Aandachtspunten bij budgetbegeleiding

advertisement
Aandachtspunten bij budgetbegeleiding









bij cliënten die alles via de bank betalen leveren de bankafschriften veel informatie
op. Gebruik ze!
vaste betalingen kunnen wijzen op schulden die cliënt niet opgegeven heeft (“dat zijn
toch geen schulden want ik mag dat in maandtermijnen betalen en ik ben niet
achter”)
roodstanden zijn niet op ieder tijdstip van de maand zichtbaar. Kijk naar het laatste
saldo vóór het inkomen binnenkomt.
afgegeven incasso’s worden altijd afgeschreven, ook als cliënt te veel rood staat. Er
lijkt dan een betalingsbewijs te zijn, maar de bank kan het geïncasseerde bedrag
daarna meteen weer terughalen; “storneren”. Dan is er dus toch niet betaald!
let op de datum van betaling vaste lasten. Structureel te laat betalen (het
zogenaamde slepen) is feitelijk één maand achterstand die niet op ieder tijdstip
zichtbaar is.
Er kunnen hoge aflossingen zichtbaar zijn op m.n. een doorlopend krediet. Zolang
echter de opnameruimte nog niet geblokkeerd is, kan cliënt nagenoeg het hele
bedrag ook weer opnemen. De bestedingsruimte van cliënt is nauwelijks kleiner,
ondanks de hoge aflossing. De aflossing kan via een andere rekening lopen dan de
opname. Vraag altijd naar alle rekeningen.
let ook op periodieke uitkeringen en teruggaven. Bij sommige cliënten is dat een
substantieel deel van het totale inkomen. In de beleving van cliënt kan het
basisinkomen dan te laag zijn terwijl de periodieke inkomsten niet als onderdeel van
het inkomen gezien worden, maar als extraatjes die even lucht geven.
verslavingsproblemen zijn soms te herkennen aan het patroon van opnames (let op
data, tijdstip, plaats) de bankafschriften kunnen ook een ingang zijn om eventuele
verslavingsproblemen ter sprake te brengen.
wees opmerkzaam op bijzondere noodzakelijke uitgaven die in de
budgetbegeleiding alsnog boven water komen (door bankafschriften,
nagekomen rekeningen, in het gesprek enz.). Verwijs alsnog voor inkomensreparatie,
herbereken zo nodig de aflossingscapaciteit met nieuwe correctieposten. Als het om
incidentele noodzakelijke kosten gaat en het inkomen is te hoog voor bijzondere
bijstand, geef cliënt de erkenning wanneer het redelijkerwijs niet uit het vrij te laten
bedrag te betalen is en ondersteun bij het zoeken van een oplossing (eventueel
beroep op particuliere fondsen).
Terugkijken met cliënt op de afgelopen maanden kan ook een middel zijn om
cliënt inzicht te geven in hoe het geld besteed is. Als bankafschriften en/of andere
betalingsbewijzen bewaard zijn door cliënt, kan simpelweg worden opgeteld hoeveel er is
betaald aan noodzakelijke kosten en hoeveel er in totaal is gebruikt voor leefgeld. Het
beeld dat cliënt heeft over zijn bestedingspatroon kan erg afwijken van wat feitelijk uit de
stukken blijkt. Bijvoorbeeld doordat er naast de opnames ook veel boodschappen zijn
betaald met pinpas en cliënt het overzicht kwijt is.
Een roodstand, ook een toegestane, maakt het erg lastig om overzicht te houden. Op
bankafschriften is roodstand niet de hele maand zichtbaar. Als de toegestane limiet nog
niet bereikt is, groeit de roodstand vaak geleidelijk en is niet in één oogopslag zichtbaar.
Ook uit het oogpunt van budgetbegeleiding is het wenselijk dat cliënt de beschikking
krijgt over een rekening zonder roodstand (en zonder kredietmogelijkheid). Zie ook
roodstand bij intake.
Handreiking cliënt om overzicht te houden:
 Elementaire basis financiële administratie, (zoals het bewaren van
betalingsbewijzen, bankafschriften, een vaste plek voor rekeningen die nog
betaald moeten worden)zijn nooit aangeleerd, vergeten of verwaarloosd door veel
cliënten.
 Het bijhouden van een huishoudboekje, kan heel verhelderend zijn en blijkt op
zichzelf al besparend te werken (waarschijnlijk doordat alle uitgaven bewuster
worden gedaan als het huishoudboekje a.h.w. over je schouder meekijkt).
In “Genoeg” worden vaak successen beschreven. De cliënt van SHV is niet zuinig
uit vrije keuze en voor veel cliënten is het langdurig bijhouden van alle uitgaven
een onoverkomelijke opgave.
Tijdens budgetbegeleiding hulp bij:










Het ordenen van de administratie
bankafschriften leren lezen
betaling vaste lasten door automatische periodieke overschrijvingen liever dan
incasso (cliënt houdt zelf meer overzicht) en niet door storting (duur)
niet betalen met pinpas
meerdere rekeningen als middel om overzicht te houden
terugkoppelen of het cliënt lukt met deze hulpmiddelen
als inkomensbeheer noodzakelijk gewenst is, aanmelden bij instantie voor
inkomensbeheer eventueel gevolgd door
het tijdig (is direct) aanleveren van wijzigingen in inkomen en uitgaven
het leren rondkomen van het vastgestelde leefgeld
vasthouden van de motivatie
BUDGETPLAATJE:
Het budgetplaatje geeft weer hoeveel de inkomsten en uitgaven gemiddeld maandelijks
bedragen. Het budgetplaatje klopt als inkomsten en uitgaven in balans zijn.
Het principe van het budgetplaatje is heel simpel:
In een schema worden alle inkomsten en uitgaven van het hele jaar neergezet.
Je kunt geen maandbedragen /jaarbedragen/ kwartaalbedragen in één optelsom zetten,
dus alle uitgaven en inkomsten die er in een jaar zijn worden omgerekend naar een
maandbedrag (let op: een maand is 4,333 weken!)
Neem dus alle kosten van een heel jaar Reken alles om naar een maandbedrag en tel dat
op. Doe hetzelfde met alle inkomsten (ook de Kinderbijslag, tegemoetkoming in de
studiekosten). Wanneer de cliënt geld per bank overmaakt en de bankafschriften
bewaard is veel informatie te vinden op de afschriften (bijv. in welke maand de
jaarafrekening komt enz.)
In het budgetoverzicht is goed zichtbaar welke uitgaven noodzakelijk zijn, voor welke
posten er gereserveerd moet worden en hoeveel ruimte er overblijft voor leefgeld.
(Trek alle kosten van de inkomsten af en zie wat er per maand aan leefgeld overblijft.)
Let op: verwar deze methode niet met berekening aflossingscapaciteit. Bij die
normberekening laat je de Kinderbijslag buiten beschouwing. Met het budgetoverzicht
bereken je wat er feitelijk in het huishouden te besteden is en neem je dus alle
inkomensbestanddelen mee.
Hoe kun je het budgetplaatje gebruiken?
 je kunt de berekening maken voor wat er feitelijk aan inkomsten en uitgaven zijn, en
het zichtbaar maken dat er structureel te veel uitgegeven wordt. Of dat er wel erg
weinig, té weinig, overblijft voor leefgeld.
 je kunt met (of voor) cliënt berekenen hoeveel er per week opgenomen kan worden
zonder in de gevarenzone te komen. (NB: ook voor een cliënt die geen inkomensbeheer nodig heeft kan het een goed hulpmiddel zijn om met zichzelf af te spreken
een vast bedrag op een vaste dag in de week op te nemen en daarnaast niets te
pinnen)
 staffelen: bereken eerst het inkomen. Trek er daarna de noodzakelijke kosten af, en
vervolgens vraag je cliënt prioriteiten te stellen in de overige gewenste uitgaven. De
gekozen uitgavenposten trek je steeds van het resterende inkomen af, tot het
inkomen op is. Je kunt dan op papier je keuzes heroverwegen. Het is een benadering
die uitgaven expliciet definieert als keuzes. Uiteraard maakt cliënt de keuzes en stelt
daarbij zijn/haar eigen prioriteiten. Degene die begeleidt laat zien hoe het werkt en
zorgt dat er geen noodzakelijke of voor de hand liggende posten vergeten worden in
de overwegingen.
Voor wie moet rondkomen van een minimuminkomen of 95% daarvan tijdens een
schuldregeling, zijn de keuzemarges heel klein, maar ze zijn er wel. De één wil wat meer
uitgeven aan voeding, de ander legt het accent op de telefoon, of maakt de keuze om te
lopen i.p.v. openbaar vervoer.
Planning
Wanneer het budgetplaatje in balans is, kan er met cliënt besproken worden met welk
systeem er het beste een planning gemaakt wordt. Er kan gekozen worden voor aparte
rekeningen voor reserveringen en voor dagelijks gebruik. Er kan ook een planning
gemaakt worden om periodieke inkomsten te gebruiken voor periodieke uitgaven.
Als een van de meest voorkomende bron van periodieke inkomsten kan in dit kader het
gebruik van de kinderbijslag bekeken worden (veelal wordt de KB gebruikt voor kleding).
Reken het totale bedrag per jaar uit en deel dit door het aantal gezinsleden, (ook de
ouder(s). Het zo berekende jaarbedrag/maandbedrag kan afgezet worden tegen het
minimumbedrag voor kleding dat het NIBUD heeft berekend. In sommige gevallen
(afhankelijk van de gezinssamenstelling en leeftijd van de kinderen) blijkt dat de
uitkomst dan een stuk boven die norm te liggen terwijl het huishouden voor andere
noodzakelijke uitgaven tekort komt. Opnieuw een heel concrete ingang om met cliënt de
keuzes te bespreken en in het verlengde daarvan hoe om te gaan met de wensen en
behoeftes van de kinderen (het veel voorkomende idee dat de KB voor de kinderen is en
dus rechtstreeks uitgekeerd dient te worden als zak- en kleedgeld aan de kinderen).
Budgetbegeleiding is meestal een coproductie met AMW. Voor langduriger begeleiding en
onderliggende (met materiële problemen verweven) psychosociale problemen wordt
verwezen/overgedragen naar het AMW. De begeleiding kan parallel lopen aan een SHV
traject en nog worden voortgezet als de schuldregeling getroffen is en het SHV traject
beëindigd.
Nogmaals: het traject is zeer afhankelijk van het soort problematiek en de mogelijkheden
van cliënt. De ene cliënt is goed in staat om na korte uitleg zelfstandig het rekenwerk te
doen (als huiswerk), voor de andere cliënt moet de begeleider het plaatje doorrekenen.
Download