Vignet Bond van Nederlandse Predikanten Vignet Samen op Weg Kerken 2e Vervolg circulaire over de gevolgen van het nieuwe belastingstelsel 2001 voor gemeentepredikanten de ambtswoning Inleiding De vervolgcirculaire van mei 2001 van het Bureau Predikanten SoW kerken, heeft met name over de fiscale behandeling van de pastorie veel vragen opgeroepen. Volgens de nieuwe Wet Inkomstenbelasting vallen de inkomsten van Predikanten als uitgangspunt onder “resultaat uit overige werkzaamheden” (pseudo-ondernemerschap). Hierbij is gebleken, dat een aantal predikanten financieel nadeel ondervindt van de nieuwe regeling, namelijk de bijtelling op basis van de WOZ-waarde van de pastorie. Het Bureau Predikanten SoW kerken heeft inmiddels op alle vragen en opmerkingen gereageerd door middel van een algemeen antwoord. Daarin stond dat er op korte termijn opnieuw overleg met de Belastingdienst zou plaatsvinden om na te gaan op welke wijze aan de financiële nadelen tegemoet zou kunnen worden gekomen. Samen met de Bond van Nederlandse Predikanten heeft dit overleg met de Belastingdienst plaatsgehad en vanwege de complexe problematiek heeft dit overleg veel tijd gevergd. In de situatie waarin de bijtelling op basis van de WOZ-waarde leidt tot een financieel nadeel, kan dit nadeel door het opteren voor het toepassen van de bepalingen van de loonbelasting worden beperkt (keuze voor het “pseudo-werknemerschap”). Het toepassen van de bepalingen van de Loonbelasting voor niet werknemers wordt ook wel “opting in” *) genoemd. Het betreft hier een zuiver administratieve handeling, die de ambtelijke positie van de predikant onveranderd laat. Hierna is deze oplossingsvariant nader uitgewerkt. De in deze circulaire geschetste oplossingsvariant en gehanteerde berekeningssystematiek ter voorkoming van (grote) financiële nadelen ten gevolge van het nieuwe belastingstelsel voor de predikanten, heeft de instemming van de Belastingdienst. In de eerste Circulaire over de gevolgen van het nieuwe belastingstelsel 2001 voor gemeente predikanten van januari 2001 van het Bureau Predikanten, hebben wij u reeds geïnformeerd over de mogelijkheid van opting in. Voor alle duidelijkheid volgt hier een samenvatting van de circulaire van januari 2001 inzake “opting in”. *) de aanduiding “opting in” is een door de Belastingdienst gecreëerd begrip 1 “opting in” (pseudo-werknemer) Het belangrijkste kenmerk van “opting in” is, dat op het inkomen de regels uit de Wet op de Loonbelasting van toepassing zijn. Met nadruk zij hier vermeld, dat “opting in” uitsluitend van belang is voor de loonheffing (te betalen belasting) en niet doorwerkt naar de werknemersverzekeringen. De predikant wordt dus, indien gekozen wordt voor “opting in”, daarmee géén echte werknemer en blijft onder de regels van de WAZ vallen. Er kan worden volstaan met een gezamenlijk verzoek van kerkenraad en predikant aan de Belastingdienst en daarmee is “opting in” een feit. De keuze voor “opting in” heeft voor de kerkelijke gemeente tot gevolg dat er loonadministratie moet worden bijgehouden (en dat geeft hoe dan ook enige administratieve rompslomp, zie blz. 3)). Niet uitputtend, noemen we een aantal voordelen van de “opting in” methode: 1. een fiscaal aantrekkelijke spaarregeling met de gemeente. 2. onbelastbaarheid van een jubileumgratificatie. 3. mogelijkheid van de zogenaamde feestdagenvrijstelling van € 136,13 (ƒ 300,--) per jaar. 4. aanschaf computer / fiets en eventueel vergoedingsregelingen. 5. onbelaste kostenvergoedingen. Daarnaast kan het aantrekkelijk zijn dat de belasting direct wordt ingehouden. De voorlopige aanslagen blijven goeddeels achterwege. Dit leidt tot financiële overzichtelijkheid. N.B. Indien voor “opting in” wordt gekozen, moet de gemeente bij het inhouden van de belasting rekening houden met de te betalen belasting over de waardering van het vrij wonen. Dit geldt ook voor de periodieke verhogingen bij NHK-predikanten. Wij adviseren u hierover contact op te nemen met het Bureau Predikanten. Een ander belangrijk aspect bij “opting in” is, hoe fiscaal met kosten wordt omgegaan. Als de predikant pseudo-werknemer wordt, dan is er geen mogelijkheid meer aanwezig om de gemaakte beroepskosten af te trekken. Uitgangspunt is eigenlijk, dat de kerkelijke gemeente de kosten vergoedt. Het is mogelijk bij “opting in”, om vergoeding van kosten binnen de regels van de loonbelasting belastingvrij te verstrekken. Hierover zal nog nader overleg met de Belastingdienst plaatsvinden, omdat aan die vergoedingen werkelijk gemaakte kosten ten grondslag moeten liggen. Voor bepaalde reizen bij "opting in" kan het reiskostenforfait van toepassing zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als een bepaalde arbeidsplaats meer dan 40x per jaar via dezelfde route wordt bereisd, met name parttime predikanten kunnen hiermee te maken krijgen, omdat zij meestal buiten de gemeente wonen. Hierbij kan een vergelijk worden getrokken met andere beroepsgroepen die in een rayon werken. Pastorie in relatie tot “opting in” Inzake de pastorie in relatie tot “opting in” ontstaat de volgende situatie. Bij “opting in” kan de predikant, die verplicht is in de pastorie te wonen, uitgaan van de waarde van de besparing. Dit betekent, dat uitgegaan wordt van het bedrag dat de predikant gezien zijn inkomen voor huisvesting zou hebben uitgegeven, indien hij voor eigen huisvesting had moeten zorgen. Een eventuele inhouding op het traktement (GKN) moet afgetrokken worden (zie de voorbeelden in het vervolg). In het algemeen wordt de besparingswaarde in overleg met de plaatselijke eenheid van de Belastingdienst bepaald. Om in de praktijk zoveel mogelijk discussies te voorkomen, zal gepoogd worden in overleg met de Belastingdienst daartoe richtlijnen te ontwikkelen. Tot die tijd kunt u volstaan met de bijtelling volgens de tabel van de NHK, de vergoeding gemis ambtswoning. Dit geldt ook voor de Gereformeerde en Lutherse predikanten. De bijtellingsbedragen luiden per 1 januari 2001 als volgt: Groep l € 6.754,97 (ƒ 14.886,--) per jaar Groep ll € 5.799,31 (ƒ 12.780,--) per jaar Groep lll € 4.843,65 (ƒ 10.674,--) per jaar Groep lV of lager € 3.887,99 (ƒ 8.568,--) per jaar per 1 januari 2002 € 6.930,-€ 5.958,-€ 4.986,-€ 3.996,-- 2 Om de gevolgen inzichtelijk te maken geven wij onderstaand een voorbeeld van de drie situaties, te weten: a. vóór 2001 b. 2001 WOZ-bijtelling c. “opting in” Deze voorbeelden gaan uit van een WOZ waarde pastorie van ƒ 1.000.000,-- en het gaat hier om bruto bedragen. a. vóór 2001 GKN NHK inkomen bijtelling inhouding totaal -/- € 42.322,72 6.754,97 49.077,69 - ,-49.077,69 ƒ 93.267,-14.886,-108.153,-- ,-108.153,-- € 52.139,35 6.754,97 58.894,32 -/- 5.935,45 52.958,87 ƒ 114.900,-14.886,-129.786,-13.080,-116.706,-- € 52.139,35 8.621,82 60.761,17 -/- 5.935,45 54.825,72 ƒ 114.900,-19.000,-133.900,-13.080,-120.820,-- 1.866,85 4.114,-(méér) € inkomen 52.139,35 inh. 12%(tabel) -/- 5.935,45 subtotaal 46.203,90 besparingswaarde + 6.754,97 (=vergoeding gemis ambtswoning) totaal 52.958,87 ƒ 114.900,-13.080,-101.820,-14.886,-- inkomen bijtelling eigenlijk inh. 12%(tabel) totaal b. WOZ-bijtelling / pseudo ondernemer NHK GKN inkomen: bijtelling 1,9% inhouding totaal verschil -/- € 42.322,72 8.621,82 50.944,54 - ,--_ 50.944,54 ƒ 93.267,-19.000,-112.267,--,-112.267,-- 1.866,85 4.114,-(méér) inkomen bijtelling 1,9% inh. 12%(tabel) totaal verschil c. “opting in” (pseudo werknemer) NHK inkomen inhouding totaal besparingswaarde (=vergoeding gemis ambtswoning) totaal GKN € 42.322,72 -/-,--_ 42.322,72 + 6.754,97 ƒ 93.267,--,-93.267,-14.886,-- 49.077,69 108.153,-- 116.706,-- Voor de toepassing van “opting in” moet ook met de onderstaande opmerkingen rekening worden gehouden (zie tevens onze eerste belastingcirculaire van januari 2001). Aan de inrichting van de loonadministratie die de gemeente moet gaan voeren, worden door de Belastingdienst eisen gesteld. Hiervoor kunt u contact opnemen met de Belastingdienst. In vele gemeenten zal er reeds sprake zijn van loonadministratie, omdat er medewerkers in dienst zijn. Daar waar dit niet het geval is, zou kunnen worden overwogen om deze administratie uit te besteden. Er zijn administratiekantoren die dat kunnen doen, doch ook het kantoor KKG/KKA te Amersfoort (tel. 033 – 467 10 10) kan hierbij goede diensten bewijzen. Uiteraard zijn aan uitbesteding wel kosten verbonden, namelijk € 155,--per jaar. Een ander belangrijk aspect is, dat bij “opting in” vaste kostenvergoedingen belastingvrij zijn, voor zover zij gespecificeerd zijn naar de aard en de omvang van de onderliggende kosten. Of de bedragen zoals genoemd in de tabellen van de NHK, GKN en ELK met betrekking tot de administratie- en bureaukosten en de representatiekosten nog gehandhaafd kunnen worden, zal in overleg met de Be- 3 lastingdienst worden onderzocht. Hierbij is het de vraag of predikanten een homogene groep vormen met een min of meer gelijk kostenpatroon. Overigens kan de predikant echte kosten, binnen de regels van de loonbelasting, op declaratiebasis altijd in rekening brengen, althans fiscaal gezien. Met de Belastingdienst is afgesproken dat voor het jaar 2001 met terugwerkende kracht gekozen kan worden voor “opting in”. Hierbij geldt dat, indien met betrekking tot het jaar 2002 “opting in” is aangevraagd, de Belastingdienst ervan uitgaat dat voor het jaar 2001 gehandeld kan worden als ware er in 2001 sprake van “opting in”. Voor het verzoek kan worden volstaan met een eenvoudig briefje waaruit duidelijk wordt dat predikant en gemeente kiezen voor opting in. Indien wordt gekozen voor de “opting in” methode, dan dient een verzoek hiertoe zo spoedig mogelijk bij de belastinginspecteur te worden ingediend (voor 2001 – 2002 en verdere jaren) Recapitulatie: In onze eerste circulaire d.d. januari 2001 hebben wij u op hoofdlijnen geïnformeerd over de gevolgen van het nieuwe belastingstelsel. Hierover vond een nadere uitwerking plaats in de vervolgcirculaire d.d. mei 2001. Samenvattend komt het erop neer dat, indien u kiest voor het pseudo-ondernemerschap (resultaat uit overige werkzaamheden) dat u ten aanzien van de woning, de pastorie, als inkomen moet meetellen 1,9% van de WOZ waarde. In verband met de ambtsuitoefening dient een eenvoudige administratie te worden gevoerd, waarbij de belangrijkste wijziging is, dat u een balans en een resultatenrekening moet (laten) opstellen. Zakelijke kosten zijn aftrekbaar, maar de tegenhanger is, dat alle kostenvergoedingen als “baten”, net als de honoraria, zullen moeten worden opgenomen. Als u, richting Belastinginspectie niets doet, valt u automatisch onder de inkomstenbelasting, de categorie “resultaat uit overige werkzaamheden” (pseudo-ondernemerschap). Om het nadeel van de hoge bijtelling vanwege de pastorie te compenseren, kunt u gebruik maken van de “opting in” regeling (pseudo-werknemer). Zie hiervoor met name deze circulaire. Voor informatie over deze vervolgcirculaire kunt u terecht bij: Bureau Predikanten, telefoonnummer 030-8801652, of e-mail [email protected] Deze informatie, alsmede de twee eerder toegezonden circulaires, is ook opgenomen onder Internet: www.sowkerken.nl -- trefwoorden -- predikanten. Bond van Nederlandse Predikanten, telefoonnummer 030-2716133, of e-mail [email protected] Utrecht, januari 2002 Bond van Nederlandse Predikanten – ds. Ch.J. Rensink Bureau Predikanten Sow kerken – drs. P.D. Eenshuistra P.S. Medio februari kunt u een model tegemoet zien voor de inrichting van uw administratie. RECTIFICATIE Aanhangsel NHK per 1 januari 2002, nr. 9990/15 (geel) II. Periodieke verhogingen - bedrag per maand moet zijn € 60,25 in plaats van € 180,75 XIX. Vacaturegeld € 0,27 moet zijn € 0,28 4 5