033 Slechthorendheid en hoortoestellen

advertisement
Slechthorendheid
en
hoortoestellen
Inleiding
Uw behandelend arts heeft voorgesteld om in verband met
uw gehoor- en / of oorklachten een onderzoek door de knoarts te laten verrichten. Deze folder geeft u informatie over
wat de KNO-arts met u bespreekt, zodat u zich kunt
voorbereiden op het gesprek. Na het gesprek kunt u alles nog
eens rustig nalezen.
Wat is slechthorendheid
In Nederland zijn naar schatting anderhalf miljoen
slechthorenden. Slechthorendheid heeft vaak grote gevolgen
voor het dagelijks levens.
Slechthorendheid is meer dan het niet meer hard genoeg
horen van geluiden. Bij gehoorverliezen kunnen de geluiden
ook vervormd worden gehoord, soms doffer en soms juist erg
scherp. Vaak is het oor weliswaar minder gevoelig voor
zachte geluiden, maar juist extra gevoelig voor harde
geluiden, waardoor deze sneller als pijnlijk ervaren worden.
Dat is de reden waarom men nooit moet schreeuwen tegen
slechthorende mensen.
Slechthorenden hebben vaak meer last van omgevingslawaai
dan normaal horenden. Dit treedt al op bij beperkte
gehoorverliezen. Feestjes, disco's, gezellige
achtergrondmuziek, vergaderingen, door elkaar pratende
2
mensen zijn moeilijke situaties voor slechthorenden.
Voorts vermindert bij gehoorverlies ook snel het vermogen om
richting te bepalen, men weet niet waar geluiden vandaan
komen. Al deze factoren dragen ertoe bij dat slechthorenden
sneller onzeker kunnen worden en zich buitengesloten gaan
voelen, soms zelfs aanleiding gevend tot vereenzaming.
Gehoorverlies ontstaat door beschadiging in het oor. Die
beschadigingen kunnen op verschillende plaatsen ontstaan:
• In het uitwendige oor of het middenoor. Bij deze
beschadiging worden de geluiden niet goed naar het
slakkenhuis doorgegeven. Het gehoorverlies dat op deze
manier ontstaat noemt men geleidingsgehoorverlies.
Een hoortoestel kan dit gehoorverlies verhelpen. Ook is er
vaak iets aan te doen met een operatie.
• In het binnenoor. Deze vorm van gehoorverlies noemt
men waarnemings- of perceptief gehoorverlies. U hoort niet
alleen minder geluid, maar het geluid is ook minder helder.
Bij deze vorm van gehoorverlies helpt een operatie niet.
Ook een hoortoestel helpt niet altijd. De sterkte van het
geluid is namelijk wel te verbeteren, maar de helderheid
niet.
• Een gemengd gehoorverlies: wanneer er zowel een
geleidingsgehoorverlies als een perceptief gehoorverlies.
3
Hoe werkt het oor
Het
oor is onder te verdelen in:
1. Uitwendige gehoorgang.
2. Trommelvlies waarachter zich het middenoor bevindt.
Hierin bevinden zich de drie gehoorbeentjes. Via de buis
van Eustachius is het middenoor verbonden met de neusen keelholte.
3. Het eigenlijke gehoororgaan: daar waar het geluid door
zenuwen wordt opgevangen en naar de hersenen wordt
geleid (dit wordt het slakkenhuis genoemd).
Uitwendig oor middenoor
binnenoor
1 = Gehoorgang
2 = Trommelvlies
3 = Gehoorbeentjes
4 = Evenwichtsorgaan
5 = Slakkenhuis
6 = Basaal membraam met
haarcellen
7 = Gehoorzenuw
1
23
4 5 6
7
4
De trillingen in de lucht die we geluid noemen, komen via het
oor en onze uitwendige gehoorgang op het trommelvlies
terecht. Het trommelvlies vangt de trillingen op en voert deze
door via de gehoorbeentjes naar het slakkenhuis. De signalen
die als gevolg van het geluid in het slakkenhuis ontstaan,
worden via de gehoorzenuw naar de hersenen
getransporteerd. Wanneer deze signalen ten slotte aan de
buitenkant van de hersenen, de hersenschors, zijn
aangekomen, dan worden we het geluid gewaar of anders
gezegd: dan horen we het geluid.
Normaal is het middenoor achter het trommelvlies - dus daar
waar de gehoorbeentjes zich bevinden - gevuld met lucht. De
druk in deze kleine holte heeft dezelfde druk en samenstelling
als de buitenlucht. Dit komt doordat deze ruimte in verbinding
staat met de buitenlucht via de buis van Eustachius. De buis
van Eustachius werkt, vooral op jonge leeftijd, vaak niet goed.
Normaal is de buis van Eustachius dicht, bij slikken en gapen
gaat hij even open. Het niet goed openen van de buis van
Eustachius kan worden veroorzaakt door een
neusverkoudheid of een gewone griep. In alle gevallen
betekent een slecht werkende buis dat het middenoor op ‘slot’
is: de lucht kan er niet meer in of uit. Dit is dan vooral te
merken bij luchtdrukverschillen, zoals op de autoweg in de
bergen en in het bijzonder in een vliegtuig.
5
Oorzaken
Hoe ontstaat slechthorendheid of doofheid
Gehoorverlies ontstaat door beschadigingen in het oor. We
kennen 2 typen:
• Geleidingsslechthorendheid: ontstaat door een
beschadiging in de gehoorgang of het middenoor.
• Perceptieve slechthorendheid: ontstaat door een
beschadiging in het binnenoor.
Doofheid ontstaat vrijwel altijd door problemen in het
binnenoor.
Soms ontstaat de doofheid of slechthorendheid al voor de
geboorte, bijvoorbeeld door zwangerschapsvergiftiging, rode
hond bij de moeder of door een virus. Bij sommige kinderen
gaat er tijdens de bevalling iets mis waardoor zij hun gehoor
beschadigen. Ook vlak na de geboorte kan een kind
slechthorend of doof raken, bijvoorbeeld door een
hersenvliesontsteking. Bij peuters en kleuters zijn
middenoorontsteking en lijmoren vaak de oorzaak van
slechthorendheid.
Veel jongeren krijgen hoorproblemen doordat ze vaak en lang
naar harde muziek luisteren. Ook bij volwassenen is lawaai
een belangrijke oorzaak van slechthorendheid
(lawaaislechthorendheid, blz. 13). Andere mogelijke oorzaken
6
zijn otosclerose (zie de folder), de ziekte van Ménière,
ouderdom (ouderdomsslechthorendheid, blz. 14), een
ongeval en (medicijn)vergiftiging.
Doofheid en slechthorendheid kunnen ook erfelijk zijn.
Bij veel mensen blijft onbekend wat de oorzaak is van hun
doofheid of slechthorendheid.
Hoe ontstaat geleidingsslechthorendheid
Bij geleidingsslechthorendheid komt het geluid niet goed
binnen. Dat komt door problemen in de gehoorgang of het
middenoor.
Wat kan er aan de hand zijn
• De gehoorgang is afgesloten, bijvoorbeeld door oorsmeer
of door een ontsteking.
• De gehoorbeentjes of het trommelvlies zijn beschadigd.
Dat kan bijvoorbeeld komen door een harde knal, een
klap op uw oor of doordat u er met een wattenstaafje tegen
hebt gestoten.
• Het middenoor is ontstoken. Hierdoor kunnen de
gehoorbeentjes beschadigd raken.
• U hebt otosclerose. Dit is een erfelijke ziekte waarbij het
derde gehoorbeentje vastgroeit.
7
Hoe ontstaat perceptieve slechthorendheid of doofheid
Bij perceptieve slechthorendheid is het binnenoor
(slakkenhuis) beschadigd. Hierdoor hoort u minder en minder
helder. Ernstige schade kan leiden tot doofheid.
Wat kan er aan de hand zijn
• Er komt te weinig zuurstof in het oor. Zuurstof komt via het
bloed in het oor. Bij sterk geluid en stress vernauwen de
bloedvaatjes zich waarschijnlijk, waardoor er te weinig
bloed naar het binnenoor stroomt. Soms is de hoeveelheid
zuurstof in het bloed erg laag. Ook dan komt er te weinig
zuurstof in het binnenoor. Dat is bijvoorbeeld zo bij ernstige
longproblemen, vergiftiging en narcose.
• Uw oor is beschadigd door lawaai. Na een hard geluid kan
het oor een paar uur ongevoelig zijn. Vaak hebt u dan ook
last van oorsuizen. Het oor heeft tijd nodig om hiervan te
herstellen. Gebeurt dit niet en wordt het opnieuw aan hard
geluid blootgesteld, dan herstelt het oor niet meer
volledig. Er ontstaat lawaaislechthorendheid;
• U wordt ouder en uw oor wordt geleidelijk
ongevoeliger. Uiteindelijk kan ouderdomsslechthorendheid
ontstaan.
• Er drukt een tumor op de gehoorzenuw. Hierdoor
komt informatie niet (goed) in de hersenen terecht.
• U hebt een ziekte die (tijdelijk) slechthorendheid
8
veroorzaakt. Voorbeelden zijn griep, de ziekte van
Ménière, een slechte nierfunctie, diabetes mellitus, multiple
sclerose (MS), bof en hersenvliesontsteking.
• U hebt bepaalde stoffen in uw bloed die giftig zijn voor het
oor. Mensen met een slechte lever- of nierfunctie slikken
soms medicijnen die - in hoge doses - schadelijk zijn voor
het oor.
Diagnose
Hoe komt u erachter hoe ernstig uw gehoorverlies is
Hebt u het gevoel dat uw gehoor slechter is geworden? Dan
kunt u een eenvoudige hoortest doen. Er zijn verschillende
testen op internet te vinden en u kunt ook een test via de
telefoon doen. Meer informatie hierover vindt u op de website
van de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden.
De huisarts kan vrij snel onderzoeken of uw hoorproblemen
eenvoudig op te lossen zijn of niet. Soms is het uitspuiten van
de oren al voldoende. Is er meer aan de hand, dan verwijst de
huisarts u door naar de kno-arts of het audiologisch centrum.
De kno-arts of de onderzoeker in het audiologisch centrum zal
u eerst een aantal vragen stellen. Zij wil bijvoorbeeld weten of
u in een lawaaierige omgeving werkt en of hoorproblemen in
uw familie voorkomen. Daarna zal zij uw oren onderzoeken
9
en een eenvoudig gehooronderzoek doen met een stemvork.
Daarna volgt een wat uitgebreider gehooronderzoek
(audiometrie). U krijgt steeds geluiden van verschillende
sterkten en verschillende toonhoogten te horen. De
onderzoeker houdt bij welke geluiden u wel en niet hoort. Op
deze manier kan de arts vaststellen hoe ernstig uw
gehoorverlies is. Ook komt zij er zo achter waar de oorzaak
van het probleem ligt.
Hoe wordt de ernst van het gehoorverlies
uitgedrukt
De intensiteit van geluiden, ook wel 'luidheid' genoemd, wordt
gemeten in decibels. De ernst van het gehoorverlies wordt
daarom ook bepaald in decibel (dB). Een verlies van minder
dan 30-35 dB wordt een lichte slechthorendheid genoemd.
Van 35 dB tot 60 dB wordt gesproken van matige
slechthorendheid, van 60 dB tot 90 dB over ernstige
slechthorendheid. Bij een gehoorverlies van meer dan 90 dB
wordt meestal gesproken over doofheid.
De volgende getallen geven een indruk van de sterkte van
bepaalde geluiden:
• fluisteren is ongeveer 30 dB;
• normaal praten 60 dB;
• schreeuwen 80 dB;
• een vrachtwagens 90 dB;
• een boormachine 110 dB.
10
Om welke toonhoogten (frequenties) gaat
het
Naast de soort en de ernst van gehoorverlies wordt ook
bepaald voor welke toonhoogten (frequenties) van het geluid
een gehoorverlies aanwezig is.
Sommige mensen horen alleen de hoge tonen niet goed,
terwijl zij de lage en/of de middentonen nog wel goed kunnen
horen. Bij anderen kan er sprake zijn van een lage-tonen
gehoorverlies en bij weer anderen een midden-tonen
gehoorverlies. Vaak is er echter sprake van een combinatie
hiervan.
De ernst en het soort gehoorverlies voor de verschillende
toonhoogten wordt bepaald door een gehooronderzoek
(audiometrie). Er zijn vele soorten gehoortesten:
toonaudiometrie, spraakaudiometrie, hersenstamaudiometrie.
In combinatie met elkaar geven deze testen een goed inzicht
in het gehoorverlies.
Vervolgens zal uw KNO-arts in overleg met u bezien wat de
best mogelijke behandeling van uw gehoorverlies kan zijn. In
een aantal gevallen zal geadviseerd worden een hoortoestel
te proberen.
Behandeling van slechthorendheid
Geleidingsslechthorendheid is vaak wel te genezen. Bij deze
vorm van slechthorendheid zit het probleem in het uitwendige
11
oor of het middenoor. Soms is de behandeling zelfs heel
eenvoudig. Als er bijvoorbeeld een prop oorsmeer in het oor
zit, kan de arts uw oor uitspuiten. Een gaatje in het
trommelvlies herstelt meestal vanzelf. Gebeurt dat niet, dan
kan de arts het trommelvlies met een operatie herstellen. Ook
schade aan de gehoorbeentjes kan de arts vaak tijdens een
operatie herstellen. Dit is wel een moeilijke operatie.
Perceptieve slechthorendheid is meestal niet te genezen. Bij
deze vorm van slechthorendheid is het binnenoor beschadigd.
Die schade is niet te herstellen.
Soms geeft een hoortoestel wel verbetering. Uw huisarts
verwijst u daarvoor naar een audicien. De audicien zoekt
samen met u uit welk hoortoestel voor u het beste is. Er zijn
verschillende soorten toestellen. Sommige hoortoestellen
draagt u achter het oor, andere zitten in het oor. Sommige
hoortoestellen versterken vooral de hoge tonen, andere
vooral de lage tonen. U krijgt een hoortoestel eerst een tijdje
op proef. De audicien kan het hoortoestel zo goed mogelijk
voor u afstellen. Bevalt het uitendelijk toch niet, dan kunt u
een ander hoortoestel uitproberen.
Een bijzonder hoortoestel is de cochleaire implant (CI). Een
deel van dit toestel implanteert de arts in uw binnenoor. Het
apparaatje geeft de geluidssignalen direct door aan de
gehoorzenuw.
12
Wat is lawaaislechthorendheid
Lawaaislechthorendheid is een van de meest voorkomende
vormen van slechthorendheid. Het ontstaat door langdurige
blootstelling aan lawaai of door een plotselinge zeer harde
knal van bijvoorbeeld een vuurwapen of vuurwerk (akoestisch
trauma).
Harde geluiden boven de 85 decibel beschadigen het
binnenoor. Deze gehoorbeschadiging ontstaat heel geleidelijk
en vaak zonder dat dit wordt opgemerkt. De mate van
beschadiging is afhankelijk van de sterkte van het geluid, de
duur van het geluid en de gevoeligheid voor harde geluiden.
Dit laatste verschilt per persoon.
De slechthorendheid is tijdelijk als deze binnen 24 uur
verdwijnt. Hebt u 24 uur later nog steeds last van
gehoorverlies terwijl u in die 24 uur niet opnieuw blootgesteld
was aan lawaai, dan is het gehoorverlies blijvend. Het gehoor
herstelt zich dan niet meer en kan medisch niet worden
behandeld.
Lawaaislechthorendheid is een belangrijke beroepsziekte in
Nederland. Vooral in de industrie komt het vaak voor. Sinds
januari 2000 is het verplicht om gehoorbeschermers te dragen
in een werkomgeving met meer dan 85 decibel lawaai. Van
de 50.000 mensen die werken in schadelijk geluid, gebruikt
slechts eenderde regelmatig deze gehoorbescherming.
Verder zijn disco, houseparty en mp3-speler belangrijke
oorzaken van lawaaislechthorendheid. Jaarlijks beschadigen
13
ongeveer 20.000 jongeren hun gehoor door lawaai.
Wat is ouderdomsslechthorendheid
Ouderdomsslechthorendheid (presbyacusis) is een stoornis
van het binnenoor en/of de gehoorzenuw en komt alleen voor
bij ouderen. Hoewel het gehoor voor hoge tonen al vanaf het
twintigste jaar afneemt, krijgen mensen er meestal pas vanaf
het zeventigste jaar echt last van. De ernst van deze vorm
van slechthorendheid en het tijdstip waarop iemand er last
van krijgt, zijn van persoon tot persoon erg verschillend.
De aandoening komt in het algemeen iets vaker voor bij
mannen dan bij vrouwen.
De oorzaak van ouderdomsslechthorendheid is niet bekend.
Waarschijnlijk speelt aderverkalking van de bloedvaten een
grote rol. Ook de levenslange inwerking van lawaai is
misschien een oorzaak.
Hoewel aan de aandoening zelf niets te doen is, valt er met
ouderdomsslechthorendheid over het algemeen goed te
leven. Er zijn verschillende hulpmiddelen die hierbij kunnen
helpen, zoals een hoortoestel of een ringleiding, infrarood
koptelefoon voor radio en televisie. Uw audiciën kan u uitleg
geven en demonstreren.
14
Omgaan met mensen met
ouderdomsslechthorendheid
Veel mensen die last hebben van ouderdomsslechthorendheid voelen zich buitengesloten. Heel veel activiteiten die voor
ouderen worden georganiseerd zijn gericht op het bereiken
van een zo groot mogelijke groep, bijvoorbeeld zang, muziek
en gespreksgroepen. Hierbij is weinig tot geen aandacht voor
mensen die door een gehoorstoornis vaak een deel van de
gebeurtenissen niet kunnen volgen. Veel slechthorende
ouderen trekken zich daarom liever terug.
Uit onderzoek blijkt dat mensen met een gehoorstoornis
beduidend meer psychische problemen hebben dan horenden
van dezelfde leeftijd. De meest voorkomende verschijnselen
zijn wantrouwen, achterdocht, agressie, depressiviteit en
lusteloosheid. Dit wordt vaak ten onrechte verward met
geestelijke achteruitgang door bijvoorbeeld dementie.
Een ander probleem voor mensen met
ouderdomsslechthorendheid is vaak het hoortoestel. Een
hoortoestel geeft ondersteuning bij een persoonlijk,
individueel gesprek. Een nadeel ervan is dat het niet alleen de
directe geluiden, maar ook de omgevingsgeluiden versterkt.
Een hoortoestel betekent dus niet dat u de gesprekspartner
ook beter verstaat. Dit wordt als zeer storend ervaren en is
een reden om minder vaak deel te nemen aan activiteiten.
Een gehoortoestel kan altijd drie maanden gratis
uitgeprobeerd worden.
15
Hoortoestellen
Wat zijn de mogelijkheden
Zoals u hiervoor hebt kunnen lezen, zijn er vele soorten en
gradaties van gehoorverlies die ook nog verschillende
toonhoogten kunnen betreffen. Net zoals mensen verschillend
zijn, is ook gehoorverlies voor iedereen verschillend. Daarom
zijn er talrijke verschillende hoortoestellen.
De geluidsweergave
Hoortoestellen dienen om geluid te versterken. Ze bestaan in
principe uit een microfoon, die het geluid opvangt, een
versterker, en een telefoon (luidspreker), die het geluid weer
doorgeeft. De verschillende hoortoestellen hebben allemaal
hun eigen kenmerken: sommige versterken vooral hoge
tonen, andere versterken weer meer de lage tonen en weer
andere versterken meer de middentonen. Er zijn geen
hoortoestellen die alleen maar een of enkele toonhoogten
versterken. Daarnaast verschillen hoortoestellen in de
hoeveelheid versterking die ze kunnen leveren: sommige
hoortoestellen versterken maar weinig en zijn daarom alleen
geschikt voor mensen met een licht gehoorverlies.
Andere hoortoestellen hebben een heel groot versterkend
vermogen en zijn daarom geschikt voor mensen met een zeer
groot gehoorverlies. De meeste hoortoestellen hebben
bovendien instelmogelijkheden met betrekking tot de
maximale versterking, de demping van (plotseling
16
optredende) harde geluiden en de filtering van geluiden.
De plaats
Het meest voorgeschreven hoortoestel is het achter-het-oor
toestel of de oorhanger. Het hoortoestel wordt achter het oor
gedragen en het geluid wordt via een plastic slangetje en
het z.g.n. oorstukje naar het oor geleid.
Het in-het-oor-toestel is een heel klein hoortoestel dat of in de
oorschelp of zelfs alleen in de gehoorgang geplaatst kan
worden.
Het kasttoestel wordt gebruikt bij een groot gehoorverlies en
bestaat uit een kastje dat op de borst wordt gedragen. De
geluiden worden via een snoertje naar het telefoontje geleid,
dat bevestigd is aan het oorstukje.
De beengeleider is een hoortoestel waarbij geluiden omgezet
worden in trillingen (vibraties) die via een trilplaatje op het bot
achter het oor naar het slakkenhuis geleid worden.
In speciale gevallen is het mogelijk om de toestellen weg te
werken in het montuur van een bril.
De aanpassing van de hoortoestellen
Wanneer in overleg met u besloten is, dat een hoortoestel de
beste mogelijkheid biedt om uw gehoorverlies te behandelen,
zal de KNO-arts een proefaanpassing verzorgen en u een
voorschrift meegeven voor de audicien. In veel gevallen zal
voor beide oren een hoortoestel voorgeschreven worden. De
audicien maakt de afdruk voor het oorstukje, levert de
17
hoortoestellen en zal ze eventueel bijregelen. U krijgt de
hoortoestellen op proef mee om er een paar maanden aan te
wennen en de mogelijkheden (en de onmogelijkheden) uit te
proberen. Door middel van regelmatige bezoeken aan de
audicien kunnen de hoortoestellen verder bijgeregeld worden.
Soms is het nodig andere hoortoestellen
te proberen. Wanneer de hoortoestellen naar tevredenheid
functioneren, dan kan dit in een volgend bezoek aan uw knoarts gecontroleerd worden, waarna de hoortoestellen
aangeschaft kunnen worden. Lukt de aanpassing met
hoortoestellen niet goed, dan kan de KNO-arts besluiten u te
verwijzen naar een audiologisch centrum.
De ontwikkeling van nieuwe en steeds betere hoortoestellen
gaat snel. Er komen steeds meer en betere in- en
afstelmogelijkheden. Nieuwe technische mogelijkheden
volgen elkaar in hoog tempo op, zoals afstandsbediening,
automatische luidheidregeling en programmeerbaarheid voor
meer dan één instelling.
Toch moet u er terdege rekening mee houden dat alle
hoortoestellen hun beperkingen hebben en dat zij nooit
zo goed kunnen werken als het normaal horende oor.
Een slechthorende wordt dus, zelfs met de beste
hoortoestellen, nooit normaalhorend.
18
Heeft u vragen?
Deze folder is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge
informatie, maar als aanvulling hierop. Hierdoor is het
mogelijk om thuis alles nog eens rustig na te lezen.
Heeft u nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek
KNO, telefoon: 040- 286 4852.
Meer informatie:
U kunt bij de patiëntenvereniging terecht voor steun of met
vragen: Nederlandse Vereniging voor Slechthorende
Postbus 129; 3990 DC Houten
Telefoon algemeen: (030) 261 76 16
Teksttelefoon: (030) 261 76 77
Website: www. nvvs.nl
[email protected]
U kunt ons ook e-mailen voor:
•
het maken of verzetten van een afspraak;
•
korte vragen;
• mededelingen en aanvragen voor herhalingsrecepten.
Vermeldt bij uw e-mail altijd uw naam en geboortedatum
en mailadres
Nuttige websites: www.kno.nl
19
Download