Beroepsspecifieke protocollen voor kwartsstof reductie Oktober 2008 BEROEPSSPECIFIEKE PROTOCOLLEN VOOR KWARTSTOF REDUCTIE Auteur: S. Veenstra – Arbobureau Veenstra Bestelcode: 08-122 ISBN: 9789077286838 Oktober, 2008 INHOUDSOPG AVE 1 INLEIDING ............................................................................................................. 3 2 PROTOCOL BETONBOORDER ..................................................................... 5 3 PROTOCOL BETONREPARATEUR ........................................................... 12 4 PROTOCOL GRITSTRALER ......................................................................... 21 5 PROTOCOL KOPPENSNELLER .................................................................. 27 6 PROTOCOL NATUURSTEENBEWERKER .............................................. 34 7 PROTOCOL SLEUVENHAKKER/-FREZER ............................................ 43 8 PROTOCOL SLOPER ....................................................................................... 53 9 PROTOCOL TERAZZOWERKER................................................................ 60 10 PROTOCOL VOEGER...................................................................................... 67 2 1 INLEIDING Beroepsspecifieke beheersmaatregelen tegen kwartsstof Beroepsmatige blootstelling aan kwartsstof is in de bouwnijverheid een belangrijk knelpunt. Veel bouwvakkers worden aan te hoge kwartsstofconcentraties blootgesteld. Op termijn kan dat leiden tot silicose en mogelijk ook tot longkanker. Betonboorders – waarop dit protocol betrekking heeft – behoren tot de risicogroep voor silicose. Ze boren en zagen in betonnen of stenen muren, vloeren, e.d. Bij het boren en zagen in steen of beton kan – afhankelijk van de maatregelen die zijn getroffen – veel kwartshoudend stof vrijkomen. Uit onderzoek blijkt dat beginnende silicose bij ongeveer 10% van de hoog blootgestelde bouwvakkers in Nederland voorkomt. Voor silicose is er geen behandeling. Het is daarom belangrijk de blootstelling aan kwartsstof waar dat kan omlaag te brengen en personen met beginnende silicose waar mogelijk op te sporen. Om arbodiensten te ondersteunen heeft Arbouw voor hoog blootgestelde beroepsgroepen beroepsspecifieke protocollen ontwikkeld. Daarin staat informatie over blootstellingsniveaus, over taken en bewerkingen die een hoge blootstelling kunnen veroorzaken en natuurlijk over maatregelen waarmee de blootstelling kan worden verlaagd. Beroepen waarvoor een protocol is ontwikkeld Veel beroepsgroepen in de bouwnijverheid worden blootgesteld aan kwartsstof. Een aantal groepen springt eruit doordat de blootstelling heel frequent is of erg hoo g. Het gaat om de volgende groepen: - betonboorder - betonreparateur - gritstraler - koppensneller - natuursteenbewerker - sleuvenhakker/-frezer 3 - sloper - terrazzowerker - voeger (voegen uithakken/slijpen) Alleen voor de bovenstaande negen beroepen zijn protocollen ontwikkeld. Er zijn meer beroepsgroepen die regelmatig steen of beton bewerken en daardoor aan kwartsstof worden blootgesteld. Veel van de maatregelen in de protocollen kunnen natuurlijk ook door andere beroepen worden toegepast. 4 2 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ HET BOREN EN ZAGEN IN STEEN OF BETON Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het boren en zagen in steen of beton vaak wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij het boren en zagen worden overschreden, indien geen gebruik wordt gemaakt van afzuiging of watertoevoer. Kw artsgehalte in steen/beton en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in steen, beton en cellenbeton is afhankelijk van de herko mst en de samenstelling. In veel betonsoorten zit 10 tot 30% kwarts en in kalkzandsteen kunnen kwartsgehaltes aanwezig zijn tot 80%. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het bewerkte materiaal, doordat niet alle fracties in dezelfde mate worden verpulverd. Ook de hardheid van het materiaal speelt een rol. Harde steen/beton veroorzaakt bij bewerking meestal fijner stof. Afhankelijk van de samenstelling van het materiaal, de hardheid en de bewerkingsmethode, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij het betonboorwerk kunnen de volgende activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken: boren of zagen met aangedreven handgereedschap; boren of zagen met vastopgesteld (aan wand of vloer bevestigd) gereedschap of materieel. Bij grotere gaten of lange/diepe zaagsneden wordt de machine aan de muur/vloer of aan een daarop aangebrachte geleider bevestigd. Verder 5 kan de betonboorder ook bij het opruimen van gruis/puin aan kwartsstof worden blootgesteld. Boren en zagen zonder watertoevoer of afzuiging Boren gebeurt bij kleine gaten met een (meestal elektrisch aangedreven) klopboormachine voorzien van een spiraalboor en bij grotere gaten met een boormachine voorzien van een kernboor (ook wel kroonboor genoemd). Soms is het noodzakelijk resterend materiaal weg te hakken en wordt ook met een elektrisch of pneumatisch aangedreven hakhamer gewerkt. Het boren en zagen, veroorzaakt – indien geen maatregelen zoals watertoevoer of afzuiging zijn getroffen – veel stof. Als in het bewerkte materiaal kwarts aanwezig is zijn ook hoge kwartsstofconcentraties mogelijk. Bij binnenwerk kan het stof – bij weinig ventilatie – lang blijven hangen. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof kunnen binnen tijdens het boren en zagen (zonder watertoevoer of stofafzuiging) worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan binnen tijdens het boren en zagen (zonder watertoevoer of stofafzuiging) met een factor 10 of meer worden overschreden. Buiten zijn de stofconcentraties lager. De grenswaarde voor respirabel stof en inhaleerbaar stof wordt alleen bij erg stoffig werk overschreden. De grenswaarde voor respirabe l kwartsstof zal bij buitenwerk (zonder watertoevoer of stofafzuiging) regelmatig worden overschreden. Boren en zagen met watertoevoer en/of afzuiging Kleinere soorten boor- of zaagmachines zijn vaak niet voorzien van watertoevoer of afzuiging. Bij de grote machines die aan de wand of vloer worden bevestigd wordt meestal gewerkt met watertoevoer. Watertoevoer kan worden gecombineerd met afzuiging van water en waternevel. Door de watertoevoer wordt een aanzienlijk deel van het vrijkomende stof (circa 85%) afgevangen. Ook door toepassen van afzuiging kan de hoeveelheid stof sterk worden 6 beperkt. De mate van reductie is afhankelijk van de kwaliteit van het afzuigsysteem en de afzuigkap. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden tijdens het boren en zagen (met watertoevoer of stofafzuiging) in het algemeen niet overschreden. De concentratie respirabel kwarts stof ligt bij goed functionerende stofbeperkende maatregelen meestal rond de grenswaarde (tot circa een factor 2 er boven). Indien watertoevoer of stofafzuiging niet goed functioneren zijn hogere concentraties mogelijk. Het combineren van watertoevoer en afzuiging van vrijkomend water en waternevel heeft – volgens metingen – weinig invloed op de kwartsstofconcentratie. Wel is er een positief effect op de arbeidsomstandigheden doordat het vrijkomen van water en waternevel sterk wordt beperkt. Bij buitenwerk worden bij gebruik van watertoevoer of stofafzuiging in het algemeen geen grenswaarden voor stof of respirabel kwarts stof overschreden. Opruimen Bij het boren en zagen ontstaat veel gruis en stof. Bij gebruik van afzuiging wordt een deel van het vrijkomende materiaal direct afgevoerd naar de stofzuiger en bij een combinatie van watertoevoer en afzuigen naar de waterzuiger. Opruimen gebeurt met een veger, schop, stofzuiger. Bij het opruimen kan veel stof vrijkomen als het materiaal droog is. Bij het scheppen/vegen van droog gruis/stof afkomstig van kwartshoudende materialen, kan de grenswaarde voor respirabel kwartsstof met een factor 10 tot 100 worden overschreden en worden vaak ook de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof overschreden. Indien het werk vooral met een stofzuiger wordt uitgevoerd, eventueel in combinatie met bevochtigen, dan zijn de concentraties veel lager. Er moet ook dan echter rekening mee worden gehouden dat de grenswaarde voor respirabel kwarts stof regelmatig zal worden overschreden (tot circa een factor 10). Bij gebruik van watertoevoer is het vrijkomende materiaal nat en is er bij opruimen geen sprake van stofvorming. Indien het materiaal blijft liggen kan er na drogen en 7 opruimen in een later stadium alsnog een stofprobleem ontstaan inclusief overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwarts stof. Maatregelen bij het boren en zagen Planning van het werk - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt, b.v. door te zorgen voor een goede aansluiting van de afzuigkap op de wand, voldoende watertoevoer en goed onderhoud van apparatuur en afzuiginstallatie. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Werken met afzuiging - Boormachine of zaagmachine voorzien van bronafzuiging. Daarmee kunnen stofconcentraties sterk worden beperkt. Indien de afzuigkap niet goed aansluit op de ondergrond kan toch nog veel stof vrijkomen. Door gebruik van een verende afzuigkap wordt een betere aansluiting op de ondergrond verkregen. - Boormachine voorzien van geïntegreerde afzuiging (alleen voor kleinere gaten). Die zijn gemakkelijk in gebruik doordat er geen afzuigslang aan bevestigd is. Afzuiging vindt plaats door een afzuigkap rond de boor en bij holle boren soms ook via de opening in de boor. Afzuiging door de boor is efficiënter dan afzuiging rond de boor. Indien veel en relatief grote gaten moeten worden geboord is dit type minder geschikt omdat de stof/gruis-opvang een beperkte 8 capaciteit heeft. Verder wordt de machine zwaarder naar mate de opvangcontainer volraakt. Natte bewerking - Boren of zagen met een machine voorzien van watertoevoer. - Boren of zagen met een machine voorzien van watertoevoer en afzuiging van water en waternevel. Door het afzuigen van gruis/water/waternevel kan men schoner werken is er minder hinder door waternevel en hoeft minder tijd te worden besteed aan opruimen. - Bij het werken met watertoevoer in combinatie met elektrische aandrijving is er kans op elektrocutie. Gebruik daarom bij voorkeur apparatuur met een scheidingstransformator. Een aardlekschakelaar is een minder goed alternatief, want die kan falen. Hydraulische of pneumatische aandrijving zijn ook goede alternatieven. - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Opruimen van puin - Door het puin eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Gebruik bij droog werken een i ndustriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA) voor opruimen van stof; zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Gebruik bij nat werken een waterzuiger. - Ruim slib op voordat het is opgedroogd. - Stof en gruis regelmatig opruimen. - Gebruik geen perslucht om stof of gruis weg te blazen - Niet vegen maar zuigen. 9 Materieel/gereedschap - Zorg voor goed onderhoud van gereedschap en afzuiginstallatie. - Scherp gereedschap (bewerkingsduur korter en minder stofproductie) Ventilatie - Goede (zonodig mechanische) ventilatie. Ademhalingsbescherming - Bij boren of zagen met afzuiging of watertoevoer is bij kortdurende werkzaamheden geen ademhalingsbescherming noodzakelijk; bij intensief boorwerk/zaagwerk een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel) en bij langdurig gebruik bijvoorkeur een helm (of masker) met aanblaasfilter. - Bij boren (kleine gaten) binnen zonder stofreducerende voorzieningen bijvoorkeur een helm met aanblaasfilter type 3 of een masker met aanblaasfilter type 2 of 3. - Bij boren (kleine gaten) buiten een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel) en bij langdurig gebruik bijvoorkeur een helm (of masker) met aanblaasfilter. - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door het filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. 10 Verder lezen - Kwartsstof bij afbouwwerkzaamheden. Arbouw, 2002. - Stofreductie door vernevelingtechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings werkzaamheden. Arbouw, 2002. - Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudssector. Brochure. Arbouw, 2003. - Effectiviteit van beheersmaatregelen ter vermindering van blootstelling aan kwartsstof bij boren en zagen in beton. Arbouw, 2006. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 11 3 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ BETONREPARATIE Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het bewerken van beton al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij betonreparatiewerk worden overschreden. Bij betonreparatiewerk dat binnen wordt uitgevoerd is de stofconcentratie vaak extra hoog. Kw artsgehalte in steen/beton en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in steen en beton is afhankelijk van de herkomst en de samenstelling. In veel betonsoorten zit 10 tot 30 procent kwarts. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het beton, doordat niet alle fracties in het beton bij bewerking in dezelfde mate worden verpulverd. Ook de hardheid van het materiaal speelt een rol. Harde steen/beton veroorzaakt bij bewerking meestal fijner stof. Afhankelijk van de samenstelling van het beton, de hardheid en de bewerkingsmethode, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij betonreparatie kunnen een aantal activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken. Verwijderen van aangetast beton gebeurt vaak met een bekrachtigde hakhamer, maar er worden ook andere bewerkingen toegepast zoals doorslijpen met een slijptol, frezen van sleuven voor aanbrengen wapening, (in)zagen met een steenzaag, boren van gaten. Dichten van scheuren gebeurt vaak door injecteren. Aanbrengen van nieuw beton gebeurt vaak in de vorm van spuitbeton, 12 waarbij spuitnevel en ook kwartsstof vrijkomt. Verder worden betonreparateurs bij het opruimen van puin aan kwartsstof blootgesteld. Betonreparateurs werken meestal buiten. Binnenwerk of werk op plaatsen met weinig ventilatie komt echter ook voor. Een voorbeeld daarvan is het reparatiewerk aan zogenaamde kwaaitaal- en mantavloeren. Schade aan dat type vloeren ontstaat meestal in de kruipruimte. Bij reparatiewerk aan dat type vloeren kunnen – mede door de kleine ruimte en het vaak afwezig zijn van ventilatie – hoge stofconcentraties optreden. Bovendien is, afhankelijk van de gekozen reparatietechniek, ook blootstelling aan andere schadelijke stoffen mogelijk en is sprake van werk in een besloten ruimte waarop de daarvoor geldende voorschriften van toepassing zijn. Hakken, slijpen, zagen, boren Bij betonreparatiewerk wordt vaak gewerkt met bekrachtigde hak-/breekhamers en soms ook met hamer en beitel. Verder wordt ook gewerkt met een slijptol om beton of stukken wapening weg te slijpen of door te slijpen. Verder werkt de betonreparateur regelmatig met een boormachine en/of freesmachine, indien er nieuwe wapening moet worden aangebracht. Indien delen van de constructie moeten worden verwijderd maakt de betonreparateur ook gebruik van een steenzaag. Het hakken, slijpen, zagen en boren veroorzaakt – indien het zonder afzuiging of watertoevoer wordt uitgevoerd – meestal veel stof. Omdat in het beton kwarts aanwezig is, zijn ook hoge kwartsstofconcentraties mogelijk. Hoeveel stof er vrijkomt, is afhankelijk van de hoeveelheid hak-, slijp-, of boorwerk die moet worden verricht. Bij buitenwerk kunnen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof soms worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan met een factor 10 of meer worden overschreden. Bij binnenwerk zijn de stofconcentraties hoger en blijven bovendien veel langer hangen. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden binnen regelmatig overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan indien veel hak-, slijp- en boorwerk nodig is met een factor 10 tot 100 worden overschreden. Dat geldt ook voor werk in kruipruimtes. 13 Injectie Indien scheuren in de constructie aanwezig zijn kunnen die worden gedicht door injectie. Loszittende delen worden weggehakt en er worden gaten geboord om injectienippels aan te brengen. Soms wordt de scheur door-/schoongeblazen met perslucht waarbij veel stof vrijkomt. Bij buitenwerk kunnen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof bij schoonblazen (kortdurend) worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan tijdens hakken, boren en schoonblazen worden overschreden; doordat het injectiewerk ten dele bestaat uit activiteiten zonder blootstelling aan kwartsstof (aanbrengen nippels, klaarmaken injectievloeistof, injecteren, schoonmaken injectiegereedschap, e.d.) is de gemiddelde blootstelling aan kwartsstof over het geheel van activiteiten lager. Bij binnenwerk zijn de stofconcentraties hoger en blijven bovendien veel langer hangen. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden binnen vaker en ook langer durend overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan, indien veel hak-, boor- en schoonblaaswerk nodig is tot een factor 10 worden overschreden. Aanbrengen spuitbeton Een aangetaste constructie kan van een nieuwe afdeklaag worden voorzien of soms ook constructief worden versterkt door aanbrengen van een laag nieuw beton in de vorm van spuitbeton. Er worden 2 technieken onderscheiden namelijk droog spuiten en nat spuiten. In het eerste geval worden de betoncomponenten droog aangevoerd en pas vlak voor het spuiten vermengd met water; in het tweede geval wordt kant en klare betonspecie onder druk via een slang naar de plaats van aanbrengen geperst. Door de hoge druk waarmee wordt gewer kt wordt de betonspecie met kracht tegen het betonoppervlak geblazen. Daarbij komt spuitnevel vrij waarin ook kwartsstof aanwezig is. Bij droog spuitbeton treedt aanzienlijk meer terugslag en ook stofvorming op dan bij aanbrengen nat spuitbeton. Bij buitenwerk zijn bij aanbrengen nat 14 spuitbeton concentraties respirabel kwartsstof mogelijk van rond de grenswaarde. Bij droog spuitbeton kan de grenswaarde worden overschreden. Bij binnenwerk zijn de stofconcentraties hoger en blijven bovendien veel langer hangen. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof kunnen bij aanbrengen van droog spuitbeton worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof wordt bij binnenwerk met nat spuitbeton naar verwachting regelmatig overschreden en kan bij spuiten van droog spuitbeton aanzienlijk worden overschreden. Overige stofveroorzakende werkzaamheden Soms worden andere bewerkingen toegepast die tot veel stofvorming kunnen leiden. Bijvoorbeeld handmatig of machinaal schoonborstelen van betonoppervlakken, vlamstralen waarbij de bovenlaag van het beton door verhitten wordt verwijderd, gritstralen. Ook bij deze bewerkingen kan de grenswaarde voor respirabel kwarts stof (soms ver) worden overschreden. Puinruimen Bij het betonreparatiewerk ontstaat veel puin. Verwijderen van puin gebeurt – afhankelijk van de te behandelen constructie – soms ten dele handmatig (kruiwagen en schop), maar soms ook met materieel zoals een Bobcat of een wiellader. Ook bij het verwijderen van puin komt vaak stof vrij. De hoeveelheid stof en de blootstelling hangt af van de werkmethode en ook van hoe droog het is. Bij droog puin zal veel meer stof ontstaan dan bij puin dat door regen nat is geworden. Buiten kunnen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan met een factor 10 of meer worden overschreden. Binnen worden bij puinruimen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof regelmatig overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan met een factor 10 tot 100 worden overschreden. Maatregelen bij betonreparatiewerk 15 Planning van het werk - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment of op een plaats dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt. Dat kan ondermeer door zoveel mogelijk afstand te houden tot het vrijkomende stof; door te werken onder een gunstige hoek of windrichting t.o.v. het vrijkomende stof; door onnodige stofvorming te vermijden. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Waar mogelijk machinaal werken i.p.v. handmatig - Verwijderen aangetast beton machinaal uitvoeren met materieel met een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht, voorzien van hulpstukken zoals een sloophamer, mechanische borstel, e.d. Natte bewerking - Verwijderen van de bovenlaag van het aangetaste beton door spuiten met water onder zeer hoge druk. - Zagen met een steenzaagmachine voorzien van watertoevoer. - Hakhamers kunnen worden voorzien van een sproeikop waarmee water onder druk wordt verneveld in de richting van het vrijkomende stof. De stofconcentratie kan daarmee worden verlaagd. Het vrijkomende gruis/stof wordt daardoor tevens bevochtigd wat leidt tot minder stof bij het opruimen. - Boren/frezen met een boormachine/freesmachine voorzien van watertoevoer. - Bij het werken met watertoevoer in combinatie met elektrische aandrijving is er 16 kans op elektrocutie. Gebruik daarom bij voorkeur apparatuur met een scheidingstransformator. Een aardlekschakelaar is een minder goed alternatief, want die kan falen. Hydraulische of pneumatische aandrijving zijn ook goede alternatieven. - Door regelmatig natmaken van de te bewerken constructiedelen komt minder stof vrij. - Stof van de constructie verwijderen door schoonmaken met water (en niet door schoonblazen of schoonvegen) - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Aanbrengen spuitbeton - Werk indien mogelijk met nat spuitbeton in plaats van droog spuitbeton. - Maakt bij grote oppervlakken gebruik van een spuitautomaat. - Zorg voor de meest optimale afstelling van toevoeging toeslagstoffen, spuitdruk, spray-nozzle en (indien van toepassing) watertoevoer om de stofvorming zoveel mogelijk te beperken (o.a. zoveel mogelijk beperken van het luchtverbruik; beperken van de hoeveelheid versneller; gebruik van (licht) vochtige grondstoffen bij droog spuiten; toevoegen van een stofbindend toeslagmiddel). - Zorg voor een meng-/spuitmachine met gelijkmatige toevoer / constante druk. - Gebruik alkali-vrije (dus geen (sterk) basische) versnellers. - Maak indien mogelijk gebruik van een kwartsarme mortel. - Spuit loodrecht op het betonoppervlak (schuin spuiten veroorzaakt meer terugslag en stofvorming) Opruimen van puin - Verwijder grotere hoeveelheden puin machinaal met materieel voorzien van een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht. - Gebruik voor kleinere hoeveelheden en voor het schoonmaken van oppervlakken een industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA); zie 17 voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Voer puin af via stortkokers naar afgedekte containers of via een puinbak en een kraan. - Door het puin eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Stof en gruis regelmatig opruimen. - Ruim stof/gruis niet op door blazen met perslucht of door vegen met een handveger. Materieel/gereedschap - Gebruik materieel met een afsluitbare cabine en waar mogelijk een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht. - Houd de cabine gesloten. - Zorg voor goed onderhoud van materieel/gereedschap. - Bij gebruik van pneumatisch aangedreven hakhamers de perslucht terugleiden naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. Afzuiging/ventilatie - Er zijn hakhamers, boormachines, freesmachines en slijptollen voorzien van bronafzuiging. Daarmee kunnen stofconcentraties worden beperkt. Doordat de afzuigkap vaak niet goed aansluit op de ondergrond komt toch nog veel stof vrij en moet ook met bronafzuiging rekening worden gehouden met het overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwartsstof. Door gebruik van een verende afzuigkap wordt een betere aansluiting op de ondergrond verkregen. - Boormachine voorzien van geïntegreerde afzuiging. Die zijn gemakkelijk in gebruik doordat er geen afzuigslang aan bevestigd is. Afzuiging vindt plaats door een afzuigkap rond de boor en bij holle boren soms ook via de opening in de boor. Afzuiging door de boor is efficiënter dan afzuiging rond de boor. 18 Indien veel en relatief grote gaten moeten worden geboord is dit type minder geschikt omdat de stof/gruisopvang een beperkte capaciteit heeft. Verder wordt de machine zwaarder naar mate de opvangcontainer volraakt. - Stof van de constructie verwijderen door stofzuigen en niet door vegen of schoonblazen. - Bij binnenwerk goede (zonodig mechanische) ventilatie. - Gebruik bij werk in kruipruimtes altijd stofafzuiging. Ademhalingsbescherming - Bij bijzondere werkzaamheden met zeer sterke stofvorming (b.v. stralen of machinaal schoonborstelen of bij werk in kruipruimtes) onafhankelijke ademhalingsbescherming met toevoer van schone (pers)lucht. - Bij hakken, boren, frezen of slijpen buiten zonder stofreducerende maatregelen, een helm met aanblaasfilter (type 3) of masker met aanblaasfilter (type 2 of 3). - Bij kortdurende stoffige klussen buiten kan eventueel worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel). - Bij betonspuiten buiten een helm + gelaatsscherm met aanblaasfilter (er is ook gelaatsbescherming nodig tegen terugslaande steentjes). - Bij betonspuiten binnen een helm met aanblaasfilter (type 3) of volgelaatmasker met aanblaasfilter (type 2 of 3). - Bij hakken, boren of slijpen binnen zonder stofreducerende maatregelen een volgelaatmasker met aanblaasfilter (type 2 of 3). - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door het filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de 19 verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. - Vooral bij het aanbrengen van spuitbeton is een goede keuze van beschermingsmiddelen lastig: hoofd-/gelaatsbescherming is nodig i.v.m. met terugslag van nevel en betondeeltjes maar een scherm kan dichtslaan door de betonnevel; ook een filtrerend gelaatsstuk zal (indien gebruikt zonder gelaatsscherm) dicht kunnen slaan door de betonnevel. Door deze knelpunten werken betonspuiters soms met onvoldoende bescherming. Verder lezen - Stofreductie door vernevelingtechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings werkzaamheden. Arbouw, 2002. - Inventarisatie stofarme sloopapparatuur. Arbouw, 2000. - Effectiviteit van beheersmaatregelen ter vermindering van blootstelling aan kwartsstof bij boren en zagen in beton. Arbouw, 2006. - A-blad Epoxygebonden betonreparatiemiddelen. Arbouw, 1999. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 20 4 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ HET GRITSTRALEN Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij gritstralen al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden worden bij gritstralen vaak overschreden. Kw artsgehalte in steen/beton en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in steen en beton is afhankelijk van de herkomst en de samenstelling. In veel betonsoorten zit 10 tot 30 procent kwarts. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het beton, doordat niet alle fracties in het beton bij het stralen in dezelfde mate worden verpulverd. Een aanzienlijk deel van het vrijkomende stof is afkomstig van het grit (dat weinig of geen kwarts bevat). Bij stralen van oppervlakken waarbij de ondergrond zoveel mogelijk moet worden ontzien (b.v. gemetselde gevels) komt weinig kwarts vrij. Indien echter een deel van de bovenlaag van de constructie (b.v. bij betonsanering) moet worden verwijderd kan er wel veel kwartsstof vrijkomen. Afhankelijk van de straaltechniek en het behandelde materiaal zijn kwartsgehaltes in de respirabele stoffractie mogelijk tot circa 10%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij het gritstralen kunnen een aantal activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken. Voorwerk, bestaande uit opstellen en aansluiten apparatuur en afzetten van de werkplek, eventueel aanbrengen van voorzie ningen om verspreiden van stof naar de omgeving te beperken. Bij dit voorwerk is de blootstelling aan stof meestal gering. Het gritstralen zelf gebeurt meestal handmatig met een straalpistool dat via een slang is verbonden met het materieel, daarbij ontsta at veel 21 stof. Na afloop van het stralen moeten het grit, gruis en stof worden opgeruimd. Ook daarbij wordt de gritstraler aan stof en meestal ook kwartsstof blootgesteld. Gritstralen Er kunnen verschillende straalmethoden worden toegepast. De van oudsher veel toegepaste – en ook het meeste stofveroorzakende – methode is het droog gritstralen. De hoeveelheid stof die daarbij vrijkomt, is vaak zo groot dat de straler zelf aan het oog wordt onttrokken; de stofwolk is vaak zo dicht dat voor de straler het zicht op het werk er door wordt belemmerd. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden vaak ver overschreden. Bij het stralen van een kwartsbevattende ondergrond kan ook de grenswaarde voor respirabel kwarts stof met een factor 10 of meer worden overschreden. In de loop der jaren zijn diverse nieuwe straaltechnieken ontwikkeld die vaak meer mogelijkheden bieden wat betreft instelbaarheid spuitdruk en grittoevoer en vaak ook minder stof veroorzaken. Bij diverse straaltechnieken wordt water toegevoegd aan het grit. Er zijn technieken waarbij het straalmiddel alleen licht wordt bevochtigd, het zogenoemde vochtnevelstralen. Maar er kan ook worden gestraald – zoals b.v. bij gevelreinigen wordt toegepast – met merendeels water waaraan wat straalmi ddel en eventueel andere reinigingsmiddelen zijn toegevoegd. Door toevoegen van water kan de hoeveelheid stof sterk worden beperkt. Bij een deel van deze technieken is er echter nog wel kans op het overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwarts stof. Ook zijn straaltechnieken ontwikkeld waarbij droog wordt gestraald maar waarbij rond de straalopening een afzuigkap is aangebracht die aansluit op het te stralen oppervlak en waardoor straalmiddel en vrijkomend stof direct worden afgezogen, het zogenaamde zuigkopstralen. Voor grotere oppervlakken en met name vloeren of wegen zijn verrijdbare straalmachines ontwikkeld. Die zorgen vaak gelijktijdig ook voor afzuigen en/of opvegen van straalgrit en stof; de straler hoeft hierbij dus niet zelf het straalpi stool te bedienen. Bij een deel van deze apparatuur wordt overigens geen grit gebruikt maar stalen kogeltjes. 22 Bij straaltechnieken met afzuiging van het stof, ligt bij buitenwerk de blootstelling aan kwartsstof meestal onder de grenswaarde. Bij binnenwerk zal de grenswaarde voor respirabel kwartsstof naar verwachting wel regelmatig worden overschreden. In de wegenbouw wordt stralen (hogedruk waterstralen) ook uitgevoerd met groot materieel waarbij de chauffeur vanuit de vrachtwagencabine het straalproces controleert en alle vrijkomende materialen worden opgezogen/afgezogen. Opruimen Bij het droogstralen ontstaat een mengsel van straalgrit, stof en gruis. Verwijderen gebeurt handmatig (kruiwagen en schop); het materiaal kan ook worden opgezogen via een slang. Waar mogelijk wordt straalgrit gescheiden van het overige gruis/stof. Bij stralen met afzuiging wordt het vrijkomende mengsel automatisch afgezogen. Bij een deel van het materieel wordt het straalmiddel automatisch gescheiden van stof en gruis. Bij handmatig opruimen en afvoeren komt vaak stof vrij en kunnen grenswaarden worden overschreden. Bij opruimen door middel van afzuigen van grit/stof/gruis komt veel minder stof vrij. Bij binnenwerk kan de grenswaarde voor respirabel kwarts stof nog wel worden overschreden. Bij natstralen is het vrijkomende materiaal vaak zo vochtig dat bij opruimen weinig of geen stof ontstaat. Bij straaltechnieken waarbij een minimale hoeveelheid water wordt gebruikt kan de hoeveelheid water onvoldoende zijn om al het stof goed te binden waardoor bij opruimen de grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan worden overschreden. Maatregelen bij het gritstralen Planning van het werk - Handmatig stralen is zeer belastend en leidt vaak tot hoge stofconcentraties. Voer het werk daarom waar mogelijk machinaal uit of kies een andere bewerkingsmethode met een geringere blootstelling aan stof bijvoorbeeld 23 hoogdrukwaterstralen - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt. Dat kan ondermeer door zoveel mogelijk afstand te houden tot het vrijkomende stof; door te werken onder een gunstige hoek of windrichting t.o.v. het vrijkomende stof; door onnodige stofvorming te vermijden. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Waar mogelijk machinaal werken i.p.v. handmatig gritstralen - Straalwerk machinaal uitvoeren met materieel voorzien van een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht. - Straalwerk machinaal uitvoeren met groot materieel en water onder hoge druk, inclusief op-/afzuigen van vrijkomende materialen (wordt o.a. toegepast in de wegenbouw). Nat stralen / ijsstralen - Stralen met water (zonder grit) onder zeer hoge druk - Stralen met een mengsel van water en grit (zorg voor toevoegen van vol doende water). - IJsstralen (hierbij wordt geen ijs gebruikt maar bevroren kooldioxide; het oppervlak wordt hierdoor minder beschadigd waardoor minder stof en ook kwartsstof vrijkomt). 24 Opruimen van gruis/grit/stof - Verwijder grotere hoeveelheden gruis/grit/stof machinaal. - Gebruik voor kleinere hoeveelheden of kleinere oppervlakken het afzuigapparaat of een industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA) voor opruimen van stof; zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Door het gruis/grit/stof eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij (kan alleen indien dit i.v.m. afvoer/hergebruik toelaatbaar is). - Gruis, grit en stof regelmatig opruimen. - Gebruik geen perslucht of veger voor het opruimen van stof. Materieel/gereedschap - Zorg voor goed onderhoud van het straalmaterieel. Afzuiging/ventilatie - Straalmethode voorzien van bronafzuiging (zuigkopstralen / vacu-blast). Doordat de afzuigkap soms niet goed aansluit op de ondergrond kan toch nog stof vrijkomen en moet rekening worden gehouden met het overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwartsstof. - Bij binnenwerk goede (zonodig mechanische) ventilatie. Ademhalingsbescherming - Bij droog gritstralen zonder afzuiging een straalpak met onafhankelijke ademhalingsbescherming met toevoer van schone (pers)lucht. - Bij nat gritstralen is bij een deel van de technieken (voldoende watertoevoer; vrijkomen van weinig kwartsbevattend materiaal) geen ademhalingsbescherming noodzakelijk. - Bij nat gritstralen en minimale watertoevoer en/of vrijkomen van veel kwartsbevattend materiaal is ademhalingsbescherming wel noodzakelijk b.v. een helm/kap/volgelaatmasker met een zogeheten aanblaasfilter. Het filter mag niet 25 nat raken omdat het dan niet goed meer functioneert (geldt ook voor het zogenaamde L(iquid)-type). Een filtrerend gelaatsstuk is daarom minder geschikt gezien de kans op nat worden en daardoor niet goed functioneren. Probeer de aanblaasfilter te bevestigen op een plek waar weinig nevel is (meestal op de rug) maar wel voldoende luchttoevoer. - Bij droog gritstralen met afzuiging een filtrerend gelaatsstuk FFP2 of een helm/kap/masker met een zogeheten aanblaasfilter. - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door de filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. Verder lezen - Grote stofbronnen in de bouwnijverheid. Arbouw, 1994 - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 26 5 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ HET KOPPENSNELLEN Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het koppensnellen al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij het koppensnellen worden overschreden. Vooral bij het handmatig koppensnellen waarbij gebruik wordt gemaakt van een sloophamer is de stofconcentratie vaak hoog. Kw artsgehalte in het beton en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in beton is afhankelijk van de materialen die er in worden verwerkt. In veel betonsoorten zit 10 tot 30% procent kwarts. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het beton, doordat niet alle fracties in het beton bij het hakken in dezelfde mate worden verpulverd. Ook de hardheid van de funderingspaal speelt een rol. Prefabbetonpalen zijn erg hard, moeilijk te bewerken en veroorzaken bij bewerking veel fijn stof. In de grond gevormde palen, zoals men bij funderingstechnieken als schroeven/boren aan kan treffen, zijn veel zachter waardoor bij bewerking minder fijnstof vrijkomt dat bovendien ook minder respirabel kwarts bevat. Afhankelijk van de samenstelling van het beton, de hardheid en de bewerkingsmethode, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij het koppensnellen kunnen de volgende activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken: handmatig snellen van koppen met een sloophamer en het machinaal snellen van koppen met materieel voorzien van 27 hulpstukken. Machinaal koppensnellen verloopt overigens alleen ten dele machinaal. Ook bij machinaal koppensnellen wordt het sloopwerk namelijk handmatig ondersteund door een sloper. Onder andere moeten de laatste resten beton vaak nog handmatig worden weggehakt. Verder kan ook het opruimen van puin een bron van blootstelling aan kwartsstof vormen. Handmatig koppensnellen met een sloophamer Bij handmatig koppensnellen wordt de bovenkant van een betonnen funderingspaal weggehakt met een sloophamer. De lengte van de paalkop die moet worden verwijderd, verschilt vaak per paal. Het niveau tot waarop het beton wordt verwijderd wordt bepaald door de plaats waar de fundering moet komen. Een deel van het vrijkomende betonijzer van de paal wordt met de wapening van de er op aan te brengen funderingsconstructie verbonden. De koppensneller maakt soms ook gebruik van een steenzaag om de paal ten dele in te zagen en van een snijbrander of slijptol om overtollige wapening door te snijden of te slijpen. Het handmatig koppensnellen veroorzaakt veel stof. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof kunnen worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof wordt meestal met een factor 10 of meer overschreden. Machinaal snellen van koppen Machinaal koppensnellen kan met materieel voorzien van hulpstukken. Daarbij k an gebruik worden gemaakt van een zwaar type hydraulische sloophamer of van een hydraulische kraker. De kraakunit hangt aan een kraan en verpulvert het beton onder hoge druk. Het puin blijft merendeels in de kraakunit achter en kan worden geleegd in een puincontainer. Machinaal koppensnellen wordt meestal door 2 personen uitgevoerd. Een machinist en een sloper die handmatig assisteert. Soms is er ook nog een puinruimer bij betrokken. Het handmatig assisteren houdt onder andere in hakken op de plekken die door de machine niet kunnen worden bereikt, zonodig inzagen van de paal en doorsnijden of doorslijpen van overtollig betonijzer. Ook de machinist verricht in de praktijk vaak ondersteunend handmatig sloopwerk. De blootstelling aan 28 stof en aan respirabel kwartsstof ligt bij machinaal koppensnellen veel lager dan bij handmatig koppensnellen: dit scheelt een factor drie tot tien in de blootstelling aan respirabel kwartsstof. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof wordt echter vaak toch nog overschreden. Puinruimen Bij het koppensnellen ontstaat veel puin. Soms kan dat blijven liggen, maar verwijderen kan ook noodzakelijk zijn. Lange paalkoppen worden vaak met hulp van een kraan verwijderd, die voorkomt dat de paalkop ongecontroleerd kan vallen. Verwijderen van puin gebeurt soms ten dele handmatig (kruiwagen en schop), maar waar mogelijk wordt materieel ingezet zoals een Bobcat of een wiellader. Ook bij het verwijderen van puin komt vaak stof vrij. De hoeveelheid stof en de blootstelling hangt af van de werkmethode en ook van hoe droog het is. Bij droog en zonnig weer en droog beton zal veel meer stof ontstaan dan bij regenachtig weer. Ook bij puinruimen kan de grenswaarde voor respirabel kwartsstof worden overschreden. Maatregelen bij het koppensnellen Planning van het werk - Afstemmen van de planning van het koppensnellen op de bereikbaarheid van de paal met materieel. Indien een groot deel van het bouwterrein vol staat met ingeslagen palen is een deel van de palen soms niet meer bereikbaar met materieel. Het koppensnellen kan dan alleen nog maar handmatig worden uitgevoerd. Probeer de noodzaak tot handmatig koppensnellen door een goede planning zoveel mogelijk te beperken. - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment of op een plaats dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. - Bij machinaal koppensnellen werkt een sloper vaak handmatig aan het afwerken van een gesnelde paalkop (hakken slecht bereikbare delen of 29 opruimen puin), terwijl direct ernaast de volgende paalkop machinaal wordt gesloopt. De sloper werkt daardoor – behalve in het stof dat hij zelf veroorzaakt – ook in het stof vrijkomend bij het machinale sloopwerk. Door een goede planning kan een grotere afstand worden aangehouden tussen de werkplekken, waardoor de stofblootstelling lager is. Tracht het werk ook zo te plannen dat het machinaal bewerken bovenwinds van het nabewerken gebeurt. Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt: vermijden van onnodig hakwerk; kiezen van de juiste methode (b.v. beperken hakwerk door inzagen in combinatie met watertoevoer); zoveel mogelijk afstand houden tot het vrijkomende stof; ook door werken onder een gunstige hoek t.o.v. het vrijkomende stof kan de blootstelling vaak worden beperkt. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. - Hang de te verwijderen paalkop in een kraan, zodat deze niet op de grond valt. Vallende voorwerpen laten veel stof opwervelen. Ander type fundering - Door toepassen van funderingselementen op maat (in de grond gevormde palen/wanden) kan de noodzaak tot hakken en de hoeveelheid hakwerk sterk worden beperkt. Machinaal werken - Bovenkanten verwijderen door machinaal (hydraulisch) kraken met een palenkraker bevestigd aan een kraan. - Koppen verwijderen met een sloophamer gemonteerd op een hydraulische kraan of ander materieel. 30 - Het voordeel van machinaal werken is niet alleen een lagere blootstelling aan kwartsstof. Handmatig slopen met een sloophamer is namelijk zwaar belastend, dat geldt voor fysieke belasting, hand-armtrillingen en lawaai. Er zijn behalve stof dus meer goede redenen om de hoeveelheid handmatig hakwerk zoveel mogelijk te beperken. Natte bewerking - Door inzagen van de paal met een steenzaag voorzien van watertoevoer kan de hoeveelheid hakwerk worden beperkt. - Sloophamers kunnen worden voorzien van een sproeikop waarmee water on der druk wordt verneveld in de richting van het vrijkomende stof. De stofconcentratie kan daarmee aanzienlijk worden verlaagd. - Door regelmatig natmaken van de paalkop komt tijdens het verwijderen van de kop minder stof vrij. - Door het puin eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Opruimen van puin - Ruim het puin op met materieel voorzien van een afsluitbare cabine, bij materieel zonder cabine wordt de machinist direct blootgesteld aan vrijkomende stofwolken. - Nat maken van het puin om de blootstelling aan (kwartshoudend) stof te beperken. - Bij gebruik van een hydraulische kraker komt een groot deel van het puin in de kraakunit terecht. Door legen van de unit in een puincontainer, kost het opruimen van puin minder tijd en is ook de blootstelling aan stof lager. Materieel - Gebruik materieel met een afsluitbare cabine. - Zorg voor voorzieningen om de neiging met open cabine te willen werken te 31 beperken: airconditioning; communicatiemiddelen; ruitenwissers/sproeiers voor verwijderen stofaanslag. - Een cabine voorzien van een overdrukfilterinstallatie om het stof buiten te kunnen houden. - Houd de cabine gesloten. Afzuiging - Er zijn sloophamers voorzien van bronafzuiging. Dat type afzuiging zal echter bij koppensnellen vaak niet goed functioneren doordat de mantel rond de beitel niet tussen het wapeningsstaal past. Overige - Zorg voor goed onderhoud van apparatuur - Gebruik geen perslucht om stof of gruis weg te blazen - Bij gebruik van pneumatisch aangedreven sloophamers de perslucht terugleiden naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. Ademhalingsbescherming - Bij handmatig sloopwerk een helm of volgelaatmasker met aanblaasfilter, type 2 of 3. - Bij kortdurende stoffige klussen kan eventueel worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel). - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door de filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel voorzien van een zogeheten aanblaasfilter 32 Verder lezen - Blootstelling aan respirabel kwartsstof bij drie methoden van koppensnellen. Arbouw, 2003. - Stofreductie door vernevelingtechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings werkzaamheden. Arbouw, 2002. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 33 6 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ NATUURSTEENBEWERKING Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het bewerken van kwartshoudende steen al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij natuursteenbewerking worden overschreden. Vooral bij binnenwerk en droge bewerkingen waarbij geen of een gebrekkige afzuiging wordt gebruikt, is overschrijding mogelijk, bijvoorbeeld bij handmatig beletteren. Binnen- of buitenwerk Welke blootstelling te verwachten is, hangt o.a. af van of er binnen of buiten wordt gewerkt. Binnen is de concentratie vaak veel hoger, omdat het stof daar door het ontbreken van wind niet wordt afgevoerd/verdund en ook lang kan blijven hangen. Daardoor zijn blootstellingsniveau's bij binnenwerk vaak een factor 5 tot 10 hoger dan bij vergelijkbare werkzaamheden buiten. Kw artsgehalte van de steen Kwartsstof komt alleen vrij als er ook kwarts in het natuursteen zit. Het kwartsgehalte van natuursteen varieert sterk afhankelijk van het type natuursteen. In soorten zoals marmer en kalksteen zit geen kwarts terwijl er ook soorten zijn als kwartsiet en zandsteen met een kwartsgehalte van 80 % of meer. Veel natuursteenbedrijven verwerken meerdere soorten natuursteen waarvan een deel kwarts bevat en een deel niet. Er zijn echter ook bedrijven die maar één type verwerken. Voor een overzicht van kwartsgehalten die in natuursteen worden aangetroffen, zie bijlage 1 in het A-blad Natuursteen. 34 Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij natuursteenbewerking kunnen de volgende – groepen van – activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken: droog bewerken van natuursteen; nat bewerken van natuursteen; stralen van natuursteen. Ook schoonmaken kan een bron van blootstelling vormen. Droge bewerkingen Droge bewerkingen kunnen zijn bewerkingen met een hamer en beitel of met een bekrachtigde hamer/beitel. Voorbeelden zijn hakken, kappen, boucharderen, frijnen. De technieken verschillen maar het komt er op neer dat met een metalen beitel een deel van de steen wordt verwijderd ofwel dat het oppervlak wordt bewerkt of letters worden aangebracht. Ook kan natuursteen worden bewerkt door schuren/slijpen. Dat kan b.v. bij het afronden van hoeken of het glad maken van het oppervlak maar ook door inslijpen bij het maken van een inkeping of doorslijpen van een tegel. Een andere droge bewerking is het boren van gaten. Dat kan met een in de hand gehouden boormachine maar ook met een vast opgestelde boormachine in de werkplaats. Vooral bij droge bewerkingen zoals hakken/beitelen en slijpen/schuren met aangedreven apparatuur komt veel stof vrij. Bij binnenwerk wordt de grenswaarde voor respirabel kwartsstof vaak met meer dan een factor 10 overschreden. Ook bij buitenwerk wordt de grenswaarde meestal overschreden. Bij het boren komt minder stof vrij, maar ook daarbij wordt vooral bij binnenwerk de grenswaarde vaak overschreden. Droge bewerkingen kunnen worden gecombineerd met bronafzuiging of trechterafzuiging. Die afzuiging vangt vaak niet al het stof af. Trechterafzuiging functioneert alleen goed indien de trechteropening regelmatig wordt verplaatst naar de plek waar het stof vrijkomt. Een deel, b.v. 20 % bij een goede afzuiging en meer dan 50 % bij een slecht functionerende afzuiging, komt toch nog vrij. Daardoor wordt bij 35 hakken/beitelen en slijpen/schuren met afzuiging bij binnenwerk de grenswaarde vaak toch nog overschreden en bij een niet goed opgestelde afzuiging ver overschreden. Natte bewerking In de werkplaats wordt in het algemeen gezaagd met watertoevoer. Ook wordt bij machinaal en handmatig slijpen vaak met watertoevoer gewerkt. Buiten wordt minder vaak water gebruikt maar zagen met watertoevoer is ook buiten eenvoudig te realiseren. Door watertoevoer wordt een groot deel van het stof afgevangen, meestal 90% of meer. Niet al het stof wordt echter afgevangen. Buiten wordt bij gebruik van watertoevoer bij zagen of slijpen de grenswaarde voor respirabel kwartsstof in het algemeen niet overschreden. Binnen is overschrijding van de grenswaarde wel mogelijk, afhankelijk van het kwartsgehalte in de steen, het aantal bronnen, afzuiging, e.d. Gritstralen Stralen wordt vaak toegepast bij het graveren. De letters zijn dan uitgesneden in een mal en worden door het stralen in de onderliggende steen aangebracht. Bij het stralen ontstaat erg veel stof. Een groot deel van dit stof komt door het grit (mag weinig of geen kwarts bevatten). Een deel komt echter van de natuursteen en daarin kan wel kwarts aanwezig zijn. Bij natuursteenbewerking wordt dit stof in het algemeen afgezogen. Er worden verschillende methoden toegepast waarbij het stralen soms grotendeels handmatig wordt uitgevoerd of bijna volledig is geautomatiseerd. Soms staat het straalapparaat in een aparte cabine die van de omgeving is afgesloten. Bij het handmatig stralen gaat het meestal om zuigkopstralen, waarbij de straalopening wordt omsloten door een afzuigkap waardoor vrijkomend stof direct wordt afgezogen. Bij het gritstralen zal meestal een (gering) deel van het stof ontsnappen. Dat is vaak het gevolg van het niet goed aansluiten op de ondergrond van de afzuigopening. Daarop zijn vaak borstels aangebracht om het stof tegen te houden. Die kunnen versleten zijn of ongelijkmatig zijn afgesleten waardoor lekkage optreedt. Ook kan de ondergrond niet vlak zijn. Verder kan de mal te klein zijn waardoor de afzuigkap 36 buiten de mal komt en daardoor niet goed meer functioneert. Door deze factoren kan, afhankelijk van onderhoudstoestand en wijze van gebruik, een straalapparaat leiden tot overschrijden van de grenswaarde. Schoonmaken Bij de diverse bewerkingen ontstaat veel gruis en stof. Als dat droog is dan leidt ook het opruimen ervan weer tot het ontstaan van stof. Ook moet vaak stof worden verwijderd van werkstukken of uit b.v. boorgaten. Bij stoffig werk kan zich ook op kleding en het hoofd veel stof afzetten. In de werkplaats kan de verleiding aanwezig zijn voor het verwijderen perslucht te gebruiken. Vegen, blazen, e.d. van kwartsbevattend stof zal gemakkelijk aanleiding kunnen zijn tot overschrijden van grenswaarden. Bij een straalapparaat dat in een cabine staat opgesteld hoopt zich vaak stof op in de cabine. Het periodiek schoonmaken van de cabine kan dan een belangrijke oorzaak zijn van blootstelling aan kwartshoudend stof. Bij natte bewerking kan het slib na drogen leiden tot ontstaan van stof indien het niet tijdig wordt opgeruimd. Maatregelen bij natuursteenbewerking Planning van het werk - Het werk op elkaar afstemmen of ruimtelijk scheiden, zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment of op een plaats dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. - Waar mogelijk bewerkingen uitvoeren in de werkplaats, waar betere voorzieningen zijn om de blootstelling aan kwartsstof te beperken (zie ook de afspraken in het A-blad Natuursteenbewerking) Werkmethoden - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt. 37 - Voorlichting over het op een juiste wijze uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Kw artsgehalte van de steen - Als er keuze is tussen verschillende soorten natuursteen, wordt natuursteen met een laag kwartsgehalte toegepast b.v. kalksteen of marmer (zie ook de afspraken in het A-blad en de bijlage bij het A-blad Natuursteen voor kwartsgehaltes in verschillende steensoorten). Droge bewerkingen - In het A-blad Natuursteen is als afspraak opgenomen dat bij binnenwerk gebruik wordt gemaakt van tenminste één van de volgende maatregelen om stofvorming te beperken (in volgorde van voorkeur): nat werken, bronafzuiging of trechterafzuiging. - Bij buitenwerk wordt zagen/doorslijpen van kwartshoudend natuursteen alleen uitgevoerd met afzuiging of watertoevoer/-koeling (zie de afspraken in het Ablad Natuursteen) - De stofvorming bij handmatig graveren van letters kan worden beperkt door te graveren met een gritstraalautomaat (voorzien van afzuiging) - Het is belangrijk zoveel mogelijk afstand te houden tot het vrijkomende stof; ook door werken onder een gunstige hoek t.o.v. het vrijkomende stof kan de blootstelling vaak worden beperkt. - Gebruik van scherp gereedschap leidt tot sneller werken en daardoor minder stofproductie. - Bij gebruik van pneumatisch-aangedreven hamers/beitels de perslucht terugleiden naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. 38 Natte bewerking - Zorg voor voldoende watertoevoer - Inspecteer bij recirculatie van water regelmatig de pomp, deze kan gemakkelijk met slib verstopt raken - Stof en gruis regelmatig nat opruimen (tenminste aan het eind van de werkdag); slib niet op laten drogen omdat het anders alsnog in stofvorm vrij kan komen - Zorg er bij buitenwerk voor dat voldoende water beschikbaar is; gebruik alleen schoon leidingwater, het water kan in nevelvorm vrijkomen en worden ingeademd Gritstralen - Gebruik bij voorkeur een geheel omsloten en afgezogen gritstraalautomaat - Zorg voor goed onderhoud van apparatuur - Vervang versleten of ongelijkmatig afgesleten borstels - Gebruik stevige mallen (die niet doorbuigen zodat geen kieren ontstaan waarlangs stof vrij kan komen). - Gebruik voldoende grote mallen zodat de straalkop niet buiten het bewerkte vlak komt - Waar mogelijk bewerkingen uitvoeren in de werkplaats (waar betere voorzieningen zijn om de blootstelling te beperken; zie de afspraken in het Ablad) - Vast opgestelde straalapparatuur moet zijn voorzien van een afzuiging die de afgezogen lucht naar buiten afvoert. - Voorlichting over het op een juiste wijze uitvoeren van de werkzaamheden (o.a. het in stand houden van de aansluiting tussen afzuigkap en ondergrond; gebruik van ventilatie/afzuiging; e.d.). 39 Schoonmaken - Industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA) voor opruimen van stof; zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector” - Stof en gruis regelmatig opruimen (tenminste aan het eind van de werkdag) - Bij het schoonmaken van werkstukken, de werkplek en werkkleding gebruik maken van afzuiging, een industriestofzuiger of water. Geen veger of perslucht gebruiken (zie de afspraken in het A-blad Natuursteen) - Bevochtigen van materiaal om de blootstelling aan (kwartshoudend) stof te beperken. Afzuiging - Afzuiging functioneert alleen correct indien er op de juiste wijze gebruik van wordt gemaakt. - Trechterafzuiging functioneert alleen goed bij frequent verplaatsen en instellen van de afzuigmond. Een goed resultaat is dus alleen te verwachten indien de werknemers overtuigd zijn van het belang ervan en indien ze goed zijn geïnstrueerd wat betreft de wijze van gebruik. Ventilatie - Bij binnenwerk zorgen voor goede en zonodig mechanische ventilatie (zie de afspraken in het A-blad) Ademhalingsbescherming - Voor het gebruik van ademhalingsbescherming hebben werkgevers en werknemers afspraken gemaakt (zie het schema in de bijlage). - Bij droge bewerking zonder afzuiging buiten: ademhalingsbescherming bijvoorkeur een helm, kap of masker met aanblaasfilter, type 2 of 3 (zie de afspraken in het A-blad). Bij steensoorten met een kwartsgehalte minder dan 10% is ademhalingsbescherming niet nodig. 40 - Bij droge bewerking zonder afzuiging binnen: ademhalingsbescherming volgelaatmasker met aanblaasfilter, type 2 of 3 (zie de afspraken in het A-blad). Bij steensoorten met een kwartsgehalte minder dan 10% kan worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type 2. - Bij natte bewerking buiten is ademhalingsbescherming in het algemeen niet nodig. - Bij natte bewerking binnen kan worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 of FFP3. Let op dat in situaties met veel waternevel het gelaatsstuk vochtig kan worden waardoor het niet meer kan worden gebruikt. Dan moet een ander middel worden gekozen, b.v. een type met aanblaasfilter dat op de rug is aangebracht en niet direct aan waternevel wordt blootgesteld. - Bij droge bewerking buiten met afzuiging is ademhalingsbescherming in het algemeen niet nodig, tenzij de afzuiging zichtbaar slecht functioneert. - Bij droge bewerking binnen met afzuiging is ademhalingsbescherming niet nodig bij steensoorten met minder dan 10% kwarts. Bij een hoger kwartsgehalte kan worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 of FFP3. Bij trechterafzuiging en een kwartsgehalte hoger dan 50 %, moet bijvoorkeur een helm, kap of masker met aanblaasfilter type 2 of 3 worden gebruikt. - Werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken worden in de gelegenheid gesteld te kiezen voor een middel met toevoer van schone lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter (zie de afspraken in het A-blad) 41 Verder lezen - A-blad Natuursteen. Arbouw, 2004. - Arbomap natuursteen (Centrum Natuursteen) - Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA): bevat o.a. werkplekinstructiekaarten voor de 90 meest voorkomende soorten natuursteen. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 42 7 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ HET HAKKEN/FREZEN VAN LEIDINGSLEUVEN Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het hakken of frezen van sleuven al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij het hakken/frezen worden overschreden. Kw artsgehalte in steen/beton en in het vrijkomende stof Vaak worden leidingsleuven aangebracht in gipswanden, in gips is erg weinig kwarts aanwezig. Het kwartsgehalte in steen, beton en cellenbeton is afhankelijk van de herkomst en de samenstelling. In veel betonsoorten zit 10 tot 30% kwarts en in kalkzandsteen kunnen kwartsgehaltes aanwezig zijn tot 80%. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het bewerkte materiaal, doordat niet alle fracties in dezelfde mate worden ver pulverd. Ook de hardheid van het materiaal speelt een rol. Harde steen/beton veroorzaakt bij bewerking meestal fijner stof. Afhankelijk van de samenstelling van het materiaal, de hardheid en de bewerkingsmethode, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij het sleuvenhakken/-frezen kunnen de volgende activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken: hakken met een hakhamer, frezen of zagen van sleuven en boren van leidingdozen. Verder kan de sleuvenhakker/-frezer ook bij het opruimen van gruis/puin aan kwartsstof worden blootgesteld. 43 Hakken en boren met aangedreven gereedschap Handmatig hakken gebeurt vaak met een elektrisch of pneumatisch aangedreven hakhamer. Het hakken gebeurt vaak in aanvulling op het frezen/zagen. De plekken die niet met de frees-/zaagmachine kunnen worden bereikt, worden bewerkt met een hakhamer. Boren van leidingdozen gebeurt met een boormachine voorzien van een kernboor (ook wel kroonboor of dozenboor genoemd). Bij gebruik van een kernboor wordt het resterende materiaal weggehakt. Boren van leidingdoorvoeren gebeurt met een boormachine voorzien van een spiraalboor. Het hakken en het boren, veroorzaakt – indien geen maatregelen zoals afzuiging zijn getroffen – veel stof. Als in het bewerkte materiaal kwarts aanwezig is zijn ook hoge kwartsstofconcentraties mogelijk. Omdat het werk in het algemeen binnen wordt uitgevoerd kan het stof – bij weinig ventilatie – lang blijven hangen. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof kunnen tijdens het hakken worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan – indien veel materiaal moet worden weggehakt/uitgeboord – bij het hakken of boren in kwartsbevattend materiaal met een factor 10 of meer worden overschreden. Bij hakken en boren in gipswanden kunnen af en toe de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof wordt in het algemeen niet overschreden. Frezen of zagen van sleuven Het maken van een sleuf kan plaatsvinden met een freesmachine of met een zaagmachine voorzien van meerdere zaagbladen. Er zijn zaagmachines met twee zaagbladen waarbij twee parallelle zaagsneden ontstaan en vervolgens het materiaal tussen de zaagsneden moet worden weggehakt. Die methode is vooral geschikt voor het aanbrengen van sleuven in harde materialen. 44 Er zijn ook machines met meerdere naast elkaar geplaatste zaagbladen waarmee vrijwel al het materiaal in één keer wordt verwijderd. Nabewerken is dan nauwelijks nodig. Voor het frezen van sleuven in cementdekvloeren voor het aanbrengen van vloerverwarming zijn speciaal daarvoor ontwikkelde freesmachines voorzien van afzuiging te verkrijgen. Bij frezen/zagen van sleuven in kwartshoudende materialen zonder watertoevoer en zonder afzuiging, (is niet toegestaan) zijn zeer hoge concentraties respirabel kwartsstof te verwachten die de grenswaarde met een factor 100 of meer kunnen overschrijden. Ook worden de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof in het algemeen overschreden. Bij frezen/zagen van sleuven in gipswanden zonder afzuiging worden de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof in het algemeen overschreden. Hoewel het kwartsgehalte in gips in het algemeen erg laag is, kan door de grote hoeveelheid stof die vrijkomt ook sprake zijn van overschrijden (circa factor 2) van de grenswaarde voor respirabel kwarts stof. Bij frezen/zagen van sleuven in kwartshoudende materialen met watertoevoer en afzuiging of met alleen afzuiging wordt de hoeveelheid stof die vrijkomt door het water en/of de afzuiging sterk beperkt. Afhankelijk van de omstandigheden (kwaliteit van de afzuiging; kwaliteit van de afzuigkap; wijze van gebruik; onderho ud; etc.) zal toch nog stof vrijkomen. De afzuigkap moet verend zijn om een goede aansluiting op de muur te verkrijgen. Daarbij moet rekening worden gehouden met een concentratie respirabel kwartsstof die de grenswaarde zal overschrijden. Dat geldt indien de voorzieningen voor stofonderdrukking/stofafzuiging goed functioneren. Indien dat niet het geval is, zijn hogere concentraties (b.v. factor 10 hoger dan de grenswaarde) mogelijk. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden in het algemeen niet overschreden. Bij frezen/zagen van sleuven in gipswanden met afzuiging worden de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof in het algemeen niet overschreden. Dat geldt ook voor de grenswaarde voor respirabel kwartsstof. 45 Opruimen Bij het hakken/frezen/zagen ontstaat veel gruis en stof. Bij gebruik van afzuiging wordt een deel van het vrijkomende materiaal direct afgevoerd naar de stofzuiger. Opruimen gebeurt met een veger, schop, stofzuiger. Bij het opruimen komt vaak veel stof vrij. De hoeveelheid stof en de blootstelling hangt af van de manier van opruimen en ook van hoe droog het gruis/stof is. Bij het scheppen/vegen van droog gruis/stof afkomstig van kwartshoudende materialen, kan de grenswaarde voor respirabel kwarts stof met een factor 10 tot 100 worden overschreden en worden vaak ook de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof overschreden. Indien het werk vooral met een stofzuiger wordt uitgevoerd, eventueel in combinatie met bevochtigen, dan zijn de concentraties veel lager. Er moet ook dan echter rekening worden gehouden met overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwarts stof (factor 1 tot 10). Bij het scheppen/vegen van droog gruis/stof afkomstig van gips, worden de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof vaak overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof wordt in het algemeen niet overschreden. Indien het werk vooral met een stofzuiger wordt uitgevoerd, dan zijn de concentraties veel lager en is geen sprake van overschrijden van grenswaarden. Maatregelen bij het hakken/frezen Planning van het werk - Andere methode van aanbrengen leidingen waarbij frezen niet nodig is, b.v. leidingen ingieten; prefabwanden met uitsparingen voor leidingen. - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. 46 Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of wor den beperkt, b.v. door te zorgen voor een goede aansluiting van de afzuigkap op de wand en goed onderhoud van apparatuur en afzuiginstallatie. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Werken met afzuiging - Hakhamer voorzien van bronafzuiging. Daarmee kunnen stofconcentraties worden beperkt, maar doordat de afzuigkap vaak niet goed aansluit op de ondergrond komt toch nog veel stof vrij. - Frezen/zagen met afzuiging. De afzuiging functioneert beter dan bij het hakken, maar vooral bij het begin van de sleuf en aan het eind van de sleuf komt vaak nog veel stof vrij. Door gebruik van een verende afzuigkap wordt een betere aansluiting op de ondergrond verkregen. - Boormachine voorzien van geïntegreerde afzuiging. Die zijn gemakkelijk in gebruik doordat er geen afzuigslang aan bevestigd is. Afzuiging vindt plaats door een afzuigkap rond de boor en bij holle boren soms ook via de opening in de boor. Afzuiging door de boor is efficiënter dan afzuiging rond de boor. Indien veel en relatief grote gaten moeten worden geboord is dit type minder geschikt omdat de stof/gruis-opvang een beperkte capaciteit heeft. Verder wordt de machine zwaarder naar mate de opvangcontainer volraakt . - Boormachine via slang verbonden aan een afzuiginstallatie. Afzuiging vindt plaats door een afzuigkap rond de boor en bij holle boren soms ook via de opening in de boor. In vergelijking met een geïntegreerde afzuiging is de afzuigcapaciteit groter. De afzuigslang kan echter wel (veel) hinder opleveren. 47 Natte bewerking - Frezen met een freesmachine voorzien van watertoevoer (en eventueel ook afzuiging). Het vrijkomen van stof kan daarmee sterk worden beperkt. Door het gruis/stof/vocht met een afzuigunit af te zuigen wordt het vrijkomende materiaal direct verwijderd, kan men schoner werken en hoeft minder tijd te worden besteed aan opruimen. - Hakhamers kunnen worden voorzien van een sproeikop waarmee water onder druk wordt verneveld in de richting van het vrijkomende stof. De stofconcentratie kan daarmee worden verlaagd. Het vrijkomende gruis/stof wordt daardoor tevens bevochtigd wat leidt tot minder stof bij het opruimen. - Boren met een boormachine voorzien van watertoevoer. Het vrijkomen van stof kan daarmee met maximaal een factor 8 worden beperkt (d.w.z. ca 85% van het stof wordt gebonden). Een fijne nevel bindt alleen het stof zonder dat het werkstuk erg nat wordt. Teveel water toevoeren kan ten koste gaan van de kwaliteit van het werk. - Bij het werken met watertoevoer in combinatie met elektrische aandrijving is er kans op elektrocutie. Gebruik daarom bij voorkeur apparatuur met een scheidingstransformator. Een aardlekschakelaar is een minder goed alternatief, want die kan falen. Hydraulische of pneumatische aandrijving zijn ook goede alternatieven. - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Opruimen van puin - Door het puin eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA) voor opruimen van stof; zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Stof en gruis regelmatig opruimen. - Gebruik geen perslucht om stof of gruis weg te blazen - Niet vegen maar zuigen. 48 Materieel/gereedschap - Zorg voor goed onderhoud van gereedschap en afzuiginstallatie. - Scherp gereedschap (bewerkingsduur korter en minder stofproductie) - Bij gebruik van pneumatisch aangedreven hakhamers de perslucht terugleiden naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. Ventilatie - Goede (zonodig mechanische) ventilatie. Ademhalingsbescherming - Bij frezen/zagen van sleuven met afzuiging of watertoevoer (werken zonder afzuiging of watertoevoer is niet toegestaan), bijvoorkeur een helm (of masker) met aanblaasfilter, type 2 of 3 - Bij hakken zonder stofreducerende voorzieningen bijvoorkeur een helm met aanblaasfilter type 3 of een masker met aanblaasfilter type 2 of 3. - Bij frezen/hakken/boren met goed functionerende stof reducerende voorzieningen kan eventueel worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel); bij boren is ademhalingsbescherming dan meestal niet nodig. - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door de filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. 49 Verder lezen - Kwartsstof bij afbouwwerkzaamheden. Arbouw, 2002. - Stofreductie door vernevelingstechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings werkzaamheden. Arbouw, 2002. - Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudssector. Brochure. Arbouw, 2003. - Effectiviteit van beheersmaatregelen ter vermindering van blootstelling aan kwartsstof bij boren en zagen in beton. Arbouw, 2006. - Grote stofbronnen in de bouwnijverheid. Arbouw, 1994. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 50 Benodigde bescherming bij de bewerking van natuursteen met verschillende kwartsgehalten, in combinatie met een aantal maatregelen - Binnenwerk Kwartsgehalt Benodigde bescherming (A-D)* en beschermingsfactor (in e cijfers)*** bij: Geen Trechterafzuig stofreducerend ing Bronafzuiging Nat werken e maatregelen 0% A** - - - - < 10% A 7 - - - 10-50% C 33 A 8 A 3 A 3 50-100% D 67 B 17 A 7 A 7 ** Als er geen stofreducerende maatregelen zijn getroffen, is zelfs bij kwartsvrij natuursteen ademhalingsbescherming nodig. De grenswaarde voor stof kan namelijk worden overschreden. - Buitenwerk Kwartsgehalt Benodigde bescherming (A-D)* en beschermingsfactor (in e cijfers)*** bij: Geen Trechterafzuig stofreducerend ing Bronafzuiging Nat werken e maatregelen 0% - - - - < 10% - - - - 10-50% A 7 A 2 - - 50-100% B 13 A 3 A 1,3 A 1,3 51 * Benodigde bescherming A= een filtrerend gelaatsstuk type 2 (FFP2) of een helm of kap met aangedreven filter (type 2) of de hieronder vermelde soorten B of C of D B= een helm/kap met aangedreven filter (type 3) of een volgelaatmasker met P2 filter of C of D C= een halfmasker met aangedreven filter (type 2 of 3) of D D= een volgelaatmasker met aangedreven filter (type 2 of 3). *** De beschermingsfactor: De beschermingsfactor is de factor waarmee het ademhalingsbeschermingsmiddel de blootstelling omlaag moet brengen. Als de blootstelling bijvoorbeeld met een factor 2 omlaag moet, dan betekent dit dat het ademhalingsbeschermingsmiddel 100 – (1 : 2) x 100 = 50% van het stof moet tegenhouden. Dit is dan een beschermingsfactor 2. Bij beschermingsfactor 7 moet het ademhalingsbeschermingsmiddel dus 100 – (1 : 7) x 100 = 85,7% van het stof tegenhouden. 52 8 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ HET SLOPEN Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij sloopwerk al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij sloopwerk worden overschreden. Bij sloopwerk dat binnen wordt uitgevoerd is de stofconcentratie vaak extra hoog. Kw artsgehalte in steen/beton en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in steen en beton is afhankelijk van de herkomst en de samenstelling. In veel betonsoorten zit 10 tot 30 procent kwarts. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het beton, doordat niet alle fracties in het beton bij het hakken in dezelfde mate worden verpulverd. Ook de hardheid van het materiaal speelt een rol. Harde steen/beton veroorzaakt bij bewerking meestal fijner stof. Afhankelijk van de samenstelling van het beton, de hardheid en de bewerkingsmethode, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij het slopen kunnen een aantal activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken. Handmatig slopen gebeurt vaak met een bekrachtigde sloophamer, maar er kunnen ook andere handmatige bewerkingen worden toegepast zoals slaan met een moker, zagen met een steenzaag, e.d. Het slopen kan machinaal plaatsvinden met materieel voorzien van hulpstukken zoals een olifantstand, een kogel, een sloophamer, hydraulische kraker, een pneumatische schaar, etc. Ook kan gebruik worden gemaakt van explosieven (wordt hier verder niet besproken). Verder worden slopers ook bij het opruimen van puin aan kwartsstof blootgesteld. 53 Handmatig sloopwerk Bij handmatig sloopwerk wordt soms gewerkt met een moker of koevoet, maar meestal met bekrachtigde hak-/breekhamers (circa 5 tot 15 kg). Het te slopen materiaal is meestal steen of beton, maar andere constructiematerialen (hout, isolatiemateriaal, etc.) zijn vaak ook aanwezig. Metalen delen worden doorgeslepen met een slijptol of doorgesneden met een snijbrander. Indien alleen een deel van de constructie wordt gesloopt maakt de sloper ook gebruik van een steenzaag om bijvoorbeeld wanden of vloeren te zagen. Het handmatig sloopwerk veroorzaakt vaak veel stof. Als in het bewerkte materiaal kwarts aanwezig is zijn ook hoge kwartsstofconcentraties mogelijk. Bij buitenwerk kunnen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof soms worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan met een factor 10 of meer worden overschreden. Bij binnenwerk zijn de stofconcentraties hoger en blijven bovendien veel langer hangen. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden binnen regelmatig overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan met een factor 10 tot 100 worden overschreden. Machinaal sloopwerk Machinaal sloopwerk kan met groot materieel zoals een kraan of hydraulische graafmachine voorzien van diverse hulpstukken bijvoorbeeld speciale bakken (rotsbak, puinbak, opbreker), hydraulische breekhamer of kraker, olifantstand, beul, slooparm, grijper, enz. Ook zijn er hulpmiddelen waarmee delen van constructies pneumatisch of hydraulisch kunnen worden geknipt of gespleten. Bij machinaal sloopwerk is de machinist van het materieel betrokken en verder één of meer slopers die handmatig assisteren. Het handmatig assisteren houdt onder andere in hakken op de plekken die door de machine niet kunnen worden bereikt, aanpikken van constructiedelen, zonodig inzagen, doorsnijden of doorslijpen van constructiedelen. Ook de machinist verricht soms ondersteunend handmatig sloopwerk. 54 Machinaal sloopwerk met groot materieel vindt in het algemeen buiten plaats. De blootstelling van de machinist aan stof en aan respirabel kwartsstof ligt lager dan bij handmatig sloopwerk. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof wordt echter regelmatig overschreden. De blootstelling van de slopers die het machinaal slopen handmatig ondersteunen is hoger en kan de grenswaarde voor respirabel kwartsstof ver overschrijden. Machinaal sloopwerk kan ook met klein materieel worden uitgevoerd voorzien van bijvoorbeeld een puinbak of een sloophamer. Met klein materieel kan ook in constructies worden gewerkt. Dergelijk materieel is vaak niet voorzien van een cabine. Verder bevindt de machinist zich op vrij korte afstand van de bron van het stof. Bij binnenwerk zijn bij slopen van kwartshoudende materialen zeer hoge concentraties mogelijk (respirabel kwarts stof een factor 10 tot 100 boven de grenswaarde). Bij buitenwerk is de concentratie lager maar ook daar kan bij het werken op klein materieel de grenswaarde voor respirabel kwarts stof met een factor 10 of meer worden overschreden. Puinruimen Bij het sloopwerk ontstaat veel puin. Verwijderen van puin gebeurt – afhankelijk van de te slopen constructie – soms ten dele handmatig (kruiwagen en schop), maar waar mogelijk wordt materieel ingezet zoals een Bobcat of een wiellader. Ook bij het verwijderen van puin komt vaak stof vrij. De hoeveelheid stof en de blootstelling hangt af van de werkmethode en ook van hoe droog het is. Bij droog puin zal veel meer stof ontstaan dan bij puin dat door regen nat is geworden. Buiten kunnen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan met een factor 10 of meer worden overschreden. Binnen worden bij puinruimen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof regelmatig overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan met een factor 10 tot 100 worden overschreden. 55 Maatregelen bij het sloopwerk Planning van het werk - Afstemmen van de planning van het sloopwerk op de bereikbaarheid van te slopen constructiedelen met materieel. Handmatig sloopwerk is zeer belastend en leidt vaak tot hoge stofconcentraties. Voer het werk daarom zoveel mogelijk machinaal uit. - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment of op een plaats dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt. Dat kan ondermeer door zoveel mogelijk afstand te houden tot het vrijkomende stof; door te werken onder een gunstige hoek of windrichting t.o.v. het vrijkomende stof; door onnodige stofvorming te vermijden. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Waar mogelijk machinaal werken i.p.v. handmatig slopen - Sloopwerk machinaal uitvoeren met groot materieel (voorzien van overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht) voorzien van hulpstukken zoals een olifantstand, sloophamer, sorteergrijper, een hydraulische schaar of kraker. - Sloopwerk machinaal uitvoeren met klein materieel met een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht, voorzien van hulpstukken zoals een sloophamer of hydraulische kraker. - Slopen met op afstand bediend materieel (robot). 56 - Sorteerwerk zoveel mogelijk machinaal uitvoeren met materieel voorzien van een sorteergrijper. Natte bewerking - Zagen met een steenzaag voorzien van watertoevoer. - Sloophamers kunnen worden voorzien van een sproeikop waarmee water onder druk wordt verneveld in de richting van het vrijkomende stof. De stofconcentratie kan daarmee aanzienlijk worden verlaagd. - Slopen door snijden met water onder zeer hoge druk - Door regelmatig natmaken van de te slopen constructie komt minder stof vrij. - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Opruimen van puin - Verwijder grotere hoeveelheden puin machinaal met materieel voorzien van een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht. - Gebruik voor kleinere hoeveelheden of kleinere oppervlakken een industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA) voor opruimen van stof; zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Voer puin af via stortkokers naar afgedekte containers. - Door het puin eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Stof en gruis regelmatig opruimen. - Ruim stof/gruis niet op door blazen met perslucht of door vegen met een handveger. Materieel/gereedschap - Gebruik materieel met een afsluitbare cabine en waar mogelijk een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht. - Voorzieningen om de neiging met open cabine te willen werken te beperken: airconditioning; communicatiemiddelen; ruitenwissers/sproeiers voor 57 verwijderen stofaanslag. - Houd de cabine gesloten. - Zorg voor goed onderhoud van materieel/gereedschap. - Gebruik bij handmatig sloopwerk in plaats van een sloophamer een handmatig bedienbare hydraulische kraker. - Bij gebruik van pneumatisch aangedreven sloophamers de perslucht terugleiden naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. Afzuiging/ventilatie - Er zijn sloophamers voorzien van bronafzuiging. Daarmee kunnen stofconcentraties worden beperkt . Doordat de afzuigkap vaak niet goed aansluit op de ondergrond komt toch nog veel stof vrij en moet ook met bronafzuiging rekening worden gehouden met het overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwartsstof. - Bij binnenwerk goede (zonodig mechanische) ventilatie. Ademhalingsbescherming - Bij handmatig sloopwerk buiten een helm of volgelaatmasker met aanblaasfilter, type 2 of 3. - Bij kortdurende stoffige klussen buiten kan eventueel worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel). - Bij handmatig slopen binnen van steen/beton zonder afzuiging of watertoevoer, ademhalingsbescherming (onafhankelijke) met toevoer van schone (pers)lucht. - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door het filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, 58 gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. Verder lezen - Blootstelling aan respirabel kwartsstof bij drie methoden van koppensnellen. Arbouw, 2003. - Stofreductie door vernevelingstechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings werkzaamheden. Arbouw, 2002. - Inventarisatie stofarme sloopapparatuur. Arbouw, 2000. - Effectiviteit van beheersmaatregelen ter vermindering van blootstelling aan kwartsstof bij boren en zagen in beton. Arbouw, 2006. - Grote stofbronnen in de bouwnijverheid. Arbouw, 1994. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 59 9 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ TERRAZZOWERK Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m 3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het schuren of slijpen van vloeren of aanrechtbladen al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Ook deze grenswaarden kunnen bij terrazzowerk worden overschreden. Kw artsgehalte in steen/beton en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in steen en beton is afhankelijk van de herkomst en de samenstelling. In veel betonsoorten zit 10 tot 30 procent kwarts. De producten die de terrazzowerker bewerkt kunnen daarvan afwijken omdat diverse toeslagstoffen kunnen worden toegevoegd die een kwartsgehalte kunnen hebben variërend van 0%, zoals marmer, tot meer dan 80% (b.v. kwartsiet). Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het bewerkte materiaal, doordat niet alle fracties bij bewerking in dezelfde mate worden verpulverd. Ook de hardheid van het materiaal speelt een rol. Harde materialen veroorzaken bij bewerking meestal fijner stof. Afhankelijk van de samenstelling van het materiaal, de hardheid en de bewerkingsmethode, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%, maar kan in geval van specifieke kwartsarme of kwartsrijke toeslagstoffen wat lager of hoger zijn. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij terrazzowerk kunnen een aantal activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken. Voorbehandeling is vaak nodig bestaande uit verwijderen oude materialen (bij onderhoud/renovatie), egaliseren, opruwen, aanbrengen sierstrips, e.d. Vervolgens wordt mortel inclusief toeslagstoffen aangemaakt, aangebracht, 60 geëgaliseerd en verdicht. Daarna volgt – na uitharden – afwerking in de vorm van schuren, opvullen gaatjes en polijsten. Verder worden terrazzowerkers bij het opruimen van puin, stof en gruis aan kwartsstof blootgesteld. Terrazzowerkers werken meestal binnen. Sommige terrazzoproducten zoals aanrechtbladen kunnen (in één stuk of in delen) in de werkplaats worden vervaardigd waardoor het werk op het bouwwerk vooral bestaat uit montage. Voorbehandeling Bij het voorbehandelen wordt vaak gewerkt met bekrachtigd gereedschap zoals hak/breekhamers, boormachine, slijptol en soms ook met hamer en beitel. Veel stof kan vrijkomen indien bij onderhoud/renovatie eerst de oude vloer of het aanrechtblad moet worden verwijderd. Maar ook bij nieuwbouw is vaak hakwerk nodig om uitstekende delen te verwijderen en bij het maken van aansluitingen op afvoeren. Veel stof kan ook vrijkomen indien – in verband met de hechting – de vloer moet worden voorbewerkt door schuren/opruwen. Het hakken, boren, schuren veroorzaakt – indien het zonder afzuiging of watertoevoer wordt uitgevoerd – meestal veel stof, waarin kwarts aanwezig is. Hoeveel stof er vrijkomt is sterk afhankelijk van de hoeveelheid hak-, boor- of schuurwerk die moet worden verricht. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof kunnen (vaak kortdurend) worden overschreden. Bij het hak-, boor- of schuurwerk zal de grenswaarde voor respirabel kwartsstof meestal worden overschreden. Indien veel hak-, boor- of schuurwerk nodig is kan de grenswaarde met een factor 10 of meer worden overschreden. Aanmaken en aanbrengen mortel Bij het aanmaken van de mortel treedt (meestal kortdurend) blootstelling op aan stof tijdens legen van zakken en tijdens het mengen van de specie. Een belangrijk deel van het stof is naar verwachting cementstof, waarin weinig kwarts aanwezig is. Verhoogde kwartsconcentraties zijn echter mogelijk indien de overige toegevoegde materialen (zand, natuursteenkorrels) een hoog kwartsgehalte en bovendien stoffig zijn. De keuze van toeslagstoffen is afhankelijk van de door de klant gewenste eigenschappen van het 61 eindproduct wat betreft o.a. structuur, kleur, hardheid, e.d. Meestal worden natuursteenkorrels van marmer (geen kwarts) gebruikt. Er kunnen echter ook natuursteenkorrels worden toegepast waarin wel kwarts aanwezig is. Bij het aanbrengen en egaliseren van de specie komt meestal weinig stof vrij. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof kunnen bij het aanmaken van mortel kortdurend worden overschreden. De concentratie respirabel kwarts stof is bij aanbrengen en egaliseren laag; bij aanmaken van de mortel kan de grenswaarde (kortdurend) worden overschreden. Schuren en polijsten Na het uitharden worden terrazzoproducten geschuurd en gepolijst om een mooi glad en dicht oppervlak te krijgen. Hoeken en randen worden vaak bewerkt met draagbare polijstmachines en voor grote oppervlakken worden meestal grote verrijdbare machines gebruikt. Indien schuren/polijsten droog zou worden uitgevoerd zonder afzuiging (is niet toegestaan) komt erg veel stof vrij waarbij de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden overschreden en de grenswaarde voor respirabel kwartsstof met een factor 100 of meer kan worden overschreden. Bij nat schuren/polijsten of bij gebruik van afzuiging, komt veel minder stof vrij. De grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof worden dan niet overschreden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof kan nog wel worden overschreden, dat geldt vooral voor het werken met afzuiging (factor 1 tot 10). Opruimen Bij het terrazzowerk ontstaat veel puin, gruis en stof. Verwijderen gebeurt meestal handmatig (emmer, kruiwagen en schop). Bij het opruimen komt vaak stof vrij. De hoeveelheid stof en de blootstelling hangt af van de werkmethode en ook van hoe droog het materiaal is. Bij droog puin zal veel meer stof ontstaan dan bij natte materialen. Bij het opruimen van droge (stoffige) materialen kunnen de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof (kortdurend) worden overschreden. De 62 grenswaarde voor respirabel kwarts stof zal meestal worden overschreden en bij sterke stofvorming is overschrijding met een factor 10 of meer mogelijk. Indien het slib dat na nat polijsten op de vloer achterblijft de kans krijgt om op te drogen, kan daaruit later bij opruimen alsnog kwartsstof vrijkomen. Maatregelen bij terrazzowerk Planning van het werk - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamhe den plaatsvinden op een moment dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met werknemers van andere (onder)aannemers die ergens anders in het bouwobject werkzaam zijn. - Aanvoer van mortel in een (mini)silo op grotere projecten. Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt. Dat kan ondermeer door een goed gebruik en onderhoud van afzuigapparatuur; door te zorgen voor voldoende watertoevoer; door onnodige stofvorming te vermijden en het slib zo snel mogelijk (als het nog nat is) op te ruimen. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. - Werken met een zo laag mogelijk toerental (minder verspreiding van stof) Samenstelling mortel en toeslagstoffen - Gebruik indien mogelijk materialen met een gering kwartsgehalte, b.v. marmer of kalksteengranulaat en geen kwartspoeder maar amorfe silicapoeder (silicafume). 63 Natte bewerking - Hakhamers kunnen worden voorzien van een sproeikop waarmee water onder druk wordt verneveld in de richting van het vrijkomende stof. De stofconcentratie kan daarmee worden verlaagd. Het vrijkomende gruis/stof wordt daardoor tevens bevochtigd wat leidt tot minder stof bij het opruimen. - Boren met een boormachine voorzien van watertoevoer. - Bij het werken met watertoevoer in combinatie met elektrische aandrijving is er kans op elektrocutie. Gebruik daarom bij voorkeur apparatuur met een scheidingstransformator. Een aardlekschakelaar is een minder goed alternatief, want die kan falen. Hydraulische of pneumatische aandrijving zijn ook goede alternatieven. - Door eerst natmaken van de te bewerken constructiedelen komt vaak minder stof vrij. - Stof verwijderen door schoonmaken met water (en niet door schoonblazen of schoonvegen) - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Opruimen van puin/gruis - Gebruik een industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA); zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Door het puin/gruis eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Slib opruimen als het nog vochtig is. - Ruim stof/gruis niet op door blazen met perslucht of door vegen met een handveger. Materieel/gereedschap - Zorg voor goed onderhoud van materieel/gereedschap. - Bij gebruik van pneumatisch aangedreven hakhamers de perslucht terugleiden 64 naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. Afzuiging/ventilatie - Schuurmachine, polijstmachine, hakhamers, boormachines e.d. voorzien van bronafzuiging. Daarmee kunnen stofconcentraties worden beperkt. Doordat de afzuigkap vaak niet goed aansluit op de ondergrond komt toch nog veel stof vrij en moet ook met bronafzuiging rekening worden gehouden met het overschrijden van de grenswaarde voor respirabel kwartsstof. Door gebruik van een verende afzuigkap wordt een betere aansluiting op de ondergrond verkregen. - Boormachine voorzien van geïntegreerde afzuiging. Die zijn gemakkelijk in gebruik doordat er geen afzuigslang aan bevestigd is. Afzuiging vindt plaats door een afzuigkap rond de boor en bij holle boren soms ook via de opening in de boor. Afzuiging door de boor is efficiënter dan afzuiging rond de boor. Indien veel en relatief grote gaten moeten worden geboord is dit type minder geschikt omdat de stof/gruis-opvang een beperkte capaciteit heeft. Verder wordt de machine zwaarder naar mate de opvangcontainer volraakt. - Bij binnenwerk goede (zonodig mechanische) ventilatie. Ademhalingsbescherming - Bij aanmaken specie kan worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel). - Bij hakken, boren of slijpen binnen zonder stofreducerende maatregelen een helm met aanblaasfilter (type 3) of een masker met aangedreven filter (type 2 of 3) en bij sterke stofvorming een volgelaatmasker met aangedreven filter (type 3). - Bij afwerken van de vloer (schuren/polijsten) met watertoevoer of afzuiging kan eventueel worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP2 (met uitademventiel). Indien de afzuigkap slecht functioneert bij bewerken van hoeken en randen, dan kan extra bescherming noodzakelijk zijn b.v. helm met 65 aanblaasfilter (type 3) of een masker met aangedreven filter (type 2 of 3). Bij nevelvorming kan een filtrerend gelaatsstuk nat worden waardoor het masker niet goed meer functioneert. - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door het filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. Verder lezen - Stofreductie door vernevelingtechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings werkzaamheden. Arbouw, 2002. - Kwartsstof bij afbouwwerkzaamheden. Arbouw, 2002. - Effectiviteit van beheersmaatregelen ter vermindering van blootstelling aan kwartsstof bij boren en zagen in beton. Arbouw, 2006. - Folders terrazzowerk: droog schuren en polijsten van oppervlakken; droog schuren en polijsten van hoeken en randen; nat schuren en polijsten in de werkplaats. Samen Beter / Arbouw. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 66 10 BLOOTSTELLING AAN KWARTSSTOF BIJ HET UITHAKKEN OF SLIJPEN VAN VOEGEN Grenswaarden voor stof en kwartsstof Er is een grenswaarde voor respirabel kwarts stof van 0,075 mg/m3. Die grenswaarde is voor het voorkómen van gezondheidseffecten nog aan de hoge kant; de Europese Unie beveelt een grenswaarde van maximaal 0,050 mg/m3 aan. Dat is een lage concentratie die bij het uithakken of slijpen van voegen al snel wordt overschreden. Verder zijn er grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof, resp. 5 mg/m 3 en 10 mg/m3. Deze grenswaarden kunnen bij het slijpen worden overschreden, indien geen gebruik wordt gemaakt van stofafzuiging. Kw artsgehalte in het voegmateriaal en in het vrijkomende stof Het kwartsgehalte in voegmortel is afhankelijk van de herkomst en de samenstelling. Vooral in de zandfractie kan veel kwarts aanwezig zijn. Naar verwachting is het kwartsgehalte in de voegen vergelijkbaar met wat in beton is gemeten: 10 tot 30% kwarts. Het kwartsgehalte in het vrijkomende stof kan afwijken van het gehalte in het bewerkte materiaal, doordat niet alle fracties in dezelfde mate worden verpulverd. Ook de hardheid van het materiaal speelt een rol. Harde voegen veroorzaken bij bewerking meestal fijner stof. Afhankelijk van de samenstelling van het materiaal, de hardheid en de bewerkingsmetho de, ligt het kwartsgehalte in de respirabele stoffractie vaak tussen 10 en 30%. Taken, activiteiten met blootstelling aan kwartsstof Bij het voegen kunnen de volgende activiteiten worden onderscheiden die hierna meer in detail worden besproken: uithakken van voegen met een hakhamer en uitslijpen van voegen met een slijpmachine. Verder kan de voeger ook bij het opruimen van gruis/puin en schoonmaken van de gevel aan kwartsstof worden blootgesteld. 67 Uithakken van voegen Uithakken gebeurt meestal met een pne umatisch aangedreven hakhamer. Elektrische aandrijving kan ook maar dat type hakhamer is aanmerkelijk zwaarder en daardoor minder prettig om mee te werken. Er wordt gewerkt met een klein model hamer met smalle beitel omdat beschadigen van de steen moet worden voorkomen. Soms worden van een gevel alle voegen uitgehakt, ook kan in aanvulling op het hakken als nabewerking worden geslepen. Ook kan er voor worden gekozen de doorlopende horizontale voegen uit te slijpen, terwijl de korte verticale voegen (stootvo egen) worden uitgehakt. Bij het hakken komt stof vrij dat voor een deel uit kwartsstof bestaat. De stofconcentratie ligt meestal onder de grenswaarde voor respirabel stof en inhaleerbaar stof. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof wordt vaak wel overschreden (tot circa een factor 5). Bij gebruik van een hakhamer voorzien van afzuiging zal bij een goed functionerend afzuigsysteem de concentratie respirabel kwartsstof lager zijn dan de grenswaarde. Uitslijpen van voegen Het uitslijpen van voegen gebeurt met een slijpmachine voorzien van een slijpschijf bedoeld voor voegenslijpwerk. Indien er wordt geslepen moet daarnaast ook worden gehakt om de stootvoegen (verticale voegen) te verwijderen. Het slijpen wordt vooral toegepast bij harde voegen die met een hakhamer moeilijk te bewerken zijn. Bij het slijpen van voegen zonder afzuiging, (is niet toegestaan) zijn hoge concentraties respirabel kwarts stof te verwachten die de grenswaarde met een factor 10 of meer kunnen overschrijden. Ook worden de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof vaak overschreden. Bij het slijpen van voegen met afzuiging wordt de hoeveelheid stof die vrijkomt door de afzuiging sterk beperkt. Afhankelijk van de omstandigheden (kwaliteit van de afzuiging; kwaliteit van de afzuigkap; wijze van gebruik; onderhoud; etc.) komt nog stof vrij. Daardoor kan de grenswaarde voor respirabel kwarts stof toch nog worden overschreden. 68 Opruimen en schoonmaken Bij droog reinigen van de gevel b.v. door borstelen komt veel stof vrij dat voor een deel uit kwartsstof kan bestaan. Dat geldt vooral ook indien een gevel van stof wordt ontdaan waarvan eerst de voegen zijn verwijderd. De stofconcentratie kan (kortdurend) de grenswaarde voor respirabel stof en inhaleerbaar stof overschrijden. De grenswaarde voor respirabel kwarts stof wordt vaak overschreden (tot circa een factor 5). Hogere concentraties zijn mogelijk indien de gevel/voegen met perslucht wordt schoongeblazen. Bij het hakken/slijpen ontstaat veel gruis en stof. Bij gebruik van afzui ging wordt een deel van het vrijkomende materiaal direct afgevoerd naar de stofzuiger. Opruimen gebeurt met een veger, schop, stofzuiger. Bij het opruimen komt vaak veel stof vrij. De hoeveelheid stof en de blootstelling hangt af van de manier van opruimen en ook van hoe droog het gruis/stof is. Bij het scheppen/vegen van droog gruis/stof, kan de grenswaarde voor respirabel kwartsstof worden overschreden. Soms is ook sprake van overschrijden (kortdurend) van de grenswaarden voor respirabel stof en inhaleerbaar stof. Door bevochtigen kan de hoeveelheid vrijkomend stof worden beperkt Indien het werk vooral met een stofzuiger wordt uitgevoerd, zijn de concentraties veel lager en wordt de grenswaarde voor respirabel kwartsstof in het algemeen niet overschreden. Maatregelen bij het hakken/slijpen Planning van het werk - Het werk op elkaar afstemmen zodat veel stof veroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment dat er geen andere personen aan worden blootgesteld. 69 Zorgvuldig en vakkundig werken - Door zorgvuldig en vakkundig werken kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen of worden beperkt, b.v. door te zorgen voor een goede aansluiting van de afzuigkap op de wand en goed onderhoud van apparatuur en afzuiginstallatie. - Voorlichting over het op een juiste wijze (met zo weinig mogelijk blootstelling aan stof) uitvoeren van de werkzaamheden is noodzakelijk. Werken met afzuiging - Hakhamer voorzien van bronafzuiging. - Slijpmachine voorzien van bronafzuiging. Natte bewerking - Natte bewerking is alleen mogelijk indien dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het voegwerk of tot een te hoge vochtopname van het metselwerk. - Nat maken van de gevel voorafgaand aan bewerking, waardoor minder stof vrijkomt. - Nat reinigen van de gevel in plaats van schoonvegen of schoonblazen met perslucht. - Bij het werken met watertoevoer in combinatie met elektrische aandrijving is er kans op elektrocutie. Gebruik daarom bij voorkeur apparatuur met een scheidingstransformator. Een aardlekschakelaar is een minder goed alternatief, want die kan falen. Hydraulische of pneumatische aandrijving zijn ook goede alternatieven. - Zorg dat er voldoende water beschikbaar is. Opruimen van puin - Door het puin eerst nat te maken komt tijdens het opruimen minder stof vrij. - Industriestofzuiger voorzien van fijnstof filter (HEPA) voor opruimen van stof; zie voor aandachtspunten bij aanschaf/gebruik bijlage 2 van de 70 Arbouwbrochure “Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudsector”. - Stof en gruis regelmatig opruimen. - Gebruik geen perslucht om stof of gruis weg te blazen. - Niet vegen maar zuigen. Materieel/gereedschap - Zorg voor goed onderhoud van gereedschap en afzuiginstallatie. - Scherp gereedschap (bewerkingsduur korter en minder stofproductie) - Bij gebruik van pneumatisch aangedreven hakhamers de perslucht terugleiden naar de compressor, omdat de ontsnappende lucht kan leiden tot opwaaien van stof. Ademhalingsbescherming - Bij slijpen met afzuiging of watertoevoer (werken zonder afzuiging of watertoevoer is niet toegestaan), bijvoorkeur een helm (of masker) met aanblaasfilter. - Bij hakken zonder stofreducerende voorzieningen, bij opruimen puin/gruis (droog) en bij schoonborstelen van de gevel, bijvoorkeur een helm of masker met aanblaasfilter type 2 of 3. - Bij hakken met afzuiging een filtermasker (FFP2), maar gezien de duur van het gebruik bijvoorkeur een helm (of masker) met aanblaasfilter. - Voor werknemers die regelmatig of gedurende langere tijd ademhalingsbescherming moeten gebruiken, is een middel waarbij ze zelf de lucht door het filter moeten zuigen niet geschikt; kies dan bij voorkeur voor een middel met toevoer van verse lucht of voorzien van een zogeheten aanblaasfilter - Kies een ademhalingsbeschermingsmiddel dat goed te combineren is met andere beschermingsmiddelen die moeten worden gebruikt (b.v. helm, gelaatsscherm, gehoorbescherming); als deze middelen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd zal dat de beschermende werking vaak verslechteren; een middel waarin de verschillende beschermingsmiddelen zijn geïntegreerd heeft daarom de voorkeur. 71 Verder lezen - A-blad Voegen. Arbouw, 2000. - Stofbeheersing in de afbouw- en onderhoudssector. Brochure. Arbouw, 2003. - Brochure: “Stof in de bouwnijverheid”. Arbouw, 1996. - Folders “Kwartsstof te lijf; samen werkt ’t beter”. Folders voor werknemers en werkgevers. Samen Beter / Arbouw - Beleidsregel 4.18-4: Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw. SZW. - Voor meer informatie zie ook www.arbouw.nl, onder andere de onderdelen beroepsbeschrijvingen en arbovriendelijke hulpmiddelen. 72 Arbouw Postbus 213 3840 AE Harderwijk T 0341 46 62 00 F 0341 46 62 11 [email protected] www.arbouw.nl Voor vragen over arbeidsomstandigheden: infolijn 0341 46 62 22 bestelcode: 08-122 ISBN: 9789077286838