LA2_Trapmodel_MIjke van As_2095553 - Mij

advertisement
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
B1-K1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces
B1-K1-W5: Voert verpleegtechnische handelingen uit
Een mbo-verpleegkundige is werkzaam in gemiddeld tot hoogcomplexe zorgsituaties. In deze situaties krijgt ze te maken met een
gezondheidstoestand die snel kan veranderen. Meerdere ziekten en beperkingen kunnen elkaar sterk beinvloeden. In deze situaties weet de
mbo-verpleegkundige zich aan te passen aan de individuele mogelijkheden en behoeften van de zorgvrager. Zij analyseert complexe
problemen en lost deze op door gebruik te maken van (evidence based) wetenschappelijk onderzoek, practice based evidence, de
ervaringsdeskundigheid van zorgvrager, de naastbetrokkenen en multidisciplinair overleg.
In relatie tot het werkproces; voert verpleegtechnische handelingen uit, voert de mbo-verpleegkundige uitsluitend in opdracht van arts de
vaardigheid uit. Dit met inachtneming van voorschriften en procedures en de noodzakelijk voorzorgsmaatregelen.
Doel: de mbo-verpleegkundige voert de verpleegtechnische handelingen op een bekwame en professionele manier uit. Hierbij maakt zij gebruik
van geldende protocollen, wet- en regelgeving en richtlijnen van de organisatie (Calibris, 2015).
Het uitvoeren van een (verpleegtechnische) handeling kan in de ene situatie complexer kan zijn dan in een andere situatie. Factoren als
complexiteit van zorg, complexiteit van de context en complexiteit van redeneren zijn factoren die hierbij een rol spelen (Veer, Francke,
Poortvliet & Vogel, 2007).
Het Vitalis college Gezondheidszorg maakt gebruik van ingekochte examens van het Consortium beroepsonderwijs. Zij geven aan dat in het
algemeen de examens plaats dienen te vinden in hoogcomplexe zorgsituaties (Van der Hoek et.al, 2014). Het uitvoeren van
verpleegtechnische handelingen is een examen met als doel het kunnen examineren van het werkproces B1-K1-W5: voert verpleegtechnische
handelingen uit (Calibris, 2015)
De mate van de complexiteit van zorg wordt bepaald door het aanvinken van de indicatoren. Het niveau met de meest aangevinkte indicatoren,
mag gezien worden als het niveau voor de zorgsituatie.
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
Niveaus en
werkwoorden
DOES
N.4 Transfer
-
Toepassen
Transfereren
Laag complexe zorgsituatie
Midden complexe zorgsituatie
Hoogcomplexe zorgsituatie
☐Gezondheidstoestand en gedrag is
stabiel
☐Kans op risicovolle situaties is gering
☐Samenwerking met max. twee andere
disciplines
☐Inzet van eenvoudige
verpleegtechnische
hulpmiddelen
☐Behoeft geen intensieve zorg
☐De emotionele ondersteuning behoeft
normale tot extra aandacht
☐De communicatie verloopt adequaat
☐Er is sprake van 1 of 2 problemen die
elkaar beinvloeden
☐De mantelzorg is beschikbaar en
behoeft normale begeleiding
☐Gezondheidstoestand en gedrag zijn
redelijk voorspelbaar
☐De kans op risicovolle situaties is niet
groot maar wel aanwezig
☐Samenwerking maximaal drie andere
disciplines
☐Inzet van complexere
verpleegtechnische hulpmiddelen/
vaardigheden
☐Behoeft maximaal twee maal per dag
intensieve zorg
☐De communicatie verloopt wisselend
☐Er is sprake van 2 problemen die
elkaar beinvloeden
☐De mantelzorg is beschikbaar en
behoeft extra begeleiding
☐Gezondheidstoestand en gedrag zijn
sterk wisselend en onvoorspelbaar
☐De kans op risicovolle situaties doen
zich vrijwel zeker voor
☐Samenwerking met vier of meer
andere disciplines
☐Inzet van meerdere complexere
verpleegtechnische hulpmiddelen
☐Behoeft meer dan twee maal per dag
intensieve zorg
☐De communicatie verloopt inadequaat
☐Er is sprake van 3 of meer problemen
die elkaar beinvloeden
☐De mantelzorg is niet beschikbaar





SHOWS HOW
N.3 Verdieping



-

Toepassen
Demonstreren
Vaardigheid
Vorm van toetsen
De student kan zelfstandig handelen in een complexe beroepspraktijk. Er vindt een integratie plaats van kennis, houding,
vaardigheden en persoonlijke eigenschappen.
De student kan verklaren waarom hij/zij die vaardigheid binnen die omstandigheden inzet en/of uitvoert.
De student stelt vragen over de standaarden, laat blijken onderscheid te maken in situaties waarin de standaard toereikend
is en wanneer deze niet (meer) voldoet. Hierbij gaat het om minder overzichtelijke situaties, waarin de student logisch
redeneert.
De student kan (creatief) oplossingen bedenken voor situaties die anders zijn dan het gestelde kader.
De student verenigt kennis uit verschillende bronnen tot iets nieuws.
Er vindt een
integratie plaats van
kennis, houding,
vaardigheden en
persoonlijke
eigenschappen in
een authentieke
beroepssituatie
Beoordelen in de
beroepspraktijk
De student kan de geleerde vaardigheid toepassen en demonstreren.
De student maakt gebruik van evidence based voorschiften en procedures.
De student laat merken vanuit vragen en hypothesen te kunnen werken, te kunnen ordenen en tot een geldige conclusie te
kunnen komen.
Betrekt relevante wet- en regelgeving in haar handelen.
De student kan
handelen met de
zijn/haar kennis in
een gesimuleerde
setting
(binnenschools
assessment)
Vaardighedentoetsin
g met simulatie
patiënt
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
Niveaus en
werkwoorden
KNOWS HOW
N.2 Verwerking
-
-
Midden complexe zorgsituatie
Hoogcomplexe zorgsituatie
☐Gezondheidstoestand en gedrag is
stabiel
☐Kans op risicovolle situaties is gering
☐Samenwerking met max. twee andere
disciplines
☐Inzet van eenvoudige
verpleegtechnische
hulpmiddelen
☐Behoeft geen intensieve zorg
☐De emotionele ondersteuning behoeft
normale tot extra aandacht
☐De communicatie verloopt adequaat
☐Er is sprake van 1 of 2 problemen die
elkaar beinvloeden
☐De mantelzorg is beschikbaar en
behoeft normale begeleiding
☐Gezondheidstoestand en gedrag zijn
redelijk voorspelbaar
☐De kans op risicovolle situaties is niet
groot maar wel aanwezig
☐Samenwerking maximaal drie andere
disciplines
☐Inzet van complexere
verpleegtechnische hulpmiddelen/
vaardigheden
☐Behoeft maximaal twee maal per dag
intensieve zorg
☐De communicatie verloopt wisselend
☐Er is sprake van 2 problemen die
elkaar beinvloeden
☐De mantelzorg is beschikbaar en
behoeft extra begeleiding
☐Gezondheidstoestand en gedrag zijn
sterk wisselend en onvoorspelbaar
☐De kans op risicovolle situaties doen
zich vrijwel zeker voor
☐Samenwerking met vier of meer
andere disciplines
☐Inzet van meerdere complexere
verpleegtechnische hulpmiddelen
☐Behoeft meer dan twee maal per dag
intensieve zorg
☐De communicatie verloopt inadequaat
☐Er is sprake van 3 of meer problemen
die elkaar beinvloeden
☐De mantelzorg is niet beschikbaar
Vaardigheid
Vorm van toetsen



De student kan met behulp van voorbeelden motiveren welke criteria zij hanteert bij de vaardigheid.
De student kan toelichten welke effecten het heeft op lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden.
De student kan voorbeelden geven van factoren die van invloed kunnen zijn op de verpleegkundige diagnose en op basis
van de beïnvloedende factoren passende interventies benoemen en motiveren.
Kennis die de student
kan gebruiken bij het
uitvoeren van
probleemoplossende
taken
Casuïstieken op
schrift


De student kan benoemen welke observatiepunten belangrijk zijn ten aanzien van de te verlenen zorg.
De student kan uitleggen welke anatomie, fysiologie en pathologie van belang is bij de betreffende vaardigheid.
Kennis die de student
nodig heeft om de
vaardigheid uit te
kunnen voeren
Schriftelijke
multiplechoice toets
Inzicht
Analyseren
Synthetiseren
Evalueren
KNOW
N.1 Herkenning
-
Laag complexe zorgsituatie
Reproductiekennis
Feitenkennis
Samenvatten
Opmerking. Eigen weergave van piramide van Miller (1990), werkwoordvormen Van Berkel (1999), Kwalificatiedossier MBO-Verpleegkundige (Calibris, 2015), Scorelijst complexiteit van zorg
toolkit Dementie (2015) en Transferpunt Vaardighedenonderwijs (2015) en toetsvormen Coppoolse en Vroegindeweij (2010)
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
Toelichting:
Weergave van trap in grafiek.
VERPLEEGTECHNISCHE HANDELING I.R.T.
COMPLEXITEIT VAN ZORG
Transfer
Verdieping
Verwerking
Herkenning
Laag
Midden
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Hoog
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
De trap is gebaseerd op de uitgangspunten van het vaardigheden onderwijs. Het Vitalis college Gezondheidszorg maakt gebruik van
Transferpunt vaardigheden onderwijs. Vaardigheden onderwijs is meer dan alleen motoriek. Het is van belang om de continuïteit van het
vaardigheidsleren te waarborgen. Dit kan men doen door aandacht te hebben voor zowel de inhoudelijke aspecten van leren als voor de
methodie van het vaardigheidsleren. Leer- en begeleidingsactiviteiten moeten hierop afgestemd worden (Strijbos en Hollands ,2000).
Herkenning:
Opdrachten die gericht zijn op het opfrissen en activeren van voorkennis en ervaring. Onderdeel van skills theorie.
Verwerking:
Een aantal afwisselende opdrachten waarbij steeds de centrale vraag is: hoe moet de student in deze praktijksituatie handelen? De opdrachten
zoomen in op een deel van de beroepscompetentie. Door middel van de vragen doorloopt de student de volgende stappen:
●
wat is het probleem;
●
probleem verkennen;
●
strategie/oplossing bedenken;
●
begin maken met oefenen.
Verdieping: bieden van extra uitdaging. Ze leggen bijvoorbeeld een link naar de maatschappelijke context, of besteden extra aandacht aan
anatomie. De verdiepingsopdrachten zijn bijvoorbeeld geschikt om in te zetten bij zowel homogene als heterogene groepen (bijv. als je gaat
modulariseren) of groepen met studenten uit verschillende werkvelden. De studenten oefenen en op eigen tempo kan de complexiteit van zorg
worden aangepast.
Met transferopdrachten leert de student de beroepscompetenties toepassen in een authentieke beroepssituatie of andere situaties, bijvoorbeeld
in andere werkvelden en/of bij andere zorgcategorieën. Dit kan door ene opdracht mee te geven voor in de praktijk.
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
Bijlage 1
In de trap wordt het gebruik maakt van opbouw in complexiteit door onderstaande concepten met elkaar te verbinden.
Opmerking. Eigen weergave van piramide van Miller (1990), werkwoordvormen Van Berkel (1999), en toetsvormen Coppoolse en Vroegindeweij (2010) .
In de paper van LA1 naar het toetsen van analytische vaardigheden bij studenten verpleegkunde kwam naar voren dat verpleegkundigen niet
voldoende toegerust zijn om toe te treden tot de arbeidsmarkt.
Er is in de afgelopen dertig jaar meerdere keren aangetoond dat de pas afgestudeerde verpleegkundigen niet volledig toegerust zijn om toe te
treden tot de arbeidsmarkt (Edwards en Cummings, 1982; Harkisn, Schambach en Brodie, 1983; Schoessler en Waldo, 2006). Shipman, Roa,
Hooten en Wang (2011) geven aan bovenstaand issue van belang te vinden omdat onvoorbereide (pas afgestudeerde) verpleegkundigen een
gevaar kunnen zijn voor de veiligheid van de patiënt en er ontevredenheid kan ontstaan over de professionaliteit. Hiermee ligt er een grote
verantwoordelijkheid bij verpleegkunde docenten om toekomstige verpleegkundigen vaardigheden aan te leren zodat ze voldoende toegerust
zijn om toe te treden tot de arbeidsmarkt (Schoessler et al., 2012; Paans, Sermeus, Nieweg, Krijnen en van der Schans, 2012). Schoessler et
al. (2012) maken duidelijk dat een belangrijk deel van de verpleegkundige vaardigheden ligt in het nemen van beslissingen die betrekking
hebben op een klinisch oordeel, ethische vraagstukken, organisatorische zaken en het verzamelen en decoderen van gegevens. Ze
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
benadrukken dat verpleegkundig-oordelen/handelen is gebaseerd op verpleegkundige kernwaarden in combinatie met best practices,
aangevuld met kennis en het kunnen integreren van concepten.
De kern van het verpleegkundig beroep zit hem niet in de vermogens om vitale functies (opnemen van temperatuur, bloeddruk, pols en
ademhaling) als vaardigheid te kunnen meten, het kunnen bedienen van gecompliceerde machines of het bereiden van medicatie. De
verpleegkundige kern zit hem in de elementen van het kunnen stellen van een verpleegkundige diagnose, het kiezen van de juiste
verpleegkundige interventies en het kunnen monitoren van het proces tijdens het uitvoeren van dergelijk vaardigheden (Farrelly, 2014).
Bovenstaande komt terug in de trap doordat studenten alle stappen; van herkenning tot toepassing, met de daarbij behorende doelstellingen
doorlopen.
Literatuur:
Berkel, H.J.M. van (1999). Zicht op toetsen. Assen: Van Gorcum.
Berkel, H.J.M. van, Bax, A. & Joosten-ten Brinke, D. (2013). Toetsen in het Hoger Onderwijs (3e druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Calibris (2014b). Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige, geldig vanaf 1 augustus 2015. S.L.: Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven
Coppoolse, R. & Vroegindeweij D. (2010). 75 modellen van het onderwijs. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Edwards, R. & Cummings, P. (1982). Nurse-extern program eases “reality shock” for new staff nurses. Hospitals 56, 42-44.
Farrelly, R. (2014). Nursing elements: what are they?. British Journal Of Nursing, 23(17), 965.
Harkisn, S., Schambach, A. & Brodie, K. (1983). Summer externs: easing the transition. Nursing Management 14(7), 37-39.
Paans, W., Sermeus, W., Nieweg, R. & Van der Schans, C. (2010). Determinants of the accuracy of nursing diagnoses: influence of ready
knowledge, knowledge sources, disposition toward critical thinking, and reasoning skills. Journal of Professional Nursing, 26(4),
232-241.
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4)
Schoessler, M., Brady, M., Engelmann, L., Larson, J., Perkins, I. & Shultz, C. (2012). Nursing judgment: Educating nurses to make
decisions in practice. Nursing Education Perspectives, 33(6), 422.
Schoessler, M., Waldo, M. (2006). The first 18 months in practice. A developmental transition model for the newly graduated nurse. Journal
for Nurses in Staff Development 22(2), 47-52.
Shipman, D., Roa, M., Hooten, J. & Wang, Z.J. (2012). Using the analytic rubric as an evaluation tool in nursing education: The positive and
the negative. Nurse Education Today, 32(3), 246-249.
Strijbos, A., Ariens, H., Bartholomeus, P., Hollands, L., & Nas, H. (2001). Transferpunt Vaardighedenonderwijs. Maastricht/ Nijmegen.
Strijbos, A. en Hollands, L. (2000). Continuïteit in het binnen- en buitenschools vaardigheidsleren. Onderwijs & Gezondheidszorg, nr. 3, pag.
5-10.
http://www.toolkitdementie.nl/Flex/Site/Page.aspx?PageID=21479&Lang=NL
LA 2 - Trapmodel Vaardighedenonderwijs
Mijke van As - 2095553
Download