Louis Durey (1888 - 1979) was een Franse componist. Hij behoorde

advertisement
Louis Durey (1888 - 1979) was een Franse componist. Hij behoorde enkele
jaren tot de Groupe des Six, een groep van zes Franse componisten. Als
zodanig onderging hij invloed van Erik Satie. Hij sloot zich aan bij het verzet
in WO II en schreef liederen op anti-fascistische teksten. Hij sloot zich aan
bij de communistische partij en vond dat iedereen zijn muziek moest kunnen
begrijpen. Vanwege de politieke lading daarvan raakte zijn werk in
vergetelheid.
De Six épigraphes antiques (1914) zijn een verkorte bewerking van de
muziek die Debussy schreef voor een uitvoering van 12 Chansons de Bilitis
van Louÿs, uitgevoerd als tableaux vivantes, een vorm die in de negentiende
eeuw populair was.
Pour invoquer Pan, de god van de zomerwind, roept de sfeer op van een
lome zomerdag, waarop Pan de fluit bespeelt. Pour un tombeau sans nom is
een klaagzang. Pour que la nuit soit propice : moge de nacht gunstig zijn.
Pour la danseuse aux crotales, laat de oorspronkelijke begeleiding van
harpen en violen herleven evenals de castagnetten waarmee de danseres
zichzelf begeleidt. Pour l'Egyptienne heeft een oosters karakter en Pour
remercier la pluie au matin is een zeer melodierijke dank aan de regen in de
ochtend.
Debussy werd beïnvloed door Wagner en het horen van Javaanse muziek in
Parijs. Rond 1890 begon hij visuele indrukken uit Spanje, het Oosten en
landschappen te verbinden met zijn composities. Dat leverde hem de
kwalificatie impressionist op, waartegen hij fel protesteerde.
Pierre Sancan begon zijn studies aan de muziekschool van Meknès in
Marokko en vervolgde die in Toulouse en Parijs bij o.a. Charles Münch voor
orkestdirigent. In 1943 verwierf hij de Prix de Rome.
Zijn talrijke stukken voor debutanten op de piano vormden een basis voor
piano-leraren. Hij onderwees piano aan het Conservatoire national supérieur
de musique et de danse de Paris gedurende een twintigtal jaren tot 1985.
Zijn opvatting van de pianistische techniek gebaseerd op anatomische
overwegingen was onweersproken. Hij leidde de grootste Franse pianisten
op.
Stichting Kamermuziek Oud Avereest
Concert in de Reestkerk op zondag
20 april 2014 om 15.00 u. ( kerk open 14.30 u.)
Marjolein de Wit
Jelger Blanken
fluit
piano
Programma
C.Ph.E. Bach (1714-1788)
Sonate in g moll.
allegro
adagio
allegro
F. Schubert (1797-1828)
Sonate in a "Arpeggione'
allegro moderato
adagio
allegretto
F. Poulenc (1899-1963)
Sonata
allegro malinconico
cantilena :Assez lent
presto giocoso
Pauze*
L.Durey (1888-1979)
fluitsolo: Dialogue
C. Debussy (1862-1918)
pianosolo: Prelude
C. Debussy:
Six Épigraphes Antiques
Pour invoquer Pan
Pour un tombeau sans nom
Pour que la nuit soit propice
Pour la danseuse aux crotales
Pour l'Egyptienne
Pour remercier la pluie au matin
P. Sancan (1916-2008)
Sonatine
Het volgende concert is op zondag 21 september en vindt plaats in de
Brugkerk in Balkbrug.
Dan treedt op het Saxion Duo : saxofoon en accordeon.
Secretariaat: J. Simons, Burg.v.d.Grondenstraat 35, 7711HR Nieuwleusen.
Bankrelatie Rabobank Vaart en Vechtstreek Dedemsvaart nr.NL60
RABO 0312 9843 16
Zie ook onze website: www.skoaconcerten.n
*Er is een collecte om de kosten te dekken. U wordt verzocht alleen per
volwassene minimaal € 10 bij te dragen. U krijgt een gratis consumptie.
Marjolein de Wit begon al op jonge leeftijd aan haar loopbaan als fluitiste.
Toen zij tien jaar oud was kreeg zij haar eerste lessen van Raymond
Delnoye, bekend als solofluitist van onder meer het Rotterdams
Philharmonisch Orkest en het Brabants Orkest. Al na enkele jaren werd
Marjolein aangenomen als eerste fluitist bij het Rotterdams Jeugd
Kamerorkest. Met dit orkest gaf zij veel concerten in binnen- en buitenland
en trad zij ook enkele malen solistisch op..
Van 1989 tot 1994 studeerde zij aan het Brabants Conservatorium in Tilburg,
wederom bij Delnoye. Hier studeerde zij cum laude af; haar eindexamen
werd op de radio uitgezonden. Zij volgde masterclasses bij ondermeer Emily
Beynon, Juliëtte Hurel, Mirjam Nastasi, Davide Formisano, Peter Lukas Graf
en Matthias Ziegler. Marjolein de Wit concerteert met grote regelmaat in
Nederland maar ook daarbuiten, zowel solistisch als in
kamermuziekverband. Regelmatig is zij in diverse muziekprogramma’s op
televisie te zien. Daarnaast heeft zij meerdere solocd’s op haar naam staan.
Momenteel is Marjolein de Wit verbonden aan fluitkwartet ‘DWARS’ en aan
het Animato - Ensemble.Zij geeft recitals met haar vaste pianist Jelger
Blanken. Marjolein de Wit heeft een uitgebreide lespraktijk. Ook geeft zij
regelmatig workshops en masterclasses.
Naast haar prachtige zilveren Muramatsu-fluit met Lafin-kopstuk bespeelt
Marjolein de Wit ook een houten Max Mönnich-fluit, een Kingma altdwarsfluit, Ormiston tinwhistles, low whistles, blokfluiten en andere fluiten.
Jelger Blanken studeerde aan het Sweelinck Conservatorium van
Amsterdam bij Baslawskaja en Austbø. In 2002 behaalde hij zijn diploma.
Sindsdien gaf hij talloze concerten op de grote en kleine podia van
Nederland en maakte hij buitenlandse tournees naar Frankrijk, Estland en
Portugal. Jelger is een vakkundig en gewaardeerd begeleider. Al in
september 2001 werd hij als enige Nederlandse liedbegeleider uitgekozen
deel te nemen aan de masterclasses van Dietrich Fischer-Dieskau in
Stuttgart. Met de Canadese celliste Rachel Mercer won hij in maart 2002 de
Vriendenkrans van het Concertgebouw en de Eduard van Beinum
studiebeurs. Met bariton Henk van Neven gaf hij in het kader van ‘Het
Debuut’ in 2004/2005 concerten in vrijwel alle grote zalen van Nederland.
Inmiddels is hij vaste pianist van Holland Music Sessions en de
Internationale Stichting Masterclass Apeldoorn. Maar ook werkte hij mee aan
muziektheaterproducties, zoals de jeugdvoorstelling “wild!” onder regie van
Margrith Vrenegoor, Sinds 2003 is Jelger Blanken verbonden als corepetitor/coach aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag
Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) componeerde, anders dan zijn
vader Johann Sebastiaan, in een empfindsame Stil, d.w.z. dat de emoties in
zijn muziek meer ruimte krijgen. Het is een overgangsstijl van de strenge
Barok naar de eerste Weense school en Romantiek. Zijn muziek kenmerkt
zich door onverwachte harmonieën en beweeglijke melodielijnen. Hij was
een vooraanstaand solist op het klavier, waarvoor hij bijna tweehonderd
sonates schreef, en maakte deel uit van het orkest van Frederik de
Grote.
In 1768 volgde hij in Hamburg zijn peetvader Georg Philipp Telemann op
als dirigent. Hij schreef daar veel muziek voor de eredienst, o.a.,
motetten, oratoria en choralen. Hij heeft grote invloed gehad op
componisten van de Noord Duitse School en zelfs op Felix Mendelssohn
en Carl Maria von Weber. Mozart, Beethoven en Haydn spraken hun
bewondering over hem uit.
De door Franz Schubert in 1824 gecomponeerde Arpeggione sonate is
een van de mooiste stukken kamermuziek uit de vroege romantiek.
De Arpeggione is een, in 1823 door de Weense vioolbouwer Johann
Georg Stauffer uitgevonden strijkinstrument, dat de kenmerken van de
gitaar met die van de cello in zich verenigt. Het doel was de bouw
principes van de gitaar te combineren met de kwaliteiten van de
gestreken toon. Het instrument wordt nog zelden gebruikt, maar de
muziek er voor kan goed op de cello worden gespeeld. Vandaag hoort u
een bewerking voor fluit en piano.
Francis Poulenc werd geboren als telg uit een industriële familie, die
een van de naamgevers was van het pharmaceutische bedrijf RhônePoulenc. Reeds op jonge leeftijd kreeg hij pianoles van zijn moeder, die
een begaafd pianiste was. Als componist was Poulenc vrijwel autodidact;
zijn eerste composities maakte hij rond zijn 18e wereldkundig zonder dat
hij compositie-onderricht had genoten. Wel ontving hij rond 1921
gedurende enkele jaren compositie-aanwijzingen van Charles Koechlin.
Echter reeds vóór die tijd werd hij beschouwd als behorende tot de
"Groupe des Six", waarvan ook Auric, Durey, Honegger, Milhaud en
Tailleferre deel uitmaakten. De sonate voor fluit en piano
(catalogusnummer FP 164) werd geschreven in 1957. Het stuk werd
geschreven ter nagedachtenis aan Elizabeth Sprague Coolidge, een
Amerikaanse beschermvrouwe van kamermuziek. Poulenc schreef het
stuk voor de fluitist Jean-Pierre Rampal. Poulenc en Rampal speelden
samen de première in juni 1957 tijdens het Festival van Straatsburg. Op
17 juni 1957 werd een onofficiële première gegeven tijdens het festival
van Straatsburg door de componist en Rampal - met als enige
toeschouwer Arthur Rubinstein, die het stuk graag een dag eerder wilde
horen dan de officiële première, omdat hij daarvoor al weg moest. Het is
nu een van Poulencs bekendste werken en neemt een prominente plaats
in binnen het 20e-eeuwse fluitrepertoire De muziek van Poulenc wordt
gekenmerkt door een grote rijkdom aan melodieën.
Download