Naamgevingsconventie Servers Telematica

Elektromechanica en Telematica
Lange Kievitstraat 111-113 bus 43
2018 Antwerpen
Tel. 03 224 66 11 - Fax 03 224 66 05
[email protected]
Naamgevingsconventie
Versiebeheer
Versie
V0.1
V0.2
V0.3
V0.4
V0.5
V0.6
V0.7
V0.8
V0.9
Aanpassing
Origineel document
Toevoeging clusters
Toevoeging AD Groepen
Herwerking max 15 karakters
Toevoegen service accounts
Toevoeging RestrictedGroupPolicies
Correcties i.s.m. Jos Hennissen
Applicaties die geneste groepering ondersteunen
Locatie van gebruikersgroepen
Naam
Ben Geerts
Ben Geerts
Ben Geerts
Ben Geerts
Ben Geerts
Ben Geerts
Ben Geerts
Jos hennissen
Ben Geerts
Ben Geerts
Datum
18/05/2014
02/06/2015
04/06/2015
12/06/2015
14/06/2015
04/09/2015
18/09/2015
01/04/2016
06/04/2016
Inhoud
1
Servers ............................................................................................................................................. 3
1.1
Algemene conventie ................................................................................................................ 3
1.1.1
Team/Eigenaar of origineel investeringsbestek (5)......................................................... 3
1.1.2
Locatie (1) ........................................................................................................................ 3
1.1.3
Tier (1) ............................................................................................................................. 4
1.1.4
Stand Alone of Cluster (2)................................................................................................ 4
1.1.5
Beschrijving (5) ................................................................................................................ 4
1.1.6
Nummering (1) ................................................................................................................ 5
1.2
Voorbeelden ............................................................................................................................ 5
1 Servers
1.1
Algemene conventie
Hieronder staat de algemene visie, elk van de cellen worden verder in het document uitgediept met
voorbeelden.
Team/Eigenaar of origineel
investeringsbestek (5)
Locatie
(1)
Tier (1)
Stand Alone of
Cluster (2)
Beschrijving
(5)
Nummering
(1)
1.1.1 Team/Eigenaar of origineel investeringsbestek (5)
Het idee hier is om een idee te geven wie er eigenaar is van het desbetreffende systeem door naar
de naam van de server te kijken. Het verhaal is opgesplitst in twee delen: Enerzijds de servers die
verkregen zijn via een bestek, anderzijds de servers die geïsoleerd zijn aangekocht via een bestelbon
of niet-EMT contract.
Voor dit deel zijn er 5 alfanumerieke karakters voorzien, zo kan men voor bestekken steeds de
besteknummers gebruiken (of de eerste 5 nummers van de bestekken) als eerste aanduiding van de
servers. Mocht in de levenscyclus van het systeem het besteknummer wijzigen, bijvoorbeeld van
investeringen naar onderhoudsbestek, wordt de computernaam niet mee gewijzigd om verwarring
te vermijden en beheersbaarheid te verhogen.
Voor systemen die niet via bestek bekomen zijn wordt de teamnaam en het jaartal van
aankoop/bestelling gebruikt. Mocht het een systeem zijn dat herbruikt wordt kan men opteren voor
het jaartal van installatie. De teamnaam wordt weergegeven door afkortingen, er kunnen er steeds
worden toegevoegd. De huidige gekende afkortingen zijn:
Afkorting
BMI
NET
KW
VHS
Teamnaam
Bewaking, Monitoring en Inspecties
Netwerk en Telematica
Kunstwerken
Verkeershandhavingssystemen
Als er ooit systemen vervangen zouden worden door onderhoudscontracten of defecten kan men
dezelfde computernaam gebruiken als voorheen door in Active Directory Users & Computers rechts
te klikken op het computerobject en vervolgens “Reset Computer account” te selecteren.
1.1.1.1 Voorbeelden
Besteksnummer
 12D04
 09F01
We zien hier dat wanneer een besteksnummer slechts 4 of minder karakters heeft, worden de
leegtes opgevuld met x’en.
Team/Jaartal
 BMI14 (BMI - 2014)
 NET15 (Netwerk &Telematica - 2015)
1.1.2 Locatie (1)
Omdat voor één project er meerdere servers kunnen zijn die elk hun geografische locatie kunnen
hebben worden deze met één alfanumeriek karakter aangeduid. Dit geldt voor zowel fysieke als
virtuele servers daar we voor een virtuele server hier de letter ‘V’ gebruiken. Hieronder wordt de
limitatieve lijst van mogelijkheden weergegeven.
Afkorting
7
B
3
N
P
V
X
C
Locatie
T-70
Anna-Bijns gebouw (datacenter)
Derde verdieping Anna-Bijns
Clusternaam
Pentagon (Gent)
Virtuele machines draaiend op fysieke machines in eigen beheer
Op locatie
Virtuele machines draaiend op fysieke machines niet in eigen beheer
(=cloud) vb: Amazon cloud
De letter X duidt op locatie aan, hiermee kunnen we zeggen dat het systeem in het veld aanwezig is,
maar niet geplaatst is één van de datacenters, voorbeelden hiervan zouden de tunnels kunnen zijn.
De letter N wordt gebruikt om een clusternaam aan te duiden die een cluster met verschillende
nodes beschrijft, zulke cluster zou in het ideale geval toch geen vaste locatie mogen hebben.
Mochten er veelgebruikte locaties zijn, kunnen deze hier worden ingevuld met hun eigen letter.
1.1.3 Tier (1)
Omdat voor één project er meerdere zogenaamde tiers kunnen zijn worden deze met één
alfanumeriek karakter aangeduid. Een tier duidt de omgeving aan waarin de server zich bevindt, zo
kan men bijvoorbeeld spreken van een productie en een ontwikkelomgeving.
Afkorting
P
A
D
T
S
Tier
Productie
Acceptatie
Development
Test
Sandbox
1.1.4 Stand Alone of Cluster (2)
Voor dit deel zijn wederom twee karakters voorzien waarbij er twee types te onderscheiden zijn:
Stand Alone systemen en Clusters
Afkorting
SA
C#
Systeem
Stand Alone systeem
Cluster waarbij # het clusternummer is
Het clusternummer duidt aan voor welke systemen per project samen in een cluster zitten, bijgevolg
heeft elk project en elk type server zijn eigen clusternummering. Het clusternummer wordt enkel
verhoogd indien alle andere veldwaarden hetzelfde zijn met uitzondering van de laatste twee
karakters die de nummering voorstellen. Voorgaande met uitzondering van het locatieveld omdat dit
kan verschillen bij geografisch verspreide clusters. Cluster 1 zal bijgevolg C1 als veldwaarde hebben
waarbij de tweede cluster voor dat project C2 als waarde zal hebben.
1.1.5 Beschrijving (5)
Dit veld beslaat maximaal vijf karakters, het mogen er dus minder zijn, de karakters zijn alfanumeriek
en hun bedoeling is dat ze de functie van het systeem aanduiden. De waarden zijn niet vast en dus
vrij kiezen naar eigen goeddunken.
1.1.6 Nummering (1)
Deze nummering wordt altijd voorzien, dit omdat men steeds in het achterhoofd moet houden dat
een systeem op een later tijdstip nog ontdubbeld kan worden. Bovendien verhoogd de nummering
wanneer twee systemen in één cluster zitten. Ook voor geografisch gespreide clusters verhoogt de
nummering desondanks dat ze een andere waarde hebben voor het locatieveld.
Mocht de nummering niet voldoen vanwege teveel systemen, komt er na 9, de letter A,B,C,…
1.2 Voorbeelden
1. 09F01BPSABICL1
a. 09F01 - Besteksnummer
b. B - Anna-Bijns (staat in het datacenter)
c. P - Productiesysteem
d. SA - Geen cluster maar Stand Alone systeem
e. BICCL - BICE Client systeem
f. 1 - De eerste nummer van het systeem
2. BMII15PTC1SensuA
a. BMI15 - Server wordt beheerd door het team BMI en is opgezet in het jaar 2015
b. P - Server staat in het Pentagon
c. T - Testsysteem
d. C1 - Het systeem behoort tot een cluster, het is de eerste cluster die beheerd wordt
door BEG.
e. Sensu - Het is een Sensu monitoring server
f. A - Het is node A van cluster 1. Merk op dat de A hier duid op het feit dat de getallen
op zijn en dat de cluster dus bestaat uit meer dan 11 systemen.