CCR PDF: Print PDF

advertisement
vggm
editie 3
vggm: editie 3
SAMENWERKEN BIJ
INCIDENTEN
Bij een groot incident waar meerdere VGGM-hulpdiensten bij betrokken zijn, is
het van belang dat alle partijen snel hetzelfde beeld van de situatie hebben. Pas
dan kan effectief worden gehandeld. We kijken hoe dat gaat aan de hand van
een incident afgelopen zomer.
“We willen snel in dezelfde film komen...” Zo noemen Harco van Oorschot
(brandweer) en Reggie Diets (ambulancedienst) het [beide niet op de foto].
Het gaat om een suïcide waarbij ook de inzet van de brandweer nodig was.
Harco van Oorschot was op die dag Officier van dienst voor de brandweer. Hij
vertelt: “Ik had op die dag piketdienst. Zo’n melding komt binnen via de
centralist op de 112-centrale. Bij dit geval was ik de hoogst leidinggevende
van de brandweer ter plaatse.”
Motorkap-overleg
Bij een incident in de openbare ruimte kom je vaak in een chaos terecht, zegt
Van Oorschot. Zeker als er publiek bij betrokken is. Brand moet worden
geblust, slachtoffers moeten worden geholpen, de locatie moet worden
afgezet, mensen moeten worden opgevangen. Het is de taak van de
hulpdiensten om zo snel mogelijk structuur te scheppen bij alle commotie. Van
Oorschot: “We werken volgens de BOB-structuur. ‘Beeld, Oordeel,
Besluitvorming.’” Hij gaat verder: “Er zijn op dat moment meerdere disciplines
aan de slag. Van ons en van onze ketenpartners. Die ga ik niet voor de voeten
2
vggm: editie 3
lopen. Ik zoek op locatie meteen de aanspreekpunten op, de officieren van
politie en van de ambulancedienst. Dan houden we als eerste een ‘motorkapoverleg’.”
Je brengt elkaar snel op vlieghoogte
Dat motorkapoverleg moeten we letterlijk nemen, vertelt Reggie Diets, bij dit
incident de Officier van dienst van de GHOR. Hij zegt: “Dat overleg is de
eerste fysieke afstemming tussen de ketenpartners op de locatie. Je brengt
elkaar op de hoogte wáár je zit in je eigen processen, in de ‘mono-kolom’. Het
is het beeld van de film. Je wil allemaal snel in dezelfde film komen. We staan
daar rond de motorkap van het dienstvoertuig als wit, blauw en rood, en dan
breng je elkaar op vlieghoogte. Waar zijn wij mee bezig? Waar zijn jullie mee
bezig? Wat moeten we nog doen? Het is heel belangrijk dat je een goed beeld
hebt van elkaars processen, dat je precies weet wat je te doen staat.”
Ook op afstand kan een incident heel
aangrijpend zijn
De inzet van de verschillende diensten is na dit incident geëvalueerd. Nog
dezelfde dag (een ‘hot-debriefing’ noemt Van Oorschot dit), en ook later, via
collegiale nazorg. Ook de onderlinge samenwerking tussen de betrokken
disciplines op de locatie zijn na afloop geëvalueerd. Er kwam, zo vertelt Van
Oorschot, één leerpuntje uit: “We hadden bij het nazorggesprek ook de
betrokken centralisten moeten uitnodigen. De mensen in de meldkamers, aan
de telefoon, die meeluisteren met de communicatie. Ze werken op afstand,
maar ook dan kan een incident heel aangrijpend en eventueel belastend zijn.”
3
vggm: editie 3
Samen als één team
Zowel Harco van Oorschot als Reggie Diets kijken met tevredenheid terug.
Diets: “Dit incident is goed gemanaged.” Van Oorschot: “Ja, ik kijk er positief
op terug. Er is goed samengewerkt. Met drie partijen, later met vier toen de
gemeente er bijkwam voor de communicatie. Er is goed gewerkt in de eigen
organisaties, -mono- én in de hele keten, -multi-. Met meerdere partijen en
meerdere rollen, maar samen als één team.”
en dan is er de nasleep van een
calamiteit...
Op het moment van een incident is de inzet van VGGM het meest zichtbaar.
Ambulances rukken uit, de brandweer verlaat met loeiende sirene de kazerne,
traumahelikopters worden opgeroepen. Als het stof eenmaal is neergedaald,
komen er achter de schermen andere medewerkers in actie. Jos Joosten is er
daar één van. Ze vertelt over de nasleep.
Toezichthouder Wmo
Jos coördineert het toezicht op de uitvoering van de Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo). Aanbieders van Wmo-ondersteuning (bijvoorbeeld
dagbesteding of beschermd wonen) moeten calamiteiten of geweld bij ons
melden. Een calamiteit is een onverwachte gebeurtenis, waarbij een cliënt van
een instelling overlijdt of ernstige (gezondheids)schade oploopt.
“Het is onze rol om te kijken of er kwalitatief goed gehandeld is...” vertelt ze.
“Heeft een instelling genoeg gedaan om een incident te voorkomen?” De
beoordeling gaat voor een groot deel via een formulier. Als het nodig is, gaat
een van onze toezichthouders op inspectiebezoek. Soms, zoals in het geval
van een suïcide in de openbare ruimte, gaat Jos ook praten met collega’s
binnen VGGM. Ze praat dan met medewerkers van de GHOR of van
Forensische Geneeskunde. “Uiteindelijk maken we een rapport op. Meestal
zijn daarin verbetervoorstellen opgenomen. In het geval van de suïcide
hebben we vooral gekeken naar de risico-inschatting door de betrokken
partijen en op het verbeteren van de aansluiting tussen de verschillende
aanbieders van zorg. In het algemeen zie je dat op dat punt -de aansluitingdingen mis gaan. In dit geval hebben we als advies gegeven: probeer éérder
4
vggm: editie 3
een risico-inschatting te maken, leg die schriftelijk vast en deel hem met
betrokken partijen.”
Het gaat niet om sancties, het gaat om
verbetering
Calamiteiten en incidenten zijn eigenlijk nooit te voorkomen, zegt Joosten.
“Wat je wel kunt doen, is het aantal incidenten reduceren. Ons werk kan
daaraan bijdragen. Wij zorgen ervoor dat zorgaanbieders het werk zo kunnen
organiseren dat de kans op calamiteiten afneemt. Het gaat ons niet om het
uitdelen van sancties. Het gaat om verbetering. Wat kun je doen om te zorgen
dat een incident niet nóg een keer voorkomt? Waar zitten de risico’s, en hoe
kun je die zo klein mogelijk houden? Hoe zorg je dat de afstemming tussen
partijen verbetert? De Wmo is een redelijk recente wet, je ziet dat veel partijen
nog zoekend zijn bij de afstemming. Daar kunnen wij bij helpen.”
5
vggm: editie 3
‘MEANDEREN’ HET
TOVERWOORD VAN DE
VERBOUWING
Volgende maand gaan de eerste mensen al verhuizen van de
Eusebiusbuitensingel 43, Arnhem naar een nieuwe tijdelijke locatie. Want het
pand wordt flink op de schop genomen. Samen met de eigenaar Huurwel zijn
afspraken gemaakt om het pand te moderniseren.
De nieuwe huisvesting past bij de doorontwikkeling van de organisatie: open,
transparant en gericht op samenwerken. Dus ruimten waar we elkaar
tegenkomen, uitnodigend om kennis te delen met een uitstraling van
verbondenheid. Het architectenbureau heeft daarvoor één woord ‘meanderen’.
In het woordenboek staat ‘kronkelig, bochtig verloop van een rivier of beek’.
Dat zien wij straks ook terug in ons gebouw: de weg over een verdieping loopt
niet langer recht (een gang) maar kronkelt langs open en gesloten ruimtes.
Het meanderconcept heeft de architect samen met de werkgroep huisvesting
bedacht. De werkgroep bestaat uit een brede vertegenwoordiging van de
sector VGZ en de sector Facza. De werkgroep heeft input gegeven voor de
indeling… wel of geen muurtje, nog een extra overlegruimte of een grote of
kleinere open ruimte… en ook voor de aankleding van het gebouw….donkere
of lichte vloerbedekking, een kleurtje erin en/of fotoprints. Gekozen is voor een
frisse, lichte uitstraling. Het filmpje geeft een beeld hoe het eruit komt te zien.
Over een half jaar is het zover, dan gaan we met z’n allen ervaren hoe het
6
vggm: editie 3
‘meanderen’ werkt.
Maar eerst gaat iedereen van de Eusebius tijdelijk op een andere locatie
werken. De verwachting is dat ze rond 1 juli weer terugkeren. Die tijdelijke
huisvesting is gevonden in het voormalige Veraggebouw in de
Rietgrachtstraat en in een kantoorpand aan de Mercatorweg in Arnhem.
De spreekkamers en het consultatiebureau verhuizen naar het Veragterrein
aan de Rietgrachtstraat. Omdat het gebouw zelf iets te klein is, plaatsen we
daar nog enkele mobiele units voor de spreekruimten. Het consultatiebureau
komt in het Veraggebouw zelf. Op intranet kun je er alles over teruglezen.
Opruimactie
Hoewel de verhuizing nog een aantal weken duurt kunnen de collega's nu ook
alvast aan de slag. Net als thuis, is verhuizen op je werk ook een mooie
gelegenheid om de inhoud van kamer, kasten en bureaus eens goed te
bekijken op nut en noodzaak tot bewaren. Kan iets weg? Heb ik het ook
digitaal? Hebben mijn collega’s dit ook en kunnen we wellicht één versie
bewaren? Ga zo maar door. Binnenkort komen extra containers waar
iedereen papier en overig afval in kwijt kan.
We hebben de werkgroep gevraagd of er ideeën zijn voor opruimacties. Wie
krijgt zijn kamer het schoonst, wie gooit het meeste weg? Daarbij is
voorgesteld om spullen die je niet meer gebruikt en toch goed zijn, weg te
geven. Er komen plekken in het pand met borden ‘neem mee’ zo kun jij
misschien een ordner of een vaasje nog hergebruiken. Wie nog goede ideeën
heeft voor een ‘rigoureuze’ opruimactie, andere tips of ideeën wordt verzocht
contact te leggen met Ramona Gal of Annelies Venhuis.
7
vggm: editie 3
“VAAK ZIJN HET MENSEN DIE
TUSSEN WAL EN SCHIP
VALLEN”
“En dan nu het weer… komende nacht gaat het vriezen. Het wordt behoorlijk
kouder dan afgelopen dagen. De te verwachten temperatuur in het oosten van
het land is -6 tot -7 graden, aan de kust is het iets warmer…”
Op een dergelijk dag is ons team van OGGZ (Openbare Geestelijke
Gezondheidszorg) al lang op de hoogte, want Meteoconsult heeft de
medewerkers al gewaarschuwd. Het winterprotocol treedt in werking. Een
medewerker van de afdeling kondigt het protocol af en alle ketenpartners
krijgen een mailtje of een telefoontje, dat actie moet worden ondernomen om
daklozen onderdak te bieden in de koude nachten. Extra bedden zijn
beschikbaar op verschillende plaatsen in Arnhem en Ede. Handhavers als
politie en hulpverleners in Arnhem gaan dak- en thuislozen opzoeken en
kijken of zij naar de opvang kunnen of willen.
Onze collega’s zijn op dat moment vooral druk met de kóu en daklozen. Maar
team OGGZ houdt zich het hele jaar bezig met dak- en thuislozen en andere
kwetsbare doelgroepen. Dakloosheid is een groot probleem, weten de OGGZcollega’s. In onze regio zijn twee centrumgemeenten waar opvang mogelijk is:
Arnhem en Ede. In Arnhem doen de collega’s de intakes voor
maatschappelijke opvang en krijgen ze van de opvang alle aanmeldingen door
die binnenkomen. Hier zijn in het afgelopen jaar zo’n 250 aanmeldingen
8
vggm: editie 3
geweest. Dat kunnen individuen zijn, maar ook gezinnen die door
omstandigheden op straat komen te staan. Als potentiële daklozen zich
melden bij bijvoorbeeld de ‘Remise’ in Arnhem vindt binnen 48 uur een intake
plaats door onze collega’s. Suzanne Oonk: “Waarom is iemand dakloos en
waar komt hij of het gezin vandaan en wat is nodig voor de opvang en inzet
van de hulpverlening? We kijken dan of de zorg rond iemand georganiseerd
is. Het zijn ook vaak mensen die tussen de wal en het schip vallen en geen
vangnet hebben van familie of kennissen.”
Het zijn mensen die geen vangnet van
familie of kennissen hebben
De OGGZ is de voorzitter van bijeenkomsten over kwetsbare groepen als daken thuislozen of zwerfjongeren. Hier vindt afstemming plaats over soms
complexe situaties. Hierbij worden alle ketenpartners betrokken. Dan moet je
denken aan de gemeente, opvang, politie en andere
hulpverleningsorganisaties. Samen wordt gekeken hoe het verder moet met
bijvoorbeeld een dakloze of een gezin. Suzanne: “Misschien moet iemand
naar begeleid of beschermd wonen. Het kan ook dat een dakloze niet uit onze
regio komt en dan zoeken we contact met de regio waar hij vandaan komt om
te overleggen. De doelgroep is heel divers.”
Naast de regiefunctie is Suzanne als verpleegkundige ook actief bij de
opvanglocatie: “Ik houd ook spreekuur in de Remise en in het Kruispunt (ook
een opvang in Arnhem). Dan zie ik mensen die medische zorg nodig hebben,
omdat ze bijvoorbeeld een longontsteking hebben, maar geen huisarts of
zorgverzekering hebben.” OGGZ heeft hiervoor nauwe contacten met een
huisarts die de dak- of thuisloze onderzoekt." Het team OGGZ bestaat uit 8
collega’s en staat klaar voor mensen die het even alleen niet redden.
9
vggm: editie 3
KERSTBORREL 2016
We werden hartelijk ontvangen op de binnenplaats van de brandweerkazerne in
Ede met een ‘shotje’ chocomelk of een ‘shotje’ glühwein. De feestelijke
gekleurde lampjes boven in de overkapping straalden de gasten voor de
kerstborrel tegemoet.
De brandweermannen en - vrouwen hebben onder de bezielende leiding van
Charles Hasselaar, ondersteund door Francine Molenaar, de sfeer neergezet.
Met parasols waaronder je op ‘dierenhuiden’ kon zitten, met tappunten waar
de drankjes rijkelijke vloeiden en natuurlijk een hapje. Het fritestentje inderdaad het kleinste eetkraampje dat er stond- kon het maar net aan; de
hele avond stond er een dikke rij voor een puntzakje echte patat met mayo.
“Hé, hier staan JGZ’ers!” en spontaan sluit een collega uit Arnhem even aan
bij een statafel. Ook collega’s van voorheen Icare hebben een plek gevonden
onder parasols. Collega’s van alle afdelingen vinden elkaar en drinken
gezamenlijk een glas. Een aantal collega’s werft lopers, fietsers of verzorgers
voor de Roparun, die natuurlijk volgend jaar weer een hoogtepunt heeft in Ede
als rustplaats.
Ype Schat blikte terug op 2016. Hij vertelde dat veiligheid en gezondheid een
andere dimensie hebben gekregen als je ziet wat er wereldwijd gebeurt,
vooral in Aleppo. “De stromen asielzoekers die naar Nederland komen en de
tal van voorzieningen waar wij aan mee mogen werken. Dit stelt veiligheid en
gezondheid in een andere context.”
10
vggm: editie 3
In zijn korte toespraak haalde hij ook nog even het team ICT aan dat dag en
nacht klaarstaat om te zorgen dat iedereen zijn werk kan doen. Ook al is er
wel eens ‘chagrijn’ omdat de computer hapert of het even niet doet. Ype heeft
‘grootste waardering’ voor de inzet van de ICT’ers.
“We kunnen tevreden terugkijken op 2016”, aldus Ype. Zo verwoordde hij dat
er commitment is van het bestuur en een mooi visitatierapport is opgesteld
afgelopen jaar. “Kwalitatief staan we er goed voor. We lopen een stapje
harder en we staan er als het spannend wordt.”
Na de mooie woorden van Ype werd nog lang gepraat, gelachen en contact
gelegd met collega’s van andere team en afdelingen. De muzikanten speelden
nog wat en rond 19.00 uur gingen de meesten weer huiswaarts met een goed
gevoel over het afgelopen jaar en een goed gevulde buik. Het was gezellig.
11
vggm: editie 3
DE WERKPLEK
Op bezoek op onze locatie in Ede. Een behandelkamer waar hulpmiddelen
uitgestald liggen op tafel. Informatiemateriaal als tijdschriften voor doelgroepen
en condooms, 10 voor 1 euro. Een wachtruimte vol cliënten. Vandaag de
werkplek van sociaal verpleegkundige Truuske Mosterd.
Op bezoek bij onze locatie in Ede. Een behandelkamer waar hulpmiddelen
uitgestald liggen. Een naald en een bloedbuisje, een wattenstaafje. Een
wachtruimte met cliënten. Vandaag de werkplek van sociaal verpleegkundige
Truuske Mosterd.
“Van kinds af aan wist ik dat mijn hart lag bij het werken met mensen. Zo
kwam ik terecht op de spoedeisende hulp, de afdeling verloskunde en de
medium care in het ziekenhuis. Veel patiënten gezien. Sinds 10 jaar werk ik
met cliënten bij het team seksuele gezondheid van de GGD.” Patiënten en
cliënten, een wezenlijk verschil, volgens Truuske. “Cliënten hebben intieme
vragen, wat maakt dat je een hele veilige setting moet bieden. Ze maken vaak
bewuste keuzes op het gebied van seks en de risico’s die zij hierbij kunnen
lopen.“
“Gaat dit niet naar mijn huisarts? Gaat dit niet naar mijn verzekering? In
hoeverre is hier de anonimiteit geborgd? Hoe gaat het dan met alle materialen
die naar het lab gaan?” Veel mensen zitten in een soort spagaat, omdat ze
geheimen bij zich dragen waar partners niks van mogen weten, legt Truuske
uit. “Het ziekenhuis stuurt bijvoorbeeld na een onderzoek een kopie naar de
huisarts en verzekering. Op de soa-poli gaat er geen correspondentie naar
huisarts, verzekering of ouders, zonder toestemming van de cliënt. Je mag
12
vggm: editie 3
ook een andere naam opgeven. Zolang je geboortedatum maar klopt en je de
naam die je opgeeft, onthoudt. Want onder die naam sta je in het
systeem.”Jongeren onder de 25 jaar kunnen naast een soa-onderzoek, gratis
een Sense spreekuur bezoeken. Dit is een spreekuur waar jongeren vragen
kunnen stellen op het gebied van seksualiteit, identiteit, genderproblemen,
verkrachtingen en anticonceptie. Maar ook, wat is een orgasme en hoe werkt
mijn lichaam?
Overal waar risicogroepen zijn daar
komen wij.
Truuske werkt in Ede en Arnhem. Maar komt voor haar werk ook op
bijzondere locaties, bijvoorbeeld privéhuizen en de tippelzone in Arnhem. “Wij
testen daar twee keer per jaar omdat we hierover afspraken hebben met de
gemeente. We testen op soa´s, maar doen ook aan preventie en voorlichting.
De dames in privéhuizen maken vaak een bewuste keuze om hier te werken.
Soms verzinnen ze een leugentje om bestwil en zijn vaak om half 4 weer thuis
om de kinderen op te vangen. Geld lijkt vaak de drijfveer. Maar we proberen
ook te achterhalen of er geen sprake is van mensenhandel.”
“Op de tippelzone zijn voornamelijk de heroïneprostituees te vinden. Een
andere doelgroep, ook qua benadering. De vrouwen zijn vaak verslaafd. Ze
worden door de gemeente hier gedoogd en Iriszorg wordt hiervoor ingezet.
Wij komen twee keer per jaar om soa-onderzoek te doen. Omwille van de
publieke gezondheid, om te voorkomen dat ze anderen besmetten.”
Truuske vervolgt: “We komen ook regelmatig bij Steamworks, de homosauna
in Arnhem. Vooral als er bepaalde doelgroepen zijn. Op vrijdagavond zijn er
bijvoorbeeld regelmatig jonge mannen die nog niet of net uit de kast zijn. Na
de sauna gaan ze experimenteren in de darkrooms. Wij zitten in een kamer en
doen soa-onderzoek.”
Je ontmoet hier je medemens, dat maakt
dit werk boeiend
“Wat mij het meest bijgebleven is? Dat zijn de langdurige heterorelaties waarin
men van elkaar denkt dat het past, maar waarbij de man of vrouw ook seks
13
vggm: editie 3
heeft met anderen. Wat doe je als er een soa gevonden wordt? Als
professional adviseer je om de vaste partner ook te informeren zodat hij/zij
zich kan laten testen. Vaak wordt er gezegd: Ik kan het met geen mogelijkheid
aan mijn partner vertellen, want dan is het over en uit en dat wil ik niet.”
Truuske vertelt dat alle collega’s van team seksuele gezondheid getraind zijn
in gespreksvoering. Je leert hoe je via gesprekken gedragsverandering
teweeg kunt te brengen. “Soms word je geconfronteerd met aangrijpende
situaties. Wij hebben als GGD de taak: signaleren, schakelen en
doorverwijzen. Dat neemt niet weg dat je vaak hele indringende gesprekken
hebt, en dat maakt dat ik dit werk boeiend vind. In mijn werk vind ik het van
belang dat je je eigen mening, waarden en normen niet voorop laat staan. Je
moet zo min mogelijk oordelen.”
14
vggm: editie 3
Heb jij goede ideeën voor een volgende editie, wil je anderen wat van jouw werk laten zien of wil je meeschrijven aan artikelen? Je bent van harte welkom. Stuur een
mail naar [email protected]
Daar kun je ook terecht met je feedback op deze editie.
Deze PDF is automatisch gegenereerd op: vggm.ccreader.nl
15
Download