Wereld 11 10-16 MAART 2017 Alarm, de Franse politie moordt Een maand geleden braken er rellen in Frankrijk uit als reactie op de mishandeling van de zwarte man Théo door politiegeweld. Volgens Tikho Ong van anti-discriminatie bureau RADAR zit het wantrouwen tegen de politie in Frankrijk heel diep. “Vergeleken met Frankrijk valt het in Nederland mee.” FOTO’S: REUTERS / AP I MARISKA JANSEN n Frankrijk was de woede groot na de mishandeling van een zwarte man afgelopen maand door de politie. Bij de arrestatie zou de 22-jarige Théo bovendien ook nog eens verkracht zijn. Duizenden mensen in Franse steden gingen de straat op om te protesteren tegen politiegeweld. Het voorval staat niet op zichzelf. Al veel langer is er sprake van een grote spanning tussen de politie en de bevolking van sommige buurten in Parijs. Afgelopen juli nog stierf de Malinees-Franse Adama Traoré nadat hij was opgepakt door de politie. In dit soort situaties is er steevast de uiteenlopende duiding van de doodsoorzaak die de schuldvraag lastig te beantwoorden maakt. Volgens het parket stierf Adama aan een infectie, volgens critici door mishandeling na zijn arrestatie. Volgens de actiegroep Urgence, notre police assassine (alarm, de politie moordt) zijn er tussen 2005 en 2012 in Frankrijk 85 mensen gestorven door geweld van de politie. Officiële cijfers over het optreden van de Franse politie zijn niet beschikbaar. De vraag rijst hoe het in ons land is gesteld met geweld dat veroorzaakt wordt door de politie. “Het aantal incidenten is al jaren stabiel”, zegt Jaap Timmer, politiewetenschapper aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het aantal mensen dat overlijdt door fysiek politiegeweld is gemiddeld minder dan één per jaar. Ongeveer 7 procent van alle aanhoudingen gaat gepaard met enige vorm van geweld. In totaal gaat het om 14.000 gevallen per jaar. “Onder politiegeweld wordt verstaan onder meer het vastpakken, meetrekken, naar de grond brengen en slaan door de politie, maar ook het gebruik van peperspray, een wapenstok en een vuurwapen”, zegt Timmer. Dan de issue dat sommige etnische groepen aangeven dat ze vaker het slachtoffer zijn van politiegeweld dan anderen. Volgens Timmer is hier geen goede informatie over beschik- In Nederlandse buitenwijken zijn afgezien van de rellen na de dood van Mitch, nauwelijks voorbeelden van hoogoplopende spanningen. Hoe zit dat? Een factor lijkt het contact tussen politie en jongeren. On- baar. De politie registreert geen etniciteit van de verdachten. “Er is geen onderzoek naar politiegeweld dat onderscheid maakt tussen allochtonen en autochtonen. In mijn boek Politiegeweld (2005) heb ik er heel beknopt aandacht besteed. Dat laat geen beeld zien dat allochtonen vaker slachtoffer zijn van politiegeweld. Ik heb geen aanwijzingen dat dit is veranderd.” ‘We weten dat etnisch profileren voorkomt maar in welke mate is onbekend’ Maar hoe kan het dat etnische groepen dit wel zo ervaren? “Onze samenleving is kritischer geworden, mensen zijn over het algemeen hoger opgeleid en houden het optreden van de politie scherp in de gaten, vooral als het gaat om discriminatie en geweld. De media voelen de druk om als eerste hierover te berichten en ook op social media is er veel aandacht voor.” “Ik denk dat het goed is dat er over dit onderwerp gediscussieerd wordt”, zegt Timmer. “Het helpt bij het boven water krijgen van de feiten, en stimuleert de politie, het openbaar ministerie en het bestuur om situaties indien nodig ook echt te verbeteren.” Volgens Tikho Ong van bureau voor gelijke behandeling en tegen discriminatie RADAR is het tijd voor meer onderzoek. “We weten dat etnisch profileren voorkomt maar in welke mate is onbekend, een onwenselijke situatie. Er zijn jongeren die boos zijn. Ze vinden dat de politie meer op ze let dan noodzakelijk, en zetten daar vraagtekens bij. Ze worden stelselmatig op straat aangesproken, terwijl ze niets aan het doen zijn. Ik hoor verhalen van jongeren die naar hun ID worden gevraagd, terwijl ze zeggen ‘die agent weet gewoon wie ik ben’. Dan begint het een beetje op pesten te lijken.” Aan de andere kant komt Ong ook jongeren met een kleurtje tegen die nog nooit zijn aangesproken door de politie. “Het hangt dus ook af van wat je doet. Als je in een groep wat rondhangt, heb je meer kans om in contact te komen met de politie dan als in je eentje op straat loopt.” Maar leidt dit etnisch profileren ook tot meer politiegeweld? “Ook daar is onvoldoende onderzoek naar gedaan”, zegt Ong. “De rellen in Frankrijk lijken nog het meest op wat er twee jaar geleden in Den Haag is gebeurd, na de dood van de Arubaan Mitch Henriquez. De reacties op het incident escaleerden snel, omdat jongeren zich in Mitch herkenden.” J‘ e kunt de diversiteit vergroten door mensen met een andere etnische achtergrond in het korps op te nemen, maar dat heeft alleen zin als je ook de cultuur binnen de politie aanpast’ bekend maakt onbemind. “In Frankrijk is de wijkagent tien jaar geleden afgeschaft, inmiddels proberen ze het contact weer op te bouwen. In Nederland heb je toch ondanks alle beperkingen wijkagenten die op straat regelmatig in gesprek gaan met jongeren”, zegt Ong. Daarbij komt dat je de banlieues van een stad als Parijs niet kunt vergelijken met achterstandswijken in Nederland. “Ze zijn in een veel slechtere staat van onderhoud. Je merkt dat de politie in sommige gebieden minder vaak komt, het is er onprettig.” Eén van de problemen die Frankrijk en Nederland wel delen is dat de politie er geen afspiegeling van de maatschappij is maar vooral bestaat uit autochtonen. “Je kunt de diversiteit vergroten door mensen met een andere etnische achtergrond in het korps op te nemen, maar dat heeft alleen zin als je ook de cultuur binnen de politie aanpast”, zegt Ong. Deze zogenaamde “blauwe cultuur” geeft een nogal eenzijdig wereldbeeld waarin gekleurde mensen eerder als verdacht worden beschouwd. “Nieuwe politiemensen zijn geneigd zich hiernaar te voegen. Het is daarom belangrijk om ook trainingen te volgen en te werken aan bewustwording.”