Nathan Gray is geen onbekende in de ondertussen wereldwijd vertakte hardcorescene. Hij was en is de zanger van de recent weer herenigde post-hardcoreband Boy Sets Fire en verzorgt daarnaast de vocalen voor het nog nieuwe project I Am Heresy. De nieuwe band klinkt harder en extremer dan Boy Sets Fire ooit klonk en georganiseerde religie is de nieuwe vijand die door de Amerikaanse zanger op de korrel genomen wordt: “De satanische bijbel van LaVey is heel inspirerend.” Door Hans Wetzels Boy Sets Fire debuteerde halverwege jaren negentig met het eerste volwaardige album ‘The Day the Sun went Out’ waarop het uit het Amerikaanse Delaware afkomstige vijftal noisy aandoende maar vooral heel gepassioneerd klinkende hardcore op de wereld losliet. Binnen een paar jaar werd het geluid van de band steeds poppier en melodischer totdat de bom barstte en de band ermee ophield in 2007. Gitzwart Anno 2013 is Boy Sets Fire weer op parttimebasis bij elkaar en wil Nathan Gray zich opnieuw bewijzen met I Am Heresy als zijn meest recente morgenster aan een nog steeds gitzwart firmament. De inmiddels veertig jaar oude Gray is nog steeds boos op de wereld. De zanger weigert toe te geven aan wat rock ‘n’ rollicoon Henri Rollins ooit met veel gevoel voor dramatiek ‘de eeuwige winterslaap die volwassenheid heet’ noemde: “Dat ik inmiddels veertig jaar oud ben betekent niet dat ik nu klaar ben om saai te zijn. Ik heb geen zin om op een akoestische gitaar country te spelen voor een publiek van anders uitgebluste veertigplussers. Ik wil uitdagende muziek blijven maken. Muziek die mensen inspireert tot nadenken. Ik heb nu eenmaal gepassioneerde, <i>gut-wrenching, tear-your-face-off, fuck the world</i>muziek nodig in mijn leven.” Het debuut van Grays nieuwe band I Am Heresy klinkt inderdaad als een trap in het gezicht van de luisteraar. Vanaf de eerste tonen van de intro stort de band zijn publiek in een bijna existentiële wanhoop waarbinnen blackmetalriffs afgewisseld worden met mierzoete ballades en ingetogen intermezzo’s. Het chaotische gitaarwerk dat de drie gitaristen over het publiek uitstorten zijn onmiskenbaar beïnvloedt door bands als Converge, Botch en Integrity. Een geluid dat een wereld van verschil is met gelikt klinkende melodieën die de laatste platen van Boy Sets Fire kenmerkten: “Ik hou van Boy Sets Fire en ben trots op wat we als band zijn geworden. Maar zijn niet Boy Sets Fire, wij zijn I Am Heresy.” Genetische code Opvallend is dat een van de maar liefst drie gitaristen van de band Grays eigen zoon Simon is. Een familieconstructie die in eerste instantie wat contradictoir lijkt met de tegen ouders en andere autoriteiten rebellerende geest van punk en hardcore: “Ik zocht naar mensen die muzikaal en ideologisch gezien begrepen waar ik naar op zoek was. Simon was mijn eerste halte. Hij is een ontzettend goede gitarist en onze ideeën over esthetiek en thematiek komen redelijk overeen. Elk gezin is anders, Simon en ik kunnen het prima vinden samen. Waarom zou ik iets wat een geweldige band zou kunnen vormen weggooien gebaseerd op het feit dat we dezelfde genetische code bezitten?” Kapitalisme De muzikale omlijsting mag dan veranderd zijn, het gevecht tegen de machten die het voor het zeggen hebben in deze wereld is voor Gray nog even belangrijk: “Ik ben de punk heel veel verschuldigd. Maar wat mijn leven écht veranderde waren jaren zestigactivisten als Abbie Hoffman en Jerry Rubin. Punk had voor mijn gevoel de potentie om een nieuwe sociale beweging te worden, een waardige opvolger op de protestbeweging uit de jaren zestig.” Boy Sets Fire nam het als collectief op tegen de krachten van het ongebreidelde kapitalisme en flirtte hier en daar openlijk met communistische ideologieën. Na een hiatus van een aantal jaar vierde de semi-legendarische band zijn terugkeer op de Europese podia in december 2010 tijdens een zwaar door het grote bedrijfsleven gesponsord skatefestijn in een Berlijnse arena. Enigszins schuldbewust verklaart Gray de stap om de show ondanks de alomtegenwoordigheid van de postmoderne spektakelmaatschappij toch te spelen: “Commercie is tegenwoordig onvermijdelijk. Op festivals maar ook in de kleine clubs. Dat zijn de feiten van de tijd. We werden gevraagd voor dat optreden in Berlijn en we wilden graag spelen, dus zeiden we ja. We hebben in het verleden al eerder festivals gedaan die door bedrijven als T-Mobile gesponsord werden. Net zoals we kleine optredens hebben gedaan die opgezet waren door egocentrische, zogenaamde hardcore-promotors. Het is misschien een dooddoener, maar menselijk gedrag is <i>the same big and small</i>. Op persoonlijk vlak speelt voor Gray echter ook het niet-talige aspect dat muziek in zich draagt voor een belangrijk deel mee in zijn kunst: “Muziek heeft mijn leven gered en me gemaakt tot wie ik ben. ‘Suffer’ van Bad Religion is nog wat mij betreft nog steeds een van beste albums ooit gemaakt. Maar daarnaast luister ik naar heel veel soorten muziek. Metal, klassiek, country en folk. En musicals. Muziek moet niet iets willen zijn dat zij niet is. Het is niet aan mij om iemand te vertellen welke boodschap in muziek moet zitten. Wat voor mij belangrijk is, is de manier waarop ik mijn liefde, mijn haat, mijn woede en mijn lust in de kunst die maak presenteer aan de wereld. Ik heb geen scene of geen genre nodig om me daartoe in staat te stellen.” Zelfgenoegzaamheid De antikapitalistische boodschap is in de teksten van I Am Heresy nagenoeg naar de achtergrond verdwenen. Gray richt zijn pijlen op een nieuwe vijand: georganiseerde religie. Voordat dit opium voor het volk met wortel en tak is uitgeroeid heeft het geen zin om tegen andere vijanden te strijden, filosofeert de veertiger: “We kunnen geen wereldlijke autoriteiten omverwerpen als we tegenlijktijd bezig zijn met het aanbidden van afgoden.” Tot op een zekere hoogte keert de zanger terug op zijn schreden wat betreft systeemkritiek die hij in het verleden bij herhaling uitte: “Het probleem met mensen is zelfgenoegzaamheid. Ze zijn te gehoorzaam aan de bestaande religieuze, economische en politieke conventies. We kunnen ons als individuen zelfgenoegzaam blijven wentelen in wat wel hebben, of we kunnen proberen te streven naar meer. Kapitalisme en communisme zijn niet meer dan etiketten die we ergens opplakken, zolang we niet in onze persoonlijke levens streven naar iets hogers. Etiketten geven ons een vijand en tegelijkertijd een messias, omdat we bang zijn zelf te dromen.” Dromen waarmaken Als we onze eigen dromen waarmaken betekent dat automatisch dat we kunnen beginnen met voor onszelf leven in plaats van het continueren van een maatschappelijk systeem dat in steeds zwaarder weer lijkt te geraken, legt Gray uit: “I Am Heresy is een gevecht dat in ons allemaal zit, de drang om onze eigen evolutie en ons eigen lot kunnen controleren. De worsteling tussen geperverteerd individualisme en persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover de rest van de samenleving is een constante. Het leven zelf is immers ook een glorieus gevecht om te komen tot zelfrealisatie. Lust, liefde, haat, het leren van je fouten en het vinden van kracht in jezelf zijn allemaal elementen van die strijd. Waarom zouden we ook maar een dag verspillen aan dingen die niet met die strijd voor waarheid en vrijheid te maken hebben?” Satanische bijbel Ondanks de furieuze aanval op religie die te horen is op de zelfgetitelde debuutplaat van de band, voert de zanger ook een gevecht met zijn eigen verleden, zo geeft Gray toe: “Natuurlijk gaan mijn teksten ook over mijn eigen leven. Hoe kan dat ook niet zo zijn? Religie heeft mijn verleden voor een groot deel vormgegeven. Ik wil niet dat het mijn toekomst ook nog gaat bepalen.” De suggestie dat de plaat alleen maar zou gaan over het bevechten van de persoonlijke demonen van Nathan Gray wordt echter resoluut naar het rijk der fabelen verwezen: “Ik heb veel mensen in mijn omgeving die geloven in spirituele zaken die onbewijsbaar zijn en ik ben opgegroeid in een religieus gezin dat me nooit ergens toe heeft gedwongen. Ze stonden open voor mijn afwijkende mening. Ondanks hun religieuze overtuigingen.” De kersvers van de pers gerolde nieuwe EP van de band heeft desondanks de toch weinig subtiel naar de gevallen aartsengel Lucifer verwijzende titel ‘O day star, son of dawn’ meegekregen. Niet heel verrassend, gezien de inspiratie die Gray zegt te halen uit de in 1969 gepubliceerde satanische bijbel van Anton Szandor LaVey: “LaVeys werk is heel erg inspirerend. Het is geen bijbel in de religieuze zin des woords. Het is eerder een zelfhelpboek met interessante aanbevelingen over hoe te leven. Als woede je motivatie is voor de gevechten die je levert in je leven dan verlies je. De kennis die je in je leven opdoet en de liefde voor het leven zelf zullen je vanzelf dwingen om te vechten voor de waarheid. Maar als je religie nodig hebt om je een moreel persoon te maken, dan hebt een psycholoog nodig, geen priester.”