Tussen wal en schip

advertisement
Tussen wal en schip
15 Praktijkvoorbeelden van afwijzing Doelgroepenregister
Inventarisatie uitgevoerd door Cedris, vereniging voor sociale werkgelegenheid
1
Een doos dichtvouwen aan het eind van de lijn is mogelijk…
Casus waarbij bij een loonwaarde van 42% zowel de aanvraag Beschut werk als de indicatie
Banenafspraak zijn afgewezen (regio: Zuid-Oost Nederland)
Meneer A (26) heeft tot zijn 18e in Somalië gewoond. School heeft hij daar nauwelijks gevolgd omdat het land in
oorlog was en de school dienst deed als opvangplaats, ziekenhuis en magazijn. Hij is in het kader van de
Participatiewet geplaatst bij sociaal werkbedrijf B in een productiefunctie. Zijn loonwaarde is 24%, daarmee
voldoet hij niet aan de instroomeisen. Toch besluiten werkgever en gemeente hem een dienstverband van 6
maanden te geven in de verwachting dat er een (kleine) stijging in loonwaarde te behalen valt.
Meneer heeft een – objectief aangetoond – IQ van 56. De werkgever merkt dagelijks de gevolgen van dit
beperkte verstandelijke vermogen. Elke ochtend wordt meneer verteld waar hij moet gaan zitten en welk werk hij
mag gaan doen. Zijn werkgeheugen is beperkt. Hij kan de instructie vergeten. Deze week pakt hij plastic
bekertjes in. ’Waar is het plakband?’, vraagt hij zich dan regelmatig af. De werkleiding poogt taakroulatie voor alle
medewerkers na te streven, zo ook voor meneer. Hij werkt echter het beste in de lijn, waardoor hij zijn deeltaak in
een door anderen bepaald tempo moet uitvoeren. Zelfstandig werken is niet mogelijk. Hij houdt de concentratie
niet vast, vergeet de instructie en gaat om zich heen kijken. Een doos dichtvouwen als hij aan het eind van een
lijn staat, is mogelijk. Maar een doos vullen met een deel van de inhoud (10 stuks) aan het begin van de lijn is niet
mogelijk. Dus intensieve begeleiding is noodzakelijk, ook in de toekomst. Meneer A erkent dat hij niet alleen kan
werken. Fouten in de productie ontstaan doordat hij een eigen invulling geeft aan de instructie. De werkleiding
heeft de indruk dat dit niet opzettelijk gebeurt (psychologisch rapport spreekt over het maken van eigen regels en
eigenwijsheid) maar uit onmacht. Men neemt een onbeholpen houding waar, hij laat in zijn gedrag zien dat hij niet
goed weet waar hij mee bezig is. Meneer beheerst de Nederlandse taal onvoldoende. Hij heeft traumatische
jeugdervaringen.
Aanvraag
De loonwaarde van mijnheer A (gemeten door de arbeidsdeskundige van UWV) is 24%. De gemeente heeft voor
mijnheer A zowel indicatie banenafspraak als een advies beschut werk aangevraagd.
Conclusie UWV
UWV heeft op beide aanvragen afwijzend gereageerd (begin oktober 2015). UWV is van mening dat deze
kandidaat regulier kan werken en in staat is om twee drempelfuncties zonder begeleiding uit te voeren.
Reactie
Bezwaar maken tegen advies Beschut Werk is niet mogelijk. De gemeente heeft bezwaar ingediend tegen de
afwijzing indicatie Banenafspraak. UWV zou 23 februari 2016 uitspraak doen, maar heeft uitstel gevraagd tot 8
maart 2016.
2
Op tijd signalen herkennend van psychisch lijden…
Casus waarbij bij een loonwaarde van 42% de indicatie Banenafspraak is afgewezen (regio: Zuid-OostNederland)
Meneer B (27) heeft een traumatische jeugd genoten in Angola. Hij groeide op ten tijde van de burgeroorlog en
vluchtte als alleenstaand minderjarig asielzoeker op 13-jarige leeftijd naar Nederland. Zijn ouders waren toen al
overleden. Hij heeft een loonwaarde (februari 2015) van 42%. Meneer heeft moeite met organiseren, omgaan met
veranderingen en tegenslag. Zijn begripsvermogen is beperkt. In combinatie met weinig vertrouwen in eigen
kunnen laat hij een laag werktempo zien. Meneer is bedachtzaam, doet zijn best om uit te stralen dat het
emotioneel goed met hem gaat. In een kort gesprek kan hij dat beeld in stand houden. Doorvragen leidt tot meer
inzicht. Daarvoor moet men zijn vertrouwen winnen. Samen met een beperkte beheersing van de Nederlandse
taal leidt dit tot een medewerker met een grote aandachtbehoefte: begripvol en op tijd signalen herkennend van
psychisch lijden door angst, herbeleving of emotionele uitingen. Plus de altijd aanwezige angst voor het moment
dat de Nederlandse regering hem terug stuurt.
Aanvraag
Er is sprake van een grote begeleidingsbehoefte van ca. 1 uur en 15 minuten per dag. In combinatie met de
loonwaarde van 42% deed dit de gemeente besluiten een indicatie banenafspraak aan te vragen.
Conclusie UWV
De indicatie banenafspraak is afgewezen (medio maart 2015). UWV oordeelt dat er geen sprake is van ziekte of
gebrek maar van andere factoren waardoor de klant moeilijk aan het werk kan komen. “De verzekeringsarts ziet
geen aanleiding een onderzoek uit te voeren om de klachten in beeld te brengen. Uit het gesprek met de
arbeidsdeskundige en de aangeleverde gegevens komt voldoende naar voren dat er geen sprake is van klachten
die de klant belemmeren bij het uitvoeren van werkzaamheden.”
3
Lang staan is ook niet mogelijk…
Casus waarbij bij de indicatie Banenafspraak is afgewezen (regio: Zuid-Oost Nederland)
Mevrouw C (37) heeft sinds 2002 niet gewerkt. Zij is fors beperkt in het gebruik van haar linker (niet dominante)
arm en hand. Onderzoek loopt naar de aanwezigheid van neuralgische amyotrofie, een zenuwaandoening. Lang
staan is ook niet mogelijk. Daarnaast heeft zij te kampen met angstklachten.
Aanvraag
De gemeente heeft voor mevrouw een indicatie Banenafspraak aangevraagd.
Conclusie UWV
UWV heeft de aanvraag banenafspraak afgewezen (medio juli 2015). UWV acht mevrouw in staat tot uitvoer van
minimaal 1 drempelfunctie, te weten portier. “Dit is fysiek licht werk. Mocht tillen of dragen voorkomen, dan kan
van de werkgever worden verwacht dat hiervoor een praktische oplossing bedacht wordt”
Reactie
Het sociaal werkbedrijf heeft mevrouw geen bemiddeling geboden omdat klachten te complex waren.
Arbeidstoeleiding in combinatie met hulpverleningstraject moet eerst gestart worden.
4
Hij heeft zijn Wsw-indicatie opgegeven omdat hij bij een kennis kon komen werken…
Casus waarbij aanvraag indicatie banenafspraak en advies medische urenbeperking beide zijn afgewezen
waarbij de persoon in het verleden een WSW indicatie heeft gehad, maar deze was verlopen (regio:
Randstad)
Client D is een 43-jarige man afkomstig uit Irak en sinds 2000 woonachtig in Nederland. Meneer spreekt en
verstaat redelijk Nederlands. Hij wordt voorgedragen voor een indicatie banenafspraak omdat hij binnen is
gekomen in een regulier re-integratietraject vanuit de sociale dienst, maar vanaf 2009 een Wsw-indicatie heeft
gehad, die in 2011 nog verlengd is met 5 jaar. Hij is in die periode in dienst gekomen van het SW-bedrijf maar is
vanwege medische uitval weer ziek uit dienst gegaan. Hij heeft zijn Wsw-indicatie opgegeven in een later stadium
omdat hij bij een kennis kon komen werken en dat wilde aannemen en “gewoon” aan het werk wilde. Helaas
stond hij na een jaar weer op straat. Cliënt wordt ondersteund door middel van maatschappelijk werk via
Kwadraat.
Reden aanvraag
De gemeente vraagt voor cliënt D zowel een indicatie banenafspraak als een advies medische urenbeperking
aan.
- Cliënt was Wsw-doelgroep en was dat nog steeds geweest als hij niet (tegen adviezen in) vrijwillig afstand had
gedaan van de Wsw-indicatie. Toekenning op psychische gronden (in combinatie met allergieën/ astma).
- Depressie, moeite met geheugen/ onthouden en concentratie, astma/ allergieën, neiging tot terugtrekken/
afzondering, beperkt in samenwerken.
- Cliënt denkt zelf wel fulltime te kunnen werken, advies medische urenbeperking is aangevraagd omdat de
ervaring met de cliënt is, dat hij met parttime werken al teveel moeite had vanwege de energetische en
psychische beperkingen.
Conclusie UWV
- Met betrekking tot het advies urenbeperking wordt gerefereerd aan een WIA beoordeling uit 2011 waarin cliënt
voor 40 uur per week belastbaar werd geacht en geen verlies van verdiencapaciteit werd geconcludeerd. (Dit
terwijl hij dus eerder ziek uit dienst is gegaan bij het sociaal werkbedrijf). Dit wordt gecombineerd met dat cliënt
zichzelf sociaal wenselijk opstelt en in het gesprek met de VA aangeeft geen last van zijn klachten meer te
hebben (hij wil tenslotte graag aan het werk) en de werkbegeleider van het re-integratiebedrijf bevestigt dat cliënt
momenteel (vrijwillig op eigen verzoek) 36 uur werkt op de startwerklocatie (geen reguliere werkomgeving, reintegratie afdeling). Dit leidt gezamenlijk tot geen advies medische urenbeperking.
- De arbeidsdeskundige vergelijkt de mogelijkheden van cliënt aan de drempelfuncties Bezorger apotheek en
Productiemedewerker B en stelt vast dat hij in staat is beide uit te voeren en “daarmee niet behoort tot de
doelgroep van de banenafspraak”. Ook nu weer bevestigt meneer sociaal wenselijk dat hij dat inderdaad best wel
kan doen.
Reactie consulent sociaal werkbedrijf/sociale dienst:
Het proces en de conclusies daaruit zijn te volgen en correct uitgevoerd. Het gevolg is wel dat iemand die
voorheen wel onder de Wsw viel, nu niet wordt toegelaten tot de doelgroep banenafspraak. Onder andere deze
casus is voor ons aanleiding geweest om zoveel mogelijk een begeleider mee te laten gaan naar de
beoordelingsgesprekken in verband met overzicht, begrip, relativering van het zelfbeeld en sociaal wenselijke
antwoorden.
5
De kans op uitval in een werksituatie is groot…
Casus waarbij aanvraag indicatie banenafspraak is afgewezen (regio Zuid)
Mevrouw E is een 40 jarige alleenstaande vrouw die bij haar moeder inwoont. Zij heeft een aangeboren
aandoening van het bewegingsapparaat, waar zij in haar jeugd behandeling voor heeft gekregen. Ondanks deze
behandeling zal zij levenslang last krijgen van klachten passend bij haar aandoening. Zij zal werkzaam moeten
zijn in de nabije omgeving van een toiletvoorziening omdat zij regelmatig hiervan gebruik moet maken. Voor
vervoer is zij afhankelijk van haar moeder omdat zij niet in staat is om met eigen en openbaar vervoer van en
naar haar werk te gaan. De kans op uitval in een werksituatie is groot.
Reden aanvraag
Bij mevrouw E is er sprake van chronische medische beperkingen. Er zijn beperkingen op het gebied van
dynamische handelingen en statische houdingen. Verder zijn er aanpassingen gewenst aan de fysieke
omgevingseisen. Deze beperkingen vergen aanpassingen die niet gerealiseerd kunnen worden in een normale
werkomgeving.
Onderzoeksvraag
Behoort mevrouw E tot de doelgroep van de banenafspraak?
Mevrouw E komt in aanmerking voor een indicatie banenafspraak als zij:
- Door ziekte of gebrek dusdanige beperkingen heeft dat zij niet in staat is om het wettelijk
minimumloon te kunnen verdienen;
- De beperkingen vanaf het moment van beoordeling nog minimaal 6 maanden voortduren;
- Er geen vorm van ondersteuning (begeleiding of voorziening) mogelijk is waardoor hij/zij alsnog het wettelijk
minimumloon kan verdienen.
Oordeel UWV
Mevrouw E kan één drempelfunctie uitvoeren en behoort daarom niet tot de doelgroep van de banenafspraak.
Reactie consulent
“In de praktijk blijkt echter dat zij zeer moeilijk plaatsbaar is gezien haar beperkingen en de voorzieningen die
nodig zijn. Mevrouw E heeft diverse sollicitaties verricht en nog niet het gewenste resultaat bereikt. Een betaalde
baan via de banenafspraak lijkt mij op dit moment het meest haalbare."
6
De rode draad is hierbij dat zij overschat wordt…
Casus waarbij aanvraag indicatie banenafspraak en advies medische urenbeperking beide zijn afgewezen
(Randstad)
Cliënt mevrouw F is een 32-jarige alleenstaande moeder en daarnaast mantelzorger voor haar beide ouders.
Nadat ze op school vanwege gedragsproblemen slecht meekwam, heeft ze later toch nog een MBO2 opleiding
afgerond. Ze heeft verschillende banen gehad op het gebied van receptie/ telefonische/ barwerkzaamheden,
maar het is haar nooit gelukt dit duurzaam vast te houden. De rode draad is hierbij dat zij overschat wordt, zelf
haar grenzen niet goed kent en kan bewaken en vastloopt door verstoringen, wisselingen en onduidelijkheden.
Reden aanvraag
- de gemeente verwacht dat mevrouw F voorheen in aanmerking zou zijn gekomen voor de Wsw vanwege de
behoefte aan organisatorische aanpassingen (oa structuur, planning, werkdruk) en begeleiding (oa grenzen
bewaken, conflicthantering).
- psychische en gedragsproblematiek (Borderline persoonlijkheidsstoornis, middelenmisbruik in remissie),
gediagnosticeerd door N (Klinisch Centrum Psychiatrie en Verstandelijke Beperking) en rapport hiervan
meegestuurd bij aanvraag. Doorverwijzing reguliere GGZ naar N omdat men merkte dat de behandelvormen te
snel voor haar gaan en ze ondersteuning nodig heeft. Uiting problematiek vooral op gebied van emotie- en
crisisbeheersing.
- Het omgaan met gebeurtenissen en emoties kosten mevrouw F energie. Ze ziet zichzelf niet fulltime werken.
- Werkervaring heeft aangetoond dat zij wel in staat is een baan te verkrijgen (ze ziet er representatief uit, is
verbaal sterk en kan een nette brief schrijven), maar niet kan voldoen aan de eisen die een reguliere baan aan
haar stelt.
Conclusie UWV
- “Er is op de 18e verjaardag sprake van een beperking van de belastbaarheid als rechtstreeks en medisch te
objectiveren gevolg van ziekte of gebrek. Dit zal nog minstens 6 maanden duren. Beperkt ten aanzien van
omgaan met stress en andere mentale eisen. Cliënt F is niet goed bestand tegen werken onder grote tijdsdruk,
werken met veel deadlines of werken onder sterk wisselende omstandigheden. Er is behoefte aan persoonlijke
begeleiding gericht op het kanaliseren van emoties die te sterk worden”
- “Er is geen aanleiding een medische urenbeperking op te leggen, noch om energetische of preventieve
redenen, noch vanwege beperkte beschikbaarheid. Dat cliënt als alleenstaande moeder de zorg voor haar 4jarige zoontje heeft is een externe factor geen medische.” De beperkte inzetbaarheid wordt door de VA dus enkel
en volledig aan de externe factoren geweten.
- “Cliënt is in staat een drempelfunctie uit te voeren in een arbeidsorganisatie, oftewel ze is in staat het wettelijk
minimumloon te verdienen in een reguliere baan. Hiermee is tegelijkertijd vastgesteld dat cliënt een taak kan
uitvoeren in een arbeidsorganisatie. Het gaat om niet stresserende werkzaamheden op een vaste werklocatie.
Cliënt is aangewezen op routinematig werk, waarbij de handelingen achter elkaar plaatsvinden, in een normaal
handelingstempo. Deadlines en storingen mogen voorkomen. Omgaan met emoties en problemen van anderen is
niet mogelijk”.
AD toetst cliënt aan de volgende drempelfuncties en acht alle drie mogelijk: medewerker bloemzaadproductie,
afbiester, productiemedewerker B. Mevrouw F behoort daarom niet tot de doelgroep van de banenafspraak.
Reactie
Het oordeel over de geschiktheid voor de drie drempelfuncties toont hoe theoretisch de beoordeling is. Want als
er érgens sprake is van druk op handelingstempo en deadlines dan is het wel in de productiesector.
Deze casus toont vooral het grote verschil tussen de zeer theoretische beoordeling en de praktijk. Ook maakt het
verschil in beoordelingsgronden (beoordeling t.o.v. drempelfuncties) ten opzichte van de Wsw-beoordeling
(bovenmatige aanpassingen en begeleiding noodzakelijk) dat mensen die voorheen wel onder de Wsw zouden
vallen, niet tot de doelgroep banenafspraak zullen worden gerekend.
7
De combinatie werk, huishouden en zorg voor kinderen vond ze te zwaar...
Casus waarbij aanvraag indicatie banenafspraak, advies medische urenbeperking en advies beschut
allemaal zijn afgewezen (regio Randstad)
Cliënte mevrouw G is alleenstaande moeder (39 jaar) van twee kinderen (4 en 13 jaar). Zij is in 2007 gevlucht uit
Irak waar haar eerste man is vermoord. Haar tweede man woont in het buitenland. Cliënte heeft nog nooit
gewerkt, ze heeft ook geen idee wat dat betekent en wat voor werk ze zou kunnen doen. Zij heeft 3 maanden 17
uur per week gewerkt in het kader van een diagnosetraject. De combinatie werk, huishouden en zorg voor
kinderen vond ze te zwaar. Het oudste kind heeft psychische problemen en zit op speciaal onderwijs. Opvang
vinden voor haar kinderen vindt ze moeilijk, ze vertrouwt mensen niet.
Reden aanvraag
-
beperkingen aan het bewegingsapparaat (nek, lage rugklachten)
beperkingen ademhaling als gevolg van allergie (astma)
psychische problematiek (oorlogstrauma, in 2009 suïcidepoging) en daardoor niet volledig kunnen
functioneren, gebruikt antidepressiva
klachten zijn geobjectiveerd door GGD en GGD advies luidt dat cliënt arbeidsgeschikt is voor fysiek licht
en stressarm werk met afwisselend zitten, staan en lopen voor 16 uur per week.
extra ondersteuning / begeleiding op het werk nodig i.v.m. communicatie, nog nooit gewerkt, forse
beperkingen (o.a. in de omgang met andere mensen)
Conclusie UWV
-
-
Er is sprake van fysiek, lichte beperkingen, zwaar optillen en dragen is beperkt, stof is een probleem.
Cliënte lijkt weinig gemotiveerd en vertoont matig herstelgedrag. Een deel van de beperkingen wordt
(mede) veroorzaakt door sociale omstandigheden.
Cliënte wordt momenteel niet behandeld en er bestaan nog mogelijke interventies. Prognose is goed bij
goede behandeling.
Cliënte heeft geen urenbeperking
Cliënte kan één drempelfunctie uitoefenen (productiemedewerker of productiemedewerker inpak) en
komt daarom niet in aanmerking voor indicatie Banenafspraak.
Er is geen noodzaak tot extra begeleiding waardoor zij extra aangewezen zou zijn op beschut werk.
8
Hij is van 1997 tot 2010 af en toe korte periodes werkzaam geweest bij diverse uitzendbureaus…
Casus waarbij aanvraag indicatie banenafspraak, advies medische urenbeperking en advies beschut
allemaal zijn afgewezen (regio Randstad)
Cliënt mijnheer H is een 56-jarige gehuwde man afkomstig uit Eritrea. Hij heeft twee volwassen kinderen. Hij is in
1989 naar Nederland gekomen. Hij heeft via re-integratietrajecten diverse cursussen/ opleidingen gevolgd voor
heftruck, metaalbewerking, Mig/Mag lassen en de opleiding tot Beveiliger. Hij is van 1997 tot 2010 af en toe korte
periodes werkzaam geweest bij diverse uitzendbureaus. De diverse trajecten hebben niet geleid tot een
duurzaam dienstverband. Cliënt was hier erg teleurgesteld over.
Reden aanvraag
-
chronische stofwisselingsziekte
spierpijn in benen en rug
leverklachten
suikerziekte
hoge bloeddruk en cholesterolgehalte
slaapproblemen
klachten zijn geobjectiveerd door de GGD, in twee aparte periodes. Op 13 mei 2013 luidt het GGD
advies dat cliënt energetisch beperkt is door de stofwisselingsziekte. Er zijn stoornissen in het
hormonaal stelsel. Verder is hij beperkt t.a.v. lang staan en lopen. Hij is arbeidsgeschikt geacht voor licht
werk waarbij hij kan afwisselen tussen zitten, staan en lopen, voor maximaal 20 uur per week. Naar
aanleiding van een nieuw GGD advies van 31 maart 2015 werd aangegeven dat het advies ten opzichte
van de vorige keer gezien zijn medische situatie onveranderd is gebleven, dit geldt ook voor de
urenbeperking.
Conclusie UWV
-
-
Er is sprake van beperkingen door ziekte of gebrek ten aanzien van staande en gebogen houdingen.
Evenals langdurige boven schouderhoogte werken en zwaar en zeer frequent tillen. Ook zijn werken in
onregelmatige en/of nachtdiensten en werken in de kou niet geschikt voor cliënt.
Cliënt heeft geen arbeidsduur beperking
Cliënt is niet aangewezen op organisatorische of technische aanpassingen of begeleiding, vandaar dat
het advies voor Beschut negatief is.
Cliënt komt gemotiveerd over.
Volgens de arbeidsdeskundige van het UWV is cliënt in staat één drempelfunctie uit te voeren, waardoor
hij dus niet tot de doelgroep Banenafspraak behoort.
De arbeidsdeskundige toetst cliënt aan de volgende drempelfuncties: Bezorger en productiemedewerker
B.
Reactie
De functie van bezorger wordt vanwege een gebrek aan rijbewijs en het buitenwerk door cliënt als niet
uitvoerbaar bestempeld. De functie van productiemedewerker B lijkt echter wel uitvoerbaar. Cliënt heeft
tijdelijk licht productiewerk met een laag handelingstempo verricht in het laatste re-integratietraject. Na 3
weken moest hij zich ziekmelden door fysieke overbelasting ten gevolge van de werkzaamheden. Uitvoering
van de functie productiemedewerker B zou in de praktijk in een regulier bedrijf niet haalbaar zijn voor cliënt.
Het vermoeden is dat cliënt deze inschatting niet reëel kan maken.
9
De werkzaamheden zijn aangepast aan de mogelijkheden van betrokkene…
Casus van werkzoekende met een (in de praktijk vastgestelde) lage loonwaarde, die niet tot het Landelijk
Doelgroepenregister is toegelaten (regio: Zuid)
Medewerker mijnheer J is sinds 01-11-15 werkzaam in een dienstverband, waarbij hij
assemblagewerkzaamheden verricht die repeterend worden herhaald. Het werk is eenvoudig en kan snel worden
aangeleerd door middel van voordoen, afkijken en nadoen. Op deze lijn wordt door een werkleider ondersteuning
geboden, dus er kan teruggevallen worden op collega’s of leidinggevende. De werkzaamheden zijn aangepast
aan de mogelijkheden van betrokkene: mijnheer J mag langzamer werken, de werktijden zijn licht aangepast, het
takenpakket is op onderdelen aangepast (<20% is aangepast), kleine meeneembare voorzieningen zijn getroffen
(stoel, ergonomische hulpmiddelen) en betrokkene wordt enigszins ontzien in fysiek belastend werk.
Reden aanvraag
Binnen de dienstverlening van het sociaal werkbedrijf wordt ernaar gestreefd werkzoekenden te plaatsen in
dienstverbanden die qua werkzaamheden en omstandigheden lijken op de drempelfuncties die door het UWV
worden aangegeven als functies waarmee de werkzoekenden het WML kunnen verdienen. Toch constateren we
in de praktijk dat er dan toch nog een verminderde loonwaarde wordt vastgesteld en deze wordt geobjectiveerd
via een Dariuz loonwaardemeting. De gemeten loonwaarde is 49,4% in verband met beperkte
stressbestendigheid / flexibiliteit / werktempo.
Conclusie UWV
UWV wijst de aanvraag Indicatie Banenafspraak af met de volgende onderbouwing: “klant heeft arbeidsvermogen
en kan drempelfunctie vouwer uitoefenen. Dit werk bestaat uit het machinaal vouwen van gewassen en gedroogd
platgoed zoals lakens, handdoeken, theedoeken, etc. Het werk wordt in gangbare dagdienst gedaan aan de
schone kant van een wasserij voor wit- en textielgoed voor onder meer ziekenhuizen en vakantieparken. Het werk
bestaat uit eenvoudige handelingen die repeterend worden herhaald. Vanwege het eenvoudige en repeterende
karakter van het werk kan het ook door klant snel worden aangeleerd door middel van voordoen, afkijken en
nadoen, en vervolgens adequaat worden uitgevoerd. Men kan hierbij terugvallen op collega’s of leidinggevende
maar gelet op het eenvoudige karakter van de arbeid zal dit hooguit incidenteel nodig zijn. De functie past binnen
de mogelijkheden van de klant zodat hij in staat kan worden geacht het WML te verdienen’
10
Het werk is eenvoudig en kan snel worden aangeleerd door middel van voordoen, afkijken en nadoen…
Casus van werkzoekende met een (in de praktijk vastgestelde) lage loonwaarde, die niet tot het Landelijk
Doelgroepenregister is toegelaten (regio: Zuid)
Betrokkene de heer K start 01-03-16 in een dienstverband, waarbij hij assemblagewerkzaamheden verricht die
repeterend worden herhaald. Het werk is eenvoudig en kan snel worden aangeleerd door middel van voordoen,
afkijken en nadoen. Op deze lijn wordt door een werkleider ondersteuning geboden, dus er kan teruggevallen
worden op collega’s of leidinggevende. De werkzaamheden zijn aangepast aan de mogelijkheden van
betrokkene: mag langzamer werken, takenpakket is op onderdelen aangepast (<20% is aangepast) en
betrokkene wordt enigszins ontzien in fysiek belastend werk.
Reden aanvraag
Binnen de dienstverlening van het sociaal werkbedrijf wordt ernaar gestreefd werkzoekenden te plaatsen in
dienstverbanden die qua werkzaamheden en omstandigheden lijken op de drempelfuncties die door het UWV
worden aangegeven als functies waarmee de werkzoekenden het WML kunnen verdienen. Toch constateren we
in de praktijk dat er dan toch nog een verminderde loonwaarde wordt vastgesteld en deze wordt geobjectiveerd
via een Dariuz loonwaardemeting. De gemeten loonwaarde is 53,4% in verband met stressbestendigheid /
flexibiliteit / werktempo.
Conclusie UWV
De aanvraag Indicatie Banenafspraak is afgewezen met de volgende onderbouwing: “Volgens ons heeft hij geen
structureel functionele beperkingen als rechtstreeks en objectief aantoonbaar gevolg van ziekte of gebrek.”
11
Het werk is eenvoudig en kan snel worden aangeleerd door middel van voordoen, afkijken en nadoen…
Casus van werkzoekende met een (in de praktijk vastgestelde) lage loonwaarde, die niet tot het Landelijk
Doelgroepenregister is toegelaten (regio: Zuid)
Betrokkene mevrouw L is al geruime tijd actief in een werkstage bij het sociaal werkbedrijf, waarbij door haar
assemblagewerkzaamheden worden verricht die repeterend worden herhaald. Het werk is eenvoudig en kan snel
worden aangeleerd door middel van voordoen, afkijken en nadoen. Op deze lijn wordt door een werkleider
ondersteuning geboden, dus er kan teruggevallen worden op collega’s of leidinggevende.
Reden aanvraag
Op grond van het functioneren van mevrouw L is wordt een verminderde loonwaarde verwacht en is een
loonwaardemeting ingezet. Er wordt een indicatie banenafspraak aangevraagd.
Conclusie UWV
“Mevrouw L behoort niet tot de doelgroep banenafspraak. Zij kan de drempelfunctie uitoefenen van medewerker
bloemzaadproductie: eenvoudig, repeterend, fysiek licht werk zonder hoge tempodruk waaraan geen
opleidingseisen worden gesteld, waarbij de Nederlandse taal op eenvoudig niveau beheerst moet worden en dat
in gangbare, voltijdse dagdienst wordt verricht, belasting door duwen, trekken, tillen, dragen is gering,
overwegend staande en voor een deel zittend werk, ongeveer elke 30 minuten afwisselen door kort lopen”.
12
Een aantal jaar geleden is de diagnose vastgesteld…
Casus van werkzoekende met psychische beperkingen, die niet tot het Landelijk Doelgroepenregister is
toegelaten (regio: Zuid)
Betrokkene mijnheer M is een 37 jarige man met psychische beperkingen. Hij heeft regulier werkervaring, maar
dit is niet makkelijk gegaan en uiteindelijk telkens fout gelopen. Hij heeft zich lang staande gehouden door o.a.
veelvuldig THC (Cannabis) te gebruiken.
Het heeft lang geduurd voordat hij inzag wat hij heeft, een aantal jaar geleden is de diagnose vastgesteld. Dhr. M
heeft veel moeite gehad om zijn beperking te accepteren en lijkt hier nog steeds moeite mee te hebben. Hij
overschat zichzelf in zijn mogelijkheden en legt de nadruk vooral op de ‘verknipte maatschappij en organisaties’.
Ook bij zijn laatste ontslag (Dichterbij) geeft hij als reden dat het lag aan de organisatie, terwijl het vermoeden is
dat hij niet kon voldoen aan de eisen.
De heer M werkt nu een aantal jaar op vrijwillige basis bij een lunchcafé en bij een kloosterhotel. Hij vindt zelf dat
dit heel goed gaat. Hij kan zich handhaven omdat hij o.a. wekelijks zijn eigen tijd kan indelen, verder krijgt hij veel
structuur en ondersteuning. Dit blijkt uit de bevindingen van de begeleiding. Dit is ook meegestuurd naar UWV.
Betrokkene is een harde werker maar samenwerken is heel lastig. Hij is geneigd om de zaken op zijn eigen
manier aan te pakken, zonder zich te realiseren welke afspraken er zijn. Hij vindt het lastig om zich aan bekende
afspraken te houden, of om op een constructieve manier hier het overleg over aan te gaan.
Verder is hij snel overprikkeld en heeft moeite om dingen te verwerken. Het komt bij hem allemaal anders binnen
dan gemiddeld en het is snel teveel. Vanwege zijn achtergrond en beperkingen heeft hij echter wel werk nodig
waarbij hij zijn intelligentie moet gebruiken, anders wordt hij boos en gefrustreerd.
Gezien zijn beperkingen, kan dhr. M ook niet meer dan halve dagen werken. Dit heeft met zijn beperkte energie
te maken (vanwege prikkelverwerking). Hij heeft veel rustmomenten nodig. Het combineren van thuis en werk is
daarom heel moeilijk, dit kost hem veel meer energie dan gemiddeld. Dit heeft weer te maken met zijn beperkte
vaardigheden m.b.t. plannen en organiseren.
Conclusie UWV
Dhr M wordt niet gerekend tot de doelgroep Banenafspraak.
Rekening houdend met de beperkingen kan klant bijvoorbeeld nog de volgende drempelfunctie verrichten:
facilitair medewerker. Deze drempelfunctie is passend omdat:
Voor de functie geldt dat er sprake is van werkzaamheden die gestructureerd van aard zijn Het werk biedt
daarentegen wel enige variatie gua beweging en inhoud waardoor de aandacht niet langdurig op een
informatiebron gericht hoeft te worden en er geen sprake is van eentonig werk In deze functie is er altijd een
meewerkend voorman aanwezig die de continuïteit kan waarborgen. Verder worden er geen hoge eisen aan
sociale vaardigheden gesteld.
Daarnaast is de volgende drempelfunctie ook passend: assistent hovenier
UWV vindt bovendien dat dhr. M fulltime kan werken. Volgens UWV zijn er geen medische redenen die dit
zouden belemmeren.
Reactie consulent
De indicatie is onterecht afgewezen. Dhr. M is een complex persoon en zeer moeilijk plaatsbaar. Omdat hij
redelijk intelligent is en beperkt inzicht heeft in zijn eigen beperkingen, wordt hij snel overschat. Dit is blijkbaar ook
gebeurd bij de UWV-keuring. UWV heeft de eigen bevindingen van betrokkene hierbij als leidend genomen.
13
Zo heeft dhr. M onder andere vermeld dat hij best kan werken, als de gemeente maar de ideale baan voor hem
heeft. Daarnaast heeft hij aangegeven dat zijn laatste reguliere baan (bij Dichterbij) heel goed is gegaan. De
reden van ontslag daar heeft hij buiten zichzelf gelegd.
UWV heeft deze indrukken meegenomen in de rapportage en beslissing. Dit terwijl in de aanmelding duidelijk is
aangegeven dat hij zich overschat en geen goed inzicht heeft in zijn beperkingen en gedrag.
Dhr. M is in de praktijk zeer moeilijk plaatsbaar, zelfs met subsidie. Zoals aangegeven, heeft dhr. M enige
uitdaging nodig (hij is intelligent) en vrijheid, maar aan de andere kant veel structuur duidelijkheid en begeleiding.
Assistent hovenier en facilitair medewerker zijn absoluut niet passend. Hij heeft een tijd bij groen gewerkt en werd
er zeer gefrustreerd en gespannen. Zeker als hij fulltime zou moeten werken.
Op dit moment wordt hij dan ook niet actief bemiddeld, omdat hij nauwelijks plaatsbaar is. Hij blijft voorlopig
werken in zijn vrijwillige baan.
Bovenstaande staat haaks op de bevindingen van UWV.
Bovendien heeft UWV beslist dat dhr. M hele dagen kan werken. Hierbij niets gedaan met het feit dat dhr. M
gezien zijn beperking/aandoening zeer veel moeite heeft met plannen en organiseren. Hij is meerdere malen
uitgevallen met de reden dat hij de combinatie werk en thuissituatie niet aankan.
14
De kans dat hij vaak te laat aankomt is vrij groot…
Casus van werkzoekende met chronische medische beperkingen, die niet tot het Landelijk
Doelgroepenregister is toegelaten (regio: Zuid)
De heer N heeft motorische beperkingen. Als gevolg hiervan loopt hij met krukken en een orthopedisch schoeisel.
Zo heeft hij tijd nodig om van zijn stoel af te komen om daarmee te kunnen staan en lopen. Tijdens het gesprek
heeft hij aangegeven dat de kans op uitval vanwege zijn beperkingen groot zal zijn. Daarom zal een no-risk polis
voor een werkgever interessant zijn om daarmee de kosten vanwege uitval te kunnen opvangen. Verder moet
een werkgever flexibel zijn voor wat betreft aanvang werkzaamheden. Hij heeft namelijk veel tijd nodig om zich
aan te kleden en zich klaar te maken om naar het werk te gaan. De kans dat hij vaak te laat aankomt is vrij groot.
Als een werkgever hierin niet flexibel kan opstellen, dan houdt het op en worden zijn kansen op het verkrijgen en
behouden van werk minimaal.
Bij de heer N is er sprake van chronische medische beperkingen. Er zijn beperkingen op het gebied van
dynamische handelingen en statische houdingen. Verder zijn er aanpassingen gewenst aan de fysieke
omgevingseisen. Deze beperkingen vergen aanpassingen die niet gerealiseerd kunnen worden in een normale
werkomgeving.
Onderzoeksvraag
Behoort de heer N tot de doelgroep van de banenafspraak?
De heer N komt in aanmerking voor een indicatie banenafspraak als hij:



Door ziekte of gebrek dusdanige beperkingen heeft dat zij niet in staat is om het wettelijk minimumloon
te kunnen verdienen;
De beperkingen vanaf het moment van beoordeling nog minimaal 6 maanden voortduren;
Er geen vorm van ondersteuning (begeleiding of voorziening) mogelijk is waardoor hij/zij alsnog het
wettelijk minimumloon kan verdienen.
Conclusie UWV
De heer N kan volgens UWV één drempelfunctie (telefonist/receptionist) uitvoeren en behoort daarom niet tot de
doelgroep van de banenafspraak. Dit is echter in de praktijk niet haalbaar, omdat hij moeite heeft met op tijd
komen zoals eerder aangegeven en kans op uitval groot is. Een betaalde baan via de banenafspraak is voor de
heer N het meest haalbare.
NB. Voor de aanvraag is een medisch belastbaarheidsrapportage en arbeidsdeskundig rapportage van Apac als
bijlage meegestuurd. De kwaliteit van de rapportage wordt gelezen door een arbeidsdeskundige van UWV en
deze merkt op dat de rapportage van Apac weinig toevoegt aan de informatie die bij Team Diagnose bekend zijn.
15
Een autistische jongen die zijn kamer niet uitkomt…
Casus van werkzoekende met chronische medische beperkingen, die niet tot het Landelijk
Doelgroepenregister is toegelaten (regio: Zuid-West Nederland)
P is een autistische jongen (begeleid wonen RIBW) die zijn kamer niet uitkomt. Op de verschillende afdelingen
van het sociaal werkbedrijf is het niet gelukt om hem daar te handhaven. Er is een uitgebreid dossier en
verschillende verslagen.
Er is een aanvraag doelgroepregister ingediend.
Conclusie UWV
Volgens UWV is P in staat om met zijn beperkingen in een geïsoleerde setting zaadjes te poten. Omdat hij deze
drempelfunctie kan vervullen wordt hij niet gerekend tot de doelgroep van de banenafspraak.
Argumentatie UWV: Dit betreft een functie met duidelijke en routinematige taken in een rustige werkomgeving
waarin geen sprake is van stresserende aspecten zoals deadlines, productiepieken of een hoog/ dwingend
handelingstempo. Klant werkt met enkele collega’s in de kas, maar heeft een eigen deeltaak.
Conflicthantering in face to face contact is geen onderdeel van de taakinhoud waardoor de kans op
conflicten met bijvoorbeeld collega’s niet groter is dan in het gewone dagelijkse leven. Er worden
geen specifieke diploma eisen gesteld: voltooid basisonderwijs en beheersing van de Nederlandse
taal is voldoende. Hieraan voldoet de klant.
16
Download