Fixatie Informatie voor familie van een patiënt waarvan de bewegingsvrijheid beperkt wordt Bij uw partner of familielid zijn of worden maatregelen genomen om de bewegingsvrijheid te beperken. De zorgverleners noemen dit fixatie en in het CWZ zijn hierover afspraken gemaakt in het ‘fixatieprotocol’. De verpleegkundige heeft u uitgelegd waarom uw familielid gefixeerd is en wat dat inhoudt. In deze folder kunt u nog eens rustig nalezen wat de verpleegkundige u verteld heeft. Als u nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de verpleegkundigen van de afdeling. Vanwege de leesbaarheid wordt in deze folder de term ‘familielid’ gebruikt. Hiermee wordt natuurlijk ook ‘partner’ of ‘vriend(in)’ bedoeld. Daar waar ‘hij’ staat, kunt u uiteraard ook ‘zij’ lezen. Wat is fixeren? Onder fixatie wordt verstaan: een maatregel die beperkende gevolgen heeft voor de individuele vrijheid van de patiënt. Fixeren is het met of zonder toestemming beperken van een patiënt in zijn bewegingsmogelijkheden en gedrag. Dit kan op mechanische wijze; bijvoorbeeld door het plaatsen van bedhekken, bedhekbeschermers, een onrustband, pols- en enkelbanden, een tafelblad of een verpleegdeken. Vrijheidsbeperking door medicatie kan ook. Denk hierbij aan rustgevende medicatie. Dit valt allemaal onder fixeren. Waarom fixeren? Fixeren van uw familielid kan verschillende oorzaken hebben: • Veiligheid voor zichzelf. Uw familielid kan een gevaar zijn voor zichzelf omdat hij bijvoorbeeld niet goed kan lopen en risico loopt te vallen of telkens weg wil lopen. • Veiligheid voor omgeving. Uw familielid gedraagt zich bijvoorbeeld agressief tegenover anderen. • Uw familielid is wilsonbekwaam en kan z’n eigen handelen niet overzien. Hij heeft bijvoorbeeld last van geheugenstoornissen, is gedesoriënteerd of overziet de gevolgen van z’n handelen niet. • Het gedrag van uw familielid belemmert zijn herstel. Het besluit om uw familielid te fixeren, is zorgvuldig genomen. Allereerst wordt altijd geprobeerd om fixatie te voorkomen door alternatieve maatregelen. Pas als dat niet lukt, overlegt de verpleegkundige 2 met de arts. De arts geeft toestemming voor de fixatie. De familie wordt daarbij op de hoogte gesteld. Als zich een noodsituatie voordoet, vindt het overleg tussen de arts en de verpleegkundige achteraf plaats. Ook de familie wordt dan op een later tijdstip ingelicht. Van een noodsituatie is sprake als een patiënt een direct gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. Het gevaar is niet op een andere wijze af te wenden. Hoe fixeren? Fixatie wordt toegepast volgens een vaste procedure. De verpleegkundige vertelt uw familielid waarom hij gefixeerd wordt en wat ze doet. Ook als uw familielid niet lijkt te begrijpen wat er gezegd wordt, wordt dit toch verteld. Hier gebruikt de verpleegkundige eenvoudige woorden en zinnen voor. Risico’s en controles Doordat uw familielid beperkt is in zijn bewegingsmogelijkheden is het van belang een aantal risico’s te beperken. Extra aandacht wordt bijvoorbeeld besteed aan: • Voorkomen van verwondingen; • Voorkomen van decubitus (doorligwonden); • Voldoende opname van vocht en voeding. Op vocht- en voedingslijsten wordt genoteerd hoeveel vocht en voeding uw familielid binnenkrijgt. Met een diëtist wordt overlegd welke voeding het beste gegeven kan worden. • Voldoende aandacht voor uitscheiding van urine en ontlasting. De uitscheiding wordt geregistreerd. Uw familielid heeft een toiletschema of gaat naar het toilet als hij aangeeft dat hij naar het toilet moet. • Huidverzorging. Ieder uur wordt het fixatiemateriaal gecontroleerd of het goed zit en of uw familielid een ontspannen houding kan aannemen. Iedere twee uur wordt het fixatiemateriaal verwijderd en de ledematen goed doorbewogen. 3 Uw familielid wordt geholpen met eten, naar het toilet gaan, lopen en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De verpleegkundige inspecteert de huid op druk- of schaafplekken en zorgt dat uw familielid regelmatig een andere houding aanneemt. Dit wordt dagelijks ingevuld op een registratieformulier. Dagelijks wordt bekeken of fixatie nog noodzakelijk is. Familie Voor u kan fixatie van een familielid een emotionele gebeurtenis zijn. Daarom is het belangrijk dat u weet waarom uw familielid gefixeerd is en wat het inhoudt. De verpleegkundige zal regelmatig contact met u hebben over eventuele preventieve maatregelen en bespreken of de fixatie onderbroken kan worden als u op bezoek bent bij uw familielid. Het is belangrijk dat u observeert hoe uw familielid reageert op bezoek. Soms kan bezoek onrust veroorzaken bij een gefixeerde patiënt. Hij kan bijvoorbeeld gaan roepen of onrustig bewegen. Er komen dan te veel prikkels op hem af. Het is goed om het bezoek dan te beperken tot maximaal twee personen per bezoek. Vragen Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder, stel ze dan gerust aan de verpleegkundige op de afdeling. 4 G313 / 05-07 Adres Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen