SAMENWERKINGSOVEREENKOMST tussen: HET MINISTERIE VAN DEFENSIE, HET MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID en HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP, inzake HET VERHOGEN VAN DE ARBEIDSPARTICIPATIE EN HET TERUGDRINGEN VAN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN, BEIDE TER VERSTERKING VAN DE PERSONEELSVOORZIENING DEFENSIE Den Haag, 2 november 2007 Samenwerkingsovereenkomst Defensie - SZW - OCW 2 november 2007 I. Overwegingen Als een van de grotere werkgevers in Nederland beschikt Defensie over een breed scala aan functies om haar taken uit te voeren. Dat zijn niet alleen gevechtsfuncties, maar ook ondersteunende functies in de techniek, op administratief gebied, in de bouw, gezondheidzorg, ICT of in transport en logistiek. Om deze functies te vervullen werft Defensie actief op de arbeidsmarkt om jaarlijks een instroom te realiseren van gemiddeld 6.000 nieuwe personeelsleden. Zij richt zich daarbij vooral op jonge mensen. De huidige wervingsinspanningen krijgen momenteel extra aandacht gelet op de krappe arbeidsmarkt. In de prinsjesdagbrief “Wereldwijd dienstbaar” heeft Defensie haar ambities neergezet onder meer waar het gaat om het investeren in personeel. Werving en behoud zijn speerpunten van beleid voor de komende jaren. Defensie richt zich voor de werving nog meer op vrouwen en etnisch culturele minderheden. Verder zijn in het arbeidsvoorwaardenakkoord Defensie 2007 – 2009 afspraken gemaakt over werving, behoud en de invoering van het Flexibel personeelssysteem (FPS). Met FPS heeft Defensie de ambitie om personeel langer te binden aan de organisatie met meer keuzemogelijkheden voor het ontplooien van een loopbaan en het uitbreiden van de opleidingsvormen waarmee een rijke werkervaring ontstaat. Persoonlijke ontwikkeling, certificering van defensieopleidingen en toepassing van Erkenning van Verworven Competenties (EVC) zijn daarbij cruciaal. Op deze wijze draagt Defensie bij aan de eigen instroom van personeel, maar ook aan het voorkomen en bestrijden van jeugdwerkloosheid en het verhogen van de arbeidsparticipatie van groepen met achterstandposities op de arbeidsmarkt en aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Tegen deze achtergrond wil het Ministerie van Defensie een bijdrage leveren aan het beleidsprogramma van de coalitie. In het beleidsprogramma van de coalitie staat pijler IV voor het bevorderen van de sociale samenhang: “Het kabinet zet zich in voor een samenleving waarin mensen kunnen meedoen en worden gewaardeerd om wie ze zijn en niet om wat ze zijn. Sociale samenhang is het cement van de samenleving”. Binnen deze pijler is een tweetal projecten opgezet, te weten “Iedereen doet mee” en “Voortijdig schoolverlaten”. Het project “Iedereen doet mee” (verhogen van de arbeidsparticipatie) onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft als doelstelling om de komende vier jaren 200.000 mensen extra aan de slag te krijgen. 2 Samenwerkingsovereenkomst Defensie - SZW - OCW 2 november 2007 Belangrijke terreinen zijn onder meer het verhogen van de arbeidsparticipatie door een goed werkende arbeidsmarkt en het vergroten van de maatschappelijke participatie. Het project “Voortijdig schoolverlaten” (terugdringing voortijdig schoolverlaten) onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), heeft als doel het aantal voortijdig schoolverlaters te halveren naar 35.000 in 2012, zodanig dat meer mensen een startkwalificatie halen van ten minste een HAVO-diploma of een opleiding op niveau 2 van het MBO. II. Samenwerkingsovereenkomst Om het nastreven van de gezamenlijke doelstellingen kracht bij te zetten, hebben de staatssecretarissen van Defensie, SZW en OCW besloten nieuwe maatregelen af te spreken of al lopende maatregelen te intensiveren dan wel te verbeteren. Deze afspraken worden bekrachtigd in deze samenwerkingsovereenkomst en ter kennisneming aan de Tweede Kamer aangeboden. De periode van samenwerking loopt van de datum van ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst tot 1 oktober 2011. Jaarlijks in de maand september vindt een gezamenlijke evaluatie van de afspraken plaats. III. Afspraken in het kader van samenwerking A. Verhogen van de arbeidsparticipatie 1. Defensie streeft in het kader van het diversiteitsbeleid naar het behalen van een zo hoog mogelijk percentage vrouwen en allochtonen bij de instroom van nieuw personeel. Daarnaast is behoud van deze groepen personeel een belangrijk thema in het personeelsbeleid van Defensie. SZW steunt Defensie bij initiatieven om de instroom en behoud van vrouwen en allochtonen bij Defensie te bevorderen. Meer concreet gaat het om de volgende acties. a. Defensie en SZW organiseren gezamenlijk een bijeenkomst met vertegenwoordigers van allochtone netwerkorganisaties en bewindslieden. Het doel is om Defensie als werkgever meer bekendheid te geven en om de relaties met deze organisaties een meer structureel karakter te geven. b. CWI en Defensie streven er naar (met de ketenpartners UWV en gemeenten) het aandeel van allochtone werkzoekenden dat wordt voorgedragen voor een functie bij Defensie te 3 Samenwerkingsovereenkomst Defensie - SZW - OCW 2 november 2007 vergroten. Extra inspanningen in de sfeer van voorlichting en advies in het bijzonder bij locaties waar veel allochtonen wonen, moeten tot een groter aandeel leiden. c. CWI streeft er naar het aandeel van vrouwen in de verwijzingen naar de Defensieorganisatie te vergroten. Voorlichting over de mogelijkheden bij Defensie voor vrouwen is hierbij het belangrijkste instrument. Defensie stelt nagenoeg alle functies open voor vrouwen. 2. Defensie, SZW en CWI gaan de uitvoering van de onlangs aangepaste samenwerkingsovereenkomst tussen Defensie en CWI daar waar mogelijk versnellen. Deze intensivering richt zich vooral op een verhoogde instroom van jongeren bij Defensie. Concrete maatregelen zijn de volgende. a. Defensie gaat de bekendheid van de soort banen bij Defensie vergroten door in de vacaturebank van het CWI de defensiefuncties beter herkenbaar te maken door de civiele aspecten te benadrukken. b. Defensie, SZW en CWI versturen een gezamenlijke brief aan jongeren, ingeschreven bij het CWI, om hen te wijzen op de mogelijkheden van een functie bij Defensie. c. Defensie plaatst in 2007 informatiezuilen bij alle vestigingen van het CWI. Via deze zuilen kunnen belangstellenden “on-line” actuele informatie krijgen over vacatures, opleidingen en de sollicitatieprocedures bij Defensie. 3. Binnen de maatschappij zijn groepen jongeren onderkend, die een stabiele gezinssituatie ontberen om een opleiding op een goede wijze af te ronden. In dat kader onderzoekt Defensie de mogelijkheid van een combinatie van het volgen van een opleiding en 24-uursopvang bij Defensie. Deze opzet moet leiden tot een verhoogde instroom van jongeren bij Defensie. Dit onderzoek is uiterlijk 1 juli 2008 afgerond, waarbij de kennis en expertise van het Ministerie voor Jeugd en Gezin - vanaf 1 januari 2008 beleidsmatig verantwoordelijk voor (de voortzetting van) “De Uitdaging” - nadrukkelijk wordt betrokken. 4. Defensie zorgt bij de reguliere uitstroom van militairen voor een adequate bemiddeling van baan naar baan. Defensie en CWI werken al samen door middel van een strategisch partnerschip. Binnen het flexibel personeelssysteem is adequate bemiddeling essentieel, waarbij het streven is om een militair minimaal de startkwalificatie mee te geven. Binnen het kader van het arbeidsvoorwaardenakkoord sector Defensie 2007 – 2009 is afgesproken alle defensieopleidingen in aanmerking te brengen voor certificering en EVC breed toe te passen. De projectdirectie Leren & Werken van de ministeries van SZW en OCW biedt zijn expertise en ondersteuning aan om binnen Defensie een brede toepassing van EVC te 4 Samenwerkingsovereenkomst Defensie - SZW - OCW 2 november 2007 realiseren. Hierbij betrekken de projectdirectie en Defensie ook de financieringsmogelijkheden voor een brede toepassing van EVC. B. Voortijdig schoolverlaten 1. Defensie en ROC’s werken al samen aan het verzorgen van erkende middelbare beroepsopleidingen voor (aankomend) medewerkers van Defensie. Het doel is deze samenwerking, mede uit het oogpunt van de invoering van de kwalificatieplicht tot 18 jaar, te versterken. Het gaat daarbij om het volgende. Defensie streeft ernaar om uiterlijk in 2011 door de ROC’s voor aankomende medewerkers van Defensie jaarlijks instroomopleidingen te laten verzorgen, te weten: 2000 Mbo-opleidingen op niveau 3 en 4 en 6000 Mbo-opleidingen op niveau 1 en 2. Voor deze 8000 instroomopleidingen voorziet Defensie in ten minste 10 weken beroepspraktijkvorming. Defensie streeft er naar om uiterlijk in 2011 door ROC’s voor medewerkers van Defensie jaarlijks beroepsopleidingen te laten verzorgen, te weten:1200 Mboopleidingen niveau 3 en 4 en 3000 Mbo-opleidingen niveau 1 – 2. Het gaat hierbij om opleidingen in onder andere de techniek, op administratief gebied, in de bouw, gezondheidszorg, ICT of in transport en logistiek. OCW draagt zorg voor de reguliere bekostiging van de erkende beroepsopleidingen die Defensie van de ROC’s afneemt. Defensie specifieke eisen worden door Defensie betaald. 2. Defensie streeft er naar om in samenwerking met de ROC’s gekwalificeerde (bekwaam en bevoegd) militaire instructeurs in te zetten voor het geven van beroepsonderwijs bij ROC’s in de instroomopleidingen. Hiervoor vindt kostenverrekening tussen Defensie en het desbetreffende ROC plaats. 3. Defensie werkt samen met het kenniscentrum ECABO (als primus inter pares van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven) voor het opstellen van branche overstijgende mbo-kwalificaties en het verbreden van de mogelijkheden tot het volgen van stages bij Defensie. In het geval dat knelpunten optreden en meer maatwerk is vereist, ook waar het gaat om regelgeving, treedt OCW op als intermediair. 4. Defensie zet zich maximaal in om het verloop tijdens de initiële Defensieopleidingen terug te dringen en om uitvallers zonder startkwalificatie door te leiden naar een andere (mbo-)opleiding. Defensie geeft hiervoor OCW inzage in de informatie die voortkomt uit het leerlingvolgsysteem van Defensie. 5 Samenwerkingsovereenkomst Defensie - SZW - OCW 2 november 2007 5. OCW en Defensie streven ernaar voortijdig schoolverlaten bij de mbo-opleidingen voor (aankomend) medewerkers van Defensie maximaal terug te dringen. Daarnaast biedt een opleiding bij Defensie mogelijk perspectief voor (potentiële) voortijdig schoolverlaters uit andere mbo-opleidingen. OCW geeft Defensie inzage in de cijfers van voortijdig schoolverlaten uitgesplitst naar regio en opleiding. 6. Ter bevordering van de uitwerking van de afspraken gaan Defensie en OCW, samen met de MBO-Raad, de mogelijkheid na van het opzetten van een (tijdelijk), landelijk steunpunt voor versterking van de samenwerking tussen ROC’s en Defensieonderdelen in het algemeen en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten in het bijzonder. C. Gecombineerde afspraken Defensie, SZW, en OCW plegen een aantal gezamenlijke acties gericht op het nadrukkelijk onder de aandacht brengen van de mogelijkheden die Defensie biedt als werkgever en opleider. Het gaat daarbij om de volgende acties. a. Het uiterlijk 1 januari 2008 gezamenlijk informeren van gemeenten, om de mogelijkheden van een baan en (voor-) opleiding bij Defensie nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. b. Defensie organiseert een jaarlijks terugkerende informatiebijeenkomst om de vertegenwoordigers van CWI’s, RMC’s, en ROC’s op uitvoerend niveau op de hoogte te brengen van de mogelijkheden die Defensie biedt, zowel op het gebied van werk als opleidingen. De eerste bijeenkomst vindt uiterlijk 1 maart 2008 plaats. c. Het uiterlijk 1 juli 2008 informeren van schooldecanen bij VMBO’s van de bestaande en komende (defensie-)opleidingen bij ROC’s. Den Haag, 2 november 2007 DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE, DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP. (Mw. Marja van Bijsterveld-Vliegenthart) 6