7.4 Luchtvochtigheid Je gaat je eerst theoretisch verdiepen in het onderwerp Luchtvochtigheid. Daarna doe je enkele eenvoudige experimenten. Lucht kan waterdamp bevatten, maar kan ook heel droog zijn. Het vochtigheidsgehalte heeft veel invloed op de ervaren behaaglijkheid. Hoe beïnvloedt waterdamp het weer en ons gevoel van behaaglijkheid? 7.4.1 Vochtig of droog a. Kan je zien of lucht vochtig of droog is? b. Chips slap en vochtig als je ze laat liggen, een boterham hard en droog. Vanwaar dit verschil? c. Als de lucht heel droog is (bijvoorbeeld als het vriest) hoor je knetterende vonken als je je trui uittrekt, maar als lucht vochtig is niet? Hoe komt dat? d. Wat bedoelen mensen als ze zeggen dat het waterkoud is? 7.4.2 Luchtvochtigheid en behaaglijkheid De luchtvochtigheid heeft veel invloed op je gevoel van behaaglijkheid. a. Een temperatuur van 25 graden wordt als drukkend ervaren boven een luchtvochtigheid van….? b. Wanneer is 35 graden warm en wanneer ondraaglijk heet? 1 7.4.3 Lucht kan waterdamp bevatten Hoe toon je aan dat lucht waterdamp bevat? Hoe droog je lucht en hoe maak je lucht vochtig? 1. Nodig: drie afsluitbare erlenmeyers, koelkast, natte watten, silicagel 2. In een erlenmeyer zit gewone lucht uit het lokaal, in de tweede extra vochtige lucht gemaakt met vochtige watten, in de derde zit juist extra droge lucht gemaakt met silicagel. NB: silicagel dat bestaat uit paarse kristallen is giftig. 3. Aan het eind van het lesuur kijk je welke verschil je ziet tussen de erlenmeyers. a. Probeer het verschil te verklaren b. Hoe houd je in een museum de luchtvochtigheid op peil c. Waarom wordt en soms een klein zakje silicagel in nieuwe sportschoenen gestopt? 7.4.4 Verdampen en condenseren Hoe maakt je van waterdamp water en van water waterdamp? 1. Nodig: brander, driepoot, gaasje, brander, witte jas, bril 2. Uitvoering: draag witte jas en bril, doe proef alleen samen met de docent 3. Op het gaasje verhit je een bekerglas met water. 4. Tijdens het verhitten houd je met tussenpozen een bekerglas met koud water boven het warme bekerglas. Wat je ziet is: verdampen en condenseren a. Wat betekenen de woorden condenseren en verdampen? b. Noem enkele voorbeelden ontleend aan het weer waar verdampen en condenseren een rol speelt. 7.4.5 Waterdamp in lucht Hoe varieert de luchtvochtigheid in het lokaal? Een hygrometer meet hoe vochtig de lucht is. Deze relatieve luchtvochtigheid ligt tussen 0% (helemaal droog) en 100% (maximaal vochtig). Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Dit betekent dat de hoeveelheid waterdamp die maximaal in lucht kan zitten afhangt van de temperatuur. 1. Nodig: een echte hygrometer. 2. Leg de hygrometer steeds ongeveer 5 minuten op verschillende plaatsen (warm, koud, droog vochtig, enz.) neer en lees hem af. 3. Noteer de omstandigheden en de gemeten waarden. a. Leg uit waarom je verschillende waarden (of juist steeds dezelfde waarden) meet. terug naar keuzemenu 2