Een sociaal-cultureel planbureau voor Brabant Advies- en onderzoeksbureau het PON zal vanaf dit jaar, als onderdeel van zijn organisatie, een planbureaufunctie voor de provincie gaan vervullen. Daarmee bekrachtigt het PON zijn rol van onafhankelijke onderzoeker en inspirator, die het dankt aan zijn ruim zestig jaar ervaring en goede voelhorens in zowel bestuurskringen als de Brabantse maatschappij. Op maandag 11 januari is het PON Jaarboek 2010 Met vreugde geven wij kennis, een sociaal-cultureel planbureau voor Brabant verschenen. Het eerste exemplaar is overhandigd aan de heer Wim van de Donk, Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. De Brabantse samenleving centraal Het sociaal-cultureel planbureau geeft voortdurend antwoord op de vraag: wat leeft er in Brabant en wat moet er leven, om goed samen te kunnen leven. Het PON peilt met panels opvattingen en meningen, voert monitors uit, verzamelt onderzoeksgegevens en houdt voeling met de Brabantse samenleving. Het planbureau levert daarnaast inspiratie voor de uitvoering van beleid. Het Jaarboek van het PON laat zien dat de sociale werkelijkheid voortdurend aan verandering onderhevig is. De toekomst is steeds moeilijker te voorspellen. Tegelijkertijd vraagt met name de economische recessie om het maken van keuzes. De provincie ziet een planbureau als het instrument voor de toekomst om haar beleid en beleidskeuzes beter te onderbouwen. Het PON verleent zijn planbureaudiensten ook aan andere overheden en maatschappelijke organisaties. Uit het Jaarboek: ‘Het SCP-concept inspireert het PON, zonder de pretentie uit te groeien tot een equivalent van dit gerenommeerde instituut. Het PON voert heel bewust als pay-off “kennis-inuitvoering”. Het PON is, anders dan het SCP, geen puur wetenschappelijk instituut.’ Blik op de toekomst van Brabant Het PON signaleert in zijn Jaarboek drie belangrijke maatschappelijke trends in de Brabantse samenleving. In het hoofdstuk ‘balanceren tussen individu en samenleving’ wordt de mythe ontkracht dat de sociale cohesie in de samenleving verloren gaat. Brabanders blijven zich vrijwillig inzetten voor hun omgeving, zij dat ze dat wel steeds minder structureel en in georganiseerd verband doen. Het PON heeft een heldere boodschap ‘’we moeten blijven zorgen voor de juiste verbindingen om te voorkomen dat er nieuwe mensen buiten de boot vallen’’. In het Jaarboek wordt uitgebreid ingegaan op de unieke combinatie van stad en platteland die we in Brabant aantreffen. Het PON schetst in een aantal scenario’s hoe hier mee kan worden omgegaan en pleit voor een duurzame en toekomstbestendige keuze die recht doet aan het Brabantse karakter. Daarna laat het Jaarboek in een hoofdstuk over de demografische ontwikkelingen zien dat Brabant zo oud nog niet is. De feiten worden op een rij gezet en daarmee wordt de algemene tendens om vergrijzing te problematiseren gerelativeerd. De auteurs schrijven: ‘We pleiten er niet voor om de ogen te sluiten, het is wenselijk dat er iets gebeurt, zeker op deelterreinen, wat betreft bepaalde thema’s en voor specifieke gemeenten en regio’s. Alles begint met inzicht verwerven en inzicht bieden in de specifieke situatie. Niet het algemene is van belang, maar het bijzondere.’ Een aanbod en een uitnodiging Het Jaarboek sluit af met twee hoofdstukken die specifiek ingaan op de regionale betekenis van een Planbureau. Paul Schnabel geeft zijn stimulerende visie op de rol van een planbureau en de mogelijkheden van een planbureaufunctie voor het PON. Het volgende citaat illustreert zijn bijdrage: “politieke en maatschappelijke vraagstukken bepalen mede de agenda van het Brabants planbureau. ‘Kennis in uitvoering’ noemt het PON dat treffend”. In het laatste hoofdstuk nemen we een voorschot op de toekomst: hoe vullen we de programmering van het planbureau verder in? Daarbij wordt nadrukkelijk gesteld dat het planbureau niet alleen een aanbod is aan de Brabantse samenleving, maar ook nadrukkelijk een uitnodiging om te participeren. Meer informatie bij Linda Sontag