Test1 Vraag 1 1 van de 1 punten De informatiestroom in een lichaamscel verloopt: Antwoord Geselecteerd antwoord: van DNA via RNA naar eiwit Juist antwoord: van DNA via RNA naar eiwit Vraag 2 1 van de 1 punten Wat ligt aan de basis voor de verschillen in DNA synthese van leading en lagging strand? Antwoord Geselecteerd antwoord: DNA polymerase kan enkel nucleotiden aanhangen aan een 3' uiteinde Juist antwoord: DNA polymerase kan enkel nucleotiden aanhangen aan een 3' uiteinde Vraag 3 0 van de 1 punten Welke uitspraak is niet correct voor DNA Antwoord Geselecteerde antwoorden: DNA bestaat uit twee complementaire strengen. Juiste antwoorden: De twee strengen in DNA zijn parallel. Vraag 4 0 van de 1 punten Welke uitspraak geldt voor de transcriptie en dit zowel bij prokaryoten als bij eukaryoten? Antwoord Geselecteerd antwoord: het product van de transcriptie wordt onmiddellijk vertaald Juist antwoord: het codon UUU codeert voor phenylalanine Vraag 5 1 van de 1 punten Kies de twee termen die de volgende zin juist vervolledigen: nucleotiden zijn t.o.v. ......... zoals ......... t.o.v. eiwitten. Antwoord Geselecteerd antwoord: DNA ; aminozuren Juist antwoord: DNA ; aminozuren Vraag 6 1 van de 1 punten Welk van de volgende uitspraken is fout: Antwoord Geselecteerd antwoord: tussen A en C zijn er 2 waterstofbruggen Juist antwoord: tussen A en C zijn er 2 waterstofbruggen Vraag 7 1 van de 1 punten Welke uitspraken zijn correct over DNA? Antwoord Geselecteerde antwoorden: DNA is drager van erfelijke informatie DNA bevat geen uracil Juiste antwoorden: DNA is drager van erfelijke informatie DNA bevat geen uracil Vraag 8 0 van de 1 punten Hoeveel codons coderen er voor aminozuren? Antwoord Geselecteerd antwoord: 16 Juist antwoord: 61 Vraag 9 1 van de 1 punten Welk onderdeel is niet rechtstreeks betrokken bij de translatie? Antwoord Geselecteerd antwoord: DNA Juist antwoord: DNA Vraag 10 0 van de 1 punten Welk proces maakt geen deel uit van post-transcriptionele modificatie? Antwoord Geselecteerd antwoord: het aanzetten van een polyA-staart op het 3'-uiteinde van het mRNA Juist antwoord: het afbreken van RNA met RNase (een nuclease) Vraag 11 1 van de 1 punten Om een nucleoside om te bouwen tot een nucleotide, is het noodzakelijk om: Antwoord Geselecteerd antwoord: een fosfaat toe te voegen aan het nucleoside Juist antwoord: een fosfaat toe te voegen aan het nucleoside Vraag 12 0 van de 1 punten Welke uitspraak ivm een codon is niet juist? Antwoord Geselecteerd antwoord: het codeert nooit voor meer dan 1 aminozuur Juist antwoord: het maakt deel uit van 1 uiteinde van een tRNA molecule Vraag 13 0 van de 1 punten Welk onderdeel is niet rechtstreeks betrokken bij transcriptie? Antwoord Geselecteerd antwoord: Terminator Juist antwoord: tRNA Vraag 14 0 van de 1 punten DNA-polymerase voegt nucleotiden toe aan het ........................................................van de leading strand en aan het ....................................... van de lagging strand Antwoord Geselecteerd antwoord: 5'uiteinde - 3'uiteinde Juist antwoord: 3'uiteinde - 3'uiteinde Vraag 15 1 van de 1 punten Welke uitspraak is niet correct voor RNA Antwoord Geselecteerd antwoord: RNA vormt steeds een dubbelhelix Juist antwoord: