Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de DOUANE en ACCIJNZEN D.I. 612 GEBRUIKSTARIEF - Boekwerk __________________ UITGAVE 2014 – SUPPLEMENT 1 D.T. 00.001.762 Bijlagen : 5 Brussel, 1 juni 2014. Omdeling door de gewestelijke directeurs aan : - elke dienst belast met het bijhouden van een collectie; - alle ambtenaren van de niveaus A en B. 1. Onlangs werd het nieuwe boekwerk "Gebruikstarief 2014" omgedeeld. Deze uitgave 2014 is een update van het BLEU Douane Gebruikstarief – uitgave 2003. De algemene informatie betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen is opgenomen in de inleiding van het boekwerk (punten 12 t.e.m. 12/4). Een overzicht van alle toepasselijke antidumping- en antisubsidiemaatregelen zal binnenkort geconsulteerd kunnen worden via TARBEL. 2. Bijlage 7 van bijlage VII–A werd in overeenstemming gebracht met de publicatie van de 4de, aanvulling op de 32ste volledige uitgave van de Gemeenschappelijke Rassenlijst voor Landbouwgewassen (Publicatieblad EU nr. C 146 van 15 mei 2014). 3. De lijst van gouden munten die, vanaf 1 januari 2014, aan de criteria van "beleggingsgoud" voldoen werd door de Commissie gepubliceerd in het Publicatieblad EU nr. C 138 van 8 mei 2014. De lijst kan geraadpleegd worden in TARBEL (zie Bijlage XV, blz. 4). 4. Dit boekwerk moet als volgt worden bijgewerkt : - op blz. 1 van de Inleiding, in de tabel van de supplementen, tegenover nr. 1 de datum van dit supplement inschrijven; - in de Inleiding de bladen 3/4 en 19/20 vervangen; - in de Bijlage VII-A het blad 4/2 toevoegen en het blad 17/18 vervangen; - in de Bijlage XV het blad 3/4 vervangen. 5. Het boekwerk BLEU Douane Gebruikstarief - uitgave 2003 wordt opgeheven. Voor de Administrateur douane en accijnzen : De Adviseur-generaal - Auditeur-generaal van financiën, B. LEROY Bon O.S.D. nr. A/I 95/14 Suppl. 1 3 Inleiding INHOUD Pagina VOORWOORD ................................................................................................................................. 5 WETTELIJKE BEPALINGEN ....................................................................................................... 7 I. EU-BEPALINGEN BETREFFENDE DE GOEDERENNOMENCLATUUR EN DE DOUANERECHTEN ......................................................................................................................... 7 II. EU-BEPALINGEN BETREFFENDE DE DOUANEWAARDE VAN DE GOEDEREN ............ 10 III. BENELUX-BEPALINGEN ............................................................................................................... 10 IV. BIJZONDERE EU-BEPALINGEN A. Producten bestemd voor bepaalde soorten schepen en voor boor- en werkeilanden ............... 11 B. Burgerluchtvaartuigen en producten bestemd voor burgerluchtvaartuigen ............................ 11 C. Farmaceutische producten ............................................................................................................ 11 D. Forfaitaire heffing .......................................................................................................................... 12 E. Bergingsmiddelen en verpakkingsmiddelen ................................................................................ 12 F. Gunstige tariefbehandeling in verband met de aard van de goederen ...................................... 12 BESCHRIJVING VAN HET GEBRUIKSTARIEF ....................................................................... 13 A. Algemene beschrijving ............................................................................................................................... 13 B. Maatregelen ................................................................................................................................................. 16 C. Opmerking in verband met de bijlagen .................................................................................................... 23 D. Afkortingen/Symbolen 24 1. Bijzondere maatstaven ......................................................................................................................... 24 2. Afkortingen met betrekking tot de toepassing van de rechten .......................................................... 24 3. Andere afkortingen en symbolen ......................................................................................................... 25 4. Landenlijst (ISO alfa 2-codes) .............................................................................................................. 25 Inleiding 4 BIJLAGEN I. OVERZICHT LANDBOUWPRODUCTEN II. INVOERRECHTEN GRANEN II bis. INVOERRECHTEN GEKOPPELD AAN INVOERPRIJZEN III. AGRARISCHE ELEMENTEN BIJ INVOER IV. COMPENSERENDE HEFFINGEN BIJ INVOER V. AANVULLENDE INVOERRECHTEN VI. INVOERCERTIFICATEN VII. DIVERSE LANDBOUWREGELINGEN BIJ INVOER VIII. TERUGVORDERING RESTITUTIES IX. UITVOERHEFFINGEN EN -BELASTINGEN X. RESTITUTIES BIJ UITVOER XI. UITVOER- EN VOORFIXATIECERTIFICATEN XII. DIVERSE LANDBOUWREGELINGEN BIJ UITVOER XIII. INFORMATIE EC (OPGEHEVEN) XIV. WISSELKOERSEN VAN DE EURO XV. BTW Suppl. 1 Inleiding 19 Maximum : - ad valorem ................................................... - aanvullend recht .......................................... 1.000 EUR x 18,1 % = 1.000 kg x 7 EUR/100 kg = 181 EUR 70 EUR 251 EUR Gezien het douanerecht ten bedrage van 80 EUR volledig dient geïnd te worden, bedraagt het agrarisch element : 251 EUR - 80 EUR = 171 EUR In totaal wordt er dus geïnd : 80 EUR + 171 EUR = 251 EUR Voorbeeld nr. 2 : Zelfde gegevens als voor het voorbeeld nr. 1, doch de goederen zijn van oorsprong uit IJsland (IS) : Verschuldigd : - douanerecht ................................................. - agrarisch element ........................................ nihil 1.000 kg x 37,22 EUR/100 kg = 372,2 EUR Maximum : - ad valorem ................................................... - aanvullend recht .......................................... 1.000 EUR x 18,1 % = 1.000 kg x 7 EUR/100 kg = 181 EUR 70 EUR 251 EUR Een agrarisch element van 251 EUR moet worden geïnd. Antidumping- en antisubsidiemaatregelen; goederen bij invoer onderworpen aan registratie 12. De toepasselijke antidumpingmaatregelen zijn terug te vinden bij de betrokken goederencodes in het maatregelscherm TARBEL. 12/2. Wettelijke basis De verschillende specifieke verordeningen genomen op grond van Verordening (EG) Nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschappen en Verordening (EG) Nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn. 12/3. Antidumpingrechten en compenserende rechten Naast het douanerecht moeten voor bepaalde producten ook antidumpingrechten en/of compenserende rechten worden geheven. Inleiding 20 Suppl. 1 Beginselen uit de wettelijke basis : a. Antidumpingrechten : Een antidumpingrecht kan worden toegepast op ieder product ten aanzien waarvan dumping plaatsvindt, wanneer het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen daarvan schade veroorzaakt. Ten aanzien van een product wordt geacht dumping plaats te vinden indien de prijs van dit product bij uitvoer naar de Gemeenschap lager is dan een vergelijkbare prijs die in het kader van normale handelstransacties voor het soortgelijke product voor het land van uitvoer is vastgesteld. b. Compenserende rechten : Compenserende rechten kunnen worden ingesteld om elke subsidie te neutraliseren die rechtstreeks of onrechtstreeks wordt toegekend voor de vervaardiging, de productie, de uitvoer of het vervoer van een product waarvan het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen schade veroorzaakt. Deze rechten zijn ingesteld voor een welbepaalde oorsprong. Soms is evenwel het land van uitvoer bepalend. Antidumpingmaatregelen zijn onderworpen aan de regels inzake niet-preferentiële of economische oorsprong. Inzake antidumpingrechten en compenserende rechten – hetzij voorlopige, hetzij definitieve – zijn soms afwijkende rechten van toepassing voor welbepaalde producenten of exporteurs. In dat geval zijn voor deze ondernemingen specifieke aanvullende Taric-codes vastgesteld die door de aangever verplicht moeten worden vermeld in het desbetreffende deelvak van vak 33 van het enig document. Er is een onderscheid tussen voorlopige en definitieve antidumping/compenserende rechten. Indien het een voorlopig recht betreft, wordt dit uitdrukkelijk vermeld (maatregel DUMPP = voorlopig antidumpingrecht of maatregel COMPP = voorlopig compenserend recht). Het in het vrije verkeer brengen van goederen waarvoor een voorlopig recht werd ingesteld, is afhankelijk van het stellen van een zekerheid gelijk aan het bedrag van het voorlopig recht. De zekerheid wordt gesteld op een van de wijzen die door de administratie worden aanvaard (personele borgtocht, speciën, enz.). Blijven onderworpen aan het antidumpingrecht of het compenserend recht, de producten die over TURKIJE uit het vrije verkeer worden ingevoerd, wanneer ze van oorsprong zijn uit een land waarvoor een antidumpingrecht of een compenserend recht geldt (vermelding van het maatregeltype “CTDUM” en de verwijzing “TM303” bij de ISO alfa 2-code “TR” in het maatregelscherm van TARBEL). Wanneer een voorlopig recht wordt omgezet in een definitief recht moet dat onmiddellijk worden geïnd. De boeking moet alleszins geschieden uiterlijk twee maanden na het tijdstip waarop de verordening tot instelling van het definitieve recht in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekend gemaakt (artikel 218 § 2 van het Communautair douanewetboek). Instelling van definitieve rechten – regulariseren van invoer die heeft plaatsgevonden tijdens de periode dat een voorlopig recht was ingesteld : Principe : - wanneer het definitieve recht hoger is dan het voorlopige recht, wordt slechts het bedrag van het voorlopig recht definitief geïnd; - wanneer het definitieve recht lager is dan het voorlopige recht, wordt slechts het bedrag van het definitieve recht geïnd en wordt vervolgens de gestelde zekerheid vrijgegeven. Suppl. 1 VII - A 4/2 TOEPASSELIJKE CODES ED/PLDA De structuur van de codes is verduidelijkt in de betrokken bijvoegsels van de Toelichting op het Enig document (zie http://www.fiscus.fgov.be/interfdanl/nl/ed/enig_document.htm). Voetnoot Communautaire code 2 C666 Certificaat van de Federal Grain Inspection Service (FGIS) 2 C668 Certificaat van de natmaalderij-industrie van de Verenigde Staten 6 L106 Certificaat voor ingevoerde hennep Voor te leggen certificaat Suppl. 1 17 HENNEPRASSEN Antal Futura 75 Armanca Ivory Asso KC Dóra Beniko KC Virtus Bialobrzeskie - Białobrzeskie KC Zuzana Kompolti Białobrzeskie Kompolti hibrid TC Cannakomp Lipko Carma Lovrin 110 Carmagnola Marcello Chamaeleon Markant Codimono Monoica CS Rajan Dacia Secuieni Santhica 23 Delta-llosa Santhica 27 Delta-405 Santhica 70 Denise Secuieni Jubileu Diana Silvana Dioica 88 Szarvasi Epsilon 68 Tiborzállási Fedora 17 Tisza Felina 32 Tygra Férimon - Ferimon Uniko B Ferimon Uso-31 Fibranova Wielkopolskie Fibrimor Wojko Fibrol Zenit Finola VIIBIJLAGE - A7 3 XV 1° goud, in de vorm van staven of plaatjes van een door de goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten minste 995 duizendsten, al dan niet belichaamd in certificaten. De kleine staven of plaatjes met een gewicht van ten hoogste 1 gram worden evenwel niet aangemerkt als beleggingsgoud 2° gouden munten die : - een zuiverheid van ten minste 900 duizendsten hebben, - na 1800 zijn geslagen, - in het land van oorsprong als wettig betaalmiddel fungeren of hebben gefungeerd, en - normaliter verkocht worden voor een prijs die de openmarktwaarde van het in de munten vervatte goud niet met meer dan 80 % overschrijdt. Dergelijke munten worden geacht niet verkocht te zijn wegens hun numismatisch belang. (BTW-Wetboek, artikel 1, § 8) Vanaf 1999 deelt elke lidstaat ieder jaar vóór 1 juli aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen mee welke munten die aan deze criteria voldoen, in die lidstaat worden verhandeld. Vóór 1 december van elk jaar publiceert de Commissie in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de volledige lijst van die munten. De in de gepubliceerde lijst opgenomen munten worden geacht aan voornoemde criteria te voldoen gedurende het hele jaar waarvoor de lijst wordt gepubliceerd. De in de lijst opgenomen munten waarvan de prijs in de loop van dat jaar zodanig fluctueert dat de limiet van 80 pct. wordt overschreden, kunnen derhalve de vrijstelling blijven genieten tot het eind van het jaar waarvoor de lijst werd gepubliceerd. De door de Europese Commissie gepubliceerde lijst is niet exhaustief. Munten die niet in die lijst zijn opgenomen kunnen eveneens met vrijstelling worden ingevoerd mits de invoerder aantoont dat die munten voldoen aan de criteria om als beleggingsgoud te worden aangemerkt. Historiek van de door de Commissie gepubliceerde lijsten : - voor het jaar 2000 : Publicatieblad EU nr. C 342 van 30.11.1999, - voor het jaar 2001 : Publicatieblad EU nr. C 321 van 10.11.2000, - voor het jaar 2002 : Publicatieblad EU nr. C 302 van 27.10.2001, - voor het jaar 2003 : Publicatieblad EU nr. C 279 van 15.11.2002, - voor het jaar 2004 : Publicatieblad EU nr. C 272 van 13.11.2003, - voor het jaar 2005 : Publicatieblad EU nr. C 285 van 23.11.2004, - voor het jaar 2006 : Publicatieblad EU nr. C 300 van 30.11.2005, - voor het jaar 2007 : Publicatieblad EU nr. C 291 van 30.11.2006, - voor het jaar 2008 : Publicatieblad EU nr. C 286 van 28.11.2007, XV 4 Suppl. 1 - voor het jaar 2009 : Publicatieblad EU nr. C 306 van 29.11.2008, - voor het jaar 2010 : Publicatieblad EU nr. C 289 van 28.11.2009, - voor het jaar 2011 : Publicatieblad EU nr. C 322 van 27.11.2010, - voor het jaar 2012 : Publicatieblad EU nr. C 351 van 2.12.2011, - voor het jaar 2013 : Nihil, - voor het jaar 2014 : Publicatieblad EU nr. C 138 van 8.5.2014. Lijst van gouden munten die voldoen aan de criteria van artikel 344, lid 1, punt 2, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad (bijzondere regeling voor beleggingsgoud). Deze lijst kan geraadpleegd worden in TARBEL via de link in het openingsscherm : “INLEIDENDE BEPALINGEN”. Vervolgens onder de hoofding “SPECIFIEKE INFORMATIE M.B.T. BEPAALDE MAATREGELEN IN TARBEL”, klikken op de link “INLEIDING/ALGEMEEN” van het onderdeel BTW. B. BTW-TARIEF VAN TOEPASSING OP DRUKWERKEN (HOOFDSTUK 49) De volgende drukwerken zijn onderworpen aan het BTW-tarief van 6 pct : 1. Boeken, brochures en dergelijk drukwerk, daaronder begrepen atlassen. 2. Gedrukte couranten en tijdschriften, ook indien geïllustreerd. 3. Prentenalbums, prentenboeken, tekenboeken en kleurboeken, gebrocheerd, gekartoneerd, ingenaaid of ingebonden, voor kinderen. 4. Geschreven of gedrukte muziek, ook indien geïllustreerd en ook indien ingebonden of ingenaaid. Drukwerken die voor reclamedoeleinden worden uitgegeven of die hoofdzakelijk bedoeld zijn voor het maken van reclame zijn echter uitgesloten van het tarief van 6 pct. en zijn bijgevolg onderworpen aan het normaal BTW-tarief dat thans 21 pct. bedraagt. 1. Reclamedrukwerk Als reclamedrukwerk dient te worden aangemerkt elk drukwerk dat in de uitoefening van een commerciële, financiële, industriële of ambachtelijke activiteit wordt aangewend ter bevordering van de afzet van goederen of diensten met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen. Worden onder meer bedoeld : - drukwerk van allerlei aard dat uitsluitend reclameboodschappen bevat en dat de namen van merken, producenten, leveranciers (kleinhandelaars of distributiecentra), of dienstverrichters vermeldt; - handelscatalogussen met of zonder prijsopgaven; - brochures van touroperators met of zonder prijsopgaven; - prospectussen en bedrijfsbrochures die zich tot klanten of potentiële klanten richten in verband met de activiteiten van bedrijven of in verband met koopwaren of diensten.