Klik hier voor het verhaal van H.B. Lodewijks met

advertisement
Werken in de Tweede Wereldoorlog.
Naar aanleiding van de oproep in “Medisch Contact” volgen hier een aantal herinneringen uit
mijn assistententijd in het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, op de chirurgische Afdeling
van Dr. A. Welcker.
In februari 1941 werd ik aangesteld als inwonend assistent met: voeding, maar geen salaris.
Aanvankelijk veranderde er weinig aan de gang van zaken, al sloeg heel langzaam de krapte
toe.
Operatiehandschoenen en verband werden steeds schaarser: een vertrouwd beeld werden de
operatiezusters, die ijverig lekke handschoenen plakten en gewassen verbandmateriaal weer
oprolden en opvouwden.
Na september 1944 (Dolle Dinsdag en de Slag om Arnhem) ging alles hollend achteruit.
Rubber handschoenen verdwenen en verband werd papier. De electriciteit en het gas vielen
uit en het enige dat uiteindelijk overbleef was stromend water (ijskoud). Het ziekenhuis kwam
eind ’44 zonder verlichting en verwarming te zitten. Op de afdelingen stonden hier en daar
kleine kacheltjes (duveltjes) en brandden er waxinelichtjes. Volmaakt onvoldoende en steeds
verder afnemend.
Operaties werden tot een minimum beperkt. Opmerkelijk was toen de toename van het aantal
beklemde liesbreuken (vermagering) en de afname van het aantal galblaasoperaties.
Er diende zich een nieuw ziektebeeld aan, namelijk de “pulpileus”. Pulp is het afval van de
suikerbiet, een soort zoet zaagsel, waar men koekjes van ging bakken. En at men daar te veel
van, dan ontstond er een obstructieve dunne darm ileus. Het verband werd niet meteen gelegd
en een aantal patiënten werd aanvankelijk geopereerd. Een grote prop pulp werd dan als de
schuldige gevonden. Als deze al knedend in de dikke darm belandde was het leed geleden.
Later werd dan ook niet meer geopereerd en na het betrachten van geduld en een serie
koliekaanvallen herstelde de patiënt vanzelf.
De winter van ‘44/’45 was vrij streng en het ziekenhuis werd behoorlijk koud! Als er na
daglicht een nieuwe patiënt op de afdeling kwam werd de onderzoekend arts bijgelicht door
twee zusters, die ijverig de “knijpkat” bewerkten (een soort handdynamo), vrij vermoeiend.
Kwam er een spoedoperatie dan werd de terreinknecht gewaarschuwd. Hij slingerde het
dieselnoodaggregaat van de OK aan, waarop de operatielampen gingen branden. Het
operatieteam had intussen de handen gewassen met ijskoud water, waardoor ze dode vingers
hadden. De gemiddelde temperatuur op de OK was ca. 5oC! Bij abdominale operaties werd
snel de incisie gemaakt (die dampte in de ijskoude OK lucht). De handen in de buik op
temperatuur laten komen en de operatie begon als de vingers weer gevoel hadden. Opvallend
was dat postoperatieve infecties zeldzaam waren en dat de temperatuurlijsten postoperatief
een omgekeerd beeld lieten zien: de eerste dagen subnormaal en na 1 à 2 dagen weer normaal.
Toen de electrische stroom uitviel, vielen ook de koelhuizen in de haven uit. Daar werden de
reservevoorraden van de Wehrmacht opgeslagen. Deze werden toen gedeeltelijk over de
ziekenhuizen verdeeld en ook wij kregen een aantal dagen een overvloed aan diepvriesvoer.
Helaas was dat snel voorbij en het voedsel werd weer snel minder, tot we op het laatst
tulpenbollen kregen, ook in het ziekenhuis!
Vlak voor het eind kwam de voedseldropping op Schiphol en werd het ziekenhuis voorzien
van grote witte blikken uit Argentinië met “Chili con Carne”; dit vroeg een grote tol van al die
uitgemergelde lijven en weldra stonden er lange rijen voor de toiletten.
Na de capitulatie van de Duitsers werd het hoofdlazaret van de Duitsers ontruimd en trok de
“4th Casualty Clearing Station (CCS)” van de Canadezen erin. Die hadden het magische
“Penicilline”, waar ze wel zuinig mee omsprongen. Alleen voor kleine kinderen waren ze
royaal.
De medische staf van het W.G. werd meteen door de Canadezen voor een kennismaking in
hun mess uitgenodigd. Dat verliep niet helemaal volgens plan: zij tracteerden ons op glazen
“punch”. Het smaakte voortreffelijk, maar er zat een behoorlijke “kick” in. In ongeveer een
half uur was het feest afgelopen, want de Nederlandse deelnemers vielen na het tweede glas
letterlijk en figuurlijk van hun stoel!
H.B. Lodewijks
Oud-chirurg.
Darmo Ziekenhuis in Surabaja en Diaconessenhuis Hilversum.
Download