisme. De Amerikaanse pop art wordt ook het new realism genoemd. Het abstract
expressionisme werd door de Amerikaanse jonge kunstenaars als te serieus, te elitair en te
hiërarchisch gezien. In plaats van kunst te maken die je pas begrijpt met een zekere theoretische
voorkennis maakten deze jongeren kunst die door iedereen te begrijpen was. In tegenstelling tot de
Britse kunstenaars die een eerder theoretische basis hadden, trachtten de Amerikaanse kunstenaars
de consumptiewereld waarin ze leefden te visualiseren.
Wat betreft de vorm van de kunstwerken lijken de werken die tot de Amerikaanse pop art behoren
sterk op de dadaïstische kunstwerken. Een groot verschil tussen het dadaïsme en de pop art is dat de
pop art geen antikunst is. Zo viel de pop art niet de consumptiemaatschappij an sich aan, maar
gebruikte tal van verschijningsvormen van deze consumptiemaatschappij om de moderne kunst te
vernieuwen. Wel zijn er latere pop art kunstenaars die elementen van de consumptiemaatschappij
in hun werk bekritiseren, maar hierover later meer.
Een belangrijke inspiratiebron voor de pop art is de Amerikaanse samenleving in al haar facetten.
Deze samenleving onderging in de jaren ’60 en ’70 grote veranderingen en deze veranderingen zijn
dan ook merkbaar in het werk van pop art artiesten.
In pop art werken van de jaren ’60 focussen op de nieuwe consumptiemaatschappij. Coca- Cola,
Elvis en Marilyn Monroe worden onderwerpen van pop art werken. Maar ook de seksuele
19
20
David Hockney (1937-) is een Brits kunstenaar.
Joe Tilson (1928-) is een Brits kunstenaar.
26
revolutie die in de jaren ’60 begon door te breken wordt afgebeeld. Deze pin-up afbeeldingen
werden uit pornoblaadjes gehaald. In “Het Grote Amerikaanse Naakt” van Tom Wesselmann21
wordt een vergelijking gemaakt tussen de overvloed aan producten en de opkomende seksuele
vrijheden.
3.3.5. Popart en de Vietnamoorlog
Eind jaren ’60 was pop art volledig opgenomen in de kunst van de 20e eeuw. De pop art was er niet
in geslaagd zijn idealen waar te maken. De definitie van kunst was nog steeds niet veranderd, noch
was kunst er minder hiërarchisch op geworden. De pop art had eigenlijk alleen maar het domein
van de kunst vergroot. Om de relatie tussen de pop art en de tijdsgeest tijdens de woelige jaren ’60
duidelijk te maken zei de kunstcriticus Harold Rosenberg het volgende: “ We kunnen ook zeggen
dat in de jaren zestig werd geprobeerd om alles steeds maar mooier te maken, zodat de idee van de
wereld als museum ontstond, en dit betekent dat de kunstwereld zich vanwege de steeds heviger
wordende politiek-sociale crisis en intellectuele verwarring in de Verenigde Staten steeds verder
terugtrok.22”
Aangezien de economische heropleving en de economische voorspoed van Amerika tijdens de jaren
’60 grotendeels gebaseerd was op een oorlog tussen het kapitalisme en het communisme en
aangezien de pop art door deze economische welstand kon doorbreken, kunnen we de pop art niet
los van de Koude Oorlog bekijken. ‘The American way of living’ werd in de pop art gecultiveerd.
Kenmerken van deze Amerikaanse levenswijze zijn; hedonisme, consumptiecultuur en massamedia.
Vanzelfsprekend hielden enkele Amerikaanse pop art kunstenaars zich dan ook bezig met het
afbeelden van de minder fraaie kant van Amerika. In 1961 maakte Robert Indiana23 het kunstwerk
“The American Dream I”. Dit kunstwerk focust zich vooral op het feit dat er bij de ‘American
Dream’ altijd maar één winnaar is. De rest is dus verliezer. Ook tijdens de oorlog in Vietnam kwam
via pop art de donkere kant van de Amerikaanse samenleving naar boven. Robert Creely24 schreef
bij “The American Dream I” het volgende gedicht:
21
Tom Wesselmann (1931-2004) was een Amerikaans pop art artiest.
McCarthy D, Stromingen in de moderne kunst, Pop Art, Thoth Bussum uitgeverij, 2001, 79p.
23
Robert Indiana (1928-) is een Amerikaans kunstenaar.
24
Robert Creely (1926-2005) was een Amerikaans dichter, hij behoorde tot de zogenaamde Black Mountain Poets.
22
27
Edges and disjuncts, shattered, bitter planes,
a wedge of disconsolate memories to echo fame,
fear of the past, a future still to blame-Multiple heavens, hells, nothing is straight.
You earn your money, then you wait
for so-called life to see that you get paid.
Tilt! Again it's all gone wrong.
This is a heartless, hopeless song.
This is an empty, useless song.
In 1964 maakt Robert Rauschenberg25 het werk “Buffalo II”. Rauschenberg maakte (net als Andy
Warhol26) gebruik van de zeefdruktechniek. Wel gebruikte hij deze techniek vanuit een totaal ander
oogpunt dan Warhol. Warhols doel was om het beeld een bepaalde lading te geven door de
zeefdruk meerdere malen over elkaar toe te passen. Rauschenberg daarentegen vulde het beeld
volledig op. Hierbij bracht hij verschillende lagen aan. Het speciale aan zijn werk “Buffalo II” is dat
er geen middelpunt is. Elke afbeelding eist afzonderlijk de aandacht op. Zo zien we een foto van de
vermoorde president John F. Kennedy27, Coca-Cola, een legervliegtuig, een astronaut… Al deze
foto’s roepen bij de kijker associaties op met Amerika in de jaren ’60. Tegelijk tracht iedere foto de
aandacht van de toeschouwer naar zich toe te trekken. Het verkregen effect heeft iets weg van
zappen op tv.
In 1965 werd het werk “f-111” van James Rosenquist28 tentoongesteld. Dit werk is een
rechtstreekse commentaar op de oorlog in Vietnam. Op het schilderij zien we de bommenwerper f111. Dit zou het meest efficiënte (en het meest dodelijke) wapen van de Amerikaanse luchtmacht
25
Robert Rauschenberg (1925-2008) was een Amerikaans kunstenaar, die mede aan de basis stond van de pop art.
Andy Warhol (1928-1987) was een Amerikaans kunstenaar, publicist en cineast. Hij is het meest bekend vanwege zijn 4luik afbeeldingen van toenmalige beroemdheden.
27
John F. Kennedy (1917-1963) was een democratisch president. Hij werd in Dallas vermoord door Lee Harvey Oswald.
28
James Rosenquist (1933-) is een Amerikaans kunstenaar en tevens vertegenwoordiger van de pop art.
26
28
zijn geweest. De bommenwerper is nooit gemaakt, dit omwille van de torenhoge kosten die de
vervaardiging met zich mee gebracht zou hebben. De kern van het werk is de lijn die schuimgebak,
een autoband en atoomwolken met een meisje verbinden. Het blonde haar en de glimlach van het
meisje zijn ironisch genoeg onder een metalen droogkap in de vorm van een kogel verstopt. Het
was Rosenquist zijn bedoeling om een beeld uit de professionele oorlogsvoering te verwisselen met
dat van gecommercialiseerde onschuld (het kleine meisje). Dit om aan te geven dat een nog jonge
natie (de Verenigde Staten) met gemak aan het doden kon slaan. Aan het eind van het werk zien we
de bommenwerper eindigen in een bord spaghetti. De soldaat die deze bommenwerper bestuurde,
kon na het doden naar huis gaan om gezellig een bord spaghetti te eten. Dit werk van Rosenquist is
het belangrijkste werk van een pop art kunstenaar tegen de oorlog in Vietnam.
3.3.6. Conclusie
De pop art beeldde de Amerikaanse samenleving in al haar facetten uit. Ze beeldde de nieuwe
consumptiemogelijkheden uit, maar evengoed de groeiende individualisering en de Vietnamoorlog.
De pop art liet de dubbele zijde zien van de medaille die rond de nek van de Verenigde Staten hing.
De pop art was geen manier om de samenleving te bekritiseren, maar eerder een wijze om de
samenleving uit te beelden. De mogelijkheid om de tegenstellingen die in de Verenigde Staten
aanwezig waren op een toegankelijke manier te bekijken is volgens mij de grootste verdienste van
de pop art.
De pop art is zeker en vast beïnvloed door de Koude Oorlog, waarin de Vietnamoorlog een van de
headlines was. Door de Koude Oorlog werden de tegenstellingen tussen oost en west benadrukt en
gecultiveerd. Het Amerika dat we in de meeste pop art werken zien, is het geïdealiseerde Amerika,
waarin de consumptiesamenleving wordt verheerlijkt. Ik heb het hier niet over het handje vol pop
art kunstenaars die eigenlijk ook onder de noemer protest art thuishoren, maar over het merendeel
van de pop art kunstenaars die de Verenigde Staten tijdens de jaren ‘60 rijk was. Het geïdealiseerde
Amerika, dat we terugvinden in de werken van Wesselmann, Warhol en Hamilton (die hoewel hij
een Brit was toch de Amerikaanse leefwijze uitbeeldde) heeft eigenlijk alleen in de kunst bestaan.
We kunnen tevens stellen dat dit geïdealiseerde beeld van Amerika zonder de Koude Oorlog
29
waarschijnlijk niet had bestaan. Zonder de Koude Oorlog was de pop art misschien zelfs nooit zo
bekend geworden. De consumptiecultuur die in de jaren ’60 in de Verenigde Staten hoogtij vierde,
was waarschijnlijk nooit mogelijk geweest zonder de Koude Oorlog. Zoals eerder gezegd was
economische groei gebaseerd op een oorlog die nooit uitbrak. Het is deze economische groei die
het de pop art mogelijk heeft gemaakt om zo bekend te worden.
30
4. Kunstenaars en hun artistiek protest tegen de Vietnamoorlog
4.1. National Vietnam Moratorium
In 1969 werd de National Vietnam Moratorium, een grootschalige protestactie, op touw gezet door
anti-oorlogsactivisten vanuit alle uithoeken van de Verenigde Staten. Dit initiatief kwam van
Jerome Grossman29. Op 20 april 1969 had Grossman de waarschuwing gedaan dat er een algemene
staking zou uitbreken als de oorlog tegen oktober nog niet beëindigd was.30 Zo gezegd, zo gedaan,
maar niet zo radicaal als het klonk. David Hawk en Sam Brown31 hebben de actie minder agressief
proberen te houden door het Vietnam Moratorium Committee te organiseren.
Op 15 oktober 1969 was het dan zover. Overal in de Verenigde Staten kwamen de mensen in actie.
Activisten en studentenbewegingen gingen massaal de straat op. Het was een enorm succes,
vergeleken met voorgaande protestacties. In Boston waren er maar liefst 100.000 kijkers aanwezig
om naar een speech van George McGovern32 te luisteren. In totaal schat men dat er 2 miljoen
deelnemers waren aan de actie. Sommigen beweren zelfs dat er meer dan 5 miljoen mensen hebben
deelgenomen. De protesten vonden niet enkel plaats in grote steden, maar ook in lokale communes
waren mensen bereid actie te voeren. Mensen bezochten de kerk, er werd gegeten, gediscussieerd,
sommige scholen sloten de deuren om op straat te gaan, sommige leerlingen spijbelden gewoon om
mee te protesteren,… Er werden verscheidene activiteiten georganiseerd. De wens naar vrede was
alomtegenwoordig.
Jerome Grossman (°1917) is een fervente politieke activist. Hij protesteerde voornamelijk tegen nucleaire
massavernietigingswapens. Hij speelde ook een grote rol bij protesten rond de Vietnamoorlog en recentelijk de oorlog in Irak.
30
Bron: Wikipedia, the free Encyclopedia; ‘Moratorium to End the War in Vietnam’; laatst bewerkt: 20-01-10
(http://en.wikipedia.org/wiki/Moratorium_to_End_the_War_in_Vietnam)
31
David Hawk is zeer actief voor mensenrechten in Azië (Vietnam, Cambodja, Noord-Korea). Hij had een leidinggevende rol
bij Amnesty International in de jaren ’70 en in de jaren ’90 heeft hij voor de Verenigde Naties gewerkt. Er zijn een aantal
uitgaven van hem verschenen met originele documentatie over de politieke en maatschappelijk situaties in Noord-Korea.
Samen met Sam Brown (°1943), politiek activist, heeft hij in 1968 gewerkt aan de mislukte campagne van McCarthy.
32
George McGovern (°1922) was de democratische senator die tegen de Vietnamoorlog was. Hij verloor de presidentiële
verkiezingen tegen Nixon in 1972.
29
31
4.2. Art Workers Coalition
Niet enkel David Hawk en co stonden in voor de organisatie van het Moratorium in ’69. De
organisatie was vooral te danken aan de Art Workers Coalition. Deze immens getalenteerde groep
van kunstenaars zette zich in voor maatschappelijke problemen binnen en buiten de kunstwereld.
Zo ijverden ze voornamelijk voor het invoeren van meer kunst van vrouwelijke en gekleurde
kunstenaars in de grote galerieën. Ze hebben de curators onder druk gezet om ook meer te
organiseren rond het protest tegen de Vietnamoorlog. Heel het initiatief van deze werkende
kunstenaars ontstond toen enkele artiesten hun collega Vassilakis Takis33 hielpen met zijn kunstwerk
naar buiten te dragen bij de tentoonstelling “The Machine at the End of the Age” dat in 1969
geëxposeerd werd in het MoMA34. Takis was niet blij met het kunstwerk dat de curators van
MoMA hadden uitgekozen om tentoon te stellen en hij besloot hardhandig op te treden door zijn
werk fysiek uit de tentoonstelling te verwijderen. Takis en zijn medestanders 35 waren van zins een
forum op touw te zetten: “The Museum’s Relationships to Artist and Society”. Dit werd echter
geweigerd door de curators van de MoMA. Vanaf toen begonnen zij voor de deuren van het
museum te protesteren om de curators onder druk te zetten. Er werden lezingen gehouden op
scholen en de groep rond Takis werd steeds groter en hun eisen kregen een meer politieke en
maatschappelijke essentie. Zo ontstond ten slotte het AWC (Art Workers Coalition). Enorm veel
kunstenaars sloten zich aan bij de groep. Tijdens de eerste lezing in april ’69 waren al rond de 300
kunstenaars aanwezig. Het AWC organiseerde allerlei lezingen, debatten en exposities rond
verschillende onderwerpen, waaronder de rechten van kunstenaars en politieke thema’s, zoals de
Vietnamoorlog. Het AWC bleef actief tot en met 1971. Enkele belangrijke leden van het AWC
waren o.a. de minimalist Carl Andre (°1935), de afro-amerikaanse kunstenares Faith Ringgold
(°1930), conceptuele kunstenaar Dan Graham (°1942), kunstcriticus David Lee (°1953) en nog
vele andere belangrijke namen van de kunstwereld.
Vassilakis Takis (°1925) is een Griekse kunstenaar die wereldwijd bekend is geworden om zijn beelden en installaties
waarbij hij speelt met de fysica en de technologie.
34
MoMA of Museum of Modern Art in New York.
35
Destijds waren dat o.a. kunstenaar Hans Haacke, schrijver en curator Willoughby Sharp, kunstcriticus John Perreault,
beeldhouwer Wen-Ying Tsai en kunstenaar Carl Andre.
33
32
4.3. Jasper Johns
De Leo Castelli Gallery in Los Angeles stelde Jasper Johns aan om een poster te maken voor het
Moratorium van 1969. Jasper Johns (°1930) was al zeer beroemd geworden met zijn werken rond
de Amerikaanse vlag. De aanleiding van dit thema was een droom die hij had over de Amerikaanse
vlag in 1954.36 In 1955 krijgen we dan één van zijn eerste werken rond dit onderwerp: “Flag”. In de
daaropvolgende jaren krijgen al zijn vlaggen de titel “Flag”, met hier en daar een kleine variatie in de
kleur. Iedereen kon genieten van zijn kunst, want de vlag was een emotiedragend symbool voor
iedereen, ongeacht hun politieke overtuiging. Voor het Moratorium week hij niet af van zijn
patriottisch thema. Maar deze keer was de boodschap verschillend, net als de titel. “Moratorium”37
was een lithografie in groen, oranje en zwart. Maar de Amerikaanse vlag is niet ongeschonden: in
het midden zien we een wit kogelgat. De Amerikaanse vlag, het nationale symbool van het
patriottisch volk van de VS is vergiftigd door oorlog. De groene kleur doet lichtjes denken aan
camouflagepatronen.38 De geliefde ‘Stars and Stripes’ zijn pikzwarte figuren op de oranje en groene
kleuren van Vietnam. Zijn schilderij werd afgedrukt en als posters verspreid. Volgens Deborah
Wye van de Museum of Modern Art in New York is het zelfs de bekendste afbeelding geworden
van de Vietnamperiode.39
Ook de andere vlaggen van Johns zouden kunnen verwijzen naar de Vietnamoorlog. Een andere
mogelijkheid is president McCarthy of Amerikaanse kunst etc. De interpretaties van Johns’ vlaggen
kunnen verschillen naargelang de periode waarin hij ze schilderde of de persoonlijke eigenschappen
van de toeschouwer. Er is een open interpretatie, dat het publiek zelf moet invullen.40
36
Bron: ROSENTHAL, N., FINE, R.E with PRATHER, M., ZORN, A.M., The Drawings of Jasper Johns, Thames and
Hudson, National Gallery Of Art, Washington, 1990, 345 pagina’s.
37
Zie Bijlagen n°1.
38
Bron: MARK VALLEN, VIETNAM! VIETNAM!, artists & America’s longest war, 2005, Art For A Change
(http://www.art-for-a-change.com/vietnam/vietnam.htm).
39
Bron: MARK VALLEN, VIETNAM! VIETNAM!, artists & America’s longest war, 2005, Art For A Change
(http://www.art-for-a-change.com/vietnam/vietnam.htm).
40
Bron vanaf voetnoot 11: ROSENTHAL, N., FINE, R.E with PRATHER, M., ZORN, A.M., The Drawings of Jasper
Johns, Thames and Hudson, National Gallery Of Art, Washington, 1990, 345 pagina’s.
33
4.4. Hans Haacke
Hans Haacke (°1936) was een lid van de Art Workers Coalition. Zijn werk bestaat uit installaties
die symbool moeten staan voor politieke onderwerpen, controversen binnen de cultuur,
hebberigheid en corruptie.41 De Duitse artiest verhuisde in 1965 naar New York, waar hij nog veel
roem zou vergaren door o.a. een solo-expositie in het Guggenheim Museum dat nooit heeft
plaatsgevonden. Hij uitte zijn kritiek op de politiek door enquêtes te houden in het MoMA. Hij
plaatste twee bakken naast elkaar, waar de bezoekers hun ja- of neenwoord konden geven door een
briefje in de juiste bak te gooien. Een beroemde poll van hem was de vraag of het feit dat
gouverneur Rockefeller de Indochinapolitiek van president Nixon niet heeft veroordeeld, een reden
zou zijn om in november niet op hem te stemmen.42 Dit was zijn MoMA Poll van 1970 dat ook een
deel was van zijn tentoonstelling “Information”. Haacke was aangedaan door de Vietnamoorlog en
twee maanden voor zijn tentoonstelling werden 4 studenten aan Kent State University
doodgeschoten door de nationale garde tijdens de protesten. Nixon had net Cambodja
gebombardeerd en Haacke kon het niet laten om dit alles en ook de politiek van Rockefeller te
bekritiseren. 68,7% van de bezoekers stemde ja, 31,3% stemde neen.
4.5. Bruce Nauman
Bruce Nauman (°1941) gebruikte verschillende media voor zijn innovatieve kunstwerken, zoals
film, performance, beeldhouwwerken, performance, installaties,… Zijn werken zijn zowel
spiritueel als politiek geladen. Hij haalt zijn inspiratie uit de woede die hij voelt voor de menselijke
condities en voor mensen die weigeren hun soortgenoten te begrijpen. Daardoor bevraagt hij
constant de alledaagse handelingen van de mens en o.a. ook de functie van een kunstenaar. 43
Nauman maakte deel uit van de activisten die protesteerden tegen de Vietnamoorlog. Zijn protest is
overduidelijk merkbaar in zijn werk “RAW WAR”44 (1968-1971). Hij speelt graag met woorden en
dit is daar eveneens een voorbeeld van. De woorden zijn achter elkaar geplaatst en de letters zijn
Bron: HERMES, M., ‘Hans Haacke’, Frieze, Jaargang 16 (2007), April, n°106,
(http://www.frieze.com/issue/review/hans_haacke/).
42
Bron: MARZONA, D., GROSENICK, U. (Red.), Conceptuele Kunst, Taschen, Köln, 2009, 95 pagina’s.
43
Bron: AVANZINO, J., ‘Bruce Nauman: A Pioneer of Exploration’, Blog, Art 103: Intro to Digital Media, 10-11-09
(http://javanzino.blogspot.com/).
44
Zie Bijlagen n°2.
41
34
van rood (bloed?) neonlicht. De woorden worden telkens na elkaar opgelicht zodat we beurtelings
de woorden RAW en WAR kunnen lezen. De twee woorden vloeien a.h.w. in elkaar over en ze
worden echo’s van elkaar.45
4.6. Antonio Frasconi
De Italiaanse Frasconi werd in 1919 geboren in Buenos Aires en groeide op in Uruguay, maar
verhuisde in 1945 naar New York om kunst te studeren. Al vijf jaar later werd hij beschouwd als
een zeer noemenswaardig grafisch kunstenaar. Hij heeft enorm veel boeken mogen ontwerpen en
illustreren, maar wat hem de meeste roem opleverde, waren zijn houtsneden. Tien jaar lang heeft
het geduurd voor zijn meesterwerk af was: een serie houtsneden die hij verzamelde in het boek
“The Dissapeared”. Het toont gemartelde en gedode mensen tijdens de dictatuur in Uruguay.
Duidelijk aangedaan door de Vietnamoorlog, maakte hij een serie houtsneden getiteld “Viet Nam!”
in 1967. Er worden slachtoffers van de oorlog afgebeeld met prenten van B25-bomwerpers,
gebaseerd op foto’s uit kranten. Op de tweede afbeelding bij bijlage n°3 zien we bijvoorbeeld heel
duidelijk zo’n bommenwerper. Het verspreid zijn bommen over een grote oppervlakte. Ze vlogen
hoog in de lucht in groepjes van drie en wierpen hun bommen over de nietsvermoedende,
onschuldige mensen. Binnen de paar minuten werden honderdduizenden mannen, vrouwen,
bejaarden, kinderen genadeloos afgeslacht. We zien de pijn op de verwrongen gelaten. Frasconi’s
dubbelbeeld van het gezicht staat voor alle slachtoffers van de bombardementen.
4.6. Duane Hanson
Hanson (1925-1996) maakte levensechte beelden van mensen uit o.a. polyester. Duane Hanson was
een kunstenaar die meeging met zijn tijd. We zouden zelfs kunnen stellen dat zijn werken mee
veranderden met de sociale en politieke probleemperiodes van de VS. Zijn eerste werken
handelden over protest, waaronder protest tegen de Vietnamoorlog, demonstraties, relletjes en
sociale problemen. In de volgende periode maakte hij Popart. Daarbij gaf hij ironische, karikaturale
Bron: MADRE MUSEO D’ARTE CONTEMPORANEA DONNA REGINA NAPOLI, ‘Bruce Nauman; RAW/WAR 1970’,
Sonnabend Collection (http://www.museomadre.it/opere.cfm?id=429&evento=15).
45
35
kritiek op het consumentisme. Vervolgens vestigde hij zich in zijn werken meer op de
arbeidersklasse. Hij maakte veel beelden van lijdende, verwonde mensen. Zo was zijn “Vietnam
Scene” gruwelijk om te zien, wegens de realistische weergave van mensen. Gewoonlijk waren zijn
beelden geschilderd, aangekleed en geplaatst in een omgeving. Bij de “Vietnam Scene”46 (1969) is er
niet veel uitleg nodig. We worden met onze neus in de feiten gedrukt. Het werd tijd dat de oorlog
ophield, want net zoals er daar op de vloer dode en stervende soldaten van de VS lagen (weliswaar
vervaardigd uit kunststof), lagen er ook creperende mannen en jongens in de velden van Vietnam.
Dit is niet het enige werk dat Hanson maakte i.v.m. Vietnam. Ook eerder in 1967 ontwierp hij een
verwante omgeving. Bij “War (Vietnam Piece)”47 lagen de Amerikaanse soldaten op een canvas van
vuile grond te sterven.
4.7. Leon Golub
Golub (1922-2004) was voornamelijk een politiek kunstenaar. Hij had een eigen stijl van
schilderen. Hij baseerde zich op de weergave van lichamen van de klassieke oudheid, hij gebruikte
foto’s van atleten, homoporno,… en hij schilderde in dikke lagen die hij vervolgens er terug
afschraapte. Hij heeft vele werken rond oorlog gemaakt en onbetwijfelbaar ook over de
Vietnamoorlog. In 1969 bracht hij twee series uit: Napalm48 en Vietnam49. In zijn Napalmserie zijn
de gevolgen te zien van napalmaanvallen. Dit ijzingwekkend vernietigend wapen dat de
Amerikaanse soldaten in één klap tot koelbloedige moordenaars omtoverde, zorgde voor
ontzagwekkende foto’s, waardoor het protest tegen de oorlog nog vuriger opwakkerde. Golub
wilde niet enkel en alleen de aandacht vestigen op de gruweldaden die gebeurden in Vietnam, maar
ook op de militaire onrechten en fouten die gemaakt werden over het algemeen. Niet enkel in
Vietnam, maar ook gedurende WOII of in Korea werden ontelbaar veel mensen vermoord. Golub
vindt niet dat men er mooie afbeeldingen moet over maken, maar de werken zelf moeten de
verminkingen van de slachtoffers ook uitstralen, innerlijk en uiterlijk.50 Zijn werkwijze van
Zie Bijlagen n°4.
Zie Bijlagen n°5.
48
Zie Bijlagen n°6.
49
Zie Bijlagen n°7.
50
Bron vanaf derde regel: MARK VALLEN, VIETNAM! VIETNAM!, artists & America’s longest war, 2005, Art For A
Change (http://www.art-for-a-change.com/vietnam/vietnam.htm).
46
47
36
schilderen en schrapen zorgt voor het gewenste effect van beschadiging, wat de gruwelijke emoties
van de slachtpartijen benadrukt.
Al de vermelde namen en werken zijn maar een fractie van wat de Vietnamperiode heeft betekend
voor de moderne kunst. Naast de kunstenaars rond de Art Workers Coalition, hebben ook andere
conceptuele en moderne kunstenaars de gruwel van Vietnam opgenomen in hun werk. Nancy
Spero51 maakte haar “War Series” 52 in 1967 om het geweld en de onderdrukking in Vietnam te
communiceren met de toeschouwers.53 Vito Acconci54 heeft zelf vermeld dat het concept van zijn
vernieuwende Body Art te vinden is bij de Vietnamoorlog.55 Martha Rossler56 zei: “So much of my
work involved the Vietnam War that it would have been obscene to show it in a gallery.”57
Enorm veel kunstenaars zorgden mee voor de onsterfelijkheid van de Vietnamoorlog!
51
Nancy Spero (1926-2009) was kunstenares en echtgenote van de kunstenaar Leon Golub.
Zie Bijlagen n° 8.
53
Bron: ARTBOOK, ‘Nancy Spero: the War Series 1966-1970, Charta essays by Leon Golub and Robert Storr
(http://www.artbook.com/8881584573.html).
54
Vito Acconci (°1940) is een beroemde conceptuele kunstenaar, die zeer ophefmakende werken heeft ontworpen. Hij kwam
op de proppen met een vernieuwende stroming, nl. Body Art, waarbij hij bepaalde repetitieve handelingen uitvoerde en op
film vastlegde.
55
Bron: JONES, J., Portrait of the Week, ‘See Through, Vito Acconnci (1969)’, The Guardian Online, 23-11-02
(http://www.guardian.co.uk/culture/2002/nov/23/art).
56
Naast kunstwerken in de vorm van video, performance, installaties e.a., schrijft Martha Rosler (°1943) ook over kunst en
cultuur.
57
Bron: BOFFAT, C., ‘Martha Rossler Quotes’, The Art History Archive – Feminist Art
(http://www.arthistoryarchive.com/arthistory/feminist/Martha-Rosler.html).
52
37
II. Subculturen vandaag: verwaterde idealen na de magie
van de sixties?
1. Inleiding
Een subcultuur kunnen we beschrijven als een distinctie van de algemeen heersende cultuur. Vaak
kan hierbij verzet tegen deze heersende cultuur vertoond worden. Een subcultuur of “sub” kan
gekenmerkt worden door leden die hun eigen muziek, kledingdracht, politieke overtuiging en
(levens)visie hebben. Er zijn tal van subculturen waarvan we de hippiecultuur al uitvoerig
besproken hebben., waar duidelijk het verzet te zien is tegen de toenmalige maatschappij en orde.
Zij zetten zich af tegen een maatschappij die oorlog en geweld goedkeurde en zij gingen hier
tegenin.
De allereerste, duidelijke subcultuur was die van de rock ’n roll, in de vroeg naoorlogse periode.
De rockers zetten zich af tegen de toenmalige maatschappij en de oorlog in het bijzonder. De
oorsprong van deze subculturen waren voornamelijk te vinden bij jongeren of adolescenten. De
grootste oorzaak hiervan is dat jongeren of adolescenten nog volop in hun identiteitsstrijd zitten en
voortdurend op zoek zijn naar zichzelf, alsook dat ze hun visie tegenover de wereld en de
maatschappij zoeken. Althans zijn er ook “ouderen of volwassenen” die lid zijn van een subcultuur,
maar dezen zijn in de minderheid.
Wat we op heden ondervinden is dat deze subculturen sterk vervagen in hun fundamenten. En hier
heeft de media een grote rol ingespeeld. Door de sterke commercialisering doorheen de jaren,
verzwakken de idealen van subculturen als punkers, gothics en hip hop omdat men zich meer en
meer begint te fixeren op de look en niet meer op de visie die erachter zit. Zo zie je dat er alsmaar
meer “wannabees” ontstaan, die er wel willen bijhoren maar nooit als “echt” zullen beschouwd
worden omdat ze de echte waarden van de subcultuur missen. Het probleem tegenwoordig is dat
door de commercialisering de subculturen alsmaar meer invloeden van de heersende cultuur
binnenlaten en overnemen tot er uiteindelijk geen distinctie meer is en de subcultuur vervalt en
38
gelijk wordt aan de heersende cultuur. Kijk maar naar de hippies. Zij waren zeer sterk gevestigd in
de jaren ’60, maar tegen de jaren ’70 was dit al zeer sterk gereduceerd en stierven ze langzaam uit.
Zo zie je dat de tijdsgeest met de jaren veranderd is van afzetting naar het “go with the flowdenken”.
Ook opvallend is dat de media subculturen sterk karikaturiseert. Zo zullen zij bijvoorbeeld punkers
altijd afbeelden met een hanenkam, een jeansvest en een speld door hun neus. Maar in realiteit is
het niet zo zwart-wit en is er wel degelijk een verscheidenheid binnen een subcultuur en zijn leden.
Zoals reeds gezegd, zijn de echte waarden en overtuigingen van de subculturen stilaan verdwenen
en zijn ze geëvolueerd van een verzetscultuur naar een “pleziercultuur”. In subculturen zijn vooral
de jongens prominent aanwezig. De meisjes beleven dit eerder in een veilige ruimte, als hun kamer,
tussen 4 muren, weg uit die jungle. Maar ook hier speelt de multimedia en verbeterde
communicatie een grote rol in het beleven en ook het verspreiden van subculturen. Zo zie je ook
dat er momenteel combinaties bestaan van jongeren die lid zijn van verschillende subculturen vaak
switchen. Zo ben je de ene dag gothic en ’s avonds ga je naar een technofeestje.
Wat we willen doen, is enkele van deze subculturen verder uitdiepen en ook aantonen dat er veel
veranderd is door de jaren heen in de belevenis ervan. Ook zul je doorheen onze uiteenzetting
merken, dat de subculturen van vandaag niet meer zijn wat ze geweest waren en dat vaak de
fundamenten ervan teloor zijn gegaan door onder andere esthetische idealen.
39
2. Hip hop
2.1. Ontstaansgeschiedenis
Hip hop als culturele stroming ontstond in de jaren ’70 onder de armere wijken van de
arbeidersklasse in New York City, met name de beruchte Bronx. Binnen de hip hopcultuur zijn er
verschillende stromingen: rap, deejayen, breakdance, graffitikunst, beatbox en hip hopmode. De
eerste vorm van hip hopmuziek was gesamplede muziek, waar men steeds meer rapteksten en
beatbox op toepaste. Liefhebbers van deze muziek begonnen een eigen kledingstijl te ontwikkelen
en zo ontstond de hip hopmode, die al snel populair werd bij de jeugd. Er ontstond ook een eigen
dansstijl die paste bij de hip hopmuziek en al snel werd de hip hopcultuur een geheel van
verschillende elementen: muziek, dans, mode, kunst,… en zij vond op een zeer snel tempo zijn
aanhangers over de hele wereld.
2.2. Afrika Bambaataa, ‘Godfather of hip hop’
Afrika Bambaataa (°1960) groeide op in het zuiden van de Bronx. Zijn moeder en oom waren
activisten en als kind werd hij constant geconfronteerd met de zwarte bevrijdingsbewegingen van
die tijd. Sinds zijn tienerjaren was Bam lid van de Black Spades, een grote straatbende, waar hij een
hoge positie had. Ondanks zijn leven tussen geweld en drugs, streefde Bam naar vrede. Hij won een
reis naar Afrika met een essaywedstrijd en daar kwam hij tot het inzicht dat hij het geweld moest
doen ophouden. Hij had de film ‘Zulu’58 gezien en hij was er zo door aangegrepen dat hij zijn echte
naam, Kevin Donovan, veranderde in Afrika Bambaataa, naar de leider van de Zulu’s aan het begin
van de 20e eeuw. Deze leider had een rebellengroep geleid om te vechten tegen het economisch
onrecht dat hen werd gedaan in Zuid-Afrika. In 1974 stichtte hij zijn eigen groep om de
verschillende elementen van de hip hopcultuur bijeen te brengen. Eerst heette de groep ‘The
Organization’, maar niet veel later werd het ‘The Zulu Nation’ genoemd. Aanvankelijk bestonden
de leden eerder uit breakdancers, maar als snel sloten ook DJ’s, rappers en graffitikunstenaars zich
aan in de Zulu Nation. Bam begon de cultuur die samenkwam in zijn organisatie hoe langer hoe
meer ‘hip hop’ te noemen. Zo werden de verschillende elementen binnen de hip hop (dans,
58
‘Zulu’ is een film uit 1964 dat de oorlog tussen de Britten en de Zulustam van 1879 in beeld brengt.
40
muziek, graffiti…) beschouwd als een geheel en kreeg deze cultuur eindelijk een naam die zich snel
zou verspreiden over de wereld: hip hop.
2.3. Sociale achtergrond
Rapmuziek was een reactie op de culturele en sociale onderdrukking die de afro-amerikaanse
arbeidersgemeenschappen kenden in de VS, een reactie op racisme. Het was een
communicatiesysteem geworden voor de afro-amerikaanse jongeren in arme buurten. Rapper
Chuck D noemde rapmuziek ooit eens “ de CNN van het zwarte Amerika”. 59 In zijn boek ‘Hip Hop
Intellectual Resistance’ schrijft filosoof A. Shahid Stover zelfs dat mindergewaardeerde en raciaal en
sociaal-politiek uitgesloten groepen, een sterke sociale gemeenschap kunnen vormen dankzij hip
hop als hun artistieke en intellectuele uitkijkpost.60 Maar is dat echt wel zo vandaag de dag? Het is
waar dat rapteksten aanvankelijk een politieke en sociale inhoud hadden in de VS door de
onderdrukking en uitsluiting die de afro-amerikaanse bevolking een hele lange tijd heeft gekend.
Maar tegenwoordig is hip hop niet enkel van de zwarte gemeenschap, ook massaal veel blanke
mensen luisteren naar hip hop, kijken naar hip hop of nemen zelf deel aan hip hop. In de VS is er
ook nog eens een kloof tussen de oudere en de jongere generatie bijgekomen. De oudere generatie
van de zwarte gemeenschap in armere wijken zijn bang voor de jongeren in hun eigen gemeenschap
en dat kunnen we ze niet kwalijk nemen. Doordat hip hop steeds meer van ‘de straat’ werd,
werden de rapteksten ook harder, wat op zijn beurt onrechtstreeks het gedrag van de jonge
generatie negatief beïnvloedde. Het geweld werd een deel van hun levenswijze. Vandaag de dag is
het nog zo dat jonge tieners zich aansluiten in bendes en drugs verkopen op straat om snel rijk te
worden en te vluchten uit hun armoede. De boodschap van de Zulu Nation begon steeds meer en
meer te vervagen door de opkomst van gangsta rap. Waar de teksten vroeger over sociale en
betreurenswaardige problemen gingen, zoals racisme of uitbuiting, of gewoon vrede, gingen ze nu
meer over moord, verkrachting, geweld etc. Rap werd ook steeds commerciëler door het
wereldwijde succes van hip hop. Hip hop werd nu geassocieerd met ‘bling bling’, gouden
Bron: Amerika.gov, ‘Hip Hop: The “Rapper’s Delight”’; 5 augustus 2008
(http://www.america.gov/st/arts-english/2008/August/20080814205112eaifas0.7286246.html)
60
Bron: Wikipedia, the free Encyclopedia, ‘Hip Hop – Social Impacts – Effects’; laatst gewijzigd: 13 april ’10
(http://en.wikipedia.org/wiki/Hip_hop) en Google boeken, ‘Hip Hop Intellectual Resistance; Stover, A. Shahid; 2009; 132
pagina’s’ (http://books.google.be/books?q=A.+shahid+Stover+hip+hop)
59
41
kettingen, dure auto’s, nutteloze hebbedingen die een fortuin kosten, vrouwen die als lustobjecten
zonder gevoelens worden bestempeld… Waar ze dat geld vandaan haalden? Jongeren redeneerden
als volgt: nu zijn ze arm, maar als ze een beetje drugs willen verkopen op straat zullen ze in een
mum van tijd steenrijk worden. Als ze zouden gaan studeren of gewoon zouden werken, zouden ze
harder moeten werken en toch lang niet zoveel verdienen.
Hip hop heeft dus zijn maatschappelijke inhoud een beetje verloren. Maar binnen de hip hop
bestaan er natuurlijk ook nog een heleboel subgenres die zich echt focussen op bepaalde aspecten.
Zo hebben we bijvoorbeeld Christian hip hop, comedy hip hop, maffioso rap, instrumental hip hop,
horrorcore en nog vele andere. De meeste van deze subgenres hebben daadwerkelijk hun politiek
maatschappelijke boodschap verloren, maar er is nog één genre dat we niet mogen vergeten. Hip
hop die zich vanaf de eerste jaren van zijn ontstaan en vandaag de dag nog steeds met politieke en
maatschappelijke zaken bezighoudt, is political hip hop.
2.4. Political hip hop
De eerste rapteksten bevatten over het algemeen onvermijdelijk wel wat kritiek op de
maatschappelijke problemen van die tijd. Hip hop en rap ontstonden dan ook in de jaren ’70 onder
de afro-amerikaanse gemeenschap in de VS. Een schreeuw naar respect en emancipatie was dus
vanzelfsprekend. Maar in de jaren ’80 begon een subgenre zich te vormen: political hip hop. Bij dit
genre waren de kritieken explicieter. Dit subgenre kunnen we eigenlijk ook nog opdelen in
verschillende takken. Zo hebben we bijvoorbeeld de zwart nationalistische hip hop. Een groep die
tot op heden nog aan dit genre hip hop doet is Public Enemy61. Er bestaat zelfs zionistische hip hop
en Palestijns nationalistische hip hop. Marxistische hip hop handelt vooral over klassenverschillen en
materialisme. Bij anarchistische hip hop krijgen we kritiek op dezelfde zaken, met als enig verschil
dat daar ook nog antiparlementaire kritiek bijkomt. Een hedendaags voorbeeld van anarchistische
hip hop is Emcee Lynx62. We hebben ook nog socialistische hip hop. Een voorbeeldje zijn de
Looptroop Rockers63, een antiautoritaire en antikapitalistische groep uit Zweden. Er zijn nog een
Zie Bijlagen n°9
Zie Bijlagen n°10
63
Zie Bijlagen n°11
61
62
42
heleboel hip hopartiesten die vandaag de dag hier en daar politieke kritiek uiten in hun teksten, al
dan niet metaforisch.
2.5. Graffitikunst
We mogen ons natuurlijk niet enkel beperken tot de muziek. Iets waar we zeker niet overheen
kunnen kijken is de graffitikunst. Graffiti is iets wat iedereen elke dag wel ziet op straat. Meestal
leveren de teksten of afbeelding wel kritiek op het een of ander. Een naam die iedereen
ongetwijfeld kent, is Banksy. Deze anonieme kunstenaar heeft al vele dingen gedaan die controverse
brachten, maar eigenlijk briljant waren. Zo heeft Banksy een aantal tekeningen gemaakt op de West
Bankbarrière in Israël64, waarbij hij zei dat het Israëlisch bestuur een muur bouwde rond de bezette
Palestijnse gebieden, drie keer zo hoog als de Berlijnse Muur en die uiteindelijk de lengte van 700
km zou bereiken, wat de afstand is tussen Londen en Zürich, dat de muur illegaal is volgens de
internationale wetten en dat hij Palestina uiteindelijk verandert in ’s werelds grootste open
gevangenis.65 Er zijn natuurlijk enorm veel anonieme teksten en stencils te vinden op straat. In de
VS zijn er veel tekeningen gespot van Bush en rond de verkiezingen van vorig jaar met Obama. Zo
is er in New York City een tekening van Hillary Clinton die een pet draagt met een campagnebadge
van Barack Obama66. In Londen is er op een straathoek een stencil gezien, waarbij Bush wordt
afgebeeld, zittend op een stoel met een pistool tegen zijn hoofd en in grote rode letters zegt hij
“Sorry”.67 Artiesten in Caracas, Venezuela hebben ook hun politieke kritieken op de muren
getekend. De artiest Carlos Zerpa heeft David afgebeeld, die niet het afgehakt hoofd van de reus
Goliath vastheeft, maar het afgehakt hoofd van Hillary Clinton.68 Zerpa zegt dat het een metafoor is
voor een rijk dat verslagen wordt.69 In Buenos Aires vinden we nog heel veel graffiti terug rond de
Vuile Oorlog, waarbij er vele linkse activisten, studenten en iedereen die maar in de weg stond van
de toenmalige staat, werden vermoord zonder een proces of iets dergelijks. Er waren ook heel veel
Zie Bijlagen n°12
Bron: Guardian.co.uk, ‘Spray can prankster tackles Israel’s security barrier’, 5 augustus 2005, Sam Jones
(http://www.guardian.co.uk/world/2005/aug/05/israel.artsnews)
66
Zie Bijlagen n°13
67
Zie Bijlagen n°14
68
Zie Bijlagen n°15
69
Bron: The New York Times Online, ‘Caracas Journal – Artists Embellish Walls With Political Visions’, 11 april 2010,
Simon Romero
(http://www.nytimes.com/2010/04/12/world/americas/12caracas.html)
64
65
43
mensen die ‘verdwenen’. Zo is er bijvoorbeeld een stencil waarop de drie generaals staan die
verantwoordelijk waren voor de ‘verdwijningen’ tijdens deze oorlog. Er staat ook ‘Nunca Màs’
onder, wat ‘niet meer’ betekent. Dit was ook de titel van het rapport dat handelde over de
schendingen van de mensenrechten tijdens de
laatste Argentijnse dictatuur.70 Er zijn nog ontelbaar veel voorbeelden die ik zou kunnen geven,
aangezien er tegenwoordig wel op elke straathoek een woordje in graffiti te vinden is.
70
Zie Bijlagen n°16
44
3. Hardrock
Voor de volledigheid voegen we ook heel kort nog wat achtergrondinformatie toe van de hard rock,
omdat zij een brede basis legt voor de verdere ontwikkeling van de latere muziekstijlen en
subculturen.
De hardrockstroming ontstond begin jaren ’60. Het was een reactie op vroegere rock ’n roll uit de
jaren ’50. Het werd gekenmerkt door harde gitaren, pakkende riffs en het eerste gebruik van de
zogenaamde powerakkoorden. Bekende hard rock groepen zijn AC/DC, Led Zeppelin en The
Who.
4. Heavy Metal
Heavy metal ontstond begin jaren ’70 in het Verenigd Koninkrijk . Het kende haar wortels in de
hardrock. In tegenstelling tot de harmonieuze hard rock , kwam daar nu een eind aan en maakte
men plaats voor een meer agressieve muziekstijl, zonder al te veel harmonie. Heavy metal stond
bekend als zware, agressieve ritmes met zwaar versterkte instrumenten en gitaren met hevige
distortion (oversturing). De trend van deze zware muziek werd volgens de overlevering gezet door
de “eerste” heavy metal band, Black Sabbath. Ook zou de naam “heavy metal” ontleend zijn aan de
afkomst van onder andere Black Sabbath, Birmingham, waar zich vele metaalfabrieken bevonden.
De aanzet werd dus gegeven door Black Sabbath, maar de stijl zette zich voort in de jaren ’80,
wanneer bands als Iron Maiden, Metallica en later Slayer, Manowar... razend populair werden. Al
gauw verschoof de stijl van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, naar Oost-Europa,
met name Zweden en Finland. Daar ontstonden vele bands zoals de bekendere Children of Bodom
en Arch Enemy. De muziek behelst meestal een duistere, psychedelische sfeer. Belangrijk is wel op
te merken, dat in het heavy metalmilieu er wel sprake is van bepaalde idealen. Zo zijn vele
nummers (anti-)religieus getint en dragen vaak politieke of maatschappelijke kritiek met zich mee.
Ze hebben zeker een duidelijke visie en worden vaak geassocieerd met aanbidders van satan, wat
niet ontkend kan worden. Zoals gezegd zijn ze ook gekant tégen religie en specifiek tegen het
45
religieuze geweld en tegen de gevestigde orde. Bijvoorbeeld Lamb of God’s “Now you’ve got
something to die for”, dat gaat over de oorlog in Irak.
Uiterlijk zijn de heavy metalaanhangers te herkennen aan hun vaak duistere kledij. Zo is het
frequent dragen van zwarte (lederen) broeken, bandshirts, jeans jassen met patches, spikes en studs
een typisch kenmerk voor de heavy metal kledij. Vaak dragen ze lang, loshangend haar. Dit is echter
mettertijd veranderd en men draagt vaak het haar kort of gewoonweg kaal. Vaak maakt men
gebruik van make-up.
Bij Heavy metal zijn duidelijk nog de idealen aanwezig en zetten zij zich nog af tegen bepaalde
maatschappelijke of religieuze principes. Het esthetische en de typische looks spelen natuurlijk ook
een grote rol als distinctie.
46
5. Glamrock71
De glamrock is ontstaan begin de jaren zeventig, met als oprichter Marc Bolan. Marc Bolan was een
Brits singer-songwriter en gitarist. Hij richtte de band Tyrannosaurus Rex op, de basis van de glam
was hier wel mee gelegd. Tyrannosaurus Rex, ook simpelweg T-Rex genoemd, wordt beschouwd
als één van de belangrijkste glamrockbands. Vooral de eenvoudige popstructuur heeft een grote
invloed gekend voor de latere subgenres zoals, hardrock, punkrock en new wave. Wat opmerkelijk
is voor de glamrockers, is dat ze zeer veel aandacht aan hun uiterlijk besteden. Zo deden de
muzikanten voor hun optredens altijd glitters op hun gezicht. Felgekleurde en strakke
glitterkleding, plateauzolen, dikke lagen schmink en een lichtshow waren een must voor de
glamrockers. We kunnen dus wel zeggen dat de “aankleding” minstens zo belangrijk werd als de
muziek die ze brachten. Een figuur, die uit de glamrock zeker niet weg te denken is, is de ruige
Alice Cooper72. Deze persoon ging niet onopgemerkt voorbij, ten eerste omdat hij een meisjesnaam
droeg maar ook omdat hij nogal extravagante kledij en make-up uitzocht. Ook zijn acts waren zeer
speciaal en vooral theatraal. Op de hoezen van zijn lp’s staat hij vaak afgebeeld in een glitterjurkje.
Alice cooper had in 1971 een wereldhit met het nummer “I’m eighteen”.
De glamrock werd tegengewerkt en gecontesteerd door de punkbeweging. Deze laatste had een
enorme afkeer van het commerciële, decadente genre. Ze vonden de glitterkledij, en al de onechte
bijhorende attributen maar belachelijk. Vooral de niet op hun mondje gevallen Sex Pistols ( een
Engelse punkgroep die actief was van 1975 tot 1978) koesterden een haat tegen de “glitter and
glamour” van de glamrockers. Het feit dat hun idealen verwaterden, en er meer aandacht werd
geschonken aan het uiterlijk, kon er maar niet in bij hen! In 2008 op een reünietournee speelden de
Sex Pistols nog op de Lokerse Feesten.
Vele bands en artiesten werden nog dikwijls geïnspireerd door de glamrock. Zo gebruiken ze nog
vele elementen uit dit genre. Een paar succesvolle voorbeelden zijn: Queen, ABBA en The
Rollingstones. Wat later, in de jaren tachtig, had het genre een enorme invloed op de hardrockers.
71
72
Voor illustraties: zie Bijlagen n° 18.
Geboren als Vincent Damon Furnier op 4 februari, 1948
47
Voorbeelden hiervan zijn Mötley Crüe, Joan Jett and the Blackhearts en Bon Jovi. In 1998, in NewYork, werd er ook een glamrockmusical opgevoerd “Hedwig and the angry inch”. De musical
vertelt over het levensverhaal van een drag-queen, tijdens de glamrockperiode. De musical is
verfilmd in 2001, en het werd meteen een cultfilm.
48
6. Punk73
De oorsprong van de punkmuziek ligt in de rock (garagerock74, fratrock75, psychedelicrock76,
pubrock77 en glamrock). Rock werd populair tijdens de jaren vijftig. Het genre bevat veel subgenres
en is daarom zeer breed. In de rockmuziek wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van (elektrische)
gitaren, basgitaren en percussie. Nu we dit weten, kunnen we zeggen dat punk beschouwd wordt
als een ruwere vorm van de rockmuziek. De punkmuziek was ritmisch vooral zeer snel, vrij simpel
en praktisch voor iedereen toegankelijk. Het was dus zeker niet vereist dat je eerst jarenlang
muziekschool moest volgen, als je een paar powerchords78 onder de knie had, kon je al gemakkelijk
een punkbandje oprichten. Mede omdat de punk dus nogal eenvoudig te bespelen was, ontstonden
er heel snel vele punkgroepen. Een goede, zuivere stem was geheel bijzaak. Zolang hun
anarchistische fantasieën maar goed gehoord werden en er natuurlijk… veel bier aanwezig was,
zagen ze dat het goed was! Hun teksten waren vooral politiek getint. Zo krijgen we vaak zinnen te
horen als: “fuck the system”, “fuck the world”. In hun teksten werd ook het depressieve
toekomstbeeld geuit, omwille van de volgens hen verziekte maatschappij. De idealen van de
punkers bestonden simpelweg uit het verzet tegen kapitalisme, religie, het bedrijfsleven en zowat
alle vormen van autoriteit. Dit werd niet enkel geuit door hun schreeuwerige muziek, maar ook
door het kraken van huizen, door te demonstreren tegen politieke besluiten, of ze sympathiseerden
met een liefdadigheidsbeweging zoals Greenpeace bijvoorbeeld. We kunnen besluiten dat punk
eigenlijk een uitlaatklep was voor dergelijke frustraties.
De punkers uitten hun woede, haat en onbegrip door hun muziek, maar ook hun levensstijl en
mode speelt hier een zeer belangrijke rol in. Zo verlieten punkers hun “huis” niet zonder hun
gescheurde kleren, hun door de chloor gehaalde tightpants (te strakke broeken) met doffe kleuren.
Ook hun accessoires mochten niet ontbreken: veiligheidspelden, kroonkurken, babyspenen,
Voor illustraties: zie Bijlagen n° 19.
Ruige rockmuziek
75
“party” rock vanuit Amerika
76
Experimentele rockmuziek
77
Reactie op de mainstreamrock
78
powerakkoorden die bestaan uit de grondnoot plus een kwint, het is gemakkelijk te spelen en het zorgt voor een “vette
drive”)
73
74
49
scheermesjes en fietskettingen maakten deel uit van de provocerende punkkledij. Om over hun
haardracht nog maar te zwijgen… We kennen allemaal de zo gezegde hanenkammen wel. De
punkers hebben hun hanenkammen het liefste zeer hoog en met fleurige kleurtjes. Kapsels werden
in zeer bizarre vormen geknipt met pieken… hoe opvallender hoe beter! Sommige delen waren
zelfs kaal, zolang ze zich maar konden afzetten tegen de populaire lange haardracht, die nog
dateerde uit de hippietijd.
Vivienne Isabel Swire-Westwood klinkt zeker en vast niet onbekend in de punkscene. Ze staat
bekend als de extravagante ontwerpster, die zich vooral bezig hield met het ontwerpen van ruige
punkkledij. Ze groeide uit tot één van de meest vooraanstaande Britse ontwerpers. Eerst had ze een
normaal bestaan, ze was getrouwd, ze was moeder en gaf les. Toen ze de manager van de Sex
Pistols, Malcolm McLaren, leerde kennen… veranderde haar leven drastisch! Ze verliet haar man,
en ze leidde een bohemienachtig bestaan met McLaren in Londen. Ze kwam op het lumineuze idee
om een kledingwinkeltje te open, en niet zomaar één, maar een nogal alternatieve kledingszaak
voor het ruigere volk. Ze verkocht daar onder andere rock ‘n roll kleding. Maar het rock ‘n roll
gehalte volstond niet voor haar, en na verloop van tijd begon ze dan ook zelf kleren te maken. In
haar winkel “SEX” ontwierp ze vooral choquerende en provocerende kledij zoals T-shirts met
gewaagde opschriften gecombineerd met bondage- en SM- elementen. Zij vond dit kunstzinnig,
anderen vonden dit ronduit schandalig. Eén ding was zeker, de punkrage was niet meer weg te
denken!
Ook al wordt punk niet meteen gezien als hoogstaande muziek, toch bestaan er nog steeds veel
subgenres en allemaal verschillen ze van elkaar. Als eerste hebben we bv. anarcho-punk, de naam
zegt het zelf al, de anarcho-punkers vertegenwoordigen hun politieke overtuiging. Met ander
woorden ze zijn anarchist tot in de kist! Hun anarchistische ideeën zijn te bespeuren in hun trashy
liederen. De boodschap is dus veel belangrijker dan de muziek zelf. De anarcho-punkers dragen ook
vooral zwarte kleren, maar dan met militaire details. Gevechtslaarzen, kogelriemen, militaire
surpluskleren vonden ze geweldig om te dragen. Voorbeelden van anarcho-punkbands zijn: Tegen
Al Instantie, Naakte Agressie en Ballet van de rode Hond. In het kiezen van hun namen zijn ze
50
blijkbaar zeer inventief en creatief! Na de anarcho-punk, hebben we ook nog zoiets als “Christian
punk”. Christian punk is een muziekstijl met teksten waarin christelijke boodschappen zijn
verwerkt. De teksten hoeven niet altijd over het christendom te gaan, maar ze schrijven het toch
vanuit een christelijke overtuiging. Bekende Christian punkbands zijn: Paramore en Relient K.
Relient K kregen we in 2005 nog te horen. Ze stonden namelijk met twee singles in de top 40! Het
bekendste subgenre is wel de poppunk of punkpop. Het is het enige subgenre van punk, dat iets of
wat toegankelijker is voor zij die de heersende cultuur volgen. Dit komt omdat het heel wat
radiovriendelijker en commerciëler is dan de andere punkgenres. Poppunk is namelijk een
mengeling van popmuziek en punkrock. Fanatieke punkers zeggen echter dat poppunk niet meer
tot het genre punk mag gerekend worden. Enkele poppunk bands zijn: +44, Nailpin en Green Day.
Deze bands klinken bij het merendeel van de jeugd wel bekend in de oren. Na dit luchtigere
punkgenre, bespreek ik nu nog twee extremere vormen van punk! Als eerste hebben we de horror
punk. De eerste horror punkband en ook de bekendste is “The Misfits”. Het wel heel speciale
subgenre wordt gekenmerkt door snelle gitaarriffs, en schreeuwerige zang. De songteksten
beschrijven vooral angstaanjagende horrorscènes uit horrorfilms. Als laatste hebben we de hardcore
punk nog. Hardcore heeft niet alleen raakvlakken met het punkgenre, ook het genre metal levert
zijn bijdrage. Hardcore is eigenlijk ook een reactie op de punk, de punkers beseften dat punk hen
niet kon redden van de verziekte buitenwereld. Ook al waren hun idealen wel duidelijk zichtbaar,
mede door de drank, het veelvuldig drugsgebruik en de steeds weer terugkerende ruzies, gingen
hun idealen jammer genoeg verloren. Om de voorgaande redenen veranderen sommige punkers in
echte ‘hardcore kids’!
51
7. Grunge
Grunge ontstond in de jaren ’80, in Seattle (Verenigde Staten), als reactie op de punk en indierock. De bekendste trendsetter is ongetwijfeld Nirvana, met als frontman Kurt Cobain (1967 –
1994). Ook de Pixies waren in die periode enorm populair en maakte de grunge razend populair.
Grunge kende zijn succes, doordat investeerders eerder een lagere investering zochten, dan in de
popwereld ( zoals Michael Jackson). Begin jaren ’90 zou er ook een feministische zijstroming
ontstaan, genaamd “ The Riot Grrrl”.
De mode voor grunge was het dragen van tweedehandskledij zoals kapotte spijkerbroeken, rode
houthakkershemden en het dragen van vettig haar. Vooral het nonchalante speelde een grote rol.
Aanhangers van de grunge hadden niet bepaald als doel om te choqueren, ze deden geen
overroepen zaken, noch wilden ze in de spotlight terechtkomen. Wel waren ze antikapitalistisch
ingesteld en tegen decadentie.
Zo zie je dat ook hier de idealen al stilaan verdwijnen naargelang de tijd verstrijkt.
We zijn op weg naar een meer esthetisch ingestelde vorm van subcultuur!
52
8. Gothic
De gothiccultuur ontstond einde jaren ’70, wanneer de deathrock splitste van de Amerikaanse punk
en werd een variant op de gothic rockscene, een subgenre van de postpunk. De invloed van deze
cultuur is te zoeken bij bands als The Cure, Joy Division en The Damnded. De frontzanger van deze
laatste verkleedde zich graag als vampier op het podium. Dit zou later overgenomen worden in de
gothiccultuur. Andere invloeden komen dan weer van de horrorscene en films als Dracula, waarin
Bela Lugosi een sterke invloed uitoefende. De naam gothic, of kortweg “goth”, komt van het suffix
dat terug te vinden is bij vele oude stammen, zoals Ostrogoten en Visigoten. Dat suffix betekende
in de tijd van de Romeinen, barbaars, omdat de latere gothiek als barbaars en intimiderend werd
aanzien.
Zoals reed gezegd, kan je subculturen specificeren door de typische kledij, muziekstijl en idealen.
Ook hier komt dit uiteraard sterk tot uiting. Laten we beginnen met het meest opvallende, nl. De
kledij. De gothickledij is vaak zeer extravagant en excentriek. Vrouwen baseren zich vooral op de
“femme fatale-stijl” en volgen vooral de victoriaanse kledingdracht, zoals het dragen van een korset
en lange, brede gewaden. Ze hebben vaak fel gekleurd haar dat los of opgestoken kan gedragen
worden. Vaak zijn ze ook zeer wit geschminkt en hebben fel gekleurde lippen. Andere kenmerken
zijn ook het veelvuldig dragen van sieraden, zoals kettingen, ringen en armbanden.
De mannen dragen vaak een combinatie van zwarte lange jassen, met daaronder witte hemden.
Ook zij zijn vaak wit geschminkt en hebben meestal lang sluik haar.
Een ander kenmerk van de gothiccultuur is natuurlijk haar muziek. Haar muziek varieert van New
Wave tot gothic metal. Om deze te illustreren geef ik enkele genres:
- Batcave
- Deathrock
- Cyber
- Punk (grootste invloedbron)
53
Bij de batcave is vooral griezelige sfeer aanwezig met galmende gitaren. Vaak experimenteert men
met nieuwe instrumenten, die een zeer vreemde, extasesfeer teweegbrengen. De teksten zijn vaak
duister getint, introspectief en surrealistisch.
Bij de Deathrock, een variant op de batcave, zie je veel postpunk invloeden. Ook hier speelt men
met een duistere, obscure sfeer, door gebruik te maken van echo’s en bombastische keyboards.
De Cyber wordt gekenmerkt door de hypnotische synthesizers. Een genre tussen electro en gothic
deathrock. De luisteraars van cyber zijn vaak zeer kleurrijk en extravagant gekleed.
Zoals je wel gemerkt hebt, heerst er bij de goth cultuur voornamelijk een duistere sfeer. Dat klopt,
maar moet zeker genuanceerd worden. Vooreerst is het zo dat de leden niet altijd zo gekleed
rondlopen, maar dat ze vaak casual gekleed zijn en pas ’s avonds in het nachtleven als goth naar
buiten komen. Ook is er vaak het misverstand dat goths aanhangers van het satanisme zijn. Ook dit
klopt helemaal niet, de meesten zijn atheïst of zelfs Christen! Opvallend is wel dat de goth cultuur
niet zozeer een politiek geïdealiseerde subcultuur is, zoals haar voorganger, de punk. Bij goth gaat
het eerder om het esthetische en de look. Een oorzaak daarvan is de ontzuiling. Door het steeds
slapper worden van de maatschappelijke verdeeldheid en groepen, zullen ook steeds minder
mensen zich kunnen voegen bij een bepaalde groep en kunnen hun standpunten en idealen niet
zozeer meer uiten. Dit merk je dus al begin jaren ’80, dat de idealen van de subculturen stilaan
verzwakken (en uiteindelijk zullen wegvallen).
54
9. Mainstream emocore79
Emocore wordt vaak geassocieerd met mode en een nogal droevige levensstijl. Dit fenomeen
ontpopt zich begin eenentwintigste eeuw. Maar emocore staat eigenlijk voor emotionele hardcore
(invloed hardcore punk) en is oorspronkelijk een muziekstijl van midden de jaren tachtig. Het is
echter zo dat de mensen dit fenomeen ontwikkeld hebben als leef- en kledingstijl. De leefstijl van
de emo’s ziet er niet zo aantrekkelijk uit. Ze worden in de media beschreven als depressieve,
gevoelige en verlegen mensen die zich terugtrekken in deze maatschappij. Sommige emo’s worden
zelfs geassocieerd met automutilatie en suïcidaal gedrag, maar dit is niet bewezen. Als kledingstijl
kent emocore verschillende invloeden van heel wat andere alternatieve stijlen zoals: skate, grunge
en punk. Ze dragen vooral donkere, doffe kleding, wat inhoudt: strakke T-shirts of truitjes met een
opdruk van hun favoriete band of gewoon een opdruk van een toepasselijke tekst. Skinny jeans,
schoenen van Converse of Vans en leren riemen en polsbandjes met spikes horen hier ook absoluut
bij. Hun extreme kapsels en make-up spreken ook boekdelen. Ze hebben meestal zwart haar met
extensions geblondeerd en/of een roze bles. Je kunt er dus niet naast kijken. Emomuziek van de
21ste eeuw is niet meer dezelfde als in de jaren 80. De muziek van de emo’s is nu meer een
mengeling van rock en pop, ook wel popcore genoemd. De mainstream emocore is dus veel
toegankelijker dan de originele emocore. Een paar voorbeelden van emo groepen zijn: Fall out
Boy, Billy Talent en Funeral for a Friend. De echte idealen zijn niet meer zichtbaar, zolang de
jongeren zich maar kunnen isoleren of gewoon anders zijn. Sommigen vinden het nu eenmaal leuk
om in een vakje gepropt te worden…
79
Voor illustraties: zie Bijlagen n° 20.
55
10. Industrial
Industrial is een eclectisch muziekgenre. Het is een mengeling van experimentele muziek met rock,
electronica, punk en avant-garde. In de jaren ’70 werd de term ‘industrial’ ingevoerd om de groep
artiesten te beschrijven die bij het label ‘Industrial Records’ zaten, maar deze artiesten beperkten
zich niet enkel tot het maken van muziek. Ze deden ook aan conceptuele kunst, wat inhield dat ze
kunst maakten in de vorm van performance art, installaties e.d. Zo werd industrial een geheel van
experimentele moderne muziek en kunst. Industrial Records was een label dat gestart werd door
een aantal muzikanten met als doelstelling: zien in hoeverre ze geluid konden bewerken en
verdraaien, zelfs muteren. Ze wilden complexe geluiden maken, muziek dat niet als entertainment
bedoeld was, voorschotelen aan een publiek dat leefde in een populaire cultuur en dit publiek
wilden ze overtuigen en bekeren.80 Deze kunstenaars werkten in een leegstaande fabriek om te
benadrukken dat ze ‘industriëlen’ waren, dat ze harde werkers waren en bereid waren te zwoegen
voor hun werk. Heel dit label en het idee om in een fabriek te werken, was in feite een parodie op
de industrie van de jaren ’70, een kritiek op hun ethiek en de depersonalisatie als gevolg van deze
industrie. Aanvankelijk was deze stroming enkel voor de beperkte groep kunstenaars van Industrial
Records, maar al snel begon deze gedachtegang zich te verspreiden buiten het label.
Industriële kunstenaars experimenteerden met geluiden, in sommige gevallen zelfs lawaai, en
onderwerpen die controverse zaaiden. Bij de muziek was het zo dat de teksten in een liedje maar
zelden voorkwamen en de onderwerpen gingen over taboes of schokkende provocatieve
onderwerpen, zoals mutilatie, totalitair gedachtegoed, sadomasochistische elementen etc. De
kunstenaars maakten altijd duidelijk dat hun teksten en de technologie die ze gebruikten bij het
maken van hun muziek een kritiek was op de informatiecultuur. Ze wilden natuurlijk ook aantonen
dat muziek niet altijd volgens de gekende regels gemaakt moet worden, dat er ook buiten de lijntjes
gekleurd mag worden. Deze kunstenaars wilden hun publiek aansporen om eens zelf diep na te
denken over de wereld waarin ze leven en deze wereld te bevragen.
Bron: Brainwashed Inc., ‘Industrial Records: Industrial Music for Industrial People’
(http://brainwashed.com/tg/industrial.html)
80
56
Industrial is een stroming die vandaag de dag nog sterk voortleeft - al zijn de teksten niet meer zo
provocerend - en die ook enorm veel verschillende subgenres binnen de muziek sterk beïnvloed
heeft.
57
III. Praktisch onderzoek
1. Interview met Mark Janssens
Voor de verdere uitwerking van ons praktisch onderzoek, zijn we opzoek gegaan naar een
kunstzinnig geïnspireerd persoon. Mark Janssens leek ons de geschikte persoon. Deze Lierenaar is
striptekenaar en leerkracht P.O. Hier volgt het resultaat.
Reflecteert u uw idealen in uw kunst? Indien ja, hoe?
Ja, toen ik jong was tekende ik bijvoorbeeld bijna alles wat in mij opkwam, en maakte er zelfs
stripverhalen rond! Vandaag de dag richt ik mij meer op muziek zoeken die mij wel aanstaat, maar
het tekenelement is nog altijd niet verdwenen…
Luistert u actief naar muziek uit de jaren ’60 (Bob Dylan, Jimmy Hendrix, The Who, The Beatles, The Rolling
Stones, Pink Floyd, Boudewijn de Groot…)
Natuurlijk, ook al was het voor mijn tijd, je kan de klassiekers niet vergeten!
Wat vindt u van de muziek uit de jaren ’60?
Vooral mijn broer (opleiding leerkracht PO) houdt van de muziek uit deze periode. Hij verzamelt
platen en luistert er dagelijks naar.
Wat vindt u van Popart?
Ik heb ooit een opdracht moeten maken rond Popart. Het kwam niet zo goed tot z’n recht als het
origineel, maar ik vond het toch interessant.
Denkt u dat idealen nog steeds sterk aanwezig zijn in de kunst?
Ja, ik denk dat elke kunstenaar een beetje van zijn idealen probeert te verwerken in zijn werk.
Hoe zijn volgens u de subculturen tot stand gekomen?
58
De mensen begonnen altijd verder te denken, en lieten aspecten van andere culturen weg en
voegden andere toe om het naar hun smaak te creëren .
Denkt u dat de Vietnamoorlog een dergelijke invloed heeft gehad op de culturen?
Veel kennis heb ik niet van deze periode, maar het is een feit dat de mens na elke belangrijke
gebeurtenis in de geschiedenis nadacht over hun situatie, en die indien mogelijk aanpaste.
1. Interview met Bruce Kucklick (vertaald uit het Engels)
Op vrijdag 23 april kwam Bruce Kucklick naar onze school in het kader van de lessen geschiedenis.
De gastlezer, een professor Amerikaanse geschiedenis aan de University of Pennsylvania, was twee
weken in ons land om gastcolleges te geven aan de K.U. Leuven. Na een interessante lezing over de
Koude Oorlog en de Vietnamoorlog, kregen wij dankzij Jan Leyers de kans om professor Kucklick
uitgebreid te interviewen.
Hieronder vindt u de uitgeschreven versie.
Denkt u dat de Vietnamoorlog een invloed heeft gehad op de kunst en de cultuur van de Amerikaanse
samenleving in de jaren ’60?
Het eerste waar ik aan denk, zijn Amerikaanse films. De impact van de oorlog is zo overduidelijk in
verscheidene films, bijvoorbeeld ‘The Graduate’ met Dustin Hoffman. Deze film handelt niet
rechtstreeks over de oorlog, maar over de manier waarop de oorlog alles in beweging bracht. ‘Easy
Rider’ met Dennis Hopper is ook een voorbeeld. Er zijn natuurlijk een heleboel films gemaakt over
hoe het was in de oorlog zelf. ‘Full Medal Jacket’ bijvoorbeeld, of ‘The Deerhunter’. Deze laatste
film heeft een krachtige en belangrijke inhoud. Het gaat over jongeren uit Pennsylvania die moeten
vechten in de oorlog. Als we het over de populaire kunsten hebben, denk ik vooral aan de manier
waarop de oorlog werd afgebeeld, o.a. in films. Er zijn ook een heleboel romans geschreven. Ik
denk aan Tim o’Brien. Ik weet niet veel over schilderijen enzovoort, maar je hebt bijvoorbeeld het
Vietnam Memorial in Washington DC. Dit is een artistieke representatie van de oorlog. Het werd
ontworpen door een jonge Aziatische dame en het is werkelijk een uitzonderlijk kunstwerk. Het is
59
een grote zwarte marmeren wand, dat meterslang is. Er staan 55 000 namen op geschreven van de
gesneuvelden tijdens de Vietnamoorlog. Je maakt er een wandelingetje langs, waarbij je eerst een
heuveltje opklimt en tegen het einde weer afdaalt. De ene kant wijst naar een ander belangrijk
monument en de andere uiteinde eindigt aan het Lincoln Memorial. Er is iets spectaculair aan de
hand met dit monument, het is heel krachtig. Gewoon de manier waarop het begint en eindigt: het
verbindt twee andere monumenten die zeer belangrijk zijn voor het Amerikaanse volk en zo vormt
het een verband met wie we zijn als het volk van Amerika. Dat is wat ik jullie kan vertellen in
verband met de kunst. De populaire cultuur is niet enkel de hippiescène in Berkeley, California.
Want de Vietnamoorlog heeft zeker gezorgd voor een algemene stijging van het druggebruik en de
drugcultuur. Het heeft ook geleid tot de relaxatie van het seksuele gedrag van de jongeren. Seks
voor het huwelijk bestond ook eerder, maar het was zeker veel minder en er werd ook niet echt
over gesproken. Terwijl in de jaren ’50 het aantal partners dat iemand gehad kon hebben twee à
drie was, steeg dit aantal in de jaren ’60 tot dertig. Muziek is dan weer iets complexer, want je ziet
een heleboel verschillende genres in de populaire muziek. De populaire jeugdcultuur en de muziek
breidde uit en veranderde de inhoudelijke boodschap. In de jaren ’50 gingen de muziekteksten over
meisjes, vrienden en pret maken in het weekend, maar in de jaren ’60 worden de teksten antioorlog. Het wordt zeer gepolitiseerd. Denk maar aan Bob Dylan, kijk naar de teksten die hij
schreef, de dingen die hij zei. En je hebt natuurlijk de veranderingen in persoonlijke stijl. Amerika
in de jaren ’50 was een gesloten generatie. De jongens hadden allemaal ongeveer dezelfde haarsnit,
meisjes droegen lange waaierrokken en dat was het dan. Er waren aparte stijlen, maar het was
allemaal van dezelfde soort. In de jaren ’60 krijg je een heel verschillend spectrum van stijlen en dan
heb ik het niet enkel over extreem geverfde haren, maar ik spreek over het algemeen. Sommige
mensen beginnen korte shorts the dragen, sportschoenen, laarzen, lange haren, geschoren haren,…
Er komt een explosie voor van verschillende soorten stijlen. Dit was het product van een losser
wordende cultuur.
Nog een laatste zaak is dat wat ze de cultuuroorlog noemen. Vergelijk bijvoorbeeld president
Obama met John McCain of George Bush. Obama is heel losjes en relaxt. Hij speelt basketbal en
rolt de mouwen van zijn witte hemd tot op zijn ellebogen. Hij is niet erg formeel vergeleken met
de conservatieve leiders. Dit is in feite het beste voorbeeld om aan te tonen dat er een groot
60
verschil heerst in mening onder het Amerikaanse volk over mensen die alle zaken en de
veranderingen die zich voordeden in de jaren ’60 kunnen accepteren. En er zijn een heleboel
mensen die zich het volgende afvragen: “Wat is er zo goed aan het feit dat jonge vrouwen seks
hebben voor het huwelijk? Wensen wij echt een cultuur waarin mannen en vrouwen met 30
verschillende mensen slapen voor ze trouwen? Willen we echt een president zoals Bill Clinton die
orale seks heeft met een vrouw in zijn werkkantoor?” Die andere kant, die conservatieve kant, heeft
werkelijk een argument dat ze goed hebben uitgekozen (en hoe kan je het niet eens zijn met hen in
verband met dit), namelijk dat het losser worden van de cultuur en de samenleving - wat het ook
heeft veroorzaakt, steek het op de Vietnamoorlog, op de conservatieven, wat je maar wil – ons op
een spoor heeft geleid dat veel te extreem is. Je wilt toch geen cultuur waarin alles kan en alles
mag, waarin het bijvoorbeeld druggebruik voor een deel en op bepaalde voorwaarden legaal is. Ik
kan je een concreet voorbeeld geven. Ik was onlangs uitgenodigd op een etentje en die avond zei ik
iemand dat ik over een paar dagen naar Leuven zou gaan. Deze persoon dacht dat Leuven in
Nederland lag en hij zei: “Oh, maar dat is toch die plek waar prostitutie legaal is?”. Hij zei het op
een manier alsof het een schande was dat ik me over een paar dagen daar zou bevinden.
Het aantal mensen die denken dat het vrijer worden van de cultuur niet is wat we zochten, neemt
toe. De relaxatie van de vaste waarden is misschien toch niet het allerbeste dat er gebeurd is voor
de mensen.
Denkt u dat de Vietnamoorlog een effect heeft gehad op de media en de manier waarop men het nieuws brengt
tot de mensen?
Enerzijds zou ik zeggen dat je in de media tot op vandaag ziet dat het nieuwsmedium zeer
beschermend zijn tegenover de overheid. Ze beweren dat ze objectief zijn, maar dat zijn ze niet. Na
Vietnam is de pers meer kritisch geworden, ze hebben veel beter werk geleverd, want de
mislukking van de oorlog heeft hen er van overtuigd dat de overheid niet te vertrouwen is. Denk
maar aan de Watergate-affaire bijvoorbeeld, dat was in de periode van de Vietnamoorlog. Eén van
de hoofdzaken is dus dat de pers kritischer wordt, maar anderzijds ook losser en slordiger. Er zijn
een heleboel zaken waarvan we nu pas ontdekken dat de journalisten hebben gelogen over hun
nieuws. Er was onlangs nog zo’n schandaal bij de New York Times.
61
Dus je krijgt geen vooruitgang meer. Sommige gevolgen zijn goed, bij andere gevolgen moet je
kritisch zijn. Maar al deze gevolgen zijn in verbintenis met elkaar, waardoor je ook niet echt een
objectief oordeel kunt vellen.
De media is gretiger geworden om uit te diepen wat de overheid aan het doen is, maar soms
verzinnen ze er ook gewoon verhalen rond.
Heeft de hippiecultuur een invloed gehad op de subculturen die we vandaag de dag misschien nog kunnen vinden
en herkennen?
De hippiecultuur bestaat niet meer, dat is één ding. Het is snel achteruitgegaan met deze cultuur, al
vroeg in de jaren ’70. En de mensen die radicale subculturen van de jaren ’60 representeren
vandaag, dat is enkel en alleen een vorm van theater. In de jaren ’60 dachten ze echt dat ze de
wereld konden veranderen, dat zij iets verschillend zouden doen. Deze kinderen verfden hun haar
en stapten daarmee naar hun ouders en hun ouders waren enorm ontdaan. Deze kinderen
probeerden hiermee te zeggen dat ze een verschillende manier van leven wilden en dat ze de manier
van leven van hun ouders afstootten. Jongeren die lid waren van subculturen wilden toen
dramatische veranderingen, maar vandaag de dag is het enkel een stijl geworden. Dat is het verschil
met vroeger. Het is er nog, het bestaat nog, maar het probeert de cultuur en de maatschappij niet
te keren. Er zijn verschillende stijlen, maar het zou verkeerd zijn te denken dat bijvoorbeeld een
punk die we vandaag op straat zien, een politiek proces vertegenwoordigt. Subculturen zijn
overgebracht op een manier dat het meer acceptabel, maar minder politiek maakt.
Denkt u dat de overheid van de VS de ‘American Dream’ heeft gebruikt of zelfs misbruikt om de jeugd te
beïnvloeden en hen te keren tegen het communisme?
Natuurlijk, we zijn niet achterlijk. Natuurlijk gaan we jullie Europeanen onze koelkasten en auto’s
verkopen om jullie te tonen hoe een prachtig en vreugdevol leven wij leiden. Kennedy had gelijk.
Hij ging naar Berlijn waar hij die legendarische speech hield waarin hij toegaf dat ook Amerika zijn
problemen heeft, maar dat wij tenminste geen muur hoeven te bouwen om het volk bijeen te
houden. Ik probeer hier niet het Amerikaans materialisme te verdedigen. Ik haat het de
consumptiemaatschappij, ik draag zelfs mijn eigen kleren niet meer, ik draag de kleren die mijn
62
zonen niet meer willen hebben. Maar in die periode had je de keuze tussen een maatschappij dat
materialistisch is, dat een consumptiemaatschappij is, en de communistische maatschappij van de
russen, die muren bouwen rond hun stad omdat hun volk wanhopig waren en weg wilden uit hun
stad.
Hebben de Amerikanen getracht de Amerikaanse manier van leven te cultiveren?
Het is overduidelijk gecultiveerd. Maar de Amerikanen geloven in die dingen, ze geloven in ‘the
American way of life’. Het is waar dat deze manier van leven opgedrongen is aan de Europeanen,
maar tegelijkertijd hebben de Amerikanen er zelf altijd in geloofd en geloven er nog steeds in. Een
reden waarom ik het belangrijk vind Amerikaanse geschiedenis te doceren in Europa, is om die
Europeanen te tonen waarom Amerikanen zulke dingen geloven, waarom ze de dingen doen die ze
doen. Amerikanen gedragen zich gewoon op deze manier. Ze zijn enorm overtuigd van hun eigen
manier van denken. Ik zal jou eens een vraag stellen: was je gelukkig toen Obama werd verkozen?
Ja, ik was wel blij over het feit dat hij president werd.
En waarom?
Dat weet ik niet direct. Ik wist niets van zijn manier van politiek voeren, maar toch was ik gelukkig. De
voornaamste reden was toch vooral omdat hij geen blanke president was. Het leek alsof er eindelijk een positieve
verandering zou komen in alles. Ook het zien van al die mensen bij zijn inauguratie. Jong en oud was daar en
iedereen stond daar met tranen in de ogen… Het leek gewoon een prachtige gebeurtenis dat ook prachtige
gevolgen zou hebben.
Ja, dat klopt en Amerikanen voelden juist hetzelfde. Wij dachten: “Mijn god, we hebben het
gedaan!”. Vroeg je jezelf toen niet af hoe de Amerikanen dit ooit hebben gedaan? We hebben een
zwarte president verkozen, dacht je toen niet dat die Amerikanen speciaal waren? Als jij zelfs op die
manier denkt, hoe denk je dan dat wij ons voelden op dat moment? Wij Amerikanen denken dat er
iets speciaal is met onze cultuur. Als jij dit zelfs kan voelen vanuit Europa, dit kunt begrijpen,
betekent dat er echt wel een soort magie heerst daar in Amerika. Het feit dat jij zulke momenten
kunt begrijpen, toont aan dat wij niet gewoon een beetje gek zijn. Europeanen zelf denken niet op
deze manier. Wanneer ik België kom bezoeken, willen ze mij de Zimmertoren tonen en de markt
waar ze vroeger heksen op de brandstapel zetten. Amerikanen praten niet over zulke dingen.
63
Wanneer je naar Amerika komt, vragen ze je wat je voelde toen Obama president werd. Voor ons
ligt het leven altijd in de toekomst, een andere mentaliteit. Sportcoaches die hun team willen doen
winnen vragen voor de wedstrijd: “Wat zijn de laatste vier letters van ‘American’?”.
I can.
Zo is dat.
U zei net in uw lezing dat u ook tegen de oorlog argumenteerde in uw jeugd. Had u persoonlijk het gevoel dat u
lid was van een bepaalde subcultuur?
Neen, dat niet. Wij waren eerder een generatie waarbij we dachten dat wij iets wisten wat niemand
anders op deze hele planeet wist. We waren een beetje gek. Maar deze generatie wordt enorm
gerespecteerd. De kinderen leken slim te zijn, en ze leken na te denken over de toekomst, maar het
is allemaal iets meer twijfelachtig dan dat. Ik ben van mening dat we toen kolossaal naïef waren en
dom op bepaalde manieren. We dachten dat we op een of andere manier heel de geschiedenis van
de wereld zouden beheersen. Het was net magie en het was zeer romantisch en soms zelfs
destructief.
Hoe bedoelt u, destructief?
Wel, er is niets goed aan universiteiten afsluiten en dingen gooien naar professors. Dit alles had een
excessief kantje, het was gewoon te veel van het goede. Het toont een gebrek aan respect voor alles
dat we zouden kunnen leren of winnen uit het leven, niet noodzakelijk van de ouders, maar ook
gewoon de grillen van de cultuur. Cultuur doet iets met je, we halen er dingen uit op, ook al was
het maar een beetje. En toen zeiden we gewoon dat niets van dit alles telde.
Denkt u persoonlijk dat dit alles een positieve of een negatieve gebeurtenis was?
Over het algemeen denk ik dat we het juiste hebben gedaan, maar we hebben het gewoon
overdreven.
Waren de mensen eigenlijk aan het protesteren tegen de politiek, of waren ze gewoon aan het protesteren om te
protesteren?
64
Ik denk dat er wel wat mensen waren die daar gewoon stonden omdat hun vrienden ook aan het
protesteren waren. Maar hoe kan ik hier iets over oordelen? We waren met tienduizenden, ik was
gewoon één van hen. Ik denk toch wel dat de meeste mensen die mee protesteerden echt serieuze
bedenkingen hadden over de oorlog, hoor. Mailer, een beroemde schrijver, schreef in zijn ‘Armies
of the Night’ over de protesten tegen de oorlog in 1967. Hij vertelt hoe het was om te protesteren
tegen de oorlog. Hoe het op bepaalde manieren krankzinnig was en hoe het toch nog kon kloppen
als een bus. Zo was het ook. Een beetje gek, maar het was juist…
65
Besluit
Onze vraag luidde dus : wat zijn de artistieke gevolgen van de Vietnamoorlog in de V.S en zijn deze
tot op de dag van vandaag nog te voelen?
Aangezien dit een te ruim onderzoeksgebied was, hebben we ons met een deel van het praktisch
onderzoek beperkt tot Vlaanderen.
Wat we eerst en vooral kunnen zeggen is dat de Vietnamoorlog een gruwelijke oorlog is geweest.
Ze heeft een dusdanige impact gehad op het leven van de Vietnamezen: fysische en psychische
trauma’s en een deuk in het vertrouwen van de mens.
In het andere kamp echter ook, de veteranen die aan de Amerikaanse zijde meevochten, werden
aanzien als massamoordenaars en konden zich nog maar moeilijk integreren in de samenleving. Ook
bracht het veel veranderingen teweeg in de visie van de Amerikaanse bevolking.
Dit zijn allemaal vrij voor de handliggende feiten. Een oorlog brengt altijd wel zulke zaken met zich
mee. Mede door de evidentie van de voorgaande zaken, hebben we ze voor het verloop van ons
verder onderzoek achterwege gelaten. Daarom hebben we ons de voorbije 6 maand geconcentreerd
op de artistieke gevolgen, de cultuur dus.
Daar zagen we vooral veel protest. Dit protest werd dan onder andere in grote bijeenkomsten
gevoerd in de vorm van festivals (zoals Woodstock) en via een medium dat voor de meesten
toegankelijk is: muziek. Zo ontstond vroeg in de jaren ’60 de hippiecultuur. Deze kantte zich sterk
tegen de wantoestanden en de gruweldaden van hun vaderland tijdens de Vietnamoorlog.
Mede met de rock ’n roll werd de kiem gelegd voor nieuwe bewegingen : subculturen.
Deze subculturen hebben zowel het uitzicht als het gedrag van een groot deel van de bevolking in
Amerika (en later in Europa), drastisch veranderd. Aldus in het begin. Want doorheen ons
onderzoek bleek, dat nu slechts vooral de esthetische waarden nog verder leven en niet zozeer de
maatschappelijke idealen, die men eerst voor ogen had en de welke men nastreefde. Echt protest
66
wordt nu via de subculturen niet meer gevoerd. Zo merken we dus dat de echte idealistische
opvattingen op de dag van vandaag sterk verzwakt zijn en zelfs bijna niet meer terug te vinden zijn.
Ook in de beeldende kunst heeft de Vietnamoorlog discontinuïteit ingeluid. Het abstract
expressionisme is hier een goed voorbeeld van. Deze kunststijl heeft zich door de koude oorlog
kunnen ontwikkelen tot een volwaardige kunststroming. Tijdens de Vietnamoorlog werd het
Amerikaanse en ook het individuele karakter van deze kunststroming extra benadrukt. Naast het
Amerikaanse expressionisme is ook de popart beïnvloed door de oorlog in het zuidoosten van Azië.
Zo zijn er in de popart talrijke verwijzingen terug te vinden naar de oorlog in Vietnam. De
Vietnamoorlog heeft ook bijgedragen tot het cultiveren van “The American Dream”. Ook hiervan
zijn er in de popart sporen terug te vinden.
Om te besluiten kunnen we stellen dat de popart voor een discontinuïteit heeft gezorgd op gebied
van beeldende kunst.
Ook vele kunstenaars lieten zich inspireren door de Vietnamoorlog, zoals de bekendste: Jasper
Johns, Hans Haacke en Bruce Nauman.
Het praktisch onderzoek gaf ons een nog helderdere kijk op de hele zaak. Uit de interviews konden
we afleiden dat de echte idealen op de dag van vandaag zeer verwaterd zijn. Dit werd door in de
vele interviews bevestigd. Er zijn echter nog kunstenaars die zulke idealen verwerken in hun kunst,
maar zulke kunstenaars zijn karig.
67
Bronnen en bijlagen
Bronnen
http://en.wikipedia.org/wiki/Hip_hop
http://www.america.gov/st/artsenglish/2008/August/20080814205112eaifas0.7286246.html
http://www.rapdict.org/Beat_biter
http://www.oldschoolhiphop.com/artists/deejays/afrika.htm
http://en.wikipedia.org/wiki/Afrika_Bambaataa
http://www.nrcboeken.nl/recensie/op-zoek-naar-de-ziel-van-de-rap
http://www.icce.rug.nl/~soundscapes/DATABASES/MIE/Part2_chapter08.shtml
http://en.wikipedia.org/wiki/Political_hip_hop
http://www.myspace.com/publicenemyofficial
http://www.myspace.com/emceelynxmusic
http://www.myspace.com/looptrooprockers
http://www.guardian.co.uk/world/2005/aug/05/israel.artsnews
http://en.wikipedia.org/wiki/Banksy#Controversy
http://jetcomx.com/2008/09/17/14-amazing-works-of-political-graffiti-and-streetart-from-around-the-world/
http://en.wikipedia.org/wiki/Industrial_music
http://www.nytimes.com/2010/04/12/world/americas/12caracas.html
http://www.magicalurbanism.com/?p=144
www.kunstbus.com
http://frederikdegraaff.tripod.com/id59.html
http://www.wikipedia.be/
http://tachtiger.web-log.nl/tachtiger/2006/11/glamrock.html
http://tachtiger.web-log.nl/tachtiger/2005/01/mark_bolan.html
http://www.70sglamrock.com/Alice_Cooper.html
68
http://jeugdcultuur.pbworks.com/PunKers
http://
www.cultkanaal.nl/Muziek/punk-rock-kleding.html
http://www.sex-pistols.net/
http://www.beautygloss.nl/2008/01/21/emoscene-haarstijl/
http://www.youtube.com
http://en.wikipedia.org/wiki/Jerome_Grossman
http://en.wikipedia.org/wiki/Moratorium_to_End_the_War_in_Vietnam
http://en.wikipedia.org/wiki/Sam_Brown_(activist)
http://www.davidrhawk.com/
http://en.wikipedia.org/wiki/George_McGovern
http://www.iraqmoratorium.com/home/19-updates-entry/165-paul-krehbiel.html
http://www.art-for-a-change.com/vietnam/vietnam.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Jasper_Johns
http://javanzino.blogspot.com/
http://www.museomadre.it/opere.cfm?id=429&evento=15
http://www.ndmoa.com/Exhibitions/PastEx/Disappeared/Frasconi/index.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Duane_Hanson
http://www.frieze.com/issue/review/duane_hanson1/
http://www.nrwmuseum.de/output/controller.aspx?cid=123&detail=2&detail2=80
http://en.wikipedia.org/wiki/Leon_Golub
http://en.wikipedia.org/wiki/Art_Workers'_Coalition
http://www.journalofaestheticsandprotest.org/5/articles/forkert.htm
http://primaryinformation.org/index.php?/projects/art-workers-coalition/
http://artwelove.com/artist/-id/27806d54
http://findarticles.com/p/articles/mi_m0268/is_1_43/ai_n6206228/
http://en.wikipedia.org/wiki/Takis
http://www.guardian.co.uk/culture/2002/nov/23/art
69
http://www.arthistoryarchive.com/arthistory/feminist/Martha-Rosler.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Martha_Rosler
http://en.wikipedia.org/wiki/Nancy_Spero
McCarthy D, Stromingen in de moderne kunst, Popart, Thoth Bussum uitgeverij, 2001, 79p.
Osterworld T, Popart, Taschen, 2003, 240p.
ROSENTHAL, N., FINE, R.E with PRATHER, M., ZORN, A.M., The Drawings of Jasper Johns,
Thames and Hudson, National Gallery Of Art, Washington, 1990, 345 pagina’s
MARZONA, D., GROSENICK, U. (Red.), Conceptuele Kunst, Taschen, Köln, 2009, 95 pagina’s.
MEECHAM, P., SHELDON, J., Modern Art: a critical introduction – second edition, Routledge,
2005, 354 pagina’s
WYE, D., FIGURA, S., Artists & Prints: masterworks from the Museum of Modern Art, The
Museum of Modern Art, New York 2002, 288 pagina’s
70
Bijlagen
1. Jasper Johns – Moratorium (1969)
2. Bruce Nauman – RAW WAR (1968-1971)
71
3. Antonio Frasconi – Viet Nam! (1967)
72
4. Duane Hanson – Vietnam Scene (1969)
5. Duane Hanson – War (Vietnam Piece) (1967)
73
6. Leon Golub – Napalm (1969)
74
7. Leon Golub – Vietnam (1969)
8. Nancy Spero – War Series (1967)
9. Public Enemy (zwart nationalistische hip hop)
http://www.myspace.com/publicenemyofficial
75
10. Emcee Lynx (anarchistische hip hop)
http://www.myspace.com/emceelynxmusic
11. Looptroop Rockers (socialistische hip hop)
http://www.myspace.com/looptrooprockers
76
12. Banksy – West Bankbarrière; Israël
77
13. Graffiti van Hillary Clinton – New York City
14. Graffiti van Bush – Londen
78
15. David en Hillary Clinton door Carlos Zerpa – Caracas, Venezuela
16. Nunca Màs – Buenos Aires
79
17. Illustraties bij ‘Uitbreiding: Popart’
Voor de lay-out man/vrouw
Foto’s
Richard Hamilton; What Is It That Makes Today's Homes So Different, So Appealing?
80
Robert Indiana; The American Dream I (1961)
James Rosenquist; f-111 (1965)
81
Robert Rauschenberg; Buffalo II (1964)
82
Tom Wesselman; Great American Nude (1962)
18. Illustraties bij glamrock
Marc Bolan
Alice Cooper
83
19. Illustraties bij punk
Vivienne Westwood
The Sex Pistols
20. Illustraties bij emocore
Emo kid
Funeral for a Friend
84
Download