Het literaire werk van Gerrit Krol behoort zowel qua - VU-dare

advertisement
Laudatio eredoctoraat Gerrit Krol
1
Gerrit Krol
Het literaire werk van Gerrit Krol behoort zowel qua thematiek als
wat compositie en stijl betreft tot de origineelste en meest
imponerende oeuvres in het Nederlandse taalgebied. In de jaren
zestig heeft Krol een type roman ontwikkeld waarin verhaal,
bespiegeling, poëtische principes en de drang tot formaliseren van
de taal elkaar in een spannend evenwicht houden. Zijn werk is
daardoor zowel onderhoudend vertellend als spiritueel
bespiegelend en niet zelden zowel lyrisch als buitengewoon
humoristisch. Ruim veertig jaar en bijna vijftig romans, essay- en
dichtbundels na zijn debuut in 1962 blijkt Krol nog even
ontvankelijk voor het nieuwe en verrassende.
Krol confronteert zichzelf en zijn personages bij voorkeur met
prikkelende vragen: vragen naar persoonlijk geluk (liefde,
huiselijkheid), naar een geschikte omgeving (werk, woonplaats),
naar abstracte verbanden (tijd, eeuwigheid), maar ook naar
wetenschappelijke paradigma’s. Daarbij is hij gefascineerd door
de mechanismen van werkelijkheid en taal die aan dergelijke
zoektochten ten grondslag liggen en door de relatie daarvan met
de eigen persoon. Een fundamentele vraag als “Welke formulering
stelt mij in staat te vragen hoe ik in elkaar zit?” is kenmerkend
voor de gelaagdheid van het denken in zijn werk.
Deze gelaagdheid komt tot uitdrukking in een scala van thema’s.
In de ene roman staat het fenomeen ‘afbeelding’ als vorm van
communicatie centraal, in een andere de tegenstelling tussen hard
en zacht in uiteenlopende menselijke verbanden, in weer een
andere de vraag naar de relatie tussen de zichtbare en de
onzichtbare wereld, enzovoort. Behalve van abstracte thema’s als
de genoemde wemelt het in Krols werk van concrete onderwerpen
waarop hij zijn originele, nooit gemakzuchtige, visie geeft: olie-
Laudatio eredoctoraat Gerrit Krol
2
industrie, automatisering, seksualiteit, misdaad en straf,
hulpverlening, stadsvernieuwing, ontwikkelingshulp, stuk voor
stuk worden ze in romans, gedichten en essays tegen het licht
gehouden.
In zijn meest recente roman, Rondo Veneziano (2004), is dat het
geval met de vraag hoe lang de natuurwetenschappen nog
dominant kunnen blijven in onze cultuur en door welk paradigma
zij uiteindelijk zullen worden verdreven. Topwetenschappers uit
heel Europa en van uiteenlopende disciplines bespreken deze
vraag op een symposium. De taak van de hoofdpersoon, de enige
deelnemer zonder academische titel, is om de notulen van dit
symposium om te zetten in een roman. Daarmee heeft Krol ook
zijn eigen positie ten opzichte van de wetenschap in een notendop
geschetst: die van de zeer geïnteresseerde buitenstaander die een
literaire, niet-academische wijze van formuleren hanteert om
kwesties aan de orde te stellen waarvoor academische
redeneringen nog niet tot oplossingen hebben geleid. Stijl speelt
daarbij een cruciale rol.
Krol heeft altijd belangstelling getoond voor het academische
denken op verschillende terreinen. Zo was hij in 1984 de eerste
Nederlandse schrijver die een serieuze rol speelde in academische
discussies over het literaire postmodernisme, doorbrak hij in 1990
het taboe op discussie over de doodstraf, heeft hij zich gemengd in
het debat over de kloof tussen de twee culturen (alfa en bèta) en
ook in dat over de relatie tussen literatuur en wetenschap.
Al in een vroeg stadium heeft Krol met de vertaling van The
Mechanism of Mind (1971), het hoofdwerk van de Oxfordse
filosoof Edward de Bono, en met toelichtingen bij diens werk,
duidelijk gemaakt hoezeer kunstenaars baat hebben bij een
filosofie waarin niet de inhoud van ons denken centraal staat,
Laudatio eredoctoraat Gerrit Krol
3
maar de manier waarop wij denken en waarop denksystemen ons
zowel verhinderen als helpen creatief te handelen. In verschillende
verhalende teksten heeft hij laten zien hoe de bruikbaarheid van
deze filosofie zich verhoudt tot die van de logica. Krol is in dit
alles een meester in het onderzoeken van clichés: hij houdt clichés
tegen het licht, keert ze om en gaat na wat zij nog waard zijn.
Lezen van het werk van Krol leidt dan ook niet zozeer tot
herkenning als wel tot het gevoel dat men heeft na het nemen van
een bad in verfrissende gedachten, beelden en formuleringen:
alsof de eigen geest weer even helemaal schoon is.
Met zijn werk heeft Krol niet alleen waardering geoogst bij
letterkundigen, maar ook bij wetenschappers in andere disciplines;
zowel linguïsten, wiskundigen en filosofen als criminologen,
psychologen en wetenschapshistorici hebben zich geregeld
waarderend over zijn werk uitgelaten.
Nog voordat Buitenveldert bebouwd was en dus ook nog voordat
de gebouwen van de Vrije Universiteit er verrezen, moet Krol al
aangevoeld hebben dat dit een goede plaats is om na te denken
over wetenschap. Zo schrijft hij in zijn roman De chauffeur
verveelt zich (1973):
“Om wetenschap te bedrijven moet je creatief zijn en
methodisch. Welke van deze twee eigenschappen is het
belangrijkst? Ongetwijfeld die welke je het minst bezit. En
daarom heb ik de eerste jaren [van mijn werkzame leven] zo’n
belachelijke ijver ten toon gespreid. Omdat ik mijn drang tot
het maken van luchtige, misschien zwakke, maar daardoor
gracieuze creaties onophoudelijk en krachtig onderdrukte en
daarvoor in de plaats niet het minste benul had van methodiek,
conformeerde ik mij willens en wetens aan de mensen om mij
heen die wél wisten wat methodisch was – omdat ze in hun
Laudatio eredoctoraat Gerrit Krol
denken niet anders waren dan dat. Iets wat je vroeger een
keiharde leerschool noemde.
Dit alles overdacht ik liggende op de zandvlakte ten zuiden
van Amsterdam, wat nu Buitenveldert heet. Ik lag op mijn rug,
het hoofd op de persleiding, ongeveer zoals Jacob (Genesis
28:11-19) zijn hoofd neerlegde en God zag. Ik viel in slaap en
droomde van een vrouw in de vorm van de zon die mij
verwarmde.”
Door te wijzen op de samenhang van het methodische met het
creatieve fungeert Krol in deze passage als een geweten voor
wetenschappers. Vandaag is het geen vrouw in de vorm van de
zon die deze schrijver verwarmt, maar is het de wetenschap in de
vorm van de Vrije Universiteit die hem in het zonnetje zet. Deze
universiteit beschouwt het als een eer een eredoctoraat te mogen
verlenen aan de schrijver Gerrit Krol, om zijn voortdurende
literaire activiteiten op het terrein van de wetenschap en om zijn
durf om op die terreinen ook te dromen en om met thematiek en
vorm van zijn literaire werk de grenzen van allerlei academische
discussies open te houden.
prof.dr. W.T.M. Frijhoff / dr. A.T. Zuiderent
4
Download