Zorg bij een goede lichaams-en huidverzorging.

advertisement
Zorg bij een goede lichaams-en
huidverzorging.
Anatomie en fysiologie van de huid.
Anatomie en fysiologie van de huid.
• De huid is het grootste
orgaan van ons lichaam
• De huid bestaat uit drie
lagen
– De opperhuid = epidermis
– De lederhuid = dermis
– De onderhuid = hypodermis
De opperhuid of epidermis
• Dit is het buitenste laagje van de huid
– Hoornlaag
– Kiemlaag
De lederhuid of dermis
• In de lederhuid
bevinden zich:
–
–
–
–
–
–
–
Zenuwuiteinden
Bloedvaten
Elastische vezels
Talgklieren
Zweetklieren
Haarzakje
Tastlichaampjes
De Onderhuid of hypodermis
• De onderhuid bevat:
– onderhuids vet
– Bloedvaten
Functies van de huid.
• Barrièrefunctie =
beschermende
functie
• Contactfunctie
• Regulatiefunctie
• Uitscheidingsfunctie
• Zintuigfunctie
• Opslagfunctie
Barrièrefunctie
• Barrièrefunctie:
Beschermende functie
– begrenzing van omgeving
– Bescherming tegen indringers
– Bescherming tegen uitdrogen
– Bescherming tegen mechanische, chemische
en thermische invloeden.
Contactfunctie.
• Communicatie tussen individu en
omgeving
• Waarnemen van prikkels
• Uitzenden van signalen
Regulatiefunctie.
• Warmteregeling
• Waterhuishouding
• Ademhaling
Uitscheidingsfunctie.
• Uitscheiden van talg (soepel houden van
de huid en de haren)
• Uitscheiden van afvalstoffen (zouten,
eventueel resten van medicatie…)
Zintuigfunctie.
•
•
•
•
•
Tastzin
Gevoeligheid
Druk
Temperatuur
Pijn
Opslagfunctie.
• Vet als voedingsreserve.
Belang van een goede
huidverzorging.
• Infecties voorkomen
• Voorkomen van ongedierte
• Bevorderen van het algemeen welzijn
(zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal)
• Huidfuncties toelaten
• Bloedcirculatie stimuleren
Gezonde huid
•
•
•
•
•
Goed doorbloed
Soepel
Droog
Gaaf
Elastisch
Inleefmoment
• Je wast het aangezicht en de armen van
je medeleerling.
• Ogen zonder zeep van buiten naar binnen
• Onmiddellijk afdrogen
• Voorhoofd, wangen, achter de oren, uitwendige
gehoorgang, hals en nek, en als laatste de mond
en de neus met knijpende beweging.
• Armen, stevige ronddraaiende bewegingen
• Eerst de handen en zo naar boven werken.
Huidverzorging bij de baby
• Verzorgingsproducten:
– Moeten veilig zijn
– Geen toegevoegde
parfums
– Bewaarmiddelen tot
het strikte minimum
beperkt
– De producten moeten
bacteriologisch zuiver
zijn
Luieruitslag.
Wat?
• De huid onder de luier
heeft het zwaar te
verduren.
• De huid is rood, kapot,
geïrriteerd door het
invreten van urine en
stoelgang
• Een natte luier irriteert de
babyhuid.
• Door warmte en
vochtigheid gaan M.O.
zich ontwikkelen en zo
infecties veroorzaken
Preventie van luieruitslag.
• Luier vervangen zodra hij nat is
• Geen plastic broekje of te kleine of te strakke
luiers gebruiken (belet de verdamping)
• Huid wassen met een neutrale zeep
• Geen geparfumeerde producten gebruiken
• Goed deppend afdrogen
• Zacht handdoek gebruiken
• Stuitje insmeren met zalf die beschermlaag legt
op de huid waardoor de urine niet kan inwerken
Verluieren van baby
• http://www.bobolino.be/site/video/verzorgi
ng/baby/show/vervangen_luier.aspx
Zorgend handelen bij kinderen.
•
•
•
•
•
Opfrissen van gezicht en handen
Babybadje
Oliebadje
Haren wassen
afkoelingsbadje
Praktijk verzorging
Huidverzorging bij de volwassene.
• De dagelijkse verzorging is voor de
zorgvrager psychologisch en fysiologisch
van veel betekenis.
• Altijd neutrale zeep gebruiken
• De huid steeds goed spoelen en drogen
Taak van de verzorgende bij
lichaams- en huidverzorging
•
•
•
•
•
Zelfredzaamheid stimuleren
Privacy eerbiedigen en tactvol optreden
Hulp bieden waar zelfzorg tekortschiet
Observeren en rapporteren van de huid
Hulpmiddelen kennen, kunnen aanbieden en
gebruik kunnen uitleggen
• De wastechniek op een logische en hygiënische
manier kunnen uitvoeren
• Communiceren met de zorgvrager (informeren)
• Afkoeling voorkomen
Problemen die bij huidverzorging kunnen optreden.
• Droge huid
– Badolie aan badwater
– Neutrale zeep gebruiken
– Insmeren met vochtinbrengende crème
• Korstvorming
– Losweken met olie/vaseline
– Nooit bruusk verwijderen
• Lichaamsgeuren
– Vaker wassen
– Deodorant/antitransparant gebruiken
• Pigmentvlekken/krabletsels/huidletsels
– Melden aan verantwoordelijke: arts raadplegen
Verzorging van het gezicht.
• Mannen
– Dagelijks scheren
• Nat scheren
• Droog scheren
• Vrouwen
– Droge huid:
aangepaste crème
– Acné: aangepaste
crème of lotion
– Beharing: epileren,
speciale
ontharingscrème,
scheren, harsen,…
Even herhalen!!
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Uit welke drie lagen bestaat de huid?
Geef zes functies van de huid.
Waarom is het belangrijk dat we de huid goed verzorgen?
Wanneer spreken we over een gezonde huid?
Wat weet je over de verzorgingsproducten die we gebruiken voor
baby’s?
Leg in je eigen woorden uit wat luieruitslag is?
Welke maatregelen kan je nemen om luieruitslag te voorkomen bij
kinderen?
Wat is de taak van de verzorgende bij een goede lichaams- en
huidverzorging?
De bejaarde heeft last van een droge huid. Wat kan je voor hem
doen?
Doel van de wasbeurt.
•
•
•
•
•
•
Bloedcirculatie stimuleren
De huid gezond houden
Voorkomen van huidinfecties
Normale huidfuncties toelaten
Voorkomen ongedierte
Het geven van een ontspannen en prettig
gevoel (welzijn) zowel op lichamelijk,
geestelijk als sociaal gebied.
Het eerbiedigen van de privacy
tijdens de wasbeurt!!!!!!!!!!!!!!!!!!
• Afdekdeken aanleggen
• Deur sluiten
• Beletlampje aandoen
• Intieme delen steeds afdekken tijdens de wasbeurt
• Tussengordijnen sluiten
• Gordijnen sluiten
PRIVACY!!!
Hoe afkoeling voorkomen tijdens
de wasbeurt?
•
•
•
•
•
Afdekdeken aanleggen
Kamertemperatuur 22°C
Watertemperatuur 37°C
Tocht vermijden
Zorgvrager zo snel mogelijk aankleden
oudere zorgvragers koelen snel
af en hebben het vlug koud.
Verzorgend handelen bij de oudere
zorgvrager.
• Toedienen van de
wasbeurt
– Bedbad
– Dagelijks toilet aan de
lavabo/in bed
– Geven van een bad
– Douche
– Wasbeurt op badbrancard
• Toedienen van de
nazorgen
–
–
–
–
–
–
–
–
Scheren
Tand- en mondverzorging
Aankleden
Haarverzorging
Nagelverzorging
Oog- en oorverzorging
Bril poetsen
Make-up
aanbrengen/parfum
– Juwelen aandoen
Wanneer toilet in bed geven?
• Bedlegerige zorgvragers zoals dementen
in een eindfase
• Terminale zorgvragers
• Na een heelkundige ingreep zoals een
heupoperatie
• Verlamde zorgvragers
• Zorgvragers zonder staanfunctie
• ….
Soorten wasbeurten
• Volledige wasbeurt = bedbad: wassen van het
gehele lichaam, voeten en benen inbegrepen
• Dagelijks toilet: alles wassen behalve voeten en
benen.
• Plaatsen:
•
•
•
•
•
In bed
Aan de lavabo
In de douche
In bad
Douchebrancard
Aandachtspunten tijdens de
wasbeurt.
• Werk van het minst bevuilde naar het meest bevuilde = hygiënisch
werken
• Zorg voor een aangename kamertemperatuur (23°C) en
waswatertemperatuur (37°C)
• Voorkom afkoeling
• Respecteer de privacy en informeer je zorgvrager
• Gebruik een neutrale zeep, goed spoelen en deppend drogen op
risicoplaatsen smetten
• Pas je werktempo aan,werk rustig en logisch
• Was met stevige ronddraaiende bewegingen
• De zorgvrager niet onnodig vermoeien!!! (logisch werken)
• Observeer de huid grondig
• Let op voor besmetting. Was je handen voor het bedbad, gebruik
steeds proper materiaal.
• Zorg ervoor dat je de zorgvrager geen pijn doet.
• Houd rekening met de mobiliteit van de zorgvrager.
Het systematisch verzorgend
handelen.
• Gegevens verzamelen
• Voorbereiding
–
–
–
–
Kamer
Materiaal
Verzorgende
zorgvrager
• Uitvoering
• Nazorg
- Kamer
- Materiaal
- Verzorgende
- Zorgvrager
Verzamelen van gegevens.
• Wat is de naam en de leeftijd van de cliënt?
• Welke zorgen moet je toedienen? Deze informatie vind
je in het zorgplan. Kan je ook terugvinden op ADL lijst
• Welke problemen zijn er? Heeft de cliënt een bepaalde
ziekte, een handicap, bewegingsbeperkingen,…
• Hoe is de algemene toestand van de cliënt? Zijn er
psychische problemen?
• Is er gevaar voor besmetting?
• Welk tijdstip is het best? Moet de cliënt op uitstap, naar
de ergotherapie,… of wil hij wat uitslapen of rusten?
• Welke materialen heb je nodig? Is de cliënt bijvoorbeeld
incontinent en zo ja, welk incontinentiemateriaal gebruikt
hij?
• Bij baden in de badkamer: is de badkamer vrij?
Voorbereiding.
Voorbereiding van de verzorgende
• Zorg voor een verzorgd uiterlijk. Bij het
uitvoeren van een bad draag je geen
juwelen. Zorg ervoor dat je korte nagels
hebt. Als je lange haren hebt, bind je deze
samen.
• Draag propere en aangepaste kledij en
schoenen.
• Was je handen.
Voorbereiding
Materiaal
•
Verzamel het nodige materiaal. Voor het uitvoeren van een bedbad heb je
volgende materialen nodig:
wasbekken
2 handdoeken
2 washandjes
zuiver bedlinnen
linnenmand
zeep
incontinentiemateriaal
zuivere kleding
afdekdeken
kam/borstel
materiaal voor tandverzorging
vochtinbrengende crème/ Body lotion
deodorant, parfum
scheergerief
nagelgerief
Voorbereiding
Kamer
• Sluit de vensters.
• Regel de temperatuur van de kamer. (+/- 23°C)
• Vraag aan bezoekers de kamer te verlaten.
• Steek het beletlichtje aan (als je in een rusthuis
werkt).
• Sluit de bedgordijnen en eventueel de gordijnen
van het raam.
• Deur sluiten
Voorbereiding
Zorgvrager.
• Vertel aan de cliënt dat je een bedbad gaat
toedienen/ informeren.
• Vraag aan de cliënt of hij nog bepaalde vragen
heeft.
• Installeer de cliënt zodat hij goed ligt om het
bedbad te geven.
• Respecteer steeds de privacy en het lichaam
van de cliënt.
• Laat de cliënt nog plassen als hij dit wil.
Uitvoering.
Techniek uitvoeren volgens een bepaalde werkwijze.
Was het gezicht.
Was het bovenlichaam.
Was het onderlichaam.
Ververs het water.
Intiem toilet
Ververs het water.
Laat de cliënt draaien.
Was de rug.
Was de stuit.
Andere zorgen. (kammen, scheren, tanden, …)
Nazorg.
Kamer
• Zet alle voorwerpen die de cliënt nodig heeft dichtbij
hem, bv. het belletje om de verpleging op te roepen.
• Zorg ervoor dat de kamer ordelijk is.
• Verlucht de kamer.
Materiaal
• Maak het materiaal proper en zet alles op zijn plaats.
• Steek de vuile kledij van de cliënt in zijn linnenzak.
• Leg het vuile bedlinnen op zijn plaats.
• Spoel de washandjes uit en hang ze samen met de
handdoeken netjes op.
Verzorgende
• Was je handen.
• Rapporteer mondeling en schriftelijk de problemen die je
observeerde tijdens het bedbad.
Communicatie met zorgvrager.
Wanneer je een bedbad geeft aan een cliënt is het heel belangrijk dat je ook
met de zorgvrager praat. We geven hier een paar voorbeelden van zinnen
en vragen die je kan stellen aan de cliënt. Dit zijn maar voorbeelden, er zijn
natuurlijk nog andere vragen die je kan stellen of zinnen die je kan zeggen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Goedemorgen, heb je goed geslapen?
Ik kom je vandaag wassen.
Heb je het water graag goed warm?
Heb je graag zeep voor je gezicht?
Ik ga nu je armen wassen.
Wil je eens op je zij draaien?
Kun je zo even blijven liggen?
Had je nog graag wat parfum?
Wenst u verder nog iets?
Komt er nog familie op bezoek?
Gaat u meedoen aan de activiteiten vandaag?
Gaat u vandaag naar de cafetaria?
…
Observatiepunten bij het
uitvoeren van een bedbad
• Wanneer je een cliënt wast, heb je de kans om heel goed te
observeren of de cliënt bepaalde problemen heeft, bv. decubitus.
Als je een probleem opmerkt dan kan je dit mondeling meedelen
aan een collega tijdens een dienstoverdracht. Je moet hetgeen je
hebt geobserveerd ook noteren in het verpleegdossier van de cliënt.
Het signaleren van problemen is een belangrijke taak van de
polyvalent verzorgende. Het goed rapporteren van problemen is
vaak een grote hulp voor de andere hulpverleners om tot een juiste
diagnose te komen. Zorg er daarom voor dat je notities in het
verpleegdossier objectief, bondig en gestructureerd zijn.
• Naast het observeren zelf is het ook belangrijk dat je aan de cliënt
vraagt of er klachten of problemen zijn. Ga indien mogelijk deze
klachten na.
• Er zijn heel veel problemen die je kan observeren tijdens het
wassen van de cliënt. We geven je hier een overzicht van de
belangrijkste observatiepunten. We maken een onderscheid tussen
observatiepunten die te maken hebben met de mentale toestand
van de cliënt en met de lichamelijke toestand van de cliënt.
Observatiepunten in verband
met de mentale toestand van
de cliënt.
• De cliënt is waakzaam of eerder slaperig.
• De cliënt is helder van geest of verward.
• De cliënt is goed georiënteerd in tijd en ruimte of
gedesoriënteerd in tijd en ruimte.
• Een cliënt die gedesoriënteerd is in de tijd weet
bijvoorbeeld niet hoe laat het is, welke dag het is, welk
jaar het is. Een cliënt die gedesoriënteerd is in de ruimte
weet bijvoorbeeld niet waar hij is.
• De cliënt is opgewekt of eerder depressief.
• De cliënt werkt tegen wanneer je hem wast of de cliënt
werkt goed mee terwijl je hem wast.
• De cliënt is goedgezind of slechtgezind.
Observatiepunten lichamelijke
toestand van de cliënt.
Hoofd:
Het haar
•
De cliënt heeft luizen.
•
Korstvorming
•
schilfers
•
Droog, dof, vettig, dik, dun, haaruitval, krullen, onverzorgd, …
De ogen
•
De ogen tranen.
•
De ogen zijn rood.
•
De ogen kleven toe. (ettervorming)
•
korstjes
De oren
•
Er komt vocht uit het oor.
•
Veel oorsmeer
•
De cliënt hoort niet goed.
•
oorpijn
Mond en mondholte
•
De cliënt heeft pijn in zijn mond.
•
De cliënt heeft een droge mond.
•
De cliënt heeft blaasjes in de mond.
•
Er kleven voedselresten aan de tanden.
•
Het tandvlees bloedt.
•
De tong ziet wit.
•
De cliënt heeft een kunstgebit (prothese).
Observatiepunten lichamelijke
toestand van de cliënt.
Geslachtsdelen
Bij de vrouw
• De huid van de vagina is rood en gezwollen. De schaamlippen zijn
rood en gezwollen. De cliënt heeft jeuk aan de vagina. Er is veel
vaginaal verlies dat wit en korrelig is.
• De cliënt heeft schaamluizen
Bij de man
• De penis is rood en gezwollen en jeukt.
• De penis is onverzorgd.
Urine en stoelgang
• De urine heeft een rare kleur en/of een rare geur.
• De stoelgang heeft een rare geur of kleur
Observatiepunten urine
• Hoeveelheid: 1,5 l/dag, afhankelijk van
hoeveelheid opgenomen drank
• Frequentie: individueel verschillend, afhankelijk
van opgenomen hoeveelheid drank
• Geur: licht ammoniakgeur
• Kleur: licht geel
• Helderheid: helder
• Manier van urineren: pijnloos, blaas in één keer
ledigen
Observatie van de huid.
• De huidskleur
– Roze, bleek, blauw, grauw, rood,…
• Elasticiteit
– Elastisch, niet elastisch
• Uitzicht
– Roodheid, schilfervorming, gezwollen, warm aanvoelen,
korstvorming,ouderdomsvlekken, ouderdomswratjes…
• Oneffenheden
– Wratten, eeltvorming, zweertjes, puistjes, mee-eters,…
• Vochtigheidsgraad
– Vochtig, droog, vettig, normaal,…
• Gaafheid
– Wonde, smetten, decubitus, zweren, …
• Doorbloeding
– Goede doorbloeding, slechte doorbloeding
Even herhalen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Wat is het doel van de wasbeurt?
Hoe kan je de privacy eerbiedigen tijdens de wasbeurt?
Welke wasbeurten ken je?
Geef drie voorbeelden van zorgvragers die in bed moeten gewassen
worden.
Hoe kan je afkoeling voorkomen tijdens de wasbeurt?
Geef zes aandachtspunten die je in acht neemt tijdens het toedienen van
een wasbeurt.
Geef vijf voorbeelden van gegevens die je gaat verzamelen vooraleer je
een wasbeurt bij de zorgvrager gaat toedienen?
Waarom is het belangrijk dat je als verzorgende voldoende gegevens gaat
verzamelen voor het toedienen van een wasbeurt?
Tijdens de wasbeurt moet je als verzorgende de huid zeer goed
observeren. Geef zes observatiepunten van de huid.
Geef zes voorbeelden van lichamelijke observatiepunten die je kan
observeren tijdens het toedienen van een wasbeurt.
Voorstellen van dagelijkse zorg op
een balk.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Sluitingen hanteren
Uitkleden van bovenkleding
Uitkleden van onderkleding
Sokken en schoenen
Wassen van aangezicht en
armen
Wassen van bovenlichaam
Wassen van de rug
Wassen van onderlichaam
Wassen van de voeten
Afdrogen van aangezicht en
de armen
Afdrogen van bovenlichaam
12. Afdrogen van de rug
13. Afdrogen van onderlichaam
14. Afdrogen van de voeten
15. Aankleden van onderkleding
16. Aankleden van bovenkleding
17. Sokken en schoenen
18. Tanden poetsen
19. Haarverzorging
20. Baardverzorging
21 Bad
22 douche
23….
Balk om zelfstandigheid aan te
duiden van de zorgvrager
Naam: ………………………
Leeftijd: …………………….
Zelfzorg= groen
Mantelzorg= oranje
Professionele zorg= rood
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Gebitsverzorging en mondhygiëne
Doel van de mondhygiëne
• Tanden poetsen
• mondslijmvlies (schoon,
vochtig en intact houden)
• Tong beslagvrij houden
• Korstvorming tegengaan
• Lippen soepel houden
• Kauwfunctie bevorderen
• Gevoel van welzijn geven
– Mondverzorging bestaat uit
– Borstelen van het gebit
en tandvlees
– Reinigen van de
mondholte
Kenmerken van een gezonde
mondconditie.
•
•
•
•
•
De mond oogt gezond
De kleur is normaal roze
Het slijmvlies is vochtig
Geen bloedingen
De zorgvrager ervaart geen ongemak met
betrekking tot de mond
• Er zijn geen infecties
Controle voor mondreiniging.
•
•
•
•
De lippen
De slijmvliezen
Het tandvlees
De tong
Tanden poetsen.
• Benodigdheden
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Handdoek
Water
Beker of glas
Rietje (eventueel)
Nierbekken
Tandenborstel (elektrische)
Tandpasta
Flos
Handschoenen
Tanden poetsen.
•
Werkwijze
– Zet of leg cliënt in juiste houding.
– Leg de handdoek onder de kin van cliënt.
– Vul de beker of het glas met water
– Was de handen en doe handschoenen aan.
– Laat de cliënt het nierbekken onder de kin houden.
– Laat de cliënt de mond open doen.
– Ga schuin achter je bewoner staan
– Poets de tanden van de cliënt (een elektrische tandenborstel pas aanzetten
wanneer deze in de mond is)
eerst bovenkant (buitenzijde-binnenzijde-kauwvlakken)
dan onderkant ( buitenzijde-binnenzijde-kauwvlakken)
– Mond regelmatig laten spoelen (laat cliënt eventueel spoelwater opzuigen via
een rietje)
– Laat het water uitspugen in het nierbekken
– Veeg de mond van de cliënt af met de handdoek
– Breng cliënt terug in gewenste houding.
– Doe dopje weer op de tube tandpasta.
– Maak gebruikte materialen schoon
– Ruim op en was de handen.
Tanden poetsen.
Hoe?
• Minstens 2X/dag
• Gedurende min 2
minuten
• Poets eerst boven
dan onder
– Buitenzijde tanden
– Binnenzijde tanden
– kauwvlakken
Doel?
• Verwijderen van
voedselresten
• Verwijderen van
tandplaque
• Voorkomen van
slechte ademen
Aandachtspunten tijdens reinigen
gebit.
• Zorg dat je de huig niet aanraakt.
• Ga schuin achter je zorgvrager staan.
• Poets steeds
– Buitenzijde van de tanden
– Binnenzijde van de tanden
– Kauwvlakken
• Poets eerst boven
• Poets daarna onderkant
• Geef steeds de kans meerdere malen de mond te spoelen
• Inspecteer steeds vooraf
lippen
tong
slijmvliezen
tandvlees
Reinigen gebitsprothese.
Benodigdheden:
• Nierbekken
• Protheseborstel
• Vloeibaar
afwasmiddel/tandpasta
• Handschoenen
• Beker
• Handdoek
• Prothesebakje
Reinigen gebitsprothese.
Uitvoering:
• Trek de handschoenen aan
• Verwijder de bovenprothese en vervolgens de onderprothese
• Leg de prothese in het gebitsbakje
• Laat de zorgvrager de mond spoelen
• Inspecteer tandvlees, lippen, tong en slijmvliezen
• Poets eventueel het tandvlees met een zachte borstel
• Poets de prothese boven een bekken met water, boven de lavabo
zodat hij niet kan breken
• Poets de prothese onder stromend water
• Spoel de prothese af en leg hem in het schone gebitsbakje
• Breng de prothese weer in de mond
– Eerst de onderprothese
– Vervolgens de bovenprothese
• Was de handen
Evaluatievragen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Waaruit bestaat een mondverzorging?
Wat is het doel van mondhygiëne?
Hoe poets je de tanden van een zorgvrager?
Wat ga je steeds controleren vooraleer je de tanden gaat
poetsen bij de zorgvrager?
Welke aandachtspunten neem je in acht als verzorgende
tijdens het poetsen van de tanden bij de zorgvrager?
Geef de volgorde van het poetsen van de tanden?
Welke benodigdheden heb je nodig om de tanden te
poetsen bij de oudere zorgvrager?
In welke volgorde verwijder je de gebitsprothese bij het
uithalen van de prothese?
In welke volgorde breng je de gebitsprothese terug in de
mond van de zorgvrager?
Welke benodigdheden heb je nodig om de
gebitsprothese te poetsen bij de oudere zorgvrager?
De haarverzorging.
De haarverzorging.
• De dagelijkse verzorging bestaat uit
borstelen en kammen
• Wekelijks worden de haren gewassen en
gecontroleerd op:
– Schilfers
– Korstjes
– parasieten
Aandoeningen van de hoofdhuid.
• Droge dorre haren
–
–
–
–
Aangepaste shampoo gebruiken
Balsem na de wasbeurt
Niet te warm drogen
Niet te vaak kleuren of permanent
• Vette haren of schilfertjes
– Aangepaste shampoo
• Korsten
– Weken met olie
– Niet teveel shampoo gebruiken, goed spoelen
• Haaruitval
–
–
–
–
Kapsel aanpassen
Haarstuk of pruik dragen
Hairextensions
Sjaaltje dragen
• Luizen
– Behandelen met aangepaste shampoo en lotions
Verzorging van de handen.
• Handen en nagels
dienen heel goed
verzorgd te worden
(kort en zuivere
nagels)
• Ze zijn altijd drager
van microorganismen
• Handhygiëne kan niet
vroeg genoeg geleerd
worden
Handen wassen?
Wanneer?
• Als de handen niet
besmet zijn met
pathogene microorganismen
–
–
–
–
–
–
Voor en na het eten
Na het toiletbezoek
Na het spelen
Voor het bereiden van eten
Na het werken in de tuin
Voor en na het de
diensturen
• Hoe de handen wassen?
– Gedurende 2 minuten
– Goed alle plaatsen
inzepen, ook polsen en
onderarmen
– Goed spoelen (handen
omhoog)
– Afdrogen met
wegwerpdoekje
– Insmeren met
vochtinbrengende crème
De nagelverzorging
• De nagelverzorging is bij
de meeste mensen een
onderdeel van de
dagelijkse persoonlijke
hygiëne.
• Wanneer de zorgvragers
nog zelf hun nagels
kunnen verzorgen laten
we hen dat zelf doen. In
sommige gevallen is er
echter hulp nodig
Aandachtspunten nagelverzorging
• Bij sterk verontreinigde nagels kan een
nagelbadje (voetbad) aangewezen zijn.
• Bij ingegroeide nagels of andere afwijkingen
dient men soms de pedicure (voetverzorgster) in
te schakelen. (soms zelfs een arts!)
• vingernagels worden rond geknipt
• teennagels worden recht geknipt, om ingroeien
te vermijden
• harde nagels vooraf laten weken (eerst een
voetbadje geven)
Benodigdheden nagelverzorging
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Nierbekken
handdoek
nageltang voor teennagels
nagelschaartje of nagelknipper
voor vingernagels
nagelvijl
ether kan gebruikt worden om
vuile nagels te reinigen
kompres en alcohol wordt
gebruikt om de tang te
ontsmetten na gebruik
kompres /papieren zakdoek
om de nagels op te vangen/
tissues
Handcrème
Nagellak
Werkwijze nagelverzorging
• Geef een handbadje met vloeibare zeep
• Duw voorzichtig de nagelriemen naar
achter
• Maak de nagels proper
• Knip de nagels op de gewenste lengte
(allen even lang of kort)
• Vijl de nagels rond (vijlen in één richting)
• Breng een handcrème aan
• Lak indien gewenst de nagels
Verzorging van de voeten.
• De voeten moeten
minstens éénmaal per
dag gewassen
worden
• Goed drogen tussen
de tenen om het
ontstaan van wondjes
en geuren tegen te
gaan.
Problemen met de voeten.
• Harde, brokkelige of ingegroeide nagels
• Voeten weken
• Daarna knippen
• Bij zeer moeilijk nagels verwijzen naar pedicure
• Eelt
• Verwijderen meestal met sponsje
• Likdoorns
• Verwijzen naar pedicure
• Zweetvoeten
• Dagelijks wassen
• Aangepaste crème of voetpoeder gebruiken
• Speciale inlegzolen aanraden
• Onaangepast schoeisel
• Degelijk en schoeisel aanraden
• Schimmels
• Verwijzen naar huisarts of dermatoloog
• Huid is week, roof of wit, schilfert af
Scheren van de zorgvrager.
• De hulp die een verzorgende biedt kan variëren
van het aangeven van de benodigdheden tot het
geven van een volledige scheerbeurt.
• Overleg met de zorgvrager welke hulp hij bij het
verzorgen van baard of snor nodig heeft en
welke scheerartikelen hij gewend is te
gebruiken.
• De meeste zorgvragers hebben vaak eigen
scheerartikelen bij zich, zoniet kunnen ze
materiaal gebruiken van de instelling.
Scheren van de zorgvrager.
•
Haar heb je overal op je lichaam. Alleen niet op je handpalmen, niet op je
voetzolen en niet op je lippen.
•
Al dat haar is niet altijd gewenst. Daarom scheren mensen het vaak af.
•
Mannen hebben baardgroei en scheren zich vaak.
•
Veel Vrouwen gaan op een gegeven moment de benen scheren, omdat dit
lekker voelt en het in de mode is.
•
Sommigen willen zich ontdoen van een teveel aan okselhaar en scheren
hun oksel. Voordeel is dan dat je minder snel last het van zweetlucht.
•
Sommige mannen scheren hun hele hoofd kaal. Dat is ook mode.
•
Scheren, scheren, scheren. Het gebeurd dus best veel.
Scheergerief
Scheren: Hoe doe je dat?
- Je kan een scheerapparaat gebruiken. =
DROOG SCHEREN
- Veel mensen scheren zich met een mesje
en scheerzeep. = NAT SCHEREN
• Het mooiste en ook het gladste resultaat
krijg je ook met het scheren met een
mesje. Maar het is ook een kunst. Het
vraagt oefening.
Aandachtspunten tijdens het scheren.
• De huid goed glad trekken tijdens het scheren
• Eerst met de haren mee scheren en vervolgens tegen de haren in.
• De gedeelten bij de mondhoeken en bovenlip verdienen extra
aandacht
• Druk het scheerapparaat zo tegen de huid dat dit prettig aanvoelt.
• Na afloop wordt het scheerapparaat zorgvuldig schoongemaakt met
een borsteltje en vervolgens met alcohol 70% gedesinfecteerd
• Na het scheren wordt een aftershave gebruikt.
• Zelfredzaamheid bij het scheren blijven stimuleren
• Oefen met het scheermesje geen onnodige druk uit: er kunnen door
de zijkanten van het mesje kleine snijwondjes ontstaan.
Voor- en nadelen scheerapparaat
Voordelen
• water noch scheerzeep
nodig (wel irriterend voor
mensen met een
gevoelige huid)
• men riskeert geen
snijwonden
• overal beschikbaar,
tenminste als er een
stopcontact in de buurt is
Nadelen
• Het elektrisch
scheerapparaat is minder
doeltreffend dan een
scheermes
Benodigdheden elektrisch scheren
Materiaal
• scheerapparaat
• eventueel aftershave
• Spiegel
• handdoek
Werkwijze
Uitvoering
•
•
•
•
•
•
•
•
•
bij het scheren wordt de huid strak gehouden
bij een scheerapparaat met ronde koppen worden ronddraaiende
bewegingen gemaakt. Bij aanwezigheid van een scheerblad worden op en
neergaande bewegingen gemaakt.
ook moeilijk bereikbare gedeelten, zoals onder de neus en de kin moeten
aandacht krijgen
men scheert het best vóór het ochtendtoilet, omdat de haartjes dan nog
droog zijn met het gevolg dat ze dan beter verwijderd worden
zo mogelijk de zorgvrager in de spiegel laten kijken na afloop
indien de zorgvrager het wenst, aftershave gebruiken
Druk het scheerapparaat zo tegen de huid dat dit prettig aanvoelt.
Na afloop wordt het scheerapparaat zorgvuldig schoongemaakt met een
borsteltje en vervolgens met alcohol 70% gedesinfecteerd
tijdens de handeling is er aandacht voor de zorgvrager en wordt er
geluisterd naar aanwijzingen
Volgorde van het scheren
trek de huid met de ene hand strak en scheer met de andere
- maak hierbij rustige draaiende bewegingen
kies als regel de volgende :
- begin bij de bakkebaarden
- scheer eerst de ene helft van het gezicht en daarna de andere
- scheer bovenlip en kin
- scheer daarna de hals en het gedeelte onder de kin
- scheer tegen de groeirichting in
- controleer met de vingertoppen het resultaat of laat de zorgvrager
dit doen
- verwijder eventueel haartjes in neus en oren met tondeuse
- breng aftershave of crémé aan als de zorgvrager dat wenst
Nat scheren.
• Benodigdheden:
- scheerschuim (i.p.v.
scheerschuim kunnen ook
scheerzeep en een
scheerkwast gebruikt worden)
- scheermes
- handdoek
- washandje
- kom met warm water
- spiegel
- aftershave of crème
- tissues
- wegwerphandschoenen
Werkwijze nat scheren
- leg de handdoek over de borst en schouder
- trek de handschoenen aan
maak met het washandje de baard nat en laat zo nodig de natte washand op de baard liggen dit
ontspant de huid
breng scheerschuim of scheerzeep aan op het gezicht
- de baard moet helemaal bedekt zijn
- trek de huid met de ene hand strak aan en scheer met de andere
- begin bij de bakkebaarden
scheer met lichte druk op de baardgroei, eerst met de baardgroei mee daarna tegen de
baardgroei in
- kies als regel deze volgorde :
- zijkanten langs de oren
- voorkant kin en zijkanten van de mond
- de snor/bovenlip
- onderkant van het gezicht
- de hals
- onderkant kin
- strottenhoofd
Werkwijze nat scheren
- houdt een tissue binnen handbereik voor het geval er een
sneetje ontstaat
- spoel het scheermes regelmatig en neem zo nodig zuiver
water
- controleer met de vingertoppen het resultaat of laat de
zorgvrager dit doen
- neem na het scheren schoon warm water en ontdoe het
gezicht van zeepresten en haartjes
- droog het gezicht af
- breng aftershave of crème aan
- laat de zorgvrager in de spiegel kijken
- trek de handschoenen uit
Verzorging van de zintuigen.
• Ogen
• Oren
• Neus
De ogen.
• De ogen worden met zuiver water
gereinigd
• Korstjes in de ogen verwijderen met een
gaasje en lauw water
• Indien ogen ontstoken zijn worden ze
gereinigd met een fysiologische oplossing
en wordt zalf aangebracht ( op voorschrift)
Problemen ogen.
• Extra verzorging bij:
• Personen die weinig met de ogen knipperen
• Personen met meer dan normale afscheiding
• Bij zorgvrager bij wie ogen niet voldoende gereinigd zijn na
wasbeurt
• Bij ontsteking
• Voor oogonderzoek
• Op voorschrift van de arts
• Verminderd zicht
• Oogonderzoek aanraden
• Voldoende verlichten
• Hulpmiddelen aanbevelen (bril, grootletterboek,
prismabril,…)
De oren.
• De dagelijkse
verzorging van de
oren bestaat uit het
schoonmaken van de
oorschelp en de
uitwendige
gehoorgang
• Alleen dat gedeelte
schoonmaken dat
zichtbaar is
Problemen oren
• Verminderd gehoor
•
•
•
•
•
•
Ooronderzoek aanraden
Goed articuleren
Oogcontact zoeken
Gebarentaal gebruiken
Taal aanpassen
Achtergrondgeluiden vermijden
• Gehoorapparaat
•
•
•
•
Regelmatig reinigen
Werking controleren
Juist afstellen
Batterij vervangen indien nodig
gehoorapparaten
Mogelijke problemen gehoorapparaat
Evaluatievragen.
•
•
•
•
•
Uit welke drie lagen bestaat de huid.
Geef de functies van de huid.
Wanneer spreken we over een gezonde huid?
Waarom is een goed huidverzorging belangrijk?
Wat is de taak van de verzorgende i.v.m. een
goede lichaams- en huidverzorging?
• Hoe kan je als verzorgende afkoeling
voorkomen bij de oudere zorgvrager?
• Hoe ga je de privacy eerbiedigen tijdens de
wasbeurt?
Evaluatievragen.
• Welke nazorgen ga je toedienen bij de
zorgvrager na de wasbeurt?
• Bij welk soort zorgvragers is het
noodzakelijk om de wasbeurt in bed toe te
dienen?
• Leg uit:
– Bedbad
– Dagelijks toilet
Evaluatievragen.
• Welke aandachtspunten neem je in acht tijdens
het toedienen van een wasbeurt?
• Geef zes voorbeelden van gegevens die je gaat
verzamelen vooraleer je een wasbeurt gaat
toedienen bij een zorgvrager?
• Welke voorbereidingen ga je als verzorgende
nemen vooraleer je een wasbeurt gaat
toedienen bij een zorgvrager?
• Op welke manier ga je de kamer voorbereiden
voor het toedienen van een wasbeurt?
• Welke benodigdheden heb je nodig om een
wasbeurt toe te dienen bij een zorgvrager?
• Hoe ga je de zorgvrager voorbereiden op het
toedienen van een wasbeurt?
Evaluatievragen.
• Geef zes voorbeelden van
observatiepunten op mentaal gebied
tijdens de wasbeurt.
• Geef zes voorbeelden van
observatiepunten op lichamelijk gebied
tijdens de wasbeurt.
• Geef zes mogelijke observatiepunten van
de mond- en mondholte.
• Geef de observatiepunten van de huid.
Smetten of intertrigo
• WAT?
– Irritaties in de huidplooien
– De huid ziet:
• Rood
• Jeukt
• Schilfert af
– Is soms erg beschadigd
Oorzaak
• Onvoldoende verdamping van
transpiratievocht
– De huid wordt week en raakt geïrriteerd.
Bedreigde plaatsen
•
•
•
•
•
•
•
Onder de borsten
Liesplooien
Tussen de tenen
Buikplooien
Halsplooien (baby’s)
Onder de oksels
Ter hoogte van het scrotum bij de man
Preventie van smetten
• Zorgen voor een goede opname van
transpiratievocht
• Regelmatig wassen met een neutrale zeep
• Zeer goed de zeepresten spoelen
• Deppend drogen
• Absorberend materiaal in de huidplooien
– regelmatig verversen van dit materiaal
Behandeling
• Aangepast product naargelang de letsels
– Daktarin
zalf
spray
pasta
– Éosine
– zinkoxydezalf
Decubitus of doorligwonden
• Een huidletstel dat ontstaat door
drukbelasting op de huid
• Vernietiging van de huid en het
daaronderliggend weefsel
• Decubitus ontstaat door de herhaalde of
langdurige inwerking van druk-, schuif- en
wrijfkrachten op het lichaam.
doorligwonden
Oorzaken
• Druk
• Wrijvingskrachten
– Bloedvaten worden dichtgedrukt of afgekneld
• Huid krijgt geen zuurstof of voeding meer
– Afsterven van huidweefsel en het daaronderliggend
weefsel
Risicofactoren
•
•
•
•
•
•
•
•
Gebrek aan lichaamsbeweging
Slechte algemene toestand
Stoornissen in de doorbloeding
Stoornissen in de stofwisseling
Aandoeningen met koorts
Incontinentie
Gewicht: overgewicht- mager
huidaandoeningen
Bepalen van de risicograad
• Norton schaal
– Lichamelijke toestand
– Geestelijke toestand
– Activiteit
– Mobiliteit
– Incontinentie
• Criteria om de kans op doorligwonden te bepalen.
• Hoe hoger de score hoe lager het risico
Meest bedreigde plaatsen.
• Alle uitstekende delen waar het bot dicht
onder de huid ligt.
• Afhankelijk van de ligging kan men ook de
risicoplaatsen benoemen.
Risicoplaatsen rugligging
Risicoplaatsen zijligging
Risicoplaatsen in rolstoel
Risicoplaatsen ngl de ligging
Graden decubituswonden
•
•
•
•
Graad 1
Graad 2
Graad 3
Graad 4
Graad 1
• Een niet wegdrukbare
roodheid of cyanose
(bleekheid) van de
huid
• Roodheid of cyanose
verdwijnt niet bij het
wegnemen van de
druk
Graad 2
• 2A blaarvorming
• 2B gedeeltelijke
verwijdering van de
huid
– Bovenste gedeelte van
de huid is kapot
– Ontvelde plek of
ondiepe wonde
Graad 3
• Gehele huid is
verdwenen
• Er is uitbreiding naar
het onderhuidse
vetweefsel, maar nog
niet in het
onderliggend
spierweefsel
Graad 4
• Uitgebreide diepe
afbraak van weefsel
waarbij ook spieren,
pezen en botten
aangetast zijn
• Zwarte
necrose/afgestorven
weefsel
Kan men decubitus voorkomen?
Vermits decubitus veroorzaakt wordt door een
zuurstoftekort door het afsluiten van bloedvaten
door druk- en schuifkrachten, bestaat preventie
erin om
- de grootte van de druk en de schuifkracht te
verkleinen
- de duur van de druk en de schuifkracht te
verminderen.
Preventie
• drukverlaging:vermindering van de grootte van
de druk en de schuifkracht
–
–
–
–
lichaamshoudingen
hielbeschermers/zwevende hielen
drukreducerende matrassen
drukreducerende kussens
• drukpuntverandering: verminderen van de duur
van de druk en de schuifkracht;
– wisselhouding
– alternerende systemen
– kantelstoel
Preventie
Preventieve maatregelen en materialen die
de grootte van de druk en schuifkracht
verminderen:
1. lichaamshoudingen
2. hielbeschermers/zwevende hielen
3. drukreducerende matrassen
4. drukreducerende kussens
Lichaamshoudingen
• Gebruik in rugligging
bij voorkeur een 30°
semi-fowlerhouding
• In een semifowlerhouding van 30°
zijn de druk en
schuifkracht het laagst en
het risico op decubitus
dus het kleinst.
Lichaamshouding
• Gebruik in zijligging
een 30° zijligging en
controleer of het
heiligbeen drukvrij
is.
Lichaamshouding
• Buikligging kan soms een
alternatief bieden.
De druk in buikligging is laag
en ongeveer vergelijkbaar met
de druk in semi-fowlerhouding.
Om druk ter hoogte van de
tenen te voorkomen kan ofwel
het voeteneinde van het bed
worden afgehaakt met de
patiënt wat lager liggend en de
voeten over de rand van de
matras, ofwel kan een kussen
worden gebruikt onder de
onderbenen
Lichaamshouding
•
Zittende houding
- Patiënten die zitten in een zetel,
worden bij voorkeur
gepositioneerd in een
achteroverzittende houding met
de benen liggend op een bankje
en de hielen drukvrij.
- De tijd die een patiënt doorbrengt al
zittend op een stoel wordt best zo
kort mogelijk gehouden. Waar de
zitduur in een zetel al korter moet
zijn dan deze in een lighouding,
moet de zitduur op een stoel nog
veel korter zijn.
Hoe de hielen beschermen?
•
- De techniek van 'zwevende
hielen' voorkomt decubitus ter
hoogte van de hielen.
- De laagste druk ter hoogte van
de hielen wordt gemeten bij
zwevende hielen. Hierbij wordt
een gewoon hoofdkussen onder
de onderbenen geplaatst, van aan
de kniekuil tot aan de
achillespees, waarbij de hiel
opgetild wordt en niet langer op de
matras steunt. Commerciële
producten kunnen slechts tot
gelijkwaardige resultaten komen
indien ze erin slagen de hiel van
het ondersteunend oppervlak op
te tillen.
Drukreducerende matrassen en
kussens
Foam matras
Waterbed
Wisselstroommatras
Holle vezelmatras
Anti-decubitusmatras
Gelkussen
Waterkussen
Foamkussen
Luchtkussen,…
Wisselhouding in bed
• Een wisselhouding betekent het regelmatig van houding veranderen
waardoor alle punten waarop het lichaam steunt (de drukpunten)
worden gewijzigd.
•
Bedoeling is de duur van de druk en de schuifkracht te
verminderen. Indien de houding voldoende frequent wordt gewijzigd
en het zuurstoftekort ter hoogte van de weefsels dus niet te lang
duurt, zal geen onomkeerbare weefselschade optreden en ontstaat
er dus geen decubitus.
• Wisselhouding tijdens het liggen dient bij voorkeur om de 4 uur te
gebeuren in combinatie met een drukreducerende matras.
Wisselhouding in bed
• Een wisselhoudingsschema moet zoveel mogelijk rugligging en
zo weinig mogelijk zijligging inschakelen.
• Wisselhouding moet gecombineerd worden met lichaamshoudingen
waarin de druk zo laag mogelijk is (zie lichaamshoudingen).
• In een wisselliggingsschema wordt best zoveel mogelijk rugligging
ingebouwd en zo weinig mogelijk zijligging. De druk in zijligging is
immers veel hoger dan in rugligging.
• Een goed schema is: semi-fowler 30° - zijligging 30° links - semifowlerhouding 30° - zijligging 30° rechts
Wisselhouding zittend
• Wisselhouding tijdens het zitten dient
te gebeuren met een hogere frequentie
dan tijdens het liggen.
Wisselhouding dient ook te gebeuren
tijdens het zitten met een hogere
frequentie dan tijdens het liggen,
bijvoorbeeld om het uur.
Voedingstoestand
• Patiënten met een slechte
voedingstoestand hebben een verhoogd
risico om decubitus te krijgen. Indien dit
het geval is, moet met preventie gestart
worden. Beoordeel dus regelmatig de
voedingstoestand bij elke patiënt aan de
hand van een hiervoor ontwikkeld en
gevalideerd instrument.
Evaluatievragen decubitus.
• Leg in je eigen woorden uit wat decubitus is. + tekening
• Wat zijn de werkelijke oorzaken van decubitus?
• Welke risicofactoren doen de kans op decubitus verhogen wanneer
druk en schuifkrachten aanwezig zijn?
• Met welke schaal kan je de risicograad om decubitus te krijgen
beoordelen? Welke items worden er gecontroleerd.
• Wat weet je over de score die je bekomt na controle Nortonschaal
i.v.m. het risico op decubitus?
• Welke zijn de meest bedreigde plaatsen om decubitus te krijgen
onafhankelijk van de houding?
• Geef de meest bedreigde plaatsen om decubituswonden te krijgen
in:
–
–
–
–
In rugligging
In zijligging
In buikligging
Bij zitten in de rolstoel
Evaluatievragen decubitus.
• De graden van decubitus kennen en hiervan de kenmerken kunnen
geven.
• Leg uit wat wisselhouding is.
• Wat is de bedoeling van wisselhouding.
• Hoe installeer je een zorgvrager in de rolstoel om de kans op
decubitus zo klein mogelijk te houden?
• Hoe installeer je een zorgvrager in zijligging om de kans om
decubitus te krijgen minimaal te houden?
• In welke houding installeer je de zorgvrager bij voorkeur in
rugligging om de druk- en schuifkrachten minimaal te houden?
• Geef vier voorbeelden van drukreducerende matrassen.
• Geef vier voorbeelden van drukreducerend kussens.
• Waaruit bestaat de preventie van decubitus in hoofdzaak? (2)
Download