Powerpoint presentatie downloaden

advertisement
Presentatie
proefschrift
Meike Bokhorst
10 juli 2014
Brug tussen kennis en beleid
Aanleiding proefschrift
Vooronderstelling Bruikbare rechtsorde:
Als de overheid burgers, bedrijven en
organisaties meer ruimte geeft dan leidt dat
tot minder regeldruk en meer legitieme
verantwoordelijkheidsverdeling tussen
overheid en samenleving.
>> reconstructie en toetsing beleidstheorie
Symptomen van regeldruk
Oorzaak-gevolg
Overvragende en
overvraagde
wetgever en burger
Regeldruk en
overbelasting
Inzet alternatieve reguleringsstijlen in
Nederlands en Europees wetgevingsbeleid
Alternatieve reguleringsstijlen
1) Beter reguleren: werken aan meer doelrealisatie
en het oplossen van tekortkomingen van regels.
2) Coreguleren: samenwerken met andere partijen
om de overheidsdoelen te realiseren.
3) Zelfreguleren: taken overdragen aan andere
partijen met minimale overheidsbemoeienis.
4) Liberaal dereguleren: afschaffen van
overheidsregels door andere
coördinatiemechanisme (marktwerking).
Probleemstelling
Welke bedoelde en onbedoelde
gevolgen heeft de inzet van
alternatieve reguleringsstijlen
door de Nederlandse wetgever
voor de legitimiteit van
normstelling?
Deelvragen
Wat is legitimiteit en wat zijn mogelijke bronnen
van legitimiteit?
Wat zijn de vooronderstellingen onder het
Nederlandse en Europese wetgevingsbeleid?
Wat zijn de bedoelde en onbedoelde gevolgen van
de inzet van alternatieve reguleringsstijlen voor de
zeggenschap van burgers en organisaties, de
regeldruk en de normnaleving?
Aanpak
Literatuurstudie naar bronnen legitimiteit
Beleidsanalyse NL en EU wetgevingsbeleid
Casusanalyse audiovisuele mediabeleid
Achtergrondgesprekken en presentaties voor
diagnose en handelingsperspectief
Stelling 1
Anno 2014 is het Nederlandse
wetgevingsbeleid op sterven na dood.
Stelling 2
Wie de symptomen van regeldruk
bestrijdt zonder zich op de oorzaken te
richten, creëert - om met Geelhoed te
spreken - vooral “werkverschaffing voor
de legislatieve: het snoeien van
braamstruiken met een nagelschaar”.
Stelling 3
De geschiedenis van dertig jaar
wetgevingsbeleid is het best te
kenmerken als een processie van
Echternach.
Deelvraag 1
Wat is legitimiteit en wat zijn mogelijke
bronnen van legitimiteit?
Legitimiteit van normstelling
De mate waarin normen
gerechtvaardigd,
gewettigd,
door allen erkend
en door burgers
geaccepteerd zijn.
Juridisch
NORMATIEF
FORMEEL
Ethisch
Politiek
INFORMEEL
DESCRIPTIEF
Maatschappelijk
Stelling 4
Politieke aanvaardbaarheid en wettigheid
zijn formeel noodzakelijke, maar geen
afdoende voorwaarden voor legitimiteit.
Als mensen normen niet rechtvaardig en
acceptabel vinden raakt op termijn ook
de formele legitimiteit van normstelling
uitgehold.
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Autoritair gezag
Institutioneel
gezag
Collectieve
zeggenschap
Sociale
zeggenschap
Individuele
zeggenschap
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Autoritair gezag
Theocratie
(religie)
Judocratie
(rechters)
Autocratie
(leiders)
Iconocratie
(iconen)
Institutioneel
gezag
Ideocratie
(ideologie)
Technocratie
(deskundigen)
Aristocratie
(elites)
Mediacratie
(media)
Collectieve
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Sociale
zeggenschap
Histocratie
(tradities)
Conventiocratie
(conventies)
Sociocratie
(groepen)
Communocratie
(gemeenschappen)
Individuele
zeggenschap
Utilicratie
(nutsprincipe)
Agoracratie
(marktmacht)
Civitocratie
(burgers)
Liberocratie
(keuzevrijheid)
Stelling 5
Een tot democratie beperkte opvatting
van legitimiteit beperkt de
mogelijkheden om legitimiteit te
versterken in situaties waarin nog meer
democratische regulering niet werkt.
Deelvraag 2
Wat zijn de vooronderstellingen onder het
Nederlandse en Europese
wetgevingsbeleid?
Nederlandse wetgevingsbeleid
Periode
Programma's / dereguleringsoperaties
1983-1987
Commissie Geelhoed
1987-1995
Commissie voor toetsing wetgevingsprojecten
1991
Zicht op wetgeving
1995-2002
Marktwerking, deregulering en
wetgevingskwaliteit
2004-2007
Bruikbare rechtsorde
2007-2010
Vertrouwen in wetgeving
vanaf 2010 Integraal wetgevingsbeleid
Europese wetgevingsbeleid
Oorzaak-gevolg
Verantwoordelijkheidsen subsidiariteitsbeginsel
Overvragende en
overvraagde
wetgever en burger
Regeldruk en
overbelasting
Inzet alternatieve reguleringsstijlen in
Nederlands en Europees wetgevingsbeleid
Beginsel-norm
Verantwoordelijkheidsen subsidiariteitsbeginsel
Sociale en individuele
zeggenschapsnormen
Oorzaak-gevolg
Overvragende en
overvraagde
wetgever en burger
Regeldruk en
overbelasting
Inzet alternatieve reguleringsstijlen in
Nederlands en Europees wetgevingsbeleid
Beginsel-norm
Verantwoordelijkheidsen subsidiariteitsbeginsel
Sociale en individuele
zeggenschapsnormen
Oorzaak-gevolg
Doel-Middel
Overvragende en
overvraagde
wetgever en burger
Meer normnaleving
Regeldruk en
overbelasting
Meer normacceptatie
Inzet alternatieve reguleringsstijlen in
Nederlands en Europees wetgevingsbeleid
Deelvraag 3
Wat zijn de bedoelde en onbedoelde gevolgen
van de inzet van alternatieve
reguleringsstijlen voor de zeggenschap van
burgers en organisaties, de regeldruk en de
normnaleving?
Alternatieve reguleringsstijlen
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Autoritair gezag
Institutioneel
gezag
Collectieve
zeggenschap
Sociale
zeggenschap
Individuele
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Autoritair gezag
Institutioneel
gezag
Collectieve
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Sociale
zeggenschap
Histocratie
(tradities)
Conventiocratie
(conventies)
Sociocratie
(groepen)
Communocratie
(gemeenschappen)
Individuele
zeggenschap
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Autoritair gezag
Institutioneel
gezag
Collectieve
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Sociale
zeggenschap
Histocratie
(tradities)
Conventiocratie
(conventies)
Sociocratie
(groepen)
Communocratie
(gemeenschappen)
Individuele
zeggenschap
Utilicratie
(nutsprincipe)
Agoracratie
(marktmacht)
Civitocratie
(burgers)
Liberocratie
(keuzevrijheid)
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Institutioneel
gezag
Ideocratie
(ideologie)
Technocratie
(deskundigen)
Aristocratie
(elites)
Mediacratie
(media)
Collectieve
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Sociale
zeggenschap
Histocratie
(tradities)
Conventiocratie
(conventies)
Sociocratie
(groepen)
Communocratie
(gemeenschappen)
Individuele
zeggenschap
Utilicratie
(nutsprincipe)
Agoracratie
(marktmacht)
Civitocratie
(burgers)
Liberocratie
(keuzevrijheid)
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Autoritair gezag
Theocratie
(religie)
Judocratie
(rechters)
Autocratie
(leiders)
Iconocratie
(iconen)
Institutioneel
gezag
Ideocratie
(ideologie)
Technocratie
(deskundigen)
Aristocratie
(elites)
Mediacratie
(media)
Collectieve
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Sociale
zeggenschap
Histocratie
(tradities)
Conventiocratie
(conventies)
Sociocratie
(groepen)
Communocratie
(gemeenschappen)
Individuele
zeggenschap
Utilicratie
(nutsprincipe)
Agoracratie
(marktmacht)
Civitocratie
(burgers)
Liberocratie
(keuzevrijheid)
Dimensies Ethische aard
van de
Niveaus
normen
Juridische aard Politieke aard Maatschappelijke
van de
van de
aard van de
normstelling
normstellers normadressaten
Autoritair gezag
Theocratie
(religie)
Judocratie
(rechters)
Autocratie
(leiders)
Iconocratie
(iconen)
Institutioneel
gezag
Ideocratie
(ideologie)
Technocratie
(deskundigen)
Aristocratie
(elites)
Mediacratie
(media)
Collectieve
zeggenschap
Teleocratie
(doelen)
Nomocratie
(wetten)
Democratie
(volk)
Contrademocratie
(tegenmacht)
Sociale
zeggenschap
Histocratie
(tradities)
Conventiocratie
(conventies)
Sociocratie
(groepen)
Communocratie
(gemeenschappen)
Individuele
zeggenschap
Utilicratie
(nutsprincipe)
Agoracratie
(marktmacht)
Civitocratie
(burgers)
Liberocratie
(keuzevrijheid)
Stelling 6
Alternatieve regulering leidt niet tot
meer legitimiteit maar vooral tot
andersoortige legitimiteit. Er treedt een
waterbedeffect op tussen de
verschillende bronnen van legitimiteit.
Stelling 7
De strategische keuze van de wetgever
voor zelf- of coregulering leidt niet tot
minder regeldruk, maar vooral tot een
complexe opeenstapeling van
reguleringsinstrumenten gericht op
publieke doelrealisatie.
Stelling 8
Zolang er publieke belangen op het spel
staan blijkt de effectiviteit van regulering
bepalender voor de mate van
overheidsinterventie dan politieke
legitimiteitsvoorkeuren over de gewenste
verdeling van verantwoordelijkheden.
Stelling 9
De wetgever zaait zeggenschap maar
oogst gezag.
Conclusies
– De wetgever versterkt zoals bedoeld individuele
zeggenschap van burgers, maar nauwelijks sociale
zeggenschap van groepen.
– Onbedoeld versterken alternatieve
reguleringsstijlen ook gezagsbronnen: macht van
rechters, toezichthouders, nieuwe elites.
– Wetgever ontwikkelt geen beleid om nieuwe
legitimiteitsproblemen te verminderen.
Aanbevelingen
1. Expliciteer beoogde en gerealiseerde
machtsverschuivingen van het
wetgevingsbeleid
2. Voer politiek debat over legitimiteitseisen
of -verwachtingen bij overdracht van
wettelijke taken
Aanbevelingen
3. Monitor de gerealiseerde, onbedoelde en
autonome machtsverschuivingen en
anticipeer daarop
4. Heb oog voor de maatschappelijk gewenste
verantwoordelijkheidsverdeling per
beleidsterrein
Aanbevelingen
5. Verken legitimiteitsvoorkeuren van de te
reguleren doelgroepen
6. Blijf normatieve uitgangspunten
expliciteren en problemen onderzoeken
Stelling 10 en 11
De bronnen Bach en de Noordzee versterken
de aanvaardbaarheid van het langdurig
proefschrift schrijven aanzienlijk.
De bedoelde gevolgen van dit proefschrift
(intellectuele verdieping, een boek, schaal
12), wegen ruimschoots op tegen de
onbedoelde gevolgen (een bril, muisarm,
gebroken knie).
Download