Alcohol en drugs bij LVG`ers - Kennisplein gehandicaptensector

advertisement
Alcohol en drugs bij LVG’ers
Preventie
Alcohol- en drugsbeleid opstellen, begeleiders bijscholen
en mensen met een lichte verstandelijke beperking
(LVB) voorlichten en trainen. Het Trimbos-Instituut
ontwikkelde interventies.
Ook mensen met een
lichte verstandelijke beperking (LVB)
gebruiken alcohol, cannabis en soms
ook harddrugs. Instellingen die behandeling, woon- of werkbegeleiding
bieden aan deze doelgroep krijgen
steeds vaker te maken met de negatieve
gevolgen van dit alcohol- en cannabisgebruik. Een incident is dan vaak aanleiding om contact te zoeken met de
verslavingszorg. Of in ieder geval aanleiding om er iets aan te willen doen.
De reguliere preventie-activiteiten
spreken mensen met een LVB niet
aan. Gelukkig zit het veld niet stil. In
Katern 2011/4 presenteerde Arduin
een aangepaste leefstijltraining voor
mensen met een LVB. Deze training
was vooral gericht op de mensen die al
stevig gebruiken. Het Trimbos-instituut
heeft nu een preventief programma
ontwikkeld met twee onderdelen, Open
en Alert en Bekijk ‘t nuchter.
Preventieve interventies
Open en Alert is een programma voor
alcohol- en drugspreventie in risicosettings. Het richt zich op de zorg
8 Markant Kenniskatern
voor licht verstandelijk gehandicapten
(LVG). Open en Alert pleit voor het
opstellen van een duidelijk en gedragen alcohol- en drugsbeleid, waarin
afspraken met de verslavingszorg zijn
opgenomen en ook deskundigheidsbevordering van medewerkers. Het
wordt uitgevoerd in samenwerking
met een regionale instelling voor
verslavingszorg. Open en Alert werd
ontwikkeld door het Trimbos-instituut
en Mondriaan Verslavingspreventie.
De versie voor de LVG-zorg kwam tot
stand in nauwe samenwerking met
instellingen voor verslavingszorg en
behandelcentra en woonzorgvoorzieningen voor jonge mensen met
LVB. In 2011 is Open en Alert erkend
als theoretisch goed onderbouwde
interventie door het Centrum Gezond
Leven van het RIVM.
Bekijk ‘t nuchter richt zich met
voorlichting en training direct op de
doelgroep van mensen met een LVB.
Het gaat om een werkset die bestaat
uit een handleiding voor voorlichting
over alcohol en drugs, waarin dertien
modules staan beschreven. Daarnaast
is er de zogeheten Kikbox, een verzameling audio-visuele materialen,
die gebruikt kunnen worden voor een
aanbod op maat. De voorlichting is
gebaseerd op een preventieaanbod van
Verslavingszorg Noord Nederland: de
LVG-koffer.
De motivatietraining van Bekijk ‘t
nuchter bestaat uit vijf groepsbijeenkomsten. Het doel van de training
is riskant gebruik van alcohol en
cannabis bij mensen met een LVB te
doorbreken en een ingang te creëren voor het accepteren van verdere
ondersteuning.
Proefdraaien
In reactie op een oproep meldden zes
instellingen voor verslavingszorg en
vier instellingen voor mensen met
een LVB zich bij ons aan voor een
pilotstudie naar het totale preventieprogramma. De pilotstudie liep van
mei 2010 tot mei 2011 en had als doel
zicht te krijgen op de uitvoerbaarheid
van het programma en de waardering
ervan door uitvoerders en deelnemers.
Er ontstonden elf koppels van instel-
door Els Bransen en Marijke Dijkstra, illustratie Sylvia Weve
lingen waarvan er acht daadwerkelijk
de beoogde interventie(s) hebben
uitgetest. De motivatietraining werd
alleen als individueel aanbod uitgevoerd en die laten we hier buiten
beschouwing. Deelnemers vulden na
afloop van de scholing (begeleiders) of
de voorlichting (cliënten) een evaluatievragenlijst in. Zeven preventiewerkers van de verslavingszorg en drie
medewerkers uit de LVG-sector die de
interventies uitvoerden, werden mondeling geïnterviewd. De gegevens van
68 deelnemers aan de scholing van
Open en Alert en twintig deelnemers
aan de voorlichting Bekijk ‘t nuchter
bleken bruikbaar voor nadere analyse.
Scholing
De deelnemers aan de scholing Open
en Alert voor zorgverleners zijn overwegend positief. De meerderheid vindt
Open en Alert duidelijk, leerzaam en
praktijkgericht. Zij geven de scholing
gemiddeld een 7,8 als rapportcijfer.
Het werkboek voor cursisten krijgt
gemiddeld een 7,7. En de trainers hebben volgens de deelnemers veel kennis
van zaken en krijgen gemiddeld een
8,2. Enkele deelnemers vinden dat er
meer aandacht moet zijn voor praktijkvoorbeelden en casussen. Ook de
link tussen beleid en de scholing kan
volgens hen beter.
Zoals de tabel op pagina 10 laat zien
zijn de meest succesvolle onderwerpen van de scholing: ‘de werking van
alcohol en drugs’ en ‘risico’s van problematisch alcohol- en drugsgebruik
bij LVG’. Bijna driekwart (71 procent)
van de deelnemers gaf aan hier veel
over te hebben geleerd. Ook gaf een
meerderheid van de deelnemers aan
veel geleerd te hebben over het signaleren van problematisch gebruik (60
procent), het voeren van een signaleringsgesprek vanuit een open houding
(60 procent) en motiverende gespreksvoering (53 procent). Het onderwerp:
‘afspraken binnen de instelling over
doorverwijzing’ en ‘de werkwijze van
de verslavingszorg’ blijkt minder uit
de verf te komen. Slechts 29 procent
van de deelnemers gaf aan hier veel
over te hebben geleerd. Dit heeft
mogelijk te maken met achterblijvende
ontwikkelingen in het instellingsbeleid
of met het aantal bijeenkomsten dat
heeft plaatsgevonden. Soms waren er
drie in plaats van de voorgeschreven
vijf bijeenkomsten. De meerderheid
van de medewerkers (60 procent)
vindt dat ze het geleerde goed in de
praktijk kunnen brengen (niet in tabel
genoemd). Een derde van de medewer-
Kenniskatern Markant 9
Tabel. Uitkomsten van de scholing Open en Alert
Veel
Een
beetje
Weinig
Niets
De werking van alcohol en drugs
71
25
3
2
Risico's van problematisch alcoholen drugsgebruik bij LVG
71
25
3
2
Signalen van (problematisch) alcoholen drugsgebruik bij LVG
60
37
0
0
Het voeren van een signaleringsgesprek vanuit een open houding
60
35
2
2
Het werken met 'de stadia van
gedragsverandering' bij LVG
41
54
3
2
In hoeverre heb je iets geleerd over
(n=66-68): (in afgeronde procenten)
Het voeren van een gestructureerd
begeleidingsgesprek
41
50
4
3
Motiverende gespreksvoering
53
40
2
3
De afspraken binnen de instelling
over doorverwijzen bij probleemgebruik
29
49
18
3
Mijn eigen rol bij signaleren, begeleiden en doorverwijzen
49
44
3
2
De werkwijze van de verslavingszorg
in mijn regio
29
50
12
6
De visie van de instelling op LVG,
alcohol en drugs
40
47
10
3
kers (32 procent) gaf aan het geleerde
slechts een beetje in de praktijk te
kunnen brengen, meestal omdat ze in
de dagelijkse praktijk (nog) niet met
alcohol en drugs problematiek waren
geconfronteerd.
Voorlichting
Ook de twintig deelnemende cliënten aan het voorlichtingsprogramma
Bekijk ‘t nuchter waren overwegend
positief. Zij beoordeelden het voorlichtingsprogramma gemiddeld met
een rapportcijfer van 8,7. Slechts
één deelnemer geeft de voorlichting
een onvoldoende, namelijk een 5.
Desgevraagd gaven de meeste deelnemers aan dat ze na de voorlichting
meer wisten over bier en blowen en
ongeveer de helft wist nu meer over
harddrugs. Op de vraag of zij tijdens
10 Markant Kenniskatern
de bijeenkomsten al hun vragen hebben kunnen stellen gaf 95 procent van
de deelnemers aan dat dit het geval
was. Meer dan driekwart (85 procent)
gaf na afloop van de voorlichting aan
te weten aan wie zij in het vervolg
hun vragen over alcohol en drugs
kunnen stellen. Tenslotte gaf iets minder dan de helft van de deelnemers
(45 procent) aan echt anders te zijn
gaan denken over alcohol en drugs
en 40 procent ‘een beetje’. Een ruime
meerderheid (65 procent) gaf aan meer
te weten over de regels over alcohol
en drugs in de instelling.
Reflecties van de uitvoerders
Uit de interviews met de uitvoerders
van de interventies blijkt dat zij Open
en Alert waarderen omdat het een
compleet programma is. Het ontwik-
kelen van een uitvoerbaar en aansprekend beleid vinden de uitvoerders een
onmisbaar onderdeel, waar zij in de
pilot helaas nog te weinig aandacht
aan hebben kunnen besteden.
Over Bekijk ‘t nuchter zijn de uitvoerders erg positief. Het succes
van dit programma bij de jongeren
hangt volgens hen samen met de
openheid waarmee over alcohol en
drugs gepraat mag worden. Zij zijn
ook tevreden over de mate waarin
het materiaal is toegesneden op de
LVB-doelgroep. Het grootste knelpunt
vinden de uitvoerders de werving van
deelnemers voor Bekijk ‘t nuchter.
Medewerkers in LVG-instellingen blijken dit niet gemakkelijk in hun dagelijkse werkzaamheden te kunnen integreren. Andere knelpunten zijn volgens uitvoerders het trage proces van
beleidsontwikkeling, het vrij roosteren
van medewerkers voor vijf dagdelen
scholing en – hiermee samenhangend
- de financiering.
Conclusie
De interventies Open en Alert en
Bekijk ‘t nuchter zijn goed uitvoerbaar en aantrekkelijk voor de beoogde doelgroep. Als zij in onderlinge
samenhang en in het kader van een
passend en breed gedragen alcoholen drugsbeleid worden aangeboden,
zijn zij in theorie geschikt om problematisch alcohol en drugsgebruik te
voorkomen bij mensen met LVB.
Een kanttekening hierbij is dat de uitkomsten bij de deelnemers gebaseerd
Reactie
Froukje Wielenga
zijn op zelf ingevulde vragenlijsten. En de kans dat de deelnemers
aan Bekijk ‘t nuchter zich bij het
beantwoorden van de evaluatievragen hebben laten beïnvloeden
door wat zij dachten dat van hen
werd gevraagd, is altijd aanwezig.
Juist deze doelgroep is hier immers
toe geneigd.
Op grond van de bevindingen van
deze pilotstudie zijn de handleidingen van beide programma’s verder
aangepast. Het materiaal kan worden besteld via de website van het
Trimbos-instituut www.trimbos.nl
en www.openenalert.nl.
Literatuur
Bransen E, Schipper H. & Blekman J.
(2009) Middelengebruik door jongeren met een licht verstandelijke handicap. Een eerste verkenning van aard
en omvang. In: Verslaving, nr. 4.
Bransen E, Dijkstra M. & Leeman
M. (2010). Alcohol en drugsgebruik
door (jonge) mensen met een lichte
verstandelijke beperking. Onderzoek
& Praktijk, 8(2), 26-35.
Dijkstra M. & Bransen E. (2010). Middelengebruik bij volwassenen met
een lichte verstandelijke beperking.
Een verkennend onderzoek. Utrecht:
Trimbos-instituut.
Els Bransen en Marijke Dijkstra zijn
beiden wetenschappelijk medewerker bij het Trimbos-instituut.
Voor veel begeleiders van mensen met
een lichte verstandelijke beperking betekent problematisch middelengebruik
van cliënten een enorme worsteling. Ze
worden geconfronteerd met hun eigen
normen en waarden, die van collega’s
en met een gebrek aan visie en beleid in
de organisatie. Vaak ontstaat er ook een
strijd met de cliënt, waardoor het contact tussen de begeleider en de cliënt
onder druk komt te staan.
Dijkstra en Bransen vragen zich terecht
af of het dan al niet te laat is. Ze constateren tegelijkertijd dat er in de LVB-zorg
onvoldoende kennis is over signalering
en preventie van problematisch alcohol- en drugsgebruik. Er worden in
Nederland interventies ontwikkeld voor
signalering, begeleiding en behandeling
van LVB-cliënten met middelenproblematiek, maar er is op dit moment nog
weinig concreet materiaal voorhanden.
Met de interventies Open en Alert en
Bekijk ’t nuchter is het Trimbos-instituut
in een gapend gat gesprongen. De twee
interventies maken deel uit van een
preventieprogramma dat tegemoet komt
aan een grote vraag naar kennis, vaardigheden en richtlijnen op het gebied van
middelenproblematiek bij LVB-cliënten.
Ook in het licht van het alarmerende
rapport van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg dat in november 2010
verscheen, is het preventieprogramma
zeer welkom. In het rapport concludeerde de Inspectie onder meer dat de
samenwerking tussen de LVB-sector
en andere sectoren onvoldoende is.
Daarnaast spreekt de Inspectie van een
mis-match tussen de sectoren op het
gebied van kennis. Een sterk punt van
het programma is dan ook de uitwisseling van kennis en samenwerking tussen
de betrokken organisaties, zowel bij de
totstandkoming als bij de uitvoering van
het programma.
Het artikel roept ook vragen op. Uit de
interviews met de uitvoerders blijkt
bijvoorbeeld dat het niet gelukt is om
uitvoerbaar en aansprekend beleid te
ontwikkelen. Hoe kan dit? Heeft het te
maken met knelpunten die de uitvoerders noemen, namelijk het trage proces
van beleidsontwikkeling, de tijd die de
scholing in beslag neemt en de financiële kant? Het preventieprogramma is
een omvangrijk pakket. Aan de ene kant
is dit een kracht van het programma,
omdat er op verschillende niveaus uitgebreid aandacht besteed wordt aan
preventie van problematisch middelengebruik bij de doelgroep. Aan de andere
kant kan dit een belemmerende factor
zijn, omdat de invoering van het programma veel tijd en geld kost.
De deelnemers aan Bekijk ’t nuchter
beoordeelden de voorlichting positief.
Dat is een mooi resultaat. Het lijkt me
interessant om verder te kijken naar
de vraag welk effect de voorlichting
heeft op het dagelijks leven van de
deelnemers, aangezien de transfer van
opgedane kennis en vaardigheden naar
het dagelijks leven bij LVB-cliënten vaak
moeizaam verloopt. Hoe wordt hierop
ingespeeld? In hoeverre wordt het
netwerk van de cliënt betrokken bij de
voorlichting?
Een van de conclusies die Dijkstra en
Bransen trekken is dat de interventies in
theorie geschikt zijn voor de preventie
van problematisch alcohol- en drugsgebruik bij de doelgroep. De interventies
sluiten inderdaad aan bij onder andere
de aanbevelingen van de Inspectie,
namelijk deskundigheidsbevordering,
informatieoverdracht en samenwerking.
Ik denk dat we nu vooral erg nieuwsgierig geworden zijn naar de praktijk.
Heeft het uiteindelijke beleid ook het
gewenste effect op de ondersteuning
van de doelgroep? Pas als deze vraag
beantwoord is, kan mijns inziens meer
gezegd worden over de werkzaamheid van de interventie Open en Alert.
Hiervoor is verder onderzoek nodig op
de werkvloer.
Het artikel vormt een uitnodiging tot een
sterkere bundeling van de bestaande
kennis, meer samenwerking tussen
verschillende betrokken partijen en
verder onderzoek. Zo worden de voorwaarden gecreëerd die nodig zijn om
LVB-cliënten met problematisch middelengebruik de juiste ondersteuning te
bieden. Het Trimbos-instituut heeft wat
mij betreft een goede bijdrage geleverd.
Froukje Wielenga is bij INHolland
werkzaam bij het lectoraat GGZverpleegkunde voor het programma LVG
en Verslaving. Daarnaast is zij begeleider
bij Sherpa.
Kenniskatern Markant 11
Download