VRAAG 1 Kanker is een genetische aandoening en ontstaat in verchillende stappen: leg uit. (oncogenese = ontstaan van kwaadaardige tumoren) (incidentie stijgt, doch geen nieuwe ziekte) Genetische aandoening - - Kanker is een genetische aandoening waarbij cellen zich ontrekken aan normale celregulerende mechanismen >geeft aanleiding tot overmatige celgroei >> geeft aanleiding tot ontstaan van gezwel (tumor) Soms erfelijk, meestal verworven (genetische afwijking in loop van leven na accumulatie van mutaties) = verstoring in genetisch materiaal van de cel Genoom -Gen>DNA>rond eiwit=Histon>Chromosoom (23 paar bij mens)>genoom -Slechts 2% codeert voor proteïnen -Veel functies ongekend -Nog niet ontrafeld -Bij mutatie: ziekte/gevolg ongekend Gen = regio van het genoom welke de coderende en controlerende sekwenties bevat voor de – expressie van een proteïne of RNA-product -intronen en exonen => intronen zijn niet-coderend en worden verwijderd (thv mRNA) DNA-replicatie -Ontdubbeling helix -Vrije nucleotiden paren met ouder-strengen (DNA-polymerase) > na kopie: celdeling -Onderhevig aan fouten maken: Hertelsysteem! (DNA-mismatch-repair-genes)Eiwit-synthese -Transcriptie: DNA-keten wordt overgeschreven ter lengte van het gen > mRNA -Translatie: per codon > AZ (in bepaalde volgorde) => Polypeptide (rRNA en tRNA) -Alternatieve Splicing (posttranscriptioneel): ondanks geen afwijking op DNA-niveau, toch nog kanker (na het uitsplitsen van intronen ook exonen wegsplicen => ander eiwit of andere activiteit) DNA-mutaties -Als de fout niet wordt hersteld: definitieve wijziging erfelijke informatie = mutatie (foutief naar dochtercel => mogelijk ontstaan kanker) -Gevolg: Verlies/Winst van functie -98.5% van de mutaties beïnvloeden het fenotype niet (:IN coderend gen & op juiste plaats) -Soorten: puntmutatie, translocatie, gen amplificatie, deletie Microscopische mutaties -Dyslplasie: activatie en proliferatie -Carcinoma in situ: intacte basale membraan, epitheellaag enkel bestaande uit snel prolifererende cellen -Maligne carcinoom: ingroei in bloedvaten/lymfevaten>ingroei in andere weefsels (metastase) -Goedaardig: intacte basale membraan Kwaadaardig: uitzaaiing (wijziging in cel-cel interacties en vorming van nieuwe bloedvaten) Kanker is Multi-step-proces Oorzaak -Uitwendig, carcinogene factoren: chemische carcinogenen (nicotine…), fysische oorzaken (UV…), biologische oorzaken (hepatitis B, …) -Inwendig: defect gen: translocatie tussen chromosomen (activatie van 2 genen die kankeropwekkend zijn)… Ontstaan -Initiatie: essentiële veranderingen inde cel die op zich geen kanker veroorzaken -Promotie: extra wijziging die de kanker doet ontwikkelen (kwaadaardig) -Meerstaps-proces: Incidentie en groei van tumor stijgt in functie van leeftijd >meerdere mutaties vereist voor kanker ontwikkeling (min. 5) = ouderen hebben meer kans Multiple-hit-theorie -Hit 1 (vb. rookt) > DNA-schade => Apoptose (te veel schade) Herstel Blijft leven (met verworven DNA-schade)(geeft door aan dochtercel) ->kan probleemloos zijn: 95% van DNA is overbodig ->kan nieuwe DNA-schade oplopen: kan ontaarde groei veroorzaken -Hit 2 (vb. blijft roken) > DNA-schade => Apoptose Blijft leven: doorgeven Ontwikkeling kanker Tumor-ontwikkeling = multistep proces -Tumoren zijn clonaal: ontstaan uit 1 enkele cel -Cel verkrijgt aantal mutaties of epigenetische wijzigingen waardoor cellulaire pathways en processen worden verstoord (signaal transmissie en DNA-repair) -Gevolg: cel krijgt groeivoordeel -Cel krijgt dochtercellen: ondergaan ook mutaties -Verloop van events in een specifieke sekwentie = multistage model van carciogenesis -Verloop over jaren, 5-tal wijzigingen noodzakelijk ! elke tumor zal een unieke set van genetische lesies hebben ! elke kanker is een kloon VRAAG 2 Wat is een (proto-)oncogen? Geef een voorbeeld. Kankergenen = elk gen dat bijdraagt tot neoplasie (ontwikkeling kanker) -Gevolg van mutaties in normale genen -Mutaties meestal tgv ongecorrigeerde fouten in DNA-replicatie -Ontdekt naar aanleiding van oncogene virussen: virus introduceert stuk van gensekwentie in humaan genoom: normale cel transformeert in maligne cel Proto-oncogen -Def: Het zijn genen met een normale cellulaire functie, doch mutaties in deze genen zijn geassocieerd met tumor vorming of celtransformatie -Normale genen wiens functie wordt geactiveerd of versterkt -Mutante vorm van proto-oncogen (= activatie) = oncogen (gain-of-function-mutaties) -Stimuleert tumorgroei -In normale cel: rol in weefselgroei, vnl. foetale ontwikkeling (proto-oncogen) -In tumoren: ondergaan mutatie naar hyperactiviteit: oncogen -Om actief te worden: mutatie in 1 allel voldoende (dominant) -100-tal ontdekt Voorbeeld -Myc-oncogen = c-myc VRAAG 3 Wat is een tumorsupressorgen? Geef een voorbeeld. Kankergenen = elk gen dat bijdraagt tot neoplasie (ontwikkeling kanker) -Gevolg van mutaties in normale genen -Mutaties meestal tgv ongecorrigeerde fouten in DNA-replicatie -Ontdekt naar aanleiding van oncogene virussen: virus introduceert stuk van gensekwentie in humaan genoom: normale cel transformeert in maligne cel Tumor suppressor gen -Inhibeert celgroei -Loss-of-function mutaties in tumor-supressor gen zijn oncogeen (kankeropwekkend) -In tumor: ondergaat mutatie naar inactiviteit > inhiberende rol valt weg: tumor ontstaat -Om inactief te worden: mutatie in beide (2) allelen noodzakelijk (recessief) -Meest erfelijke tumors zijn via tumor-supressor gen -20-tal gekend Voorbeeld -p53 -Slechts 1 copij geërfd van de ouders: verhoogde vatbaarheid voor kanker -Mutaties in p53 gevonden in 50% van de tumoren -Guardian of the genome: centrale rol in DNA-transcriptie, celgroei en proliferatie en vele metabole processen + mechanisme voor protectie tegen kanker -DNA-schade > sensor > cascade voor activatie p53 > transcriptionele activatie – (cascade voor DNA-schade te herstellen)> celcyclus vertragen of stoppen/ DNA herstel/ apoptose (geprogrammeerde celdood) -p53 onderdrukt vorming van kanker door cellen die beschadigd zijn te elimineren =>respons op therapie minder omdat de tumor weerstandiger is tegen 3 basistherapieën (chemo, radiotherapie, heelkunde) -Mutatie: verlies van blokkeren abnormale tumorgroei -Retinoblastoma gen Erfelijke retinoblastoma: 1 vd 2 allelen reeds defect overgeërfd van ouders, in loop van leven op ander allel een defect oplopen > kanker. Niet erfelijke retinoblastoma: ouders normaal, bij geboorte 1 allel defect, in loop leven ander allel defect > verworven kanker loss of heterozygosity in kanker = verliezen van de ‘good’ copy van een gen -BRCA en borstcarcinoma -Frequent voorkomend -10% familiaal (omgeving,…, geen genetisch defect), 5% erfelijk (BRCA 1 en 2) -Gentranscriptie aanwezig in alle lichaamscellen (1) -Verhoogd risico op ovariumkanker (1) <> (2) geen verhoogd risico aangetoond -Hoog risico families: veel voorkomen borstCA (vnl. jonge leeftijd)(premenopausaal), bilateraal borstCA, voorkomen ovariumCA >geen absolute criteria: sporadisch, familiair (geen gen. defect of erfelijke afstamming), erfelijk -Genetische analyse (erfelijkheidstest): duur, vals negatief/positief (relevantie mutatie?), psychologische belasting, duurt lang, enkel zinvol bij afstammelingen -Genetisch risico: maandelijks zelfonderzoek, jaarlijkse mammografie (25-35 j), jaarlijkse gynaecologische echografie en CA 125 (merker in bloed die stijgt bij eierstokkanker), profylactische heelkunde (risico wordt niet 0!)(beide borsten en eierstokken) VRAAG 4 Wat is het verschil tussen erfelijke en sporadische kanker? Kankergenen = elk gen dat bijdraagt tot neoplasie (ontwikkeling kanker) -Gevolg van mutaties in normale genen -Mutaties meestal tgv ongecorrigeerde fouten in DNA-replicatie -Ontdekt naar aanleiding van oncogene virussen: virus introduceert stuk van gensekwentie in humaan genoom: normale cel transformeert in maligne cel Erfelijk -Mutaties in kankergenen kunnen overgedragen worden van ouder op kind. -Bijna altijd beperkt tot tumor-supressor gen -Reden: mutant allel is functioneel silent in heterozygote status, geen invloed op embryogenese -Een dominant actief oncogen is meestal lethaal voor een embryo (uitz. Ret oncogen) -Kanker is een genetische ziekte: genetisch defect in gen. materiaal -Sommige vormen: erfelijk tgv van genetische wijziging welke overgeërfd worden -Geeft niet noodzakelijk aanleiding tot kanker, maar verhoogt het risico -Erfelijk risico aanwezig als: -Zeldzame vormen van kanker frequent voorkomen in een familie -Frequent voorkomende kankers voorkomen op jonge leeftijd -Clusters van kankers van verschillende lokalisatie waarvan geweten is dat ze geassocieerd zijn met bepaald kanker gen (vb. darm, keel en pancreas: door mutatie van 1 gekend gen) Sporadisch Kanker die in de loop van het leven wordt opgelopen na accumulatie van mutaties -Uitwendig, carcinogene factoren: chemische carcinogenen (nicotine…), fysische oorzaken (UV…), biologische oorzaken (hepatitis B, …) -Inwendig: defect gen: translocatie tussen chromosomen (activatie van 2 genen die kankeropwekkend zijn)… Er wordt geen defect allel overgeërfd van de ouders dat aanleiding zou kunnen geven tot kanker. De mutaties die tot de kanker bijdragen worden opgelopen tijdens het leven… Erfelijke kankers zijn meestal via de tumor-supressor genen VRAAG 5 Welke factoren bepalen hoe snel een tumor groeit? Beschrijf bondig deze factoren. 1)Tijd tussen 2 celdelingen (celcyclus) 2)Groeifractie (niet alle cellen nemen deel aan celcyclus) 3)Aantal cellen dat afsterft in bepaalde periode => grote variatie: weken tot jaren Lichaamscellen Intermitotisch: levercellen,... (sterke regenratiebehoefte) Postmitotisch: zenuwcellen, spiercellen,... Mitotisch: hematopoïetische stamcellen, darmepitheel Principe Tumorgroei Als de tijd om het aantal cellen te verdubbelen constant blijft, dan is de groei exponentieel => explosie aantal cellen (volume en diameter stijgen ook) Celcyclus = een fundamenteel cellulair proces (samenloop van celbiologie, biochemie en genetica) G1 restrictiepunt: start S DNA-replicatie G2 rust-fase M mitose, celdeling Go quiescence, ‘rust’ > bij nood terug naar G1 -Kan variabel zijn in lengte!! -Niet alle tumorcellen zijn delende -Meten van celcyclus: S-phase: DNA-replicatie / BRDU Incorporation (radio-actieve DNA bouwsteen > 1 dag later meten hoeveel incorporatie) / DNA Content (FACS) G1 of S: Cyclin-geassosieerde CDK kinase activiteit (= enzymactiviteit) / Cycline expressie (eiwitactiviteit) -Tumor: -Geactiveerde oncogenen activeren CDK (=cycline dependent kinase) > proliferatie -Geïnactiveerde tumor supressor genen inhiberen de normale check point controles > accumulatie DNA schade -CDK-inhibitoren: proteïnen die de CDK activiteit blokkeren om de celcyclus te stoppen > controleren de cel-cyclus-progressie door het CDK kinase te reguleren Celverlies -Necrose: door externe factoren (bv. Ongeval) cellen die kapot gaan (?) -Apoptose: geprogrammeerde celdood, om het individue ten goede te komen -Differentietie: bij de huid: cellen verliezen langzaam hun functie en inhoud door de constante aanmaak van nieuwe (?) continu verlies aan cellen in de tumor varitie in celverlies: 1 tot 100% bij humane tumoren Groeifractie -Niet alle cellen nemen deel aan celcyclus -‘Quiescent cells’ = Go 1)Tijd per cyclus = Tc } Tpot (potential dubbeling time = meetbaar) 2)Groeifractie = GF 3)Celverlies (kan niet bepaald worden) 1+2+3 = Td = effectieve verdubbelingstijd (in cultuur zetten en kijken : SCHATTING <> patiënt) Td > Tpot > Tc Samenvatting tumorgroei -Constante verdubbelings snelheid leidt tot groei explosie -Groeisnelheid afhankelijk van: TC, GF, celdood -Grote variatie in TC binnen eenzelfde tumor -Meetmethodes: flow cytometry, thymidine analogs, intrinsic markers VRAAG 6 Kanker wordt gekenmerkt door een verstoorde tumorgroei. Over welke 4 eigenschappen moet een kankercel dan beschikken? Tumorgroei -Constante verdubbelings snelheid leidt tot groei explosie -Groeisnelheid afhankelijk van: TC, GF, celdood -Grote variatie in TC binnen eenzelfde tumor Kanker: gestoorde tumorgroei Normale cel: vereist groeisignalen voordat cel van Go naar actieve prolifererende status overgaat (deze signalen worden doorgegeven via membraanreceptoren) Oncogenen: kunnen deze stimulerende factoren ‘nabootsen’ tumorcellen genereren hun eigen groeisignalen (normaal vanuit omgeving, vb. wonde) groei gebeurt onafhankelijk van signalen uit de omgeving Eigenschappen 1) Self-sufficiency in groeisignalen Door: - wijziging in extracellulaire groeisignalen Nl: cel reageert of groeifactor wordt door andere cel geproduceerd Tumor: cel produceert eigen groeifactor: positieve-feedback-signalingloop, wordt onafh van andere cellen - wijziging in cel oppervlakte receptor overexpressie van receptoren vb. EGFr - wijziging in cytoplasmatisch circuit SOS-Ras-MAP kinase cascade 2) Ongevoeligheid voor anti-groeisignalen (nadat wonde gesloten is bvb.) -Normaal: antiproliferatieve signalen om cellulaire quiescence en weefsel homeostasis te behouden > Signalen ontvangen via transmembranaire factoren > Anti-groeisignalen blokkeren proliferatie op 2 manieren: 1) cellen gaan naar G0 fase (quiescent) 2) cellen gaan naar post-mitotische fase (permanent) -Kankercel: verstoring van pRB pathway (retinoblastoma-gen) > wegvallen G1 block 3) Ontlopen van apoptosis - = geprogrammeerde celdood - Wat? Verstoring celmembraan, cytoplasma en nucleair skelet wordt afgebroken, nucleus wordt gefragmenteerd, cel wordt opgenomen door omringend weefsel, duur: binnen 24u - Tumorcellen: verwerven resistentie tegen apoptosis (vnl. via p53 mutatie) 4) Intrinsieke immortaliteit - Verstoring cel-cel interacties verklaren niet alleen expansieve tumorgroei - Ook rol intrinsiek mechanisme > Telomeer: thv uiteinde chromosoom, meerdere 1000 repeats van 6 bp sekwentie - Bij elke deling: verlies van 50-100 bp tgv onmogelijkheid van DNA polymerase om DNA volledig te repliceren - Erosie van telomeren: onmogelijkheid om chromosmaal DNA te beschermen: leidt tot celdood - Kankercel: behoud van telomerase activiteit: ongelimiteerde multiplicatie van de cel (geen erosie) > Senescence: beschermend mechanisme welk geactiveerd wordt door verkorte telomeren, groeisignalen - Cellen gaan irreversibel in G0 fase - Kankercel ontwijkt senescence: ongekend mechanisme VRAAG 7 Wat bedoelt men met signaaltransductie? Hoe gebeurt dit voor een normale cel? Hoe is dit proces verstoort in een kankercel? Signaaltransductie - Extracellulaire signalen regelen cel proliferatie, migratie, differentiatie, overleving, apoptosis - Vb. Wonde: cel moet signaal krijgen dat ze aanwezig is thv de wonde en dat ze moet delen om het defect te dichten. Als het defect gesloten is, signaal valt weg, celproliferatie stopt - Kanker: cel herkent niet wanneer ze moet stoppen met delen en blijft delen (belangrijke factor hier is de signaaltransductie) - Een extracellulair signaal produceert een wijziging in de intracellulaire status via signaalstranductie - Signaling = de communicatie tussen de cellen en weefsels en hoe een hele groep cellen de andere informeert wat moet gebeuren Proces in normale cel 1ste stap: groeifactor binding - Groeifactor bindt aan specifieke receptoren aan cel oppervlak - 2 componenten: groeifactor & receptor - Groei factoren > Extracellulair signaal proteinen welke de celgroei en –deling controleren > Cellen in cultuur vereisen bloedserum waarin groeifactoren aanwezig zijn in additie tot nutrienten > Zonder groeifactoren stoppen de meeste cellen hun celcyclus in G1 fase - Signalen > Endocrien signaal: signaalmolecule is werkzaam op target cel op afstand van de plaats van synthese door cellen van endocriene organen > Paracrien signaal: signaal molecule wordt vrijgezet door een cel in de nabijheid van de target cel > Autocrien signaal: cel beantwoordt aan substanties die ze zelf heeft vrijgezet (tumor!) - Receptor > Membraan R en cytoplasmatische R: klinish belang >> Molecule ontwikkelen die R-type specifiek gaat inhiberen > Meest belangrijke (gekende) R: PTK (protein-tyrosine kinase) > Transmembranair, 15 subfamilies > Extracellulair geglycolyseerd deel, transmembranair hydrofoob deel, intracellulair katalytisch deel (respons) > Extracellulair deel bepaalt de specificiteit van de respons op een signaal, intracellulair deel bepaalt respons > Na binding ligand: ondergaat auto-fosforylatie van de intracellulaire tyrosine residu’s: activatie - Enzymes geactiveerd door G-proteïnes katalyzeren de synthese van second messengers 2de stap: activatie van intracellulair messenger systeem - Signaal transductie activeert ganse cascade van fenomenen in het cytoplasma met de bedoeling het signaal te versterken en door te geven aan de nucleus - Via second messengers - Gevolg: oorspronkelijk signaal sterk versterkt, cel respondeert op lage concentraties extracellulaire ligand - vb. belangrijke rol Ras-proteïne (rol in celdifferentiatie, celgroei en overleving) 3de stap: doorgeven van signaal aan nucleus - Daardoor veranderingen in gen-expressies teweeg brengen Verstoord proces in kankercel - Ontregeling van signaal cascade met groei stimulerend effect tot gevolg - Overexpressie receptor PTK (waarschijnlijk meest belangrijk in tumor): constitutieve activatie van downstream pathways (therapie = overexpressie blokkeren) - Mutaties in genen die coderen voor intracellulaire signaal molecules (vb. CML (leukemie), Ras oncogen) - Activerende mutaties of overexpressie van GF receptoren kan een cel transformeren - Ras-pathway > RAS is een intracellulair GTP bindend proteïne dat geactiveerd wordt door enzyme linked receptors > Geactiveerde RAS proteïne creëert een cascade van events welke proteïne activiteit en gen expressie wijzigen thv. de nucleus > RAS proteïne controleert cel proliferatie, cel survival en cel differentiatie > 30% van de humane kankers hebben mutaties in RAS genen welke dan oncogenen worden genoemd >GF binden aan Tyrosine R en induceren gen expressie via ras/MAP kinase pathway - Verstoring van groeifactor signaling >> kanker - Therapeutische mogelijkheden > Signaaltransductie: -ingrijpen thv receptor -ingrijpen thv kinase signalling -ingrijpen thv ras pathway …… > Genetisch niveau: moeilijke therapie -elke cel -niet veilig >Vb. inhibitie Tyr kinase: -inhibitie door anti-lichaam dat concurreert met GF -inhibitie van fosforulering van de receptor -inhibitie van downstream tyr kinase (doorgeven van signaal naar cytoplasma) VRAAG 8 Opdat een tumorale cel kan metastaseren moet ze eerst de omgevende weefsels invaderen. Dit gebeurt in 3 stappen. Leg uit. -Normale celadhesie, celcontacten: >4 soorten CAM’s (cel adhesie molecule): Cadherines, IG-like CAM’s, Selectines; Integrines >Soorten verbindingen: Occluderende (tight junction), verankering (desmosomen), communicatie (gap junction) -Invasie en metastasering in kankercel >Losraken uit weefselverband >Adhesie aan extracellulaire matrix >Proteolyse extracellulaire matrixcomponenten >Migratie naar lymfe, bloed >Stop en invasie/penetratie >Metastasering/groei -Metastase: (in groot capillair bed) >lage druk >kleine doorsnede (blokkage tumor) >groeit weer door wand >> tumorgroei invasie omgevende weefsels a)Vrijzetten van lytische enzymes - degradatie omgevend weefsel verminder resistentie tegen tumorgroei - maligne tumoren produceren en secreteren lytische enzymes, tevens stimulatie van macrofagen om hun inhoud vrij te zetten > proteasen > type IV collagenase > plasminogeen activators > matrix metalloproteïnases = eiwit -proteases, rol in degradatie ECM -in kanker: verhoogde activiteit b)Verminderde celadhesie - Kankercellen hebben minder adhesie eigenschappen dan normale cel - Kankercellen hebben defect fibronectine of breklen het af bij productie - Gebrek aan fibronectine laat kankercel toe om tussen cellen te glippen en te invaderen c)Toegenomen motiliteit - Kankercellen komen los van de primaire tumor en infiltreren in de omgevende weefsels (intravasatie) en bloedvatwanden (extravasatie) - Kankercel bevat groei- en motiliteitsfactoren - Autocriene motiliteitsfactoren >kankercel produceert eigen motiliteitsfactor -3-staps theorie ECM: 1)tumor cel loslasting - Gemedieerd door fibronectine en laminine - Laminine: proteïne dat deel uitmaakt van basale membraan. Binding treedt op tussen tumorcel laminine receptor en basale membraan 2)Degradatie matrix - 2 types matrix : basale mb en bindweefsel - Hfz. samengesteld uit collageen, glycoproteïne en proteoglycanen - Tumor secreteert lytische enzymes waardoor matrix beschadigd wordt > matrix metalloproteïnases (MMP) > Plasminogeen activator/plasminogeen > Cathepsines B en L > Glycosidases 3)Verplaatsing in de matrix - Vingerachtige uitsteeksels (pseudopodia) thv de tumorcel bevestigen zich op de bloedvatwanden - Kankercel verlaat bloedvat en penetreert in interstitieel stroma - Beweging wordt gericht door chemotactische factoren (doelgerichte beweging) VRAAG 9 Wat bedoelt men met angiogenesis? Waarom is dit noodzakelijk?