Het grindwinningsgebied waarvoor het herstructureringscomité bevoegd is en zoals afgebakend volgens het gewestplan is ca. 263 ha groot en behelst volgende twee zones: • Mechelse Heide Zuid Dit gebied situeert zich op het grondgebied van de gemeente Maasmechelen, ten zuiden van de Steenweg naar As (N763). • Mechelse Heide Noord Dit gebied situeert zich eveneens op het grondgebied van Maasmechelen, maar dan ten noorden van de Steenweg naar As, aan de overzijde van voormelde groeve Mechelse Heide Zuid. Aangezien inmiddels gebleken is dat de binnen het gewestplan afgebakende berggrindwinnings-gebieden niet zullen volstaan om de toegekende quotumtonnen berggrind te realiseren werd een ontwerp gewestelijk uitvoeringsplan ‘berggrindontginning Kempens Plateau’ uitgewerkt. Dit ontwerp-RUP is inmiddels definitief vastgesteld (20-05-2005). Middels dit RUP worden een drietal zones afgebakend als uitbreiding op voormelde zones: 1 deelgebied G1 (korte been L) vormt een uitbreiding van het gebied Mechelse Heide Zuid en situeert zich ten zuiden van deze groeve; 2 deelgebied G2 (spoorwegbocht) vormt een uitbreiding van het gebied Mechelse Heide Noord en situeert zich ten noorden van deze groeve op het grondgebied van de gemeente As; 3 deelgebied G3 (lange been L) vormt eveneens een uitbreiding van het gebied Mechelse Heide Zuid en situeert zich ten oosten van deze groeve. Het totale grindwinningsgebied inclusief deze uitbreiding is ca. 346 ha groot. Vroegere herinrichtingsvisie Mechelse Heide Zuid Vermits het gewestplan destijds voor deze groeve de nabestemming landbouw voorzag werd hier na ontginning het volledige terrein relatief vlak afgewerkt met een enkele meters (ca. 5 m) dikke laag dekgronden en met steilere hellingen rondom het gebied. Nadat middels de laatste gewestplanwijziging van 2001 de nabestemming werd gewijzigd naar bijzonder ontginningsgebied met nabestemming natuurgebied werd de landbouwactiviteit in het gebied stopgezet. Thans kent deze groeve dan ook spontane natuurontwikkeling. Mechelse Heide Noord Het herstructureringscomité opteerde in deze groeve voor een maximale ontgrinding waarna in de herstructureringsfase enkel de ontginningshellingen rondom de groeve, middels de bij ontgrinding vrijkomende dekgronden en storingslagen, afgezwakt werden tot relatief zacht glooiende, variërende taluds en waarbij dus het binnengedeelte van de ontginningsput niet werd heraangevuld. Gezien het gebied zich situeert tussen twee zeer uitgestrekte groengebieden werd geopteerd voor een nabestemming gericht op natuurontwikkeling, passend binnen de ruimere context van het plangebied: wintereikenbos, struweelzone, steilrand, zandvlakte met een gradiënt van droge naar natte heide, kleine verlandingspoelen, stuifduinen, grindpartijen, … . Voorts voorziet het plan een ontsluiting van het gebied via een boswandelpad rondom het gebied en een fietspad in het zuiden en het oosten. Op deze wijze wenste het comité in te spelen op de visie welke inmiddels uit allerlei hoeken werd gelanceerd om in de ruimere omgeving van het plangebied een nationaal park uit te bouwen. Anderzijds, hoewel het comité opteerde voor een herstructurering in functie van een nabestemming als natuurontwikkeling, wenste het comité evenwel een latere heraanwending van de groeve conform het gewestplan als ‘stortplaats voor huishoudelijk afval’ niet nodeloos te hypothekeren. Vandaar dat geopteerd werd voor een niet heraanvullen van de bodem. Voorliggende herinrichtingsvisie Inmiddels werd de nabestemming van beide voormelde groeves middels de gewestplanwijziging herzien waarbij na ontgrinding een herinrichting in het kader van natuurontwikkeling dient uitgewerkt, waarna (buiten de context van het Grinddecreet) beide voormelde groeves verder ontzand zullen worden en vervolgens weerom heringericht in functie van natuurontwikkeling. Middels voorliggend RUP werden vervolgens drie uitbreidingsgebieden voor ontgrinding met nabestemming natuurontwikkeling toegevoegd. Parallel met en in overeenstemming met de haalbaarheidsstudie en het ontwerp-RUP wordt momenteel (in opdracht van de exploitanten) de laatste hand gelegd aan een MER-studie die het ruimere plangebied bestrijkt. In deze MER-studie – die vertrekt van dezelfde visie en planvorming als de haalbaarheidstudie horend bij het ontwerp-RUP – werd een eerste impressie opgenomen van het gewenste nabestemmingsreliëf voor het gehele gebied evenals een natuurdoeltypenplan. Na bespreking heeft het herstructureringscomité deze visie in grote lijnen geadapteerd en besloten om de nodige bouw- en uitvoeringsdossiers te laten uitwerken aan de hand van deze plannen. • Er werd geopteerd voor een herinrichting in functie van natuurontwikkeling aangezien het volledige plangebied zich situeert in de doelzone van het Nationaal Park Hoge Kempen. • In het plandeel ‘Mechelse Heide Zuid en deelgebieden G1 en G3’ wordt een grote, relatief diepe plas voorzien omzoomd door ondiepere, zacht glooiende partijen waarbij een gradiënt ontstaat van meer vochtig naar drogere vegetatietypes (struweelrijk grasland, rietmoeras, natte heide met kleinere plasjes, droge heide, bosranden) terwijl in het noordelijk deel van de groeve Mechelse Heide Zuid, waar zich thans de slibbergingen bevinden, middels het wasslib vrijkomend bij de grind- en zandverwerking, een rietzone wordt gecreëerd. • In het deelgebied G1 ontstaat, vertrekkend vanuit de groeve Mechelse Heide Zuid, een gradiënt van natte heide met hierin eventueel kleinere plasjes naar droge heide om tenslotte tegen de rand van de groeve uit te deinen in een bosrand. • Het deelgebied G3 varieert van een landschapsmozaïek van heide en schraal grasland met plasjes naar, in aansluiting op het natuurgebied Mechelse Heide, droge heide. • Het plandeel van de Mechelse Heide Noord stemt in grote lijnen overeen met de door het herstructureringscomité voorziene herinrichting. • Hierop aansluitend voorziet men in het deelgebied G2 een open corridor waarbij het heidelandschap uit de Mechelse Heide Noord zich verder uitstrekt over de middenzone van de uitbreiding. De oostelijke en westelijke flank van deelgebied G2 worden net zoals in de Mechelse Heide Noord bebost. Mechelse Heide Noord + uitbreidingsgebied G2 Het thans binnen het herstructureringscomité voorliggend herinrichtingsplan (zoals vergund en zoals momenteel gerealiseerd wordt op het terrein) blijft in grote lijnen behouden. Enkel in de zone waar aansluiting gezocht moet worden naar de ontgrinding van het uitbreidingsgebied G2 zullen plaatselijke aanpassingen in het plan noodzakelijk zijn. Voornaamste gevolg van de uitbreiding is dat de steilrand, langs welke zone de ontsluiting van het nieuwe gebied gebeurt, verdwijnen zal. Het deelgebied G2 vormt een uitbreiding van de groeve Mechelse Heide Noord en sluit qua herinrichting dan ook aan bij dit gebied. Zo zullen in dit gebied na ontgrinding ook enkel de flanken heraangevuld worden terwijl de ontsluitingsstructuur (boswandelpad….) vanuit de groeve Mechelse Heide Noord doorgetrokken wordt in de uitbreiding van de groeve. Ook qua beplanting en vegetatietypes zal een en ander aansluiten bij elementen uit de groeve Mechelse Heide Noord. Mechelse Heide Zuid + uitbreidingsgebieden G1 en G3 Hoewel de plannen bij de MER ook reliëf- en natuurdoeltypenplannen na ontzanding van de groeve Mechelse Heide Zuid toevoegen, dient opgemerkt dat deze ontzanding niet onder de bevoegdheden van het Grinddecreet valt. Wel wordt verondersteld dat deze plannen door de exploitanten bij herinrichting na ontzanding als leidraad gebruikt zullen worden. Enkel die ingrepen welke noodzakelijk zijn om de deelgebieden G1 en (desgevallend G3) te ontsluiten ten behoeve van ontgrinding zullen dan ook door het herstructureringscomité voorzien worden. Voor de deelgebieden G1 en G3 opteerde het comité voor een herstructurering van de grondschotel na ontgrinding waarna deze gebieden zich via natuurlijke processen spontaan zullen ontwikkelen naar natuurgebieden. Dit betekent dat in deze gebieden in principe enkel een reliëfwijziging gerealiseerd wordt waarbij de grondschotel wordt aangelegd in functie van de gewenste natuurtypen achteraf. Na realisatie van de grondschotel zullen geen verdere ingrepen worden voorzien. In principe zullen de vrijkomende gronden (net zoals in Mechelse Heide Noord en deelgebied G2) verwerkt worden in de taluds rondom de buitengrenzen van de groeve. Hierbij dient opgemerkt dat de zone G3 enkel zal aangesneden worden indien blijkt dat dit noodzakelijk is met het oog op het behalen van het globale berggrindquotum. De wijze waarop en de mate waarin de ontgrinding – en hierop aansluitend dus ook de herinrichting – zal gebeuren, zal op dat ogenblijk geëvalueerd worden afhankelijk van de dan nog noodzakelijke ontgrinding.