Sociale media als platforms voor nieuws en discussie in de

advertisement
Sociale media als platforms voor nieuws en discussie
in de multiculturele samenleving
Een verkennend onderzoek naar de rol van sociale media en etnische
discussieforums bij het betrekken van burgers uit etnische minderheidsgroepen in
het Nederlandse publieke debat
Susan Bink & Giovanni Massaro
Mira Media, november 2012
Dit onderzoek is gefinancierd door het Stimuleringsfonds voor de Pers.
Voorwoord
De relatie tussen media en etnische gemeenschappen in Nederland is vaak moeizaam geweest, en is
dat in een aantal opzichten nog steeds: etnische groepen betichten media van stigmatisering of een
gebrek aan kennis over wat er in etnische gemeenschappen leeft en gebeurt, en klagen dat zij moeilijk
toegang tot media hebben. Anderzijds vinden journalisten dat oganisaties van etnische minderheden
vaak niet begrijpen hoe de media werken, en te weinig zelf het initiatief nemen om contact te zoeken
met de media en niet altijd bereid zijn standpunten en visies voor de camera of op papier toe te
lichten.
De laatste jaren verandert dat wel, en de mogelijkheden voor een actievere medebetrokkenheid enparticipatie vanuit etnische gemeenschappen worden groter, onder meer door de opkomst van sociale
media.
Sociale media kunnen immers een belangrijke bemiddelende rol spelen tussen etnische
gemeenschappen en journalisten. Zo kunnen journalisten voor nieuws- en achtergrondinformatie
terecht op online discussieplatforms voor etnische minderheden. De platformen zijn vooral populair
onder Marokkaanse jongeren, die er zowel spreken over actueel nieuws en evenementen als andere
zaken die voor hen belangrijk zijn.
Diverse forums en etnische portals brengen ook alternatief nieuws, zoals het nieuws van
internationale media, dat Nederlandse media niet brengen. De selectie van dit nieuws en de
discussies daarover door etnische groepen kunnen extra waarde aan het nieuws toekennen en
(jonge) allochtonen meer bij het nieuws betrekken. Hetzelfde geldt voor discussies en nieuwsberichten
op sociale media. Twitter is een waardevolle bron voor alternatief nieuws vanuit een etnisch
perspectief.
Uiteraard is slechts een kleine groep actief in het gebruik van sociale media, zoals Twitter, en er is nog
weinig informatie beschikbaar over het gebruik van sociale media onder etnische minderheden,
journalisten en minderhedenorganisaties.
Daarom startte Mira Media eind 2011 met een onderzoek naar de bemiddelende rol van sociale media
tussen etnische en mainstream media. Mira Media betrok daarbij ook haar eigen multiculturele portal
Wereldjournalisten.nl en de daaraan verbonden sociale media-pagina’s bij het onderzoek.
Het onderzoek bestond uit een literatuuronderzoek, een monitoringsperiode waarin voor
wereldjournalisten, enkele etnische portals en daaraan verbonden sociale media werd geturfd wat
wanneer (en zo mogelijk waarom) werd gepost of bediscussieerd door (allochtone) lezers, en
enquêtes en gesprekken met stakeholders en deskundigen.
2
Deze rapportage geeft de bevindingen van het onderzoek weer en wordt afgesloten met een aantal
aanbevelingen voor een effectiever gebruik van sociale media als middel voor een verhoogde
deelname van migrantengroepen aan het publieke debat.
3
Inhoud
1. Inleiding ............................................................................................................................................... 5
1.1 Nederland in mondiale top van sociale mediagebruikers .............................................................. 5
1.2 Twitter als meest actuele nieuwsbron ............................................................................................ 6
1.3 Sociale media binnen de journalistiek ........................................................................................... 7
1.4 Open medium ................................................................................................................................ 8
1.5 Minderheden in de publieke ruimte ................................................................................................ 8
1.6 Het heft in eigen hand nemen ........................................................................................................ 9
1.7 Sociale media als brug tussen traditionele en etnische media? .................................................. 10
2. Achtergrond ....................................................................................................................................... 12
2.1 Emancipatie in een veranderend publiek domein ........................................................................ 12
2.2 Emancipatie ................................................................................................................................. 13
2.3 Van bonding naar bridging ........................................................................................................... 14
2.4 Cultureel burgerschap .................................................................................................................. 15
2.5 De voordelen van internet ............................................................................................................ 15
2.6 Op zoek naar achtergrond of overzicht? ...................................................................................... 16
2.7 Multiculturele samenleving floreert op internet ............................................................................ 16
2.8 Nieuwsgebruik ............................................................................................................................. 22
2.9 Deelname aan publieke debat ..................................................................................................... 25
2.10 Conclusie ................................................................................................................................... 26
3. Opzet onderzoek ............................................................................................................................... 28
3.1 Doel onderzoek ............................................................................................................................ 28
3.2 Doelgroep van het onderzoek ...................................................................................................... 29
3.3 Probleemstelling en specifieke onderzoeksvragen ..................................................................... 29
4. Methoden ........................................................................................................................................... 30
4.1 Nulmeting ..................................................................................................................................... 30
4.2 Monitoring van sociale media ...................................................................................................... 31
4.3 Kwantitatief survey ....................................................................................................................... 35
4.4 Kwalitatieve diepte-interviews ...................................................................................................... 36
5. Resultaten.......................................................................................................................................... 37
5.1 Resultaten nulmeting ................................................................................................................... 37
5.2 Monitoringsresultaten ................................................................................................................... 39
5.3 Conclusie monitoringsresultaten .................................................................................................. 56
5.4 Resultaten enquête ...................................................................................................................... 57
5.5. Conclusie kwantitatieve survey ................................................................................................... 68
5.6 Resultaten diepte-interviews ........................................................................................................ 69
6. Algemene conclusie .......................................................................................................................... 84
7. Aanbevelingen ................................................................................................................................... 87
8. Bronnen ............................................................................................................................................. 89
Bijlagen .................................................................................................................................................. 93
4
1. Inleiding
Op 7 september 2012 verspreidde Merthe, een 15-jarig meisje uit het Groningse dorp Haren, via
Facebook een uitnodiging voor haar ‘Sweet Sixteen’ verjaardagsfeestje. Helaas vergat ze om ‘privé’
aan te vinken, waardoor de uitnodiging verspreid werd onder tienduizenden Facebookgebruikers.
Duizenden jongeren meldden zich aan voor het feest – inmiddels Project X gedoopt, naar een film met
een soortgelijk voorval - en zowel de burgemeester als de politie in Haren waren in opperste staat van
paraatheid. Bekende dj’s riepen luisteraars op om toch vooral naar Haren te gaan. Het feest werd
bijtijds afgelast, maar dat weerhield een groep relschoppers er niet van toch op vrijdagavond 21
september 2012 naar Haren af te reizen. Met een enorme puinhoop en getraumatiseerde
dorpsbewoners als resultaat. De dagen erna duikelden de meningen over elkaar heen: wie waren hier
nou de schuldig aan deze rellen? Een hype was geboren. De grootste boosdoener waren volgens
1
velen de sociale media , want hoe konden er anders zóveel mensen binnen zo’n korte tijd
2
gemobiliseerd worden? Maar ook de traditionele media kregen er van langs , omdat ze van tevoren
teveel aandacht aan Project X hadden geschonken en daarom het vuurtje hadden aangewakkerd.
Oud-presentator Sjors Fröhlich refereerde in de Volkskrant van 24 september 2012 naar het door de
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling naar voren gebrachte fenomeen ‘Medialogica’: ‘een
welbewust in of door media geschetst beeld dat afwijkt van de werkelijkheid en soms een nieuwe
werkelijkheid tot gevolg heeft’. Dat is precies wat er in Haren gebeurde, aldus Fröhlich.
1.1 Nederland in mondiale top van sociale mediagebruikers
Anno 2012 wordt aan sociale media veel macht toegedicht. Het gebruik van sociale media is de
afgelopen jaren dan ook spectaculair gegroeid. Volgens het ‘Social Media around the World 2012’onderzoek van InSites Consulting gebruiken wereldwijd 7 van de 10 internetgebruikers tenminste één
sociale netwerksite. Dit zijn in totaal 1,5 miljard actieve sociale mediagebruikers. Volgens InSites
Consulting behoort Nederland tot de landen met het grootste aantal sociale mediagebruikers: acht op
3
de tien online Nederlanders maakt gebruik van sociale media . Facebook is de meest populaire
sociale netwerksite (66% actieve gebruikers), gevolgd door Hyves (33% actieve gebruikers). De
zakelijke netwerksite LinkedIn staat op de derde plaats met 29 procent en op plaats vier staat Twitter
met 24 procent. De populariteit van Hyves is duidelijk aan het dalen: deze site staat bovenaan in de
lijst met meest gestopte gebruikers, namelijk 23%. Het stijgende sociaal mediagebruik is mede te
danken aan de groeiende penetratie van smartphones en tablets in Nederland. 45 procent van de
Nederlandse internetgebruikers heeft inmiddels een smartphone, en 13 procent een tablet. Van de
smartphone-bezitters gebruikt 66 procent dagelijks sociale media (Van Belleghem, Thijs & De Ruyck,
2012).
1
‘Facebook medeschuldig aan Project-X’, Spitsnieuws.nl, 23 september 2012
‘Rellen Haren op conto van oude media’, Volkskrant, 24 september 2012
3
http://www.telecompaper.com/nieuws/nederland-in-mondiale-top-sociale-media-gebruikers
2
5
Internet is via de smartphone, tablet of notebook altijd en overal toegankelijk. Op steeds meer
openbare plekken (in cafés, in de trein, op vakantieadressen) wordt een gratis WIFI-verbinding
aangeboden. Op deze manier gaat ook de penetratie van nieuws razendsnel. Consumenten verkrijgen
hun nieuws tegenwoordig steeds vaker via de (mobiele) sites van NU.nl, Twitter of dagbladen, en
kunnen vervolgens dit nieuws weer met een paar klikken verspreiden naar honderden vrienden en
kennissen in binnen- en buitenland.
1.2 Twitter als meest actuele nieuwsbron
Nieuws is altijd en overal aanwezig. Bovendien zijn consumenten tegenwoordig zelf nieuwsmakers.
Een bekend voorbeeld is de crash van het Turkish Airlines-vliegtuig nabij Schiphol op 25 februari
2009. Ooggetuigen stuurden meteen via Twitter verslagen en foto’s van de crash de wereld in en deze
werden razendsnel opgepikt door mede-Twitteraars en vervolgens door de traditionele media. Twitter
was in dit geval de meest actuele nieuwsbron. Ook tijdens ongeregeldheden in zowel binnen- als
buitenland blijkt Twitter een waardevolle nieuwsbron. Zo was journalist Chris Klomp ter plekke tijdens
de al eerder genoemde rellen in Haren en twitterde live wat er om hem heen gebeurde. Zijn volgers
konden van minuut tot minuut volgen wat er gaande was in Haren. Tijdens de burgeroorlog in Syrië is
Midden-Oostenverslaggever Harald Doornbos een populaire Twitteraar. Zijn live-verslagen via Twitter
zijn absurd en confronterend tegelijk. Een oorlog komt zo wel heel dichtbij.
Afbeelding 1: Tweets van Harald Doornbos op 17 augustus 2012, tijdens een luchtaanval op
een Syrisch dorp
Twitter doet dus vooral dienst als ‘push-medium’: nieuws komt naar jou toe, in plaats dat je zelf op
zoek gaat naar nieuws. Hetzelfde geldt voor Facebook en andere sociale media. Het is vooral handig
bij ‘breaking news’: als er iets gebeurt in de wereld, is er altijd iemand sneller op de hoogte dan jij. Via
6
jouw sociale netwerkcontacten komt het bericht dan bij jou terecht. Hierbij geldt, hoe groter je sociale
netwerk, hoe sneller het nieuws jou bereikt (Opgenhaffen & Van Belle, 2012).
1.3 Sociale media binnen de journalistiek
Er zijn dus journalisten die veelvuldig gebruik maken van Twitter, maar hoe ingeburgerd zijn die
sociale media nou eigenlijk binnen de journalistiek? Een Vlaamse studie uit 2010 van het Gentse
onderzoeksbureau Quadrant Communications toonde aan dat slechts 18% van de Belgische
journalisten Twitter gebruikte voor professionele werkzaamheden. Voor Facebook lag dit percentage
op 26%. In 2012 werd hetzelfde onderzoek nog een keer uitgevoerd. Nu werd duidelijk hoe groot de
omloopsnelheid is van sociale media: begin 2012 gebruikte 51% van de ondervraagde journalisten
Twitter voor het werk. Een explosieve stijging ten opzichte van de 18% uit 2010. Ook Facebook (nu
4
64%) en LinkedIn (56% tegenover 37% in 2010) namen een grote sprong voorwaarts .
In 2010 onderzochten Hermans, Pleijter en Vergeer (2011) het gebruik van digitale media onder 1016
Nederlandse journalisten. Hieruit blijkt dat sociale media nog geen onderdeel zijn van de dagelijkse
routine van journalisten. 27% van de journalisten zegt dagelijks gebruik te maken van Twitter, op de
tweede plaats staat LinkedIn (13,3%) en op de derde plaats Facebook (9,6%). Met uitzondering van
LinkedIn, geeft meer dan de helft van de journalisten aan nooit gebruik te maken van sociale media.
Slechts 14% houdt een eigen weblog bij, veel journalisten vinden dat dit te veel tijd kost. Twitter lijkt
onder journalisten meer een informatiemiddel dan een communicatiemiddel. Slechts 35,6% van de
ondervraagde journalisten heeft zelf een Twitter-account en verstuurt ook tweets. Van de journalisten
die Twitter gebruiken, leest meer dan de helft dagelijks berichten op Twitter (53,8%). Helaas is dit
onderzoek in 2012 niet herhaald, maar het valt te verwachten dat journalisten in Nederland anno
2012, net als de Vlaamse journalisten, veel meer gebruik zijn gaan maken van sociale media. In 2011
vonden immers een aantal belangrijke nieuwsgebeurtenissen plaats waarbij sociale media een
belangrijke rol speelden, zoals de Arabische lente, de moordaanslag van Anders Breivik in Noorwegen
en de ramp op Pukkelpop (Opgenhaffen & Van Belle, 2012).
Het Amerikaanse PR-bureau Cision heeft in samenwerking met de Britse Canterbury Christ Church
University onderzoek gedaan naar het gebruik van sociale media onder journalisten in elf
verschillende landen. In oktober 2012 verscheen het rapport over het sociale mediagebruik van 769
journalisten in Groot-Brittannië. Van deze journalisten zegt 28,1% zijn of haar werk niet te kunnen
uitvoeren zonder sociale media. 39% van de ondervraagde journalisten geeft aan dat zijn of haar
productiviteit verbeterd is sinds de komst van sociale media. Twitter is veruit het meest gebruikte
sociale medium onder journalisten, 80% van de respondenten gebruikt deze microblogdienst. Sociale
media worden iets meer gebruikt als bron (84%) dan als publicatiekanaal (81%). Uit het onderzoek
kwamen vijf typen sociale mediajournalisten naar voren:
4
Journalistenenquete 2012, Quadrant Communications, zie
http://www.quadrantcommunications.be/blog/tag/marktonderzoek
7
-
‘Architects’ (18-27 jaar): de voorlopers die erg vooruitstrevend zijn in het gebruik van sociale
media;
-
‘Promotors’ (28-45 jaar): maken veelvuldig gebruik van sociale media om hun eigen content te
promoten en te analyseren hoe hierop wordt gereageerd’;
-
‘Hunters’ (18-27 jaar) : gebruiken sociale media vooral om te netwerken maar posten zelf
weinig eigen content via sociale media;
-
‘Observers’ (> 45 jaar): maken relatief weinig gebruik van sociale media, en gebruiken het
voornamelijk voor het inwinnen van informatie;
-
‘Sceptics’ (> 45 jaar) zijn zeer sceptisch over het gebruik en de impact van sociale media en
maken er nauwelijks gebruik van.
Zoals we hierboven kunnen zien, is de mate van het gebruik van sociale media bijzonder
leeftijdsgebonden. Jonge journalisten gebruiken meer verschillende soorten sociale media en
gebruiken deze ook intensiever dan oudere journalisten. Journalisten jonger dan 27 jaar gebruiken
anderhalf keer zo vaak sociale media voor hun werk dan journalisten van boven de 45. Jongere
journalisten hebben vaak ook meer volgers/vrienden (Cision & Canterbury Christ Church University,
2012).
1.4 Open medium
In tegenstelling tot audiovisuele en gedrukte media is internet een open medium. Niet alleen de
poortwachters in de vorm van omroep- of krantenredacties bepalen welke discussies er worden
gevoerd, maar ook de mediagebruikers zelf. Internet biedt de mogelijkheid bottom-up een eigen
mediaruimte te creëren, waar de leden zelf hun agenda kunnen bepalen, zich kunnen verenigen en
hun boodschap aan een breder publiek kenbaar kunnen maken. Een ander belangrijk aspect van het
internet is de interactiviteit; mensen kunnen informatie uitwisselen, op elkaar reageren en eigen
media-inhoud (tekst, film, muziek) verspreiden.
Door het laagdrempelige karakter biedt het internet verschillende minderheidsgroepen een uitgelezen
kans om van zich te laten horen. Ook zoeken mensen uit diverse subculturen elkaar op via internet.
Daar waar vroeger buurthuizen, zolderkamers, en openbare hangplekken de plekken waren waar
gelijkgestemden elkaar opzochten, zijn deze fysieke samenkomsten verplaatst naar online
samenkomsten op internet. En de laatste jaren zien we zelfs binnen de online wereld een complete
‘volksverhuizing’ van de ene online community naar de andere.
1.5 Minderheden in de publieke ruimte
Voor etnische minderheden bieden online media door hun open vorm en hun mogelijkheden om zelf
content te produceren een uitgelezen kans om hun stem te laten horen binnen de publieke ruimte.
Binnen de reguliere Nederlandse media worden zij namelijk in zeer geringe mate aan het woord
gelaten. De meest recente gegevens uit de Monitor Representatie 2010 van de Nederlandse Publieke
Omroep tonen aan dat de representatie van etnisch-culturele diversiteit bij de publieke omroep met
8
name bij nieuws en opinieprogramma’s met 5,7% sterk achterloopt bij het streefcijfer van 11%. Het
streefcijfer is gebaseerd op het nationale aandeel etnische minderheden uit de vier grote groepen
Surinamers, Marokkanen, Antillianen en Turken (SMAT) in Nederland. De conclusie was dat de
Nederlandse televisie (inclusief de commerciële zenders) niet representatief is voor de Nederlandse
bevolking wat betreft vrouwen en kleur. Daarmee wordt niet tegemoet gekomen aan de opdracht in de
Mediawet: “Publieke mediadiensten voldoen aan democratische, sociale en culturele behoeften van
de Nederlandse samenleving door het aanbieden van media-aanbod dat op evenwichtige wijze een
beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen,
opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt”
(Mediawet artikel 2.1, lid2, sub b.).
In het artikel ‘De emanciperende werking van online media’ constateren Bink en Serkei (2011) dat
met name jongeren (15-25 jaar) met een cultureel diverse achtergrond steeds mondiger en kritischer
worden ten opzichte van de algemene Nederlandse media en steeds meer een eigen plek in het
publieke domein op gaan eisen. Internet fungeert in het leven van etnische minderheden als een soort
‘tussenruimte’ tussen de cultuur van afkomst en de dominante cultuur, het land van vestiging en het
land van herkomst – een ruimte waar ze hun identiteit kunnen vormgeven. Via internet worden
ervaringen, meningen en kennis uitgewisseld, bijvoorbeeld via eigen online communities. Ook bieden
deze communities met name jonge moslima’s de kans om zichzelf te uiten en bepaalde
(controversiële) onderwerpen aan de kaak te stellen, buiten de invloed van moskee of familie om.
Daarnaast speelt het internet een belangrijke rol in het ontkrachten van heersende vooroordelen. Via
community sites, discussieforums, blogs, sociale netwerksites etc. kunnen minderheidsgroepen een
tegengeluid laten horen. Dit principe noemen we ‘bonding’ in navolging van de Amerikaanse
politicoloog Robert Putnam. Voor werkelijk meepraten en het uitoefenen van invloed zijn eigen
etnische media en communities slechts een eerste stap. Een volgende noodzakelijke stap om van
werkelijke emancipatie te spreken, is wat Bink & Serkei betreft merkbare aanwezigheid in het publieke
debat en representatie in de algemene media.
1.6 Het heft in eigen hand nemen
Journalist Patrick Pouw was aanwezig tijdens een workshop bloggen, georganiseerd door Mira Media
tijdens het congres Media4[ME] in oktober 2009. Hij deed hiervan verslag op Wereldjournalisten.nl (zie
artikel in de bijlage). In dit verslag merkt Alexander Pleijter, docent nieuwe media en journalistiek aan
de Universiteit Leiden, op dat “internet minderheden een goede en laagdrempelige kans biedt om hun
stem te laten horen, en het debat te laten kantelen. Op een weblog geef je de touwtjes niet uit handen
aan journalisten. Al die weblogs vormen ook een verrijking van het debat, zeker als mainstream media
meer gaan linken naar dit soort blogs.” Een voorbeeld van een geslaagd weblog gericht op etnische
minderheden is wijblijvenhier.nl. Umar Mirza, aanwezig tijdens datzelfde congres, begon dit blog in
2005 om Nederlandse moslimjongeren een eigen podium te geven. Mirza: “We wilden op een
opbouwende manier aan de slag, en zelf het heft in handen nemen. Humor was vanaf het allereerste
9
begin een belangrijk strijdmiddel. Humor is universeel. Maar we proberen ook kritisch naar de eigen
gemeenschap te kijken als dat nodig is.” Volgens Pleijter moet je al blogger veel moeite doen om
gehoord te worden, dat gaat niet vanzelf. Daarom moeten ze ook gebruik maken van diensten als
Twitter en nujij.nl, om berichten breder te verspreiden. Het gaat erom de zichtbaarheid te vergroten,
door het heft in eigen handen te nemen. Dit doet Ibrahim Wijbenga door ingezonden brieven naar de
kranten te sturen. In eerste instantie verwachtte hij dat zijn brieven – als moslim – niet geplaatst
zouden worden, maar dit bleek niet het geval. Wijbenga: “Redactie blijken wel degelijk open te staan
voor een ander geluid: mits je stukken goed geschreven zijn, en ze voldoen aan voorwaarden als de
maximum lengte.”
De uitdrukking ‘het heft in eigen hand nemen’ komt steeds weer terug als het gaat om digitale media
en de multiculturele samenleving. Bart Top, journalist en gespecialiseerd in kwesties rond
beeldvorming van de multiculturele samenleving, zag al in 2007 een belangrijke rol weggelegd voor de
nieuwe media op het gebied van de empowerment van etnische minderheden. Hij schreef in het boek
‘Naar een interculturele journalistiek’ (2007) dat het internet een nieuwe, moderne infrastructuur biedt
die het mogelijk maakt – daar gaan we weer – zelf het heft in eigen handen te nemen en specifieke
doelgroepen direct te bereiken. Op internet zijn media ontstaan – zoals Maroc.nl en Maghreb.nl – die
bedacht en georganiseerd zijn door allochtonen zelf, zonder last van de belemmeringen die ze bij de
gevestigde media ondervonden. Top voegt toe dat elke doelgroep op het internet een site van zijn
gading vindt: “daar is de multiculturele samenleving al gerealiseerd.” Ook voorspelt hij dat naar alle
waarschijnlijkheid de oude media hier in de toekomst de vruchten van zullen plukken (Top, 2007).
1.7 Sociale media als brug tussen traditionele en etnische media?
Minderheden kunnen dus het heft in eigen hand nemen door te gaan bloggen, twitteren of een eigen
online (discussie)platform op te richten. Maar om echt een stem te krijgen in het publieke debat,
moeten de mainstream media aandacht aan deze ‘nieuwe’ geluiden besteden. En moeten bloggers,
twitteraars en platformbezoekers zorgen dat ze gehoord worden. Digitale media bestaan tenslotte uit
tweerichtingsverkeer. Bloggende en twitterende journalisten hebben de mogelijkheid tot gerichte
interactie met het publiek, waardoor er meer en vanuit een grotere diversiteit aan invalshoeken input
kan komen voor verhalen (Hermans, Vergeer & Pleijter, 2011). Als journalisten via sociale media
gericht op zoek gaan naar alternatieve verhalen en invalshoeken, kan dit een enorme verrijking voor
de journalistiek betekenen.
Maar gaan journalisten ook daadwerkelijk op zoek naar tegengeluiden op internet? In 2010 gaven
Nederlandse journalisten nog aan sociale media het minst te gebruiken voor het communiceren met
burgers: meer dan de helft van de journalisten (50,8%) gaf aan daarvoor nooit sociale media te
gebruiken (Hermans, Vergeer & Pleijter, 2011). En wíllen bloggers, twitteraars en deelnemers aan
online forums eigenlijk wel gehoord worden door de mainstream media? Of vinden ze het prima dat
hun mening binnen de grenzen van hun eigen gemeenschap blijft? Voor een succesvolle
emanciperende werking van nieuwe media is het zaak dat de gekleurde online mediawereld zich gaat
10
mengen met de grijze traditionele mediawereld. Mira Media heeft de taak op zich genomen om te
onderzoeken of deze vermenging al daadwerkelijk plaatsvindt, en onder welke omstandigheden deze
eventuele vermenging het beste gedijt.
11
2. Achtergrond
Hoewel er ten opzichte van een aantal jaren geleden veel verbeterd is, is de vertegenwoordiging van
allochtonen in het nieuws volgens Mira Media, in een aantal opzichten nog steeds problematisch,
evenals hun deelname aan het publieke debat. Om dat te verbeteren zijn meer multiculturele kennis
en competenties nodig in de journalistiek, maar vooral ook meer dialoog tussen mediaprofessionals en
maatschappelijke organisaties, en tussen mediaprofessionals en allochtone mediagebruikers. Vanuit
die optiek onderzoekt Mira Media welke rol sociale media daarbij kunnen spelen. Sociale media
kunnen immers een belangrijke bemiddelende rol spelen tussen etnische gemeenschappen en
journalisten. Zo kunnen journalisten voor nieuws- en achtergrondinformatie terecht op online
discussieplatforms voor etnische minderheden. De platformen zijn vooral populair onder Marokkaanse
jongeren, die er zowel spreken over actueel nieuws en evenementen als andere zaken die voor hen
belangrijk zijn. Diverse forums en etnische portals brengen ook alternatief nieuws, zoals het nieuws
van internationale media, dat Nederlandse media niet brengen. De selectie van dit nieuws en de
discussies daarover door etnische groepen kunnen extra waarde aan het nieuws toekennen en
(jonge) allochtonen meer bij het nieuws betrekken. Hetzelfde geldt voor discussies en nieuwsberichten
op sociale media. Twitter is een waardevolle bron voor alternatief nieuws vanuit een etnisch
perspectief.
Voordat we onze eigen onderzoeksresultaten presenteren, plaatsen we ons onderzoek eerst in een
maatschappelijk kader. We verdiepen ons hierbij in begrippen als ‘het publieke domein’, ‘emancipatie’,
‘medialogica’, ‘bonding en bridging’ en ‘publieke meningsvorming’. Daarna bespreken we een aantal
Nederlandse onderzoeken waarin het digitale mediagebruik van etnische minderheidsgroepen aan
bod komt. Ook zijn we geïnteresseerd in onderzoek waarin specifiek is gekeken naar het
nieuwsgebruik van etnische minderheden. Zoals u zult merken, is er vooral onderzoek gedaan onder
jongeren met een islamitische achtergrond. Er zijn weinig recente gegevens voorhanden over het
(digitale) mediagebruik van Surinamers, Antillianen of Oost-Europeanen.
2.1 Emancipatie in een veranderend publiek domein
De media vormen binnen een democratie een belangrijk platform voor het doorgeven van meningen.
Volgens McQuail (1992: 144) kunnen media op drie manieren bijdragen aan een pluriforme,
democratische maatschappij: “by reflecting differences in society, by giving access to different points
of view, and by offering a wide range of choice.”
In Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek gebruikt de Raad voor
Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO, 2003) het begrip „medialogica‟ om de interactie tussen media
en samenleving te beschrijven. De verhouding tussen burgers, overheid en media wordt beschreven
als een driehoeksrelatie. Tussen deze drie hoeken bevindt zich het speelveld van het publieke
domein, de plaats waar burgers elkaar ontmoeten, maar ook met machthebbers in contact kunnen
12
treden. Het publieke domein vormt in symbolische zin de gedeelde ruimte van de samenleving waar
kennis wordt opgedaan en waarbinnen debat en confrontatie plaatsvindt. Het publieke domein als
speelveld van de samenleving is voor het versterken of juist verzwakken van sociale cohesie van
groot belang. De rol van publieke media als gemeenschappelijk referentiekader en podium waarop de
samenleving zich definieert is van wezenlijk belang binnen een democratie.
Publieke meningsvorming is het proces waarbij we komen tot ideeën en afwegingen die ons
gezamenlijk aangaan (Hermes, 2005). Hermes benadrukt het belang van media bij het tot stand
komen van de publieke meningsvorming onder burgers. Media spelen naar haar mening bovendien
een grote, omvattende rol in de identiteitsvorming en in het dagelijks leven van iedereen. Doordat
burgers worden beïnvloed door de identiteiten die ze aangeboden krijgen via de media, en in de
sociale omgang.
2.2 Emancipatie
Van oudsher is emancipatie gezien als het verkrijgen van politieke macht en invloed op politieke
agendasetting om zo een gelijkwaardige plaats in de samenleving c.q. het publieke domein te
bereiken. De norm van de emancipatie van etnische minderheden zou dan liggen in het doordringen
van de stem(men) in de algemene publieke media. Maar wat rekenen wij tot het publieke domein?
Vinken (2010) pleit ervoor om onder invloed van de veranderingen in de moderne samenlevingen het
publieke domein en het publieke debat te verbreden en niet te beperken tot invloed op het politieke
debat. Er wordt volgens Vinken met name van jongeren verwacht dat ze flexibel en actief zijn op een
breed spectrum aan terreinen in de samenleving. Vinken citeert Wuthnow om aan te geven dat het
vooral om het gemeenschappelijke gaat; niet noodzakelijkerwijs over de hele samenleving, maar om
de relaties tussen individuen, tussen individuen en gemeenschappen (communities) en tussen
gemeenschappen. Het publieke domein wordt daarmee het speelveld waarbinnen verschillende
mensen en groepen zich verschillende vragen stellen, daar met elkaar over praten en samen tot een
gemeenschappelijkheid komen. Hij trekt daaruit de conclusie dat meepraten binnen dit speelveld (al
dan niet binnen een specifieke gemeenschap) op zich al emanciperend is. Dat wil zeggen zonder
noodzakelijkerwijs expliciet of actief deel te nemen aan het meer algemene (politieke) publieke debat.
Vinken geeft aan dat het internet als een alternatief kan dienen voor diegenen die zichzelf op een
eigen manier (politiek) willen organiseren, maar ook voor diegenen die buitengesloten worden van de
meer formele wegen om aan het politieke en maatschappelijke proces deel te nemen.
Jongeren maken in onze huidige maatschappij gebruik van collectieve identiteiten (Romer, 2002). Een
tiener in Rotterdam kan zich tegelijkertijd Turk, Rotterdammer en Nederlander voelen. Zolang de
massamedia deze nieuwe collectieve identiteiten niet weten aan te spreken, zullen jonge generaties
allochtonen zich buitengesloten blijven voelen. In dat proces kan de eigen publieke sfeer een
13
versterkend effect hebben en kan deze het bewustzijn van de eigen identiteit en het gevoel van
uitsluiting juist versterken (De Waal, 2003).
Op grond hiervan zijn wij van mening dat voor het bepalen van de mate van participatie en de
emanciperende werking van online media niet alleen het meepraten van belang is, maar juist ook het
vinden en hebben van een publiek via de algemene publieke media. De emanciperende werking kan
dan worden afgelezen aan de mate waarin de stem van etnische minderheden via de online
activiteiten doorklinkt in deze massamedia.
2.3 Van bonding naar bridging
De Amerikaanse politicoloog Robert Putnam (2007) noemt als uitdaging voor moderne, steeds
diverser wordende maatschappijen: het creëren van een nieuw, breder concept van „wij‟. Dit is een
brede oproep op basis van zijn bezorgdheid over de afname van maatschappelijke betrokkenheid en
sociaal kapitaal in de Verenigde Staten. Het creëren van een vorm van gezamenlijkheid is in
algemene zin een bron van zorg in moderne individualiserende en mondialiserende samenlevingen.
Volgens Putnam is het van belang om te zorgen dat etniciteit maatschappelijk geen bepalende factor
meer is, zonder daarbij afbreuk te doen aan de betekenis die het voor elke persoon kan hebben. De
uitdaging is om tot een gedeelde identiteit van een samenleving te komen. Daarbij ziet Putnam sterke
sociale verbanden binnen een specifieke groep (bv op etniciteit) eerder als een voorfase van het
versterken van sociale verbanden naar de bredere samenleving dan als een proces dat dit uit zou
sluiten. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld organisatievorming op basis van etniciteit, in tegenstelling tot
wat veelal wordt aangenomen, eerder de integratie zal bevorderen dan dat het de integratie negatief
zal beïnvloeden. Voor de Nederlandse situatie wordt dit onderschreven door Halleh Ghorashi (2007:
64): “De huidige culturele diversiteit in Nederland brengt nieuwe uitdagingen met zich mee en vraagt
om nieuwe visies op het samenleven voor de toekomst.”
Robert Putnam (2000) onderscheidt twee functies van media met betrekking tot culturele diversiteit: de
resolving (oplossingsgerichte) functie en de preserving (behoudende) functie. De resolving functie is
gebaseerd op communicatie tussen een bepaalde groep en de maatschappij. De media voorzien
etnische groepen van informatie over de samenleving. Ook kunnen groepen via de media met elkaar
communiceren waardoor relaties tussen mensen ontstaan, behouden blijven of veranderen. Putnam
noemt deze vorm van communicatie bridging social capital: individuen kijken verder dan hun eigen
groep en verbreden hun horizon. Dit proces wordt door d’Haenens, Koeman & Saeys (2007)
vergeleken met sociaal-culturele participatie, oftewel integratie binnen een samenleving. Integratie is
immers alleen mogelijk als etnische groepen in contact treden met autochtone groepen. Het internet is
uitermate geschikt voor het overbruggen van “grenzen‟ tussen verschillende groepen. Via online
forums kunnen zowel allochtone als autochtone deelnemers met elkaar discussiëren over
uiteenlopende onderwerpen, wat tot een beter begrip van elkaars denkwijzen en gebruiken kan leiden.
De preserving functie van de media heeft betrekking op communicatie binnen een bepaalde al dan
14
niet etnische groep. De media kunnen een bepaalde etnische groep van informatie voorzien in hun
eigen moedertaal, om op deze manier de onderlinge communicatie binnen de groep te versterken.
Putnam beschrijft dit proces als bonding social capital: individuen communiceren met elkaar binnen de
eigen groep. Via het internet zijn er tal van mogelijkheden voor etnische groepen om informatie in hun
moedertaal of over hun land van herkomst te vinden of om te communiceren met landgenoten.
Bridging en bonding sluiten elkaar niet uit: goed geïntegreerde migranten maken zowel intensief
gebruik van Nederlandse media als van eigen media (Peeters & d’Haenens, 2005). Wat betreft onze
vraagstelling over de mogelijk emanciperende werking van online media houdt dit concreet in dat de
verwachting is dat meer en sterkere specifieke etnische portals (bonding) zullen bijdragen aan het
leggen van verbindingen met algemene publieke media (bridging). Een belangrijke stap in de
emancipatie waarmee bovendien de culturele diversiteit in de collectieve publieke ruimte toeneemt.
2.4 Cultureel burgerschap
Het gebruik van internet door minderheidsgroepen kan worden gezien als een vorm van cultureel
burgerschap. Hier laten ze hun stem horen en delen ze hun mening met anderen. Turner (1994)
noemt burgerschap „competent handelen als lid van een gemeenschap‟, waarbij het gaat over de
relaties van individuen met diverse gemeenschappen. Dit kunnen ook online gemeenschappen zijn.
Dahlgren (2006) heeft het over doing citizenship via de media. Volgens Hermes (2006) gaat
burgerschap naast de formele relatie tussen individuen en de overheid ook over gemeenschappelijke
verantwoordelijkheden en rechten, over collectieve identiteiten en de normen en waarden die daarbij
horen. Deze collectieve identiteiten zetten etnisch-culturele minderheden vaak in op internet.
2.5 De voordelen van internet
Kortom, het internet heeft veel extra voordelen ten opzichte van de ‘traditionele’ media, met name voor
minderheidsgroepen. Siapera (2010) noemt er drie: ten eerste, het internet fungeert als platform voor
een verscheidenheid van meningen binnen het publieke domein; ten tweede, het internet brengt
mensen samen en zorgt voor verbindingen over geografische en culturele grenzen heen; ten derde
biedt het internet een platform waar etnisch-culturele groepen informatie kunnen uitwisselen over hun
ervaringen binnen de multiculturele samenleving.
Het internet kan gebruikt worden vanwege persoonlijke, publieke of politieke redenen. Leden van
minderheidsgroepen gebruiken het internet vaak om onderling persoonlijke ervaringen uit te wisselen.
Parker en Song (2006) gebruiken hiervoor de term reflexive racialization: het delen van persoonlijke
informatie, meningen en ervaringen helpt mensen om met de problemen die ze tegen komen in de
multiculturele samenleving om te gaan. Deze online uitwisseling zorgt voor een brug tussen het
privédomein en het publieke domein. De twee gescheiden werelden van het persoonlijke en publieke
leven komen dus samen op het internet.
15
We hebben nu een beeld van het kader waarin we ons onderzoek kunnen plaatsen. In de volgende
paragraaf bespreken we een aantal Nederlandse onderzoeken naar het gebruik van online
(nieuws)media onder etnische groepen.
2.6 Op zoek naar achtergrond of overzicht?
Allereerst gaan we eens kijken naar de invloed van digitale media op het nieuwsgebruik van
Nederlanders in het algemeen. Internetgebruikers kunnen hun nieuwsmedia precies afstemmen op
hun individuele behoeften. Er zijn tenslotte oneindig veel websites met nieuws over van alles en nog
wat. Het gevaar bestaat dat nieuwsconsumenten hierdoor alleen nog maar door henzelf geselecteerd
nieuws tot zich nemen, en minder goed weten wat er in het algemeen op politiek of maatschappelijk
vlak speelt binnen de samenleving. Zo werd in Nederland vastgesteld dat mensen die vooral onlinekranten als informatiebron gebruiken minder actuele maatschappelijke onderwerpen paraat hebben
dan lezers van traditionele kranten (De Waal, Schoenbach & Lauf, 2005).
Klaus Schoenbach en Ester de Waal (2011) hebben onderzoek gedaan naar dergelijk
vermijdingsgedrag op het gebied van nieuwsgebruik. En wat blijkt? Er is geen reden tot ongerustheid.
Maar liefst 91 procent van de Nederlandse bevolking van 13 jaar en ouder raadpleegt minstens één
keer per week nieuwsmedia om een overzicht te krijgen van wat er speelt in de wereld. 65 procent
doet dit zelfs elke dag. De televisie blijkt voor dit doel het meest geraadpleegd: 81 procent kijkt
wekelijks naar nieuws- en actualiteitenprogramma’s om een overzicht te krijgen van wat er speelt in de
wereld. Op de tweede plaats staan dagbladen met 47 procent en op de derde plaats nieuwssites: 37
procent van de Nederlandse bevolking raadpleegt wekelijks nieuwssites om zich van het belangrijkste
wereldnieuws op de hoogte te stellen. Dezelfde volgorde is van toepassing op het raadplegen van
achtergrondinformatie. Wel zijn gratis dagbladen en nieuwssites aanzienlijk minder belangrijk voor het
verzamelen van achtergronden. Opleiding en leeftijd spelen ook een rol bij het nieuwsgebruik: over
het algemeen bedienen traditionele nieuwsmedia vooral ouderen en hogeropgeleiden, en zijn
interactieve media (zoals NU.nl) vooral populair onder jongeren. De weinige ‘overzichtsmijders’ zijn
over het algemeen jonger, lager opgeleid en meestal minder in politieke en actuele onderwerpen
geïnteresseerd dan degenen die media wel gebruiken om een actueel nieuwsoverzicht te verkrijgen.
Ook hebben de ‘vermijders’ een voorkeur voor entertainment in de media (Schoenbach & De Waal,
2011).
2.7 Multiculturele samenleving floreert op internet
In dit onderzoek richten we ons specifiek op het gebruik van etnische portals en sociale media onder
etnische minderheden. Allereerst zullen we een aantal cijfers laten zien omtrent het digitale
mediagebruik van etnische minderheden, aan de hand van een recent onderzoek van
onderzoeksbureau Motivaction in samenwerking met etnomarketingbureau TransCity. Eind 2011 zijn
in totaal ruim 2000 respondenten met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse en
Nederlandse achtergrond ondervraagd over hun mediagebruik. Wij concentreren ons hier
voornamelijk op de cijfers rond internetgebruik.
16
Over het algemeen maken autochtone Nederlanders vaker van internet gebruik dan etnische
minderheden. Vooral het internetgebruik onder Turkse Nederlanders is laag in vergelijking met de
andere groepen: 22% zegt nooit van internet gebruik te maken. Surinaamse en Antilliaanse
Nederlanders zitten significant vaker op internet dan Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Als we nu
kijken naar het gebruik van sociale media valt het volgende op: onder etnische minderheden is
Facebook de populairste netwerksite (zie tabel 1). Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders zijn het
meest actief op sociale media. Wat opvalt is dat etnische minderheden vaker een account hebben op
Facebook dan Hyves, terwijl autochtone Nederlanders nog nét iets vaker een profiel hebben op Hyves
dan op Facebook. Nu kan het zijn dat de meeste autochtone Nederlanders hun Hyves-account niet
meer actief gebruiken, in tegenstelling tot hun Facebookaccount. Verder zien we dat Marokkaanse en
(vooral) Turkse Nederlanders nog weinig gebruik maken van Twitter. Bijna een kwart van de
Antilliaanse Nederlanders hebben wel een Twitter-account, dit percentage is zelfs nog hoger dan die
onder autochtone Nederlanders (22%). Verder valt de populariteit van YouTube onder Marokkaanse
Nederlanders op, in vergelijking met de andere etnische groepen (Ait Moha, Souguir & Romer, 2012).
Tabel 1. Lidmaatschap sociale netwerken
Turks
Marokkaans
Surinaams
Antilliaans
Autochtoon
TMSA
(n=382)
(n=370)
(n=426)
(n=375)
(n=551)
(n=1553)
Facebook
37%
47%
48%
54%
57%
46%
Twitter
7%
15%
20%
24%
22%
16%
Hyves
9%
12%
23%
15%
58%
15%
YouTube
16%
24%
17%
18%
27%
19%
LinkedIn
2%
8%
10%
11%
13%
7%
Google+
5%
8%
13%
12%
15%
9%
Geen van deze
59%
41%
43%
41%
19%
47%
Bron: Motivaction , 2012
Toelichting: Rode percentages staan voor significant hoger dan gemiddeld en blauwe percentages voor significant lager dan
gemiddeld (Chi2-toets met een betrouwbaarheidsmarge van 95%)
Verder hebben de onderzoekers van Motivaction en TransCity het bereik van cultuurgebonden
websites onderzocht. Hieruit blijkt dat deze websites niet vaak (meer) worden bezocht: in de meeste
gevallen 1 dag of minder per week. De onderzoekers constateren dat vooral jongeren
cultuurgebonden sites hebben ingeruild voor sociale media. Onder de Surinaamse gemeenschap
blijven cultuurgebonden sites nog wel populair onder ouderen. Meer algemeen zijn cultuurgebonden
websites onder Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders nog het meest populair. Kijken we nu per
etnische doelgroep naar de meest gebruikte cultuurgebonden website, dan is dit bij de Turkse
Nederlanders ZamanHolanda.nl, bij de Marokkaanse Nederlanders Marokko.nl, bij de Surinaamse
Nederlanders Suriname.startpagina.nl en bij de Antilliaanse Nederlanders Curacao.startpagina.nl (Ait
Moha, Souguir & Romer, 2012). Hierbij moet in het licht van ons onderzoek wel worden vermeld dat
17
Marokko.nl als enigste van deze websites een discussieforum bevat. Over het gebruik van
verschillende etnische discussieforums gaan we hieronder wat dieper in.
2.7.1. Discussieforums
Sinds het eind van de jaren negentig zijn veel allochtone jongeren – vooral Marokkaanse – hun eigen
community of portal op internet begonnen. Binnen zo’n community vinden gelijkgestemde zielen
elkaar op het gebied van muziek, interesses, achtergrond, discussies, maar ook nieuws. Het forum is
vaak het drukst bezochte onderdeel van zo’n portalsite, en hier wordt druk gediscussieerd over het
nieuws van de dag, relaties, religie en roddels. De etnische portals fungeren als platform om met
elkaar te communiceren, maar ook om een mening te vormen door het ter discussie stellen van
actualiteiten, maar ook van bijvoorbeeld taboes (Brouwer & Wijma, 2006). Daarnaast spelen de
portals een rol bij de identiteitsvorming van biculturele jongeren (Nijntjes & Wijma, 2006): veel
discussies gaan over de vraag hoe je je als jongere met een niet-Nederlandse achtergrond staande
kunt houden in de Nederlandse maatschappij. De jongeren zagen de forums als een veilige plek waar
ze met elkaar konden praten over de negatieve beeldvorming waar Marokkaans-Nederlandse
jongeren vaak mee te kampen hebben (Leurs, 2012).
Eén van de eerste portals die zich op jongeren met een Marokkaanse achtergrond richtte, was
Maroc.nl. Opgericht in 1997 gold deze site lange tijd als trendsetter op het gebied van digitale
mogelijkheden voor moslimjongeren (zoals de ramadan-sms). Inmiddels is Maroc.nl qua aantal unieke
gebruikers ingehaald door het in 2001 opgerichte Marokko.nl. Naar schatting is 80% van de
bezoekers Marokkaanse Nederlander (Butter, 2008). Uit onderzoek van de Vrije Universiteit (Konijn et
al, 2010) onder 2400 scholieren (13-18 jaar) en oudere jongeren (18-26 jaar), waaronder 370
5
moslimjongeren , blijkt dat 80,1% van de door hen ondervraagde Marokkaans-Nederlandse jongeren
gebruik maakt van Marokkaanse internetsites. Van de moslimjongeren in het algemeen, maakt ruim
40% gebruik van marokko.nl. Van de Turkse websites is Turksnieuws.nl het meest populair onder
moslimjongeren. Net iets meer dan de helft van de Turkse moslimjongeren maakt gebruik van Turkse
websites (52,7%) (Konijn et al, 2010).
Cindy van Summeren, docent en onderzoeker bij Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg, doet
onderzoek naar de religieuze identiteitsbeleving van jongeren in online discussies op Maroc.nl. Deze
jongeren bevinden zich vaak in een spagaat tussen twee culturen: opgegroeid in Nederland met een
islamitische achtergrond. Op Maroc.nl presenteren ze zichzelf als moslim, maar worstelen ook met de
normen en waarden van de Nederlandse samenleving. Vaak zoeken Marokkaans-Nederlandse
jongeren in de discussies naar een compromis tussen de Nederlandse en islamitische cultuur. Ook
vond Van Summeren twee groepen moslimjongeren. De ene groep is loyaal, maar niet erg kritisch ten
opzichte van de islam. De andere groep bestaat uit meer liberale moslimjongeren met een kritische
blik ten opzichte van de Islam en Koran. Zij veroordelen alle vormen van extremisme (Van Summeren,
2007).
5
Jongeren die de islam als hun religie beschouwen.
18
Ook op de Vrije Universiteit (VU) is onderzoek gedaan naar forumdiscussies op websites als
Marokko.nl en Maroc.nl. Lenie Brouwer van de VU vroeg zich af welke betekenis deze sites hebben
voor jongeren van Marokkaanse afkomst. Vooral de forums van de Marokkaanse sites zijn populair.
Het is een plek waar Marokkaanse jongeren gelijkgezinden ontmoeten en kennis nemen van elkaars
opvattingen. Veel discussies op de forums gaan over religie en identiteit. Zo zijn discussies over
actualiteit en liefde het meest populair, waarbij het indirect altijd over de islam of taboes binnen de
islam gaat (Nijntjes & Wijma, 2006). De forums fungeren ook als datingsite voor islamitische jongeren
die op zoek zijn naar een partner (Amrani, 2008). Brouwer concludeert dat er naast jongeren van
Marokkaanse afkomst, ook vaak autochtone jongeren op de forums te vinden zijn. De online
interacties tussen deze groepen leiden in ieder geval tot een dialoog, en in sommige gevallen tot meer
begrip (Brouwer & Wijma, 2006). Ook fungeren de forums als een uitlaatklep voor islamitische jonge
vrouwen. Vooral het door Marokko.nl beheerde Yasmina.nl en het op zichzelf staande Chaima.nl
(Leurs, 2012) zijn populair onder deze groep. Hier kunnen ze anoniem hun verhaal of vragen kwijt
over zaken als de positie van de vrouw binnen de islam, het huwelijk, relaties, maagdelijkheid, etc.
Onderwerpen waar ze met hun ouders of familie niet over durven of kunnen praten. Deze websites
geven islamitische vrouwen een stem (Brouwer, 2006).
Genderstudies- en mediawetenschapper Koen Leurs deed ook uitvoerig onderzoek naar het online
mediagebruik van Marokkaans-Nederlandse tieners tussen de 12 en 18 jaar. Hij richtte zich daarbij op
vier digitale platforms: online discussieforums (zoals Marokko.nl), chatprogramma’s (zoals MSN
Messenger), sociale netwerksites (zoals Hyves en Facebook) en websites waarop video’s worden
gedeeld (YouTube).
Figuur 1. Woordwolk van gebruikte digitale platformen door Marokkaans-Nederlandse respondenten (N= 344)
Bron: ‘Digital Passages’, Koen Leurs, 2012 (pag. 107)
Leurs vroeg zijn Marokkaans-Nederlandse respondenten naar de digitale platformen die zij gebruikten.
Hun antwoorden verwerkte hij in bovenstaande woordwolk. Hoe groter het woord, des te vaker dit
platform werd gebruikt door de respondenten. YouTube springt er duidelijk uit naar voren, maar ook
19
Hyves en MSN zijn veelgebruikte digitale platforms. Google, Facebook en Marokko.nl zijn
vergelijkbaar wat de gebruiksfrequentie betreft onder de Marokkaans-Nederlandse respondenten.
Verder blijkt uit zijn onderzoek dat meisjes vaker sociale platformen gebruiken dan jongens, en dat
jongens meer gamen.
Leurs laat in zijn proefschrift zien dat Marokkaans-Nederlandse jongeren hun eigen plek creëren op
discussieforums zoals Marokko.nl, waar ze voor zichzelf op kunnen komen, in plaats van het
onderwerp van gesprek te zijn binnen de Nederlandse maatschappij, de Marokkaans-Nederlandse
gemeenschap, de moskee en de eigen familie. Deze discussieforums laten zien hoe het is om een
Marokkaanse Nederlander te zijn in Nederland en welke verschillende twijfels en overwegingen hier bij
komen kijken. Dit aspect komt ook tot uiting in gesprekken die jongeren hebben via MSN Messenger.
Deze gesprekken zijn nog meer privé dan de discussie op forums, vanwege de door gebruikers
gecodeerde toegang. Uit het onderzoek van Leurs blijkt dat de ouders van de onderzochte tieners
Messenger voornamelijk gebruiken om te chatten met vrienden en familie in Marokko en de diaspora.
Hun kinderen gebruiken Messenger om via gebruikersnamen, afbeeldingen en gesprekken hun
identiteit vorm te geven. Dit vindt plaats achter de coulissen, buiten het zicht van ouders, broers of
zussen. Volgens Leurs ervaren zijn informanten MSN Messenger als een waardevol instrument om
individuele, persoonlijke en intieme identiteiten vorm te geven (Leurs, 2012).
Ook de bevindingen van Leurs naar het gebruik van sociale netwerksites onder MarokkaansNederlandse jongeren zijn waardevol om hier te vermelden. Hij kwam erachter dat deze jongeren via
sociale media verschillende identiteiten tentoonspreiden, die in eerste instantie niet met elkaar
verenigbaar lijken. Zo is een Marokkaans-Nederlands meisje op Hyves lid van groepen die duidelijk
een gevoel van Nederlands nationalisme uitdragen (I ♥ Holland), islamitische overtuigingen (‘Respect
is wat ik vraag voor de hoofddoek die ik draag!’), kledingvoorkeuren (Skinny Jeans, H&M) en politiek
activisme (Islam = Peace) (zie figuur 2).
20
Figuur 2. Connecties op Hyves van een Marokkaans-Nederlands meisje
Bron: Leurs, 2010
Leurs is er van overtuigd dat er nauwelijks verschil bestaat tussen de online wereld en ‘real life’ (zie
ook Loader, 2007). Het internet moet worden gezien als een deel van het echte leven; online en offline
levens lopen naadloos in elkaar over. Dit gegeven zien we ook terug in het gebruik van YouTube. De
informanten van Leurs bekijken via YouTube veel amateurvideo’s over de islam en Marokko. Deze
video’s roepen gevoelens van herkenning en heimwee op. Ze geven de gebruikers het gevoel dat ze
deel uitmaken van een internationale gemeenschap. Ook kijken de informanten veel naar
commerciële muziekvideo’s van uiteenlopende artiesten uit verschillende landen. Artiesten uit
Marokko, het Midden-Oosten, maar ook uit Nederland en Amerika, die zingen in het Arabisch,
Berbers, Engels en Nederlands. De jongeren geven op deze manier uiting aan een hybride identiteit,
waarin ze globale, nationale en transnationale voorkeuren verenigen.
Leurs concludeert dat Marokkaans-Nederlandse jongeren deel uitmaken van een hybride
jeugdcultuur, waarin onverenigbaar geachte loyaliteiten makkelijk samengaan. Dit zien we terug in de
digitale wereld waarin ze zich begeven, waarin diversiteit een geaccepteerd, alledaags verschijnsel is.
Verschillende culturele uitingen en voorkeuren komen naar voren in hun taalgebruik, muziekvoorkeur,
nicknames, en profielfoto’s. Volgens Leurs vormen digitale jeugdculturen een belangrijke
ontmoetingsplaats, waarin jongeren met verschillende achtergronden kunnen samenkomen (Leurs,
2012).
21
2.8 Nieuwsgebruik
Motivaction heeft naast kwantitatief onderzoek naar het mediagebruik van etnische minderheden ook
een aanvullend kwalitatief onderzoek verricht naar het nieuwsgebruik van de TMSA-groep. Hiervoor
hebben tachtig kwalitatieve diepte-interviews met Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse
Nederlanders plaatsgevonden. Over het algemeen zien de onderzoekers dat er een verschuiving
plaatsvindt van het gebruik van binnenlandse media naar buitenlandse media, met name binnen de
Turkse gemeenschap. Via internet zijn professionele nieuwsmedia uit Turkije en het Midden-Oosten
heel makkelijk te raadplegen, en dit wordt dan ook veelvuldig gedaan. Surinaamse en Antilliaanse
Nederlanders volgen wel de nieuwsmedia uit hun land van herkomst maar vinden dit niet erg
betrouwbaar. Vooral sinds president Bouterse aan de macht is in Suriname, wordt het nieuws uit
Suriname erg gecensureerd, zo is de ervaring. Waterkant is een belangrijke bron voor Surinaams
nieuws. Voor internationaal nieuws maken Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders veel gebruik van
Engelstalige internationale media zoals de BBC en CNN.
Leden van etnische minderheidsgroepen zijn over het algemeen zwaardere nieuwsgebruikers dan
autochtone Nederlanders. Zij zijn ook sterker gericht op nieuws uit hun directe omgeving dan
autochtonen. Zo kijken ze regelmatig naar regionale nieuwszenders en lezen stads- en weekkranten.
Voor hun nieuwsconsumptie geven etnische minderheden de voorkeur aan televisie en internet,
vanwege de snelheid en het feit dat het om ‘gratis’ nieuws gaat. Veel respondenten gebruiken ook
nieuwsapps om op de hoogte te blijven. Voor nieuws over de eigen gemeenschap in Nederland wordt
vaak gebruik gemaakt van online forums en weblogs.
Van alle TMSA-groepen maken Turkse Nederlanders het meest gebruik van media uit het land van
herkomst, nog meer dan van de Nederlandse media. De respondenten geven aan dat in Turkije een
televisiecultuur heerst en dat ze van jongs af aan gewend zijn om veel televisie te kijken. Turkse
nieuws- en amusementsprogramma’s zijn erg populair. Verder lezen ze veel Turkse kranten, met
name online. Ter aanvulling maken ze gebruik van Nederlandse media voor het volgen van het
Nederlandse nieuws. Marokkaanse Nederlanders geven aan dat zij net zo vaak Nederlandse als
buitenlandse media gebruiken. Vooral Al Jazeera is geliefd voor internationaal nieuws. Maar ook de
Nederlandse nieuwsmedia (zowel publiek als commercieel) worden gevolgd. Voor Surinaamse en
Antilliaanse Nederlanders is het internet een belangrijk medium om nieuws uit het land van herkomst
te volgen. Zij kijken en luisteren online naar Surinaamse en Antilliaanse televisie- en radiozenders en
lezen online kranten uit het land van herkomst. Tot slot maken deze groepen ook regelmatig gebruik
van cultuurgebonden radio- en televisiezenders uit Nederland, zoals Radio Mart en Salto. Wel vinden
Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders het Nederlandse nieuws belangrijker dan nieuws uit het
land van herkomst en maken dan ook veelvuldig gebruik van Nederlandse media, meer dan Turkse en
Marokkaanse Nederlanders (Eigenfeld, Ait Moha & Lammers, 2012).
22
2.8.1. Nieuwsgebruik onder moslimjongeren
In het al eerder aangehaalde onderzoek van de Vrije Universiteit (Konijn et al, 2010) naar het
mediagebruik van moslimjongeren en niet-moslimjongeren (13-26 jaar), wordt specifiek ingegaan op
het raadplegen van verschillende media voor informatie over politiek, religie of maatschappelijke
kwesties. Door middel van een survey zijn circa 1600 jongeren ondervraagd, waaronder 370
moslimjongeren (met name met een Turkse en Marokkaanse achtergrond). Wel moeten de resultaten
met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, aangezien de representativiteit van het onderzoek
niet kan worden gegarandeerd.
Het meest opvallende resultaat uit dit onderzoek is dat moslimjongeren veel meer en intensiever
gebruik maken van verschillende media dan niet-moslimjongeren. Dit geldt zowel voor de
Nederlandse media, als voor de buitenlandse media. Ook binnen de groep moslimjongeren zijn er
verschillen. Zo maken jongeren met een Turkse achtergrond meer gebruik van verschillende
mediabronnen dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Turkse jongeren maken vooral veel
gebruik van Turkse televisiezenders, terwijl dit in minder sterke mate geldt voor Marokkaanse
jongeren en Arabische televisie. Uit het onderzoek van Motivaction (2012) blijkt dat 93% van de
Turkse Nederlanders naar Turkse televisiezenders kijkt, tegenover 58% van de Marokkaanse
Nederlanders met betrekking tot Marokkaanse en Arabische zenders. 84% van de Turkse
Nederlanders kijkt zelfs elke dag naar de Turkse televisie, van de Marokkaanse Nederlanders kijkt
slechts 40% elke dag naar cultuurgebonden zenders. Het wel of niet kijken naar cultuurgebonden
televisiezenders heeft zeer waarschijnlijk te maken met de beheersing van de taal in het land van
herkomst: Turkse jongeren kunnen over het algemeen goed Turks praten en verstaan (85,5% van de
Turkse jongeren in het onderzoek van de Vrije Universiteit spreekt Turks), terwijl Marokkaanse
jongeren het Arabisch vaak veel minder goed machtig zijn (39% van de Marokkaanse jongeren uit het
VU-onderzoek spreekt/beheerst het Arabisch). Daarnaast maken moslimjongeren veel vaker gebruik
van Engelstalige televisiezenders en van kranten in vergelijking met niet-moslimjongeren (zie grafiek
2). Moslimjongeren gebruiken bijvoorbeeld 15% meer van de genoemde Nederlandse kranten dan
niet-moslimjongeren. De kranten die door moslimjongeren het meest worden gelezen zijn Sp!ts en
Metro. Een deel van de Turkse jongeren (17%) leest wel eens de Turkse krant Hürriyet (vooral de
groep 18-26-jarigen). Ook kijken moslimjongeren meer naar BBC World en CNN in vergelijking met
niet-moslimjongeren. Zelfs de Nederlandse nieuwssite NU.nl wordt door meer moslimjongeren
bekeken dan niet-moslimjongeren (42% vs 31,5%).
23
Grafiek 1. Percentage gebruikers naar mediumtype (tv, kranten en internet), uitgezet naar
moslimjongeren vs niet-moslimjongeren.
Bron: Konijn et al, 2010
Toelichting: Verschillen die significant zijn, zijn donker van kleur, terwijl niet-significante verschillen licht van kleur zijn.
Nederlandse moslimjongeren hebben een zeer brede nieuwsoriëntatie, ze zijn erg nieuwsgierig. Ze
maken intensiever gebruik van Nederlandse kranten, Nederlandse nieuwswebsites (met uitzondering
van Geenstijl.nl), en van Nederlandse en buitenlandse televisiezenders (zowel Engelstalige als in de
taal van het land van herkomst) dan niet-moslimjongeren. Het gebruik van buitenlandse media gaat
dus niet ten koste van het gebruik van Nederlandse media, zoals vaak wordt gedacht. Dit komt
overeen met de resultaten van een onderzoek naar het transnationale televisiegebruik van een groep
van 389 respondenten uit Amsterdam met een Arabische achtergrond (Slade, 2011). Van deze groep,
van jong tot oud, kijkt 71 procent naar nieuwsuitzendingen op zowel Nederlandse als Arabische
televisiezenders. Slechts 12 procent kijkt alleen naar Arabisch nieuws, en 17 procent alleen naar
Nederlands nieuws. Nederland 1 en Al Jazeera zijn de favoriete zenders wat betreft het kijken naar
nieuws.
Terug naar het VU-onderzoek. Specifiek op programmaniveau kijken meer moslimjongeren naar
publieke Nederlandse tv-programma’s als NOVA, Den Haag Vandaag en Rondom Tien en naar
commerciële Nederlandse tv-programma’s als RTL Nieuws, AT5 Nieuws en Nieuwsweek, in
vergelijking met niet-moslimjongeren. Wel kijken meer niet-moslimjongeren naar De Wereld Draait
Door op de publieke zender dan moslimjongeren.
Aan de jongeren is ook gevraagd welke waarde zij hechten aan de verschillende media die zij
gebruiken. Hieruit blijkt dat moslimjongeren over het algemeen vinden dat de media uit het land van
herkomst een realistischer beeld van de werkelijkheid geven dan de binnenlandse media. Ook voelen
zij zich meer betrokken bij de media uit het land van herkomst. Daarentegen hebben de VU24
onderzoekers ook onderzoek gedaan naar de attitude van de jongeren ten opzichte van de
Nederlandse nieuwsmedia. Hieruit blijkt dat de moslimscholieren en niet-moslimscholieren nauwelijks
van elkaar verschillen in hun vertrouwen ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia: beiden
hebben een licht-positieve attitude ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia. Wel geeft 18% van
de moslimscholieren en 19% van de niet-moslimscholieren aan (helemaal) geen vertrouwen te
hebben in de Nederlandse nieuwsmedia. Daar komt bij dat de meeste deelnemende moslimjongeren
het (helemaal) eens zijn met de stelling dat de islam negatief in het nieuws komt in de Nederlandse
media (bijna 70% onder de moslimscholieren en bijna 44% onder de moslimjongeren). Dit is ook de
reden dat zij zich richten op buitenlandse nieuwsmedia, omdat ze ondervinden dat de negatieve
beeldvorming rondom de islam vooral in Nederland en de Nederlandse media plaatsvindt. Door het
volgen van buitenlandse media proberen ze een completer en meer waarheidsgetrouw beeld van het
nieuws te krijgen. Daarnaast volgen ze de Nederlandse media om mee te kunnen doen in het
Nederlandse publieke debat (Konijn et al, 2010).
De onderzoekers van de VU hebben niet alleen het mediagebruik van jongeren onderzocht, maar ook
de inhoud van verschillende media zelf bestudeerd. Ze wilden erachter komen of de berichtgeving in
dagbladen overeen komt met het nieuws waarover op etnische forums gediscussieerd wordt. Hiervoor
hebben ze gedurende een periode van vijftien maanden (oktober 2007 – december 2008) de
berichtgeving op het gebied van integratie en immigratie van zeven Nederlandse dagbladen (Sp!ts,
Metro, de Pers, de Telegraaf, Algemeen Dagblad, de Volkskrant en NRC Handelsblad) vergeleken
met zes discussieforums gericht op moslimjongeren (Marokko.nl, Maroc,nl, Maghreb.nl, Lokum.nl,
TurksNieuws.nl en AlYaqeen.com). Gedurende deze periode berichten de kranten veel over
terrorisme, islam, criminaliteit en de conflicten in Irak, Afghanistan en Israël. Dit had ook te maken met
de anti-islamfilm Fitna van Geert Wilders, die in deze periode werd gelanceerd. Terrorisme krijgt de
meeste aandacht in de kranten, vooral in de Metro, Sp!ts, het AD en de Telegraaf. Waar de kranten
hun aandacht verspreiden tussen verschillende issues, is op de forums de islam duidelijk het meest
besproken onderwerp. Op sites als Marokko.nl, Maroc.nl en Lokum.nl wordt hierover voor meer dan
de helft meer gediscussieerd dan in de kranten. Op de andere onderzochte websites (vooral op het
salafistische AlYaqeen.com) ligt dit percentage nog hoger. Op Marokkaanse sites is het conflict in
Israël een hot topic, terwijl op de Turkse forums meer wordt gesproken over de conflicten in
Afghanistan en het buurland van Turkije, Irak. Opvallend is dat er op de discussieforums veel minder
aandacht aan terrorisme wordt besteed dan in de dagbladen.
2.9 Deelname aan publieke debat
De dagbladen volgen in grote lijnen elkaars agenda, zo blijkt uit het onderzoek van de Vrije
Universiteit. Dit geldt in iets mindere mate voor etnische webforums. De nieuwsagenda’s op de
Marokkaanse en Turkse webforums verschillen onderling meer dan die van de kranten onderling. De
mate waarin de nieuwsagenda van de kranten overeenkomt met die van de webforums, geeft een
indruk van hoe sterk de discussies op de webforums van jongeren overeenkomt met het publieke
25
debat in de Nederlandse nieuwsmedia. De agenda’s van de dagbladen en de webforums hangen
duidelijk met elkaar samen. Politici die in de kranten veel aandacht krijgen, zoals Fortuyn, Hirsi Ali,
Verdonk en Wilders, staan tegelijkertijd centraal in de internetdiscussies. Wel zijn er per onderwerp
verschillen in de mate van aandacht te bespeuren. Marokko.nl en Maghreb.nl vertonen de meeste
overeenkomst met de media-agenda, Lokum.nl het minst. De onderzoekers hebben tijdens de
onderzoeksperiode geen bewijs gevonden voor het idee dat de discussies op de webforums gevoed
worden door nieuws uit Arabische of islamitische media of extremistische websites. De jongeren die
actief zijn op deze forums zijn toch vooral gefocust op het nieuws wat door de Nederlandse
nieuwsmedia naar buiten wordt gebracht. Moslimjongeren die actief zijn op discussiefora van en voor
jongeren zijn volgens de onderzoekers dan ook bovengemiddeld geïntegreerd in het politieke proces
in de Nederlandse samenleving als het gaat om het volgen van nieuwsmedia en het deelnemen aan
het publieke debat over immigratie en integratie (Konijn et al, 2010).
2.10 Conclusies
Door middel van een literatuurstudie is antwoord gezocht op de volgende vragen: op welke wijze
zoeken jongeren uit etnische groepen naar nieuws, welke rol spelen etnische portals en social media
daarbij, en hoe is hun perceptie van de nieuwsvoorziening in Nederland. De conclusies uit het
literatuuronderzoek kunnen bijdragen aan de beantwoording van de centrale vraag van dit onderzoek:
‘welke rol hebben sociale media bij het vergroten van de betrokkenheid van allochtone groepen bij
nieuws en actualiteiten en leiden tot een grotere inbreng in het publieke debat. De voornaamste
conclusies luiden als volgt:

Etnische portals hebben meerdere functies: het zijn niet alleen platforms om met elkaar te
communiceren, maar dragen ook bij tot opinievorming, door actualiteiten ter discussie te
stellen, en voor identiteitsvorming, met name bij de vraag hoe je je als jongere met een nietNederlandse achtergrond staande houdt in de Nederlandse samenleving.

Vooral Marokkaanse jongeren maken gebruik van de discussiefora op etnische fora.
Autochtone jongeren mengen zich overigens ook in de discussies op deze fora. Meisjes/jonge vrouwen zijn oververtegenwoordigd op fora.

Leden van etnische minderheidsgroepen zijn over het algemeen zwaardere nieuwsgebruikers
dan autochtone Nederlanders. Zij zijn ook sterker gericht op nieuws uit hun directe omgeving
(lokaal en regionaal nieuws) dan autochtonen.

Van alle TMSA-groepen maken Turkse Nederlanders het meest gebruik van media uit het
land van herkomst, Marokkaanse Nederlanders geven aan dat zij net zo vaak Nederlandse als
buitenlandse media gebruiken. Vooral Al Jazeera is geliefd voor internationaal nieuws. Maar
ook de Nederlandse nieuwsmedia (zowel publiek als commercieel) worden gevolgd. Voor
Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders is het internet een belangrijk medium om nieuws uit
het land van herkomst te volgen. Zij kijken en luisteren online naar Surinaamse en Antilliaanse
televisie- en radiozenders en lezen online kranten uit het land van herkomst.
26

Opvallend is dat moslimjongeren veel meer en intensiever gebruik maken van verschillende
media dan niet-moslimjongeren. Dit geldt zowel voor de Nederlandse media, als voor de
buitenlandse media. Ook binnen de groep moslimjongeren zijn er verschillen. Zo maken
jongeren met een Turkse achtergrond meer gebruik van verschillende mediabronnen dan
jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Turkse jongeren maken vooral veel gebruik van
Turkse televisiezenders, terwijl dit in minder sterke mate geldt voor Marokkaanse jongeren en
Arabische televisie.

Moslimjongeren vinden over het algemeen dat de media uit het land van herkomst een
realistischer beeld van de werkelijkheid geven dan de binnenlandse media. Ook voelen zij
zich meer betrokken bij de media uit het land van herkomst. Daarentegen hebben de VUonderzoekers ook onderzoek gedaan naar de attitude van de jongeren ten opzichte van de
Nederlandse nieuwsmedia. Hieruit blijkt dat de moslimscholieren en niet-moslimscholieren
nauwelijks van elkaar verschillen in hun vertrouwen ten opzichte van de Nederlandse
nieuwsmedia: beiden hebben een licht-positieve attitude ten opzichte van de Nederlandse
nieuwsmedia.

De agenda’s van de dagbladen en de webforums hangen duidelijk met elkaar samen.
Dagbladen volgens elkaars agenda, en de webfora sluiten daar in grote lijnen bij aan. Wel is
er verschil in de mate van aandacht per onderwerp.

Moslimjongeren zijn volgens de onderzoekers dan ook bovengemiddeld geïntegreerd in het
politieke proces in de Nederlandse samenleving als het gaat om het volgen van nieuwsmedia
en het deelnemen aan het publieke debat over immigratie en integratie.
27
3. Opzet onderzoek
3.1 Doel onderzoek
Hoofddoel van het onderzoeksproject is te zoeken naar succes- en faalfactoren bij het actief
betrekken van burgers uit etnische groepen bij het nieuws en de nieuwsmedia ; zowel als consument
van het nieuws als ook als burgerjournalist, informant of producent van nieuws. In het project wordt in
de praktijk uitgeprobeerd op welke manieren online media en sociale media ingezet kunnen worden
om dit doel te bereiken. De achterliggende motivatie ligt in het bijdragen aan de pluriformiteit en
diversiteit van algemene publieksmedia in Nederland. Het gaat daarbij om journalistieke functies
gericht op het gebied van nieuwsgaring, nieuwsduiding en opinievorming over de maatschappelijke
actualiteit, mede in het belang van politieke meningsvorming.
Mira Media heeft via de portalsite Wereldjournalisten.nl inmiddels enkele jaren ervaring opgedaan
met ‘kosmopolitische berichtgeving’: berichtgeving vanuit de multiculturele samenleving door
correspondenten met een etnisch-culturele achtergrond die veelal geen professionele journalistieke
opleiding hebben, maar wel goed ingevoerd zijn in wat er speelt binnen hun gemeenschap. De
nieuwsitems en columns van Wereldjournalisten leiden regelmatig tot discussies waarin ook burgers
die in andere media zwijgen, hun stem laten horen. Voorbeelden hiervan zijn: Afghanen over de rol
van Nederland in hun land en hun visie op hoe politieke partijen in Nederland hiermee omgaan;
Serviërs over de in hun ogen ongenuanceerde kijk van de Nederlandse media en politiek op de laatste
Balkanoorlog en Somalische jongeren over de economische achtergronden van piraterij in de golf van
Aden.
Wereldjournalisten.nl stimuleert etnische minderheden zelf actief, als burger, nieuws aan te dragen of
duiding te geven aan nieuws over hun gemeenschap of herkomstland. Hierbij worden ook sociale
media als Twitter en Facebook ingezet. Het inzicht begint door te dringen dat de mogelijkheden van
online media om burgers uit etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke
debat, veel groter zijn dan tot nu toe wordt benut. Ook wordt duidelijk dat er nog weinig inzicht is in de
succes- en faalfactoren bij het activeren van etnische minderheden via online media. Lukt het etnische
minderheidsgroepen om via etnische portals en sociale media daadwerkelijk een eigen stem te laten
horen in de mainstream media? Of anders gezegd, kunnen allochtone burgers via sociale media een
bijdrage leveren aan het publieke debat, zodat er een meer genuanceerd en minder eenzijdig beeld
ontstaat van bepaalde groepen in de multiculturele samenleving? Mira Media heeft daarom een
verkennend onderzoek uitgevoerd waarin deze factoren op experimentele wijze worden beproefd. Bij
het onderzoek betrekt Mira Media ook haar eigen multiculturele portal Wereldjournalisten.nl en de
daaraan verbonden Facebook- en Twitterprofielen.
28
3.2 Doelgroep van het onderzoek
De doelgroep van het onderzoek wordt gevormd door burgers uit etnische minderheidsgroepen die
actief zijn op internet. We richten ons specifiek op Nederlandse ingezetenen met een Marokkaanse,
Turkse, Surinaamse, Afghaanse en Poolse achtergrond. De Marokkaanse, Turkse en Surinaamse
Nederlanders behoren tot de grootste etnische minderheidsgroepen in Nederland. De meesten van
hen wonen sinds de jaren zeventig in Nederland of zijn hier geboren. Migranten met een Afghaanse
en Poolse achtergrond zijn relatief nieuw in Nederland. Wij zijn benieuwd of de oud- en nieuwkomers
van elkaar verschillen in hun sociale mediagebruik en de manier waarop ze met nieuws omgaan.
3.3 Probleemstelling en specifieke onderzoeksvragen
De probleemstelling van het onderzoek luidde als volgt: Welke rol spelen sociale media en etnische
discussieforums bij het betrekken van burgers uit etnische minderheidsgroepen in het Nederlandse
publieke debat?
We keken naar de rol van etnische minderheden, zowel als consument van het nieuws als ook als
burgerjournalist, informant of producent van nieuws. Mira Media verkende de manieren waarop
sociale media kunnen bijdragen aan het betrekken van etnische minderheden in de nieuwsproductieen nieuwsconsumptie en zochtt antwoorden op de volgende onderzoeksvragen:

Kunnen sociale media een bemiddelende rol spelen tussen etnische media en mainstream
media en voor de deelname van etnische minderheden in het publieke debat?

Kunnen sociale media een meer diverse en evenwichtige verslaggeving over multiculturele
vraagstukken in Nederland bevorderen?

Kunnen sociale media de vaardigheden van etnische burgers als consument en producent
van nieuws en informatie versterken?

Kan het veelvuldig gebruik van sociale media door portalsites leiden tot een meer actieve
rol van etnische minderheden in het publieke debat?

Kunnen sociale media burgers uit etnische minderheidsgroepen activeren om zelf op het
nieuws te reageren, dan wel actief op het nieuws te reflecteren?

Wordt de informatie van etnische burgerjournalisten gebruikt voor inhoudelijke vernieuwing
en verdieping bij algemene publieksmedia?
29
4. Methoden
Het onderzoek maakte gebruik van verschillende onderzoeksmethoden: zowel een analyse van reeds
bestaand onderzoek, als kwantitatieve en kwalitatieve verzameling van nieuwe data. Met behulp van
deze oude en nieuwe data probeerden we een beeld te krijgen van de functie van sociale media en
etnische webforums in het nieuwsgebruik van etnische minderheden. Het onderzoek had duidelijk een
verkennend karakter: vanwege de lage aantallen respondenten kunnen we geen volledig beeld geven
van het sociale mediagebruik door mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Wel proberen we
een globaal beeld te schetsen van de manier waarop minderheden met sociale media omgaan in
combinatie met nieuws.
Het onderzoek omvatte vier fasen: een nulmeting, monitoring van sociale media, een kwantitatief
survey en kwalitatieve face-to-face interviews. Deze vier fasen worden hieronder toegelicht.
4.1 Nulmeting
Allereerst heeft er op 1 november 2011 een nulmeting plaatsgevonden van het Twitteraccount van
Wereldjournalisten (@WereldJe), de Facebookpagina en de website van Wereldjournalisten. Aan de
hand hiervan kunnen we zien wat voor effect het sociale mediaverkeer van en over Wereldjournalisten
heeft gehad.
Voor Twitter hebben we het aantal volgers van het account @WereldJe op 1 november 2011
genoteerd, samen met het aantal Twitter-accounts dat Wereldjournalisten zelf volgde op die dag. Ook
noteerden we het totaal aantal tweets die er tot en met 1 november 2011 waren verstuurd, het
gemiddeld aantal tweets per dag en het gemiddeld aantal tweets per maand.
Voor Facebook noteerden we het aantal ‘likes’ op 1 november 2011 (het aantal mensen die hebben
aangegeven Wereldjournalisten ‘leuk’ te vinden), het totaal aantal mensen op Facebook die zijn
bereikt, het aantal berichten dat door Wereldjournalisten op de eigen Facebook-pagina zijn gepost, en
het aantal reacties op deze berichten.
In het geval van de website van Wereldjournalisten keken we naar het totaal aantal artikelen dat tot en
met 1 november 2011 is geplaatst op www.wereldjournalisten.nl. Ook keken we naar het totaal aantal
reacties dat op de website van Wereldjournalisten is achtergelaten. Ook noteerden we het aantal
unieke bezoekers op 1 november 2011, het aantal unieke bezoekers voor de hele maand november in
2011 en het verloop van het aantal unieke bezoekers over het jaar 2011.
Door bovenstaande gegevens vast te leggen, hebben we een duidelijk vertrekpunt voor ons
onderzoek. Aan de hand van deze gegevens kunnen we nagaan of er na 1 november 2011 een
verandering heeft plaatsgevonden in het sociale mediaverkeer op het Twitter-account, het Facebookaccount en de website van Wereldjournalisten.
30
4.2 Monitoring van sociale media
Aan de hand van een aantal spreadsheets in het dataverwerkingsprogramma Excel hebben we het
‘berichtenverkeer’ bijgehouden van het Twitter en Facebookaccount van Wereldjournalisten. Ook
hebben we met behulp van Excel enkele forums gemonitord die berichten over nieuws met betrekking
tot de multiculturele samenleving in Nederland. We hebben specifiek gelet op de reacties die
gebruikers via sociale media en via de site van Wereldjournalisten achterlaten op de geposte artikelen
van Wereldjournalisten.
Allereerst zijn we nagegaan welke etnische minderheidsgroepen in Nederland actief zijn op
internetforums en blogs.
4.2.1 Monitoring van etnische discussieforums
Om een beeld te krijgen hoe actief etnische minderheidsgroepen zijn op sociale media, maken we een
inventarisatie van internetforums die zich richten op bepaalde etnische groepen of de multiculturele
samenleving in Nederland in het algemeen. We richten ons specifiek op de eerste en tweede
generatie van de volgende bevolkingsgroepen:
-
Marokkanen
-
Surinamers
-
(Voormalig) Nederlandse Antillianen/Arubanen
-
Turken
-
Afghanen
-
MOE-landers (Midden- en Oost-Europeanen): Polen, Roemenen en Bulgaren
Bij de keuze van onze doelgroepen hebben we gekeken naar de vier grootste etnische groepen in
Nederland (Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen) en groepen die zich relatief
recent in ons land hebben gevestigd (Afghanen en MOE-landers). Dit om een beeld te krijgen van de
omgang met sociale media door zowel ‘oudkomers’ als ‘nieuwkomers’. We zijn expliciet op zoek
gegaan naar online platforms voor etnische minderheden in Nederland waarvan een discussieforum
deel uitmaakt. We zijn vooral geïnteresseerd in discussies die op het internet over nieuws gevoerd
worden. Daarom laten we een site als Republiek Allochtonië (met nieuws en inzichten uit en over de
multiculturele samenleving) of een groepsblog als Wijblijvenhier.nl (een blog door en voor
moslimjongeren) hier buiten beschouwing. Deze sites bevatten geen apart discussieforum. Wel
kunnen gebruikers een reactie achterlaten op de artikelen op de site.
Uit de inventarisatie kwamen de volgende etnische portals naar voren, met hierbij vermeld het aantal
6
leden in juni 2011 (de maand waarin de inventarisatie plaatsvond) (zie tabel 2). Van Lokum.nl waren
de gegevens over het totaal aantal leden niet beschikbaar. Deze inventarisatie is een
6
Van twee portals heeft het aantal leden betrekking op november 2011 en één op oktober 2012.
31
momentopname en geeft geen volledig overzicht van de beschikbare portals. Er zullen ongetwijfeld
nog een aantal (kleinere) portals zijn die we over het hoofd hebben gezien.
Tabel 2. Inventarisatie etnische discussieforums
Naam website
Doelgroep
Taal
Aantal
Nieuwsrubriek forum
leden
Maroc.nl
Mar-Ned jongeren
NL
71.741
Het nieuws van de dag
Marokko.nl
Mar-Ned jongeren
NL
216.382
Marokkaanse jongeren en actualiteiten
Maghreb.nl
Mar-Ned jongeren
NL
1470
Het nieuws van de dag
Amazigh.nl
Mar-Ned jongeren
NL
8717
In de media
Wajow.nl
Mar-Ned jongeren
NL
7625
Nieuws- actualiteiten & achtergronden
Marocdream.nl
Mar-Ned vrouwen
NL
396.901
Media & actualiteit
Bladna.nl
Marokkanen in NL
NL
18
Actualiteit
Ansaar.nl
Moslims in NL
NL
14.180
Nieuws & actualiteiten
MaghrebOnline.nl
Mar-Ned jongeren
NL
5521
[forum tijdelijk niet beschikbaar]
Maroc.nu
Mar-Ned jongeren
NL
37.030
Actueel
Chaima.nl
Mar-Ned meiden
NL
37.856
Nieuws
Hababam.nl
Turk-Ned jongeren
NL/Turks
20.895
Turks nieuws & actualiteiten
Lokum.nl
Turk-Ned jongeren
NL
Niet
Turks nieuws
bekend
Turks.nl
Turken in NL
NL
2342
Nieuws
Sangam.nl
Hind-Ned jongeren
NL
21.777
Nieuws & actualiteiten
Hindustani.nl
Hind-Ned jongeren
NL
3204
Nieuws & actualiteiten
IndianFeelings.nl
Hind-Ned jongeren
NL
7559
Nieuws, actualiteiten & TV
Surinamers in NL
NL
3365
Algemeen nieuws
Afghan.nl
Afghanen in NL
NL
4050¹
Nieuws & bizar nieuws
Nedsom.com
Somaliërs in NL
NL
208¹
Nieuws
Polen in NL
NL
1216²
Nieuws over en uit Polen
Waterkant.net
Polenforum.nl
¹ Aantal leden in november 2011
² Aantal leden in oktober 2012
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, zijn vooral Marokkaans-Nederlandse jongeren actief op
discussieforums. In mindere mate geldt dit voor Turkse en Surinaamse jongeren. Voor Afghanen,
Somaliërs en Polen vonden we ook een online discussieforum. Opvallend is dat we geen enkel forum
voor Antillianen in Nederland zijn tegengekomen op internet. Wel digitale kranten met nieuws uit
Curaçao, Aruba en de rest van de Antillen (zoals Amigoe.com) of een entertainmentmagazine (zoals
Pleasure.nl), maar geen Nederlandse portals waar Antillianen en Arubanen in Nederland met elkaar in
discussie gaan over uiteenlopende onderwerpen.
32
4.2.2 De selectie van de forums
Na de eerste inventarisatie hebben we een selectie gemaakt van acht discussieforums. Deze forums
hebben op de één of andere manier een link met nieuws over de Nederlandse multiculturele
samenleving, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een deelforum over ‘nieuws en actualiteiten’.
Voor de drie grootste groepen etnische minderheden die online actief zijn op forums (Marokkaanse,
Turkse en Surinaamse Nederlanders) selecteerden we de twee portals die het grootste aantal actieve
leden hebben. Daarnaast richtten we ons op twee etnische groepen die ook online actief zijn, maar
relatief nieuwkomer zijn in Nederland: de Afghaanse en de Poolse gemeenschap in Nederland.
Een andere voorwaarde voor de selectie was dat de sites gedeeltelijk of helemaal in het Nederlands
zijn geschreven. Indien de site alleen in de moedertaal van de doelgroep is geschreven, kunnen we
deze site niet monitoren aangezien de onderzoekers de taal niet machtig zijn. Ook Engelstalige sites
laten we buiten beschouwing, omdat we ons volledig focussen op nieuws over de multiculturele
samenleving in Nederland. Indien er in Nederland binnen de doelgroepen werd gesproken of gewezen
op een gebeurtenis in het buitenland (bijvoorbeeld de recente aardbeving in Turkije), dan namen we
dit wel mee in onze analyse. Deze buitenlandse gebeurtenis is namelijk ook van invloed op de Turkse
gemeenschap in Nederland.
Per geselecteerd forum monitorden we het volgende::
-
Het nieuwsbericht binnen het nieuwsforum dat dagelijks de meeste reacties oproept.
-
Het aantal reacties op dit nieuwsbericht.
-
Het aantal keren dat dit nieuwsbericht is bekeken.
-
Diegene die dit nieuwsbericht heeft gepost.
-
De einddatum van de discussie die door het geposte nieuwsbericht is ontstaan.
-
De bron van het nieuwsbericht dat dagelijks de meeste reacties oproept.
Aan de hand van bovenstaande gegevens konden we nagaan welke soort onderwerpen het meeste
leven binnen de doelgroep. Welke onderwerpen roepen verhitte discussies op? Ook konden we
nagaan van welke nieuwsbronnen ze gebruik maken.
Na het hanteren van bovengenoemde voorwaarden kwamen we tot de volgende selectie van acht
discussieforums, met hierbij vermeld de titel van het subforum waar over nieuws wordt
gediscussieerd. De volgende subforums hebben we geanalyseerd:
Marokkaans-Nederlandse doelgroep:
- Marokko.nl: ‘Marokkaanse jongeren en actualiteiten’
- Maroc.nl: ‘het nieuws van de dag’
Turks-Nederlandse doelgroep:
33
- Hababam.nl: ‘ Turks nieuws & actualiteiten’
- Turks.nl: ‘Nieuws’
Surinaams/Hindoestaans-Nederlandse doelgroep:
- Waterkant.net: ‘Algemeen nieuws’
- Sangam.nl: ‘Nieuws & actualiteiten’
Afghaanse doelgroep:
- Afghan.nl: ‘nieuws & bizar nieuws’
Poolse doelgroep:
- Polenforum.nl: ‘nieuws over en uit Polen’
Zoals gezegd hebben we gekeken naar de dagelijkse post die de meeste reacties genereerde. Per
forum hebben we een spreadsheet aangemaakt in het dataverwerkingsprogramma Excel, en de
monitoringsgegevens hierop ingevuld.
4.2.3 Twitter- en Facebookanalyse
Naast de analyse van de discussieforums, hebben we ook een analyse uitgevoerd op het Twitter- en
Facebookaccount van Wereldjournalisten. Dit om na te gaan in welke mate er op de berichten van
Wereldjournalisten via sociale media gereageerd wordt. Daarnaast hebben we gekeken naar het
aantal en het soort reacties op de artikelen die op de website van Wereldjournalisten verschijnen.
Gedurende vier maanden, van 1 november 2011 tot 1 maart 2012, hebben we alle activiteiten op het
Twitter- en Facebookaccount van Wereldjournalisten geïnventariseerd. Ook hebben we de titel van
alle artikelen op Wereldjournalisten waarop gedurende die vier maanden is gereageerd, verwerkt in
een databestand. Ook hebben we alle reacties op deze artikelen gedurende deze periode
opgetekend.
Het Twitter-account van Wereldjournalisten is geanalyseerd via de online tool Hootsuite. Via Hootsuite
kan gemakkelijk gezocht worden naar de tweets waarin verwezen werd naar Wereldjournalisten. Dit
deden we door de ‘mentions’ (die keer dat er naar Wereldjournalisten verwezen werd in een tweet)
van @WereldJe en de tweets van Wereldjournalisten zelf bij te houden gedurende de
onderzoeksperiode. Voor Twitter is per dag aangegeven welke tweets zijn geplaatst, van wie deze
tweets afkomstig waren, naar wat voor soort artikel in de tweet werd verwezen (indien van
toepassing), de inhoud van de tweet, het aantal volgers op die dag, en of de tweet afkomstig was van
een individu, organisatie of een medewerker van Wereldjournalisten.
De activiteiten op de Facebookpagina van Wereldjournalisten waren allemaal te traceren via de
timeline van de pagina zelf. Alle gegevens uit de onderzoeksperiode staan nog gewoon online.
34
Ook via de statistische tool van Facebook konden we een aantal interessante gegevens verzamelen.
Per dag is aangegeven wat voor soort bericht is geplaatst (van WJ zelf of van derden), naar wat voor
soort artikel van Wereldjournalisten werd verwezen (indien van toepassing), de titel van het bericht,
het bereik (het aantal unieke personen dat het bericht heeft bekeken), het aantal likes (het aantal
mensen dat het bericht leuk vindt), het aantal shares (het aantal keer dat het bericht is gedeeld), de
viraliteit (het percentage personen dat een verslag van je paginabericht heeft gemaakt van het totaal
aantal unieke personen dat dit heeft gezien). het aantal reacties en de soort link waarnaar in het
bericht wordt verwezen. De gegevens van zowel Twitter als Facebook zijn weer gearchiveerd in Excel.
4.3 Kwantitatief survey
Naast het verzamelen van kwantitatieve gegevens via sociale media, de website van
Wereldjournalisten en etnische discussieforums, hebben we ook een aantal ervaringsdeskundigen
ondervraagd over hun sociale media- en nieuwsgebruik. We waren benieuwd via welke online wegen
deze deskundigen aan informatie met betrekking tot de multiculturele samenleving komen. We hebben
daarom in mei 2012 een enquête uitgezet onder drie groepen respondenten: beheerders van etnische
portals, medewerkers van minderhedenorganisaties en journalisten van de reguliere nieuwsmedia. Op
deze manier verkregen we informatie vanuit organisaties die zich op de etnische doelgroep richten
(portalbeheerders en minderhedenorganisaties), alsmede vanuit de algemene publieksmedia
(journalisten van mainstream media). We vroegen hen naar hun sociale mediagebruik, de kennis en
het gebruik van etnische portals, hun kennis en gebruik van Wereldjournalisten en stelden een aantal
vragen over hun eigen website.
Voor elke groep is een aparte vragenlijst opgesteld. Deze vragenlijsten zijn ingevoerd in de online
survey tool CY Survey (http://www.cy-survey.nl/). Na een aantal online survey tools te hebben
bekeken, kwam deze als meest gebruikersvriendelijke uit de bus. Wel bleken er achteraf wat
minpunten aan deze tool te kleven. Zo konden de respondenten tijdens het invullen van de vragenlijst,
niet terugbladeren naar eerdere vragen. Ook bleek de manier waarop de resultaten gepresenteerd
werden, niet heel makkelijk werkbaar.
Vervolgens is per groep respondenten een lijst met namen en e-mailadressen opgesteld. Na het
invoeren van de drie verschillende vragenlijsten in de survey tool, hebben deze respondenten per email het verzoek gekregen om de vragenlijst in te vullen. De e-mail bevatte een link naar de online
enquête. Er zijn in totaal 17 journalisten benaderd, 17 portalbeheerders en 14
minderhedenorganisaties. De portalbeheerders en minderhedenorganisaties zijn bekende contacten
uit het netwerk van Mira Media. Dit gold ook voor enkele journalisten, maar de contactgegevens van
de meeste journalisten zijn via internet achterhaald. De journalisten die we hebben benaderd,
moesten in hun werk verwantschap hebben met multiculturele thema’s, óf met digitale of sociale
media.
35
Na het sturen van een reminder en het plegen van enkele telefoontjes hebben uiteindelijk drie
journalisten, zes medewerkers van minderhedenorganisaties en acht portalbeheerders de enquête
ingevuld. Helaas een lage respons, met name onder de journalisten.. De antwoorden van de
respondenten geven slechts een zeer globaal beeld van het gebruik van sociale media in relatie tot
multicultureel nieuws onder journalisten, minderhedenorganisaties en portalbeheerders. Daarom zijn
er ook nog enkele aanvullende diepte-interviews gehouden met deskundigen, om wat dieper op de
materie in te kunnen gaan. Het gaat hier tenslotte om een verkennend onderzoek, het doel was om
een eerste indruk te krijgen van het gebruik van sociale media op het gebied van nieuwsgebruik met
betrekking tot de multiculturele samenleving.
4.4 Kwalitatieve diepte-interviews
Vanwege de geringe respons op het kwantitatieve survey, en we hierdoor nog weinig informatie
hadden over het sociale media- en online nieuwsgebruik van de verschillende doelgroepen, hebben
we nog een vijftal diepte-interviews gehouden met deskundigen. Deze deskundigen moesten kennis
hebben van de werking van online media en journalistiek, en van het digitale mediagebruik van de
etnische gemeenschap of beroepsgroep waartoe ze behoorden.
Uiteindelijk hebben er vijf face-to-face interviews plaatsgevonden met drie journalisten en twee
onderzoekers. Eén journalist is werkzaam in de Nederlandse mainstream media en van Nederlandse
komaf, een journalist is o.a. werkzaam bij de Hindoe-omroep OHM en heeft een Hindoestaanse
achtergrond en een werkt als freelance journalist en is van Turkse komaf. Eén onderzoeker heeft een
Nederlandse achtergrond en is gespecialiseerd in onderzoek naar het digitale mediagebruik van
Marokkaans-Nederlandse jongeren. De andere onderzoeker heeft een Afghaanse achtergrond en
werkt aan een proefschrift over de religiebeleving van moslimvrouwen in Nederland en België.
De interviews hebben in twee gevallen op de werkplek van de betreffende respondent
plaatsgevonden, in twee gevallen bij de respondent thuis, en in één geval op het kantoor van Mira
Media in Utrecht. De gesprekken duurden circa één uur. De respondenten werd gevraagd naar hun
eigen sociale media- en nieuwsgebruik, maar vooral naar het gebruik van sociale media, etnische
portals en online nieuws van de etnische gemeenschap of beroepsgroep (in het geval van de
Nederlandse journalist) waartoe ze behoren, of waarover ze onderzoek hebben gedaan (in het geval
van de Nederlandse onderzoeker). Ook werd gevraagd hoe de betreffende doelgroep tegen de
Nederlandse media aankijkt en of ze zelf actief betrokken zijn bij het publieke debat. Op deze manier
hoopten we een beter beeld van te krijgen van de manier waarop internetgebruikers van Turkse,
Marokkaanse, Surinaamse en Afghaanse herkomst met sociale media en nieuws omgaan. Ook waren
we benieuwd naar het sociale mediagebruik van Nederlandse journalisten en de manier waarop ze
aan informatie over de multiculturele samenleving komen. Helaas is het niet meer gelukt om een
Poolse deskundige te interviewen, waardoor we over deze groep weinig diepgaande informatie
hebben kunnen bemachtigen.
36
5. Resultaten
In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van ons onderzoek naar de manier waarop etnische
minderheden omgaan met sociale en online media in combinatie met nieuws. We richten ons hierbij
op vijf etnische groepen: Nederlanders met een Marokkaanse, Turkse, en Surinaamse achtergrond,
Afghanen en Polen. In dit rapport spreken we over Marokkaanse, Turkse en Surinaamse
Nederlanders, aangezien veel leden van deze groepen al decennia in Nederland wonen of in
Nederland geboren zijn. Velen hebben ook de Nederlandse nationaliteit. Dit geldt in mindere mate
voor Afghanen en Polen, vanwege hun relatief recente verblijf in Nederland, vandaar dat we wel de
termen ‘Afghanen’ en ‘Polen’ hanteren.
Het onderzoek bestaat uit vier onderdelen: een nulmeting, de monitoring van sociale media en
etnische portals, een enquête onder drie groepen stakeholders en enkele diepte-interviews met
ervaringsdeskundigen. Allereerst bespreken we resultaten van de nulmeting.
5.1 Resultaten nulmeting
Op 1 november 2011 hebben we een nulmeting uitgevoerd met betrekking tot het Twitteraccount van
Wereldjournalisten (@WereldJe), de Facebookpagina en de website van Wereldjournalisten. Aan de
hand hiervan kunnen we zien of na 1 november 2011 het aantal volgers en reacties op het Twitter- en
Facebookaccount van Wereldjournalisten is toegenomen of juist gedaald. Ook kunnen we aan de
hand van de gegevens van het aantal bezoekers van de website van Wereldjournalisten in 2011
nagaan of het gemiddeld aantal bezoekers van www.wereldjournalisten.nl na 2011 is gestegen of
gedaald.
Twitter
Wereldjournalisten is op 14 januari 2010 gestart met een Twitter-account (@WereldJe). Op 1
november 2011 volgen 414 Twitteraars het account van Wereldjournalisten. Wereldjournalisten zelf
volgt 408 Twitteraars. Op 1 november 2011 staat de teller op 635 verstuurde (re)tweets door
@WereldJe.
Tussen 14 januari 2010 en 1 november 2011 zijn gemiddeld 3,3 tweets per dag verstuurd en
gemiddeld 39 tweets per maand.
Facebook
Op 26 oktober 2011 startte Wereldjournalisten met een nieuwe Facebookpagina. Hiervoor had
Wereldjournalisten een ‘gewone’ profielpagina op Facebook, maar op 23 oktober 2011 werd
overgeschakeld naar een zogenaamde ‘fanpagina’ die Facebookgebruikers kunnen ‘liken’. Deze
37
‘likers’ krijgen dan automatisch alle berichten die Wereldjournalisten via Facebook post, te zien in hun
timeline.
Op 1 november 2011 vinden zes personen de pagina van Wereldjournalisten leuk (een week na de
start van de Facebookpagina). Tussen 26 oktober 2011 en 1 november 2011 zijn 162 personen
bereikt (= het aantal unieke personen dat in deze periode aan de pagina gekoppelde inhoud heeft
bekeken). Er zijn op 1 november 2011 negen berichten geplaatst op de Facebookpagina van
Wereldjournalisten en er is één vind-ik-leuk reactie (op de mededeling dat Wereldjournalisten lid is
geworden van Facebook).
Wereldjournalisten.nl
De website Wereldjournalisten.nl ging in januari 2007 de lucht in en bestaat dus inmiddels bijna zes
jaar. Op 1 november 2011 is Wereldjournalisten.nl die dag 931 keer bezocht. Gedurende de hele
maand november in 2011 hebben 14094 unieke bezoekers de pagina bekeken.
Op 1 november 2011 bestond Wereldjournalisten.nl uit 11846 pagina’s met in totaal 2253 artikelen.
Deze artikelen hebben in totaal 3740 reacties gegenereerd. Dit komt neer op gemiddeld 1,7 reactie
per artikel.
Hieronder zien we het aantal maandelijkse bezoekers voor Wereldjournalisten.nl. Opvallend is de
stijging van het aantal bezoeken en bezoekers in de maand juli. Over het algemeen zijn er veel
mensen op vakantie in de zomermaanden, dus het is des te opvallender dat het aantal bezoekers juist
in juli het hoogst is. Daarentegen is het aantal bezoeken in augustus het laagst, wat er op zou kunnen
duiden dat bezoekers van Wereldjournalisten.nl vooral in augustus op vakantie zijn.
Figuur 3. Maandelijkse statistieken Wereldjournalisten.nl over het jaar 2011
Maandelijkse historie 2011
Maand
Unieke
bezoekers
Aantal
bezoeken
Pagina’s
Hits
Bytes
jan. 2011
14633
31302
177116
571167
8.34 GB
febr. 2011
14126
27934
166381
539876
7.63 GB
mrt. 2011
15061
32093
170054
576983
8.89 GB
april 2011
11725
25642
172742
485289
8.04 GB
mei 2011
14146
29233
150299
543234
8.19 GB
juni 2011
12526
27361
163194
490061
8.05 GB
juli 2011
24274
39563
214328
795590
12.99 GB
aug. 2011
9312
22865
189781
397574
14.94 GB
sept. 2011
12370
27088
297548
598265
18.81 GB
okt. 2011
12518
27181
380448
655481
15.83 GB
nov. 2011
14094
31066
297998
620072
16.52 GB
dec. 2011
11144
26850
250693
482434
11.45 GB
Totaal
165929
348178
2630582
6756026
139.71 GB
38
5.2 Monitoringsresultaten
In deze paragraaf bespreken we de resultaten die we hebben verkregen na monitoring van het aantal
en het soort reacties op het Twitter- en Facebookaccount van Wereldjournalisten, op de website van
Wereldjournalisten en enkele etnische discussieforums.
5.2.1 Twitter
Gedurende de onderzoeksperiode van 1 november 2011 tot 1 maart 2012 noteerden we alle tweets
die Wereldjournalisten zelf via @WereldJe (de naam van het twitteraccount van Wereldjournalisten)
verstuurde, en alle tweets met ‘mentions’ van Wereldjournalisten (tweets waarin verwezen werd naar
@WereldJe). Dit resulteerde in een lijst met ruim 200 tweets (216 om precies te zijn). Ruim 60%
bestond uit tweets vanuit het account van Wereldjournalisten zelf. Bijna 40% was afkomstig van
andere twittergebruikers, zoals ngo's of personen die geïnteresseerd zijn in of werken op het gebied
van multiculturele vraagstukken. Meestal in de vorm van retweets en soms in de vorm van ´mentions´.
In tabel 3 zijn alle tweets vermeld, onderverdeeld naar diegene die de (re)tweet heeft verstuurd
(individu, organisatie, medewerker van Wereldjournalisten of vanuit het account van
Wereldjournalisten zelf) en, indien van toepassing, naar de categorie van het artikel van
Wereldjournalisten waarnaar wordt verwezen in de tweet. Op de website van Wereldjournalisten zijn
alle artikelen onderverdeeld in categorieën, zoals ‘achtergrond’, ‘actueel’ of ‘ingezonden’. De categorie
‘Niet van toepassing’ heeft betrekking op de tweets waarin niet werd verwezen naar een artikel op de
website van Wereldjournalisten. Het gaat hier bijvoorbeeld om retweets van tweets van andere
organisaties of individuen, of om tweets van derden waarin in het algemeen naar @WereldJe wordt
verwezen, zonder te linken naar een artikel van Wereldjournalisten.
In totaal hebben 87 personen of organisaties tijdens de onderzoeksperiode een tweet verstuurd met
als ‘mention’ @WereldJe. Hiervan waren 19 tweets afkomstig van redactieleden of correspondenten
van Wereldjournalisten. De sociale mediaredacteur van Wereldjournalisten twitterde regelmatig vanuit
haar privé Twitter-account over artikelen van Wereldjournalisten (in totaal 7 keer). Ook columnisten en
auteurs van artikelen op Wereldjournalisten twitterden een aantal keer over artikelen (soms van hun
eigen hand) die op Wereldjournalisten waren verschenen (in totaal 11 keer). Eén keer werd een tweet
van Wereldjournalisten geretweet door de onderzoeker van deze studie. Dat betekent dat er in totaal
68 tweets zijn verstuurd door individuen of organisaties die geen directe link met Wereldjournalisten
hadden.
39
Tabel 3. Soort tweets, onderverdeeld naar soort artikel en diegenen die deze tweets
verstuurden, van 1/11/11 tot 1/3/12
Individu
Organisatie
Medewerker
WJ
WJ
Totaal
Actueel
Achtergrond
9
9
4
2
1
3
21
16
35
30
Niet van toepassing¹
Ingezonden
Cultuur/media/film/tv/muziek/literatuur
Column
Agenda
Oproep
Arbeidsmarkt
Gezondheid
Signaleringen
OS (serie)
Directe tweet van WJ
Directe tweet aan WJ
2
5
2
3
3
3
0
2
0
1
3
5
2
4
0
1
0
2
3
2
0
-
0
2
2
4
3
1
1
1
0
0
1
17
10
10
7
6
8
7
3
6
3
4
-
24
19
18
14
13
12
10
9
8
4
4
4
Culinair
Factsheets
Sport
Cursus
Debat
Geschiedenis
Totaal
0
0
0
0
0
0
42
0
1
0
0
0
0
26
0
0
0
0
0
0
19
3
1
2
2
2
1
129
3
2
2
2
2
1
216
Categorie van het artikel van WJ
waarnaar in de tweet wordt verwezen
¹ Tweets waarin niet wordt verwezen naar een artikel van Wereldjournalisten
We zien dat naar artikelen over actuele zaken (‘actueel’) en artikelen over achtergrondzaken
(‘achtergrond’) het meest verwezen wordt in alle tweets tussen 1 november 2011 en 1 maart 2012. Dit
zijn ook het soort artikelen die het meest frequent worden geplaatst op Wereldjournalisten. Ook
kunnen we uit bovenstaande gegevens concluderen dat er meer individuen tweeten over de artikelen
van Wereldjournalisten dan organisaties.
Uit onze gegevens blijkt verder dat Wereldjournalisten zelf tijdens de onderzoeksperiode twaalf keer
een bericht van andere twitteraars geretweet heeft. De meeste retweets waren oorspronkelijk
afkomstig van Republiek Allochtonië (@Allochtonie, drie stuks). Via Hootsuite kunnen we traceren dat
van het totaal aantal eigen tweets van Wereldjournalisten tijdens de onderzoeksperiode, er in totaal 30
berichten geretweet zijn, de meeste één keer, andere twee keer. Maar retweeten is slechts één
manier om berichten van Wereldjournalisten te verspreiden onder de eigen Twitter-aanhangers. Zo
kan een bericht van Wereldjournalisten ook direct via de site van Wereldjournalisten getweet worden.
Twittergebruikers kunnen ook de inhoud van een tweet kopiëren en ‘plakken’ in een eigen tweet,
waardoor het niet als een retweet wordt bestempeld.
40
We hebben ook gekeken naar het bericht van Wereldjournalisten dat het meest door andere
twitteraars is opgepikt. Dat wil zeggen, dit bericht is het meest geretweet of gedeeld door andere
Twitter-gebruikers. Het gaat om het artikel ‘Effectieve hulp bij trauma’ van Nies Miedema. Dit artikel,
uit de categorie ‘gezondheid’, verscheen op 15 november 2011 op Wereldjournalisten.nl en dezelfde
dag op Twitter via @WereldJe. Het gaat om een interview met therapeute Fariba Rhmaty, die een
transculturele systeemtherapie (traumaverwerking bij vluchtelingen) ontwikkelde en er een boek over
schreef. Nog diezelfde dag wordt dit artikel ge(re)tweet door twee individuen, twee organisaties
(waaronder Pharos) en de sociaal mediaredacteur van Wereldjournalisten. Op 21 november 2011
besteedt Pharos (kenniscentrum op het gebied van migranten en gezondheid) nogmaals aandacht
aan dit artikel, door opnieuw de titel en de link van het artikel te twitteren.
Tot slot vermelden we nog even de groei van het aantal volgers van @WereldJe gedurende de vier
maanden van de onderzoeksperiode. We begonnen op 1 november 2011 met 414 volgers. Op 29
februari 2012 zijn dit er inmiddels 475, een groei van 61 volgers in vier maanden. Dit komt neer op
gemiddeld 15 nieuwe volgers per maand. Het aantal tweets is gestegen van 635 naar 764. Dit komt
neer op gemiddeld 32 tweets per maand, dat is gemiddeld één tweet per dag. Voor de volledigheid
geven we hier ook de huidige stand van zaken met betrekking tot het Twitter-account van
Wereldjournalisten. Op 1 december 2012 staat de teller op 631 volgers en in totaal 1025 tweets.
Sinds de laatste dag van onze onderzoeksperiode, 29 februari 2011, zijn er dus 156 volgers en 261
tweets bijgekomen. Dit komt neer op een groei van ongeveer 17 volgers per maand gedurende de
afgelopen zeven maanden. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de vier maanden ervoor. Het
aantal tweets per maand lag de afgelopen zeven maanden op ongeveer 29, wat een lichte daling ten
opzichte van de vier maanden ervoor betekent. Maar dit komt ongetwijfeld door de vakantieperiode in
juli/augustus, waardoor er in deze maanden minder nieuwe artikelen en als gevolg hiervan minder
tweets van Wereldjournalisten verschenen.
5.2.2 Facebook
Vervolgens kijken we naar de activiteiten van Wereldjournalisten op Facebook en de reacties die deze
activiteiten hebben opgeroepen. Zoals gezegd begon Wereldjournalisten op 26 oktober 2011 met haar
huidige Facebookpagina, vlak voor onze onderzoeksperiode. Hierdoor valt te verwachten dat vooral in
het begin van de onderzoeksperiode nog weinig Facebook-gebruikers de pagina van
Wereldjournalisten weten te vinden.
Tijdens de onderzoeksperiode van 1 november 2011 tot 1 maart 2012 zijn er 117 berichten door
Wereldjournalisten op haar Facebook-pagina gepost. Dit aantal is iets lager dan het totaal aantal
tweets dat Wereldjournalisten gedurende deze periode verstuurde, namelijk 129. Van de 117
Facebook-berichten gaat in 39 gevallen om berichten van derden die Wereldjournalisten op haar
eigen Facebookpagina heeft gedeeld. Wereldjournalisten heeft in totaal 76 keer de aandacht
gevestigd op een eigen artikel door de bijbehorende titel plus link op haar Facebookpagina te
plaatsen. Twee keer plaatste Wereldjournalisten een bericht dat niet gekoppeld was aan een artikel op
Wereldjournalisten. Het ging om een plaatje met de tekst ‘Eid Mubarak to you and your family’ (een
41
moslimgroet) op 6 november 2011 en op 7 november om de oproep ‘Komt een Griek bij de dokter…
Ook genoeg van Griekenmoppen? Mail ons: [email protected]’.
Opvallend is de lage respons op de berichten die op de Facebook-pagina van Wereldjournalisten zijn
verschenen. Gedurende de onderzoeksperiode van vier maanden heeft slechts één persoon
gereageerd op een bericht. De reactie (“Als het kalf verdronken is, dempt men de put”) werd geplaatst
bij de link naar het artikel op Wereldjournalisten met als titel ‘Kinderpardon voor 1000 Mauro’s’, over
een verblijfsvergunning voor uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s). Op
de website van Wereldjournalisten riep dit artikel twee reacties op. Op de Facebook-pagina werd nog
één andere reactie geplaatst maar dat ging in dit geval om een toelichting op de betreffende column
van de sociaal mediaredacteur van Wereldjournalisten. Deze reactie tellen we niet mee in de respons.
In totaal heeft de berichtgeving op Facebook dus maar één werkelijke reactie opgeroepen, wat een
bijzonder laag aantal is.
Daarnaast werden de berichten op Facebook wel regelmatig ‘geliked’. In totaal hebben Facebookgebruikers 25 keer op de ‘like’ knop gedrukt na het zien of lezen van een bepaald bericht. Dit
gebeurde bij twintig artikelen. In de meeste gevallen genereerden de berichten één of twee ‘likes’,
maar één bericht werd door drie gebruikers leuk gevonden. Het ging om het artikel op
Wereldjournalisten met als titel ‘Rapper opent meldpunt Poolse gezelligheid’ van 9 februari 2011. Dit
artikel doet melding van een initiatief van de Poolse rapper Mr. Polska. Hij richtte het ‘Meldpunt
Waardevolle Gezelligheid’ op, als tegenreactie op het initiatief van de PVV voor een website waarop
mensen kunnen klagen over Midden- en Oost-Europeanen. Dit PVV-initiatief riep een storm van
verontwaardigde reacties in Nederland op. Het bericht over het initiatief van Mr. Polska riep op
Wereldjournalisten.nl slechts één reactie op.
Vervolgens gaan we eens kijken welke artikelen nu precies leuk gevonden worden door de
gebruikers. Gaat dit om eigen artikelen van Wereldjournalisten, of om artikelen van derden die
Wereldjournalisten gedeeld heeft? Uit onze gegevens blijkt dat de bal nét de goede kant van
Wereldjournalisten oprolt. Elf artikelen van Wereldjournalisten worden ‘geliked’, tegen negen gedeelde
artikelen die niet van de hand van Wereldjournalisten zijn. De artikelen die de gebruikers leuk vinden,
zijn zeer divers. Het gaat om artikelen over politiek, columns, homo-acceptatie onder Marokkanen, de
Chinees-Nederlandse zender CRTV, etc.
Facebook houdt zelf ook statistische gegevens bij van haar pagina’s. Deze zijn dus ook van de
Facebook-pagina van Wereldjournalisten op te vragen. Wel moeten we hierbij vermelden dat er geen
statistische gegevens beschikbaar zijn voor de periode van 1 november tot 7 november 2011. De
gegevens hebben dus betrekking op de periode van 8 november 2011 tot 28 februari 2012. Ook zijn
de cijfers alleen van toepassing op de eerste 28 dagen na plaatsing van het bericht.
Uit de statistiekgegevens van de Facebook-pagina van Wereldjournalisten kunnen we gegevens
afleiden over het bereik van een paginabericht, het aantal betrokken gebruikers, het aantal gebruikers
dat over een paginabericht praat en de viraliteit van een paginabericht. Het aantal gebruikers dat over
42
een paginabericht praat, hebben we hierboven al besproken. Het gaat hier namelijk om het aantal
unieke gebruikers dat een verslag van een paginabericht heeft gemaakt. Er wordt een verslag
gemaakt als iemand het bericht leuk vindt, erop reageert, het bericht deelt, een vraag beantwoord die
door Wereldjournalisten via Facebook is gesteld, of reageert op een evenement van
Wereldjournalisten.
We bekijken eerst bij welk bericht het grootste aantal gebruikers is betrokken. Het aantal ‘betrokken
gebruikers’ is van toepassing op het aantal unieke gebruikers dat op het paginabericht heeft geklikt.
Het bericht met het grootste aantal betrokken gebruikers op Facebook is weer het artikel ‘Rapper
opent meldpunt Poolse gezelligheid’ van 9 februari 2012. Op dit bericht hebben acht unieke
gebruikers geklikt. Het ligt voor de hand dat een artikel dat aan het eind van de onderzoeksperiode op
Facebook is geplaatst, het grootste aantal betrokken gebruikers heeft. Immers, in de loop van de
onderzoeksperiode hebben steeds meer gebruikers de pagina van Wereldjournalisten ‘geliked’ en
hiermee is het bereik van de pagina groter geworden.
Interessanter is om naar de viraliteit van de paginaberichten te kijken. Met viraliteit wordt het
percentage personen aangegeven dat een verslag van het paginabericht heeft gemaakt, van het
totaal aantal unieke personen dat het bericht heeft gezien. Met andere woorden, het percentage
gebruikers dat ook daadwerkelijk tot actie (zoals het ‘liken’, delen of reageren) is overgegaan na het
zien van het bericht. Uit de statistische gegevens van de Facebook-pagina van Wereldjournalisten
7
blijkt dat het (gedeelde) paginabericht over de nieuwe vormgeving van het blad Tulpia het hoogste
percentage viraliteit heeft bewerkstelligd, namelijk 13,04%. Dit betekent dus dat 13,04% van alle
gebruikers die het bericht hebben gezien, tot een bepaalde actie is overgegaan na het lezen van het
bericht. De andere berichten hebben allemaal een stuk lager percentage viraliteit, namelijk minder dan
5%.
Tot slot hebben we gekeken naar het aantal artikelen dat door gebruikers gedeeld is (‘share’) met zijn
of haar eigen netwerk. In totaal zijn 12 van de 117 berichten op de pagina van Wereldjournalisten
gedeeld door gebruikers. Een enkel bericht is twee keer gedeeld, namelijk het ingezonden stuk ‘Alle
mensen zijn legale mensen’ op Wereldjournalisten van Jojanneke van der Veen en de column van
Zoë Papaikonomou met als titel ‘Het liefst iets met islam in de kop’. Dit zijn beide artikelen waarin een
uitgesproken mening naar voren komt. Toch riepen deze artikelen geen directe reacties op, niet op
Facebook, maar ook niet op de website van Wereldjournalisten.
Het is Wereldjournalisten tijdens onze onderzoeksperiode dus niet gelukt om reacties via Facebook
los te weken bij haar gebruikers. De vraag is nu waar dat aan ligt. Zijn de artikelen niet prikkelend
genoeg? Krijgen te weinig gebruikers de berichten onder ogen? Is Facebook vooral populair voor het
delen van privé-informatie onder vrienden, en minder geschikt voor het voeren van discussies over
7
‘Op 14 januari in een nieuw jasje: Tulpia – een actueel en opiniërend special-interestblad voor business, cultuur,
reizen, Turkije-Europa en actuele onderwerpen in Nederland en Turkije’ (bericht op Facebook op 16 november
2011).
43
multiculturele vraagstukken? In de diepte-interviews met ervaringsdeskundigen gaan we dieper op
deze zaken in. Vooralsnog lijkt Twitter een geschikter platform voor Wereldjournalisten om te
communiceren met individuen en organisaties over multiculturele vraagstukken, en om haar artikelen
onder de aandacht te brengen.
5.2.3 Reacties op website Wereldjournalisten
Naast het monitoren van de reacties op Facebook en Twitter is het natuurlijk vooral interessant om te
kijken naar de reacties op het belangrijkste platform van Wereldjournalisten: de eigen website. Dit is
de basis van waaruit alle informatie die Wereldjournalisten wereldkundig wil maken, wordt verspreid.
Via Facebook en Twitter wil Wereldjournalisten sociale mediagebruikers naar de eigen site lokken.
Wellicht is de eigen website een beter platform voor het genereren van discussies dan Facebook of
Twitter. We gaan dit bekijken aan de hand van het aantal reacties op wereldjournalisten.nl tijdens
onze onderzoeksperiode.
Gedurende onze onderzoeksperiode van vier maanden zijn er 223 reacties achtergelaten op 29
artikelen door 99 mensen. Er waren twee artikelen die eruit sprongen wat het aantal reacties betreft. In
november 2011 ontstond er een levendige discussie naar aanleiding van het artikel ‘Van Bommel en
Tuncel spreken over Koerden in Turkije’. Het artikel ging over een bijeenkomst tussen SP-kamerlid
Harry van Bommel en de Turks-Koerdische parlementariër Sebahat Tuncel (die in de gevangenis tot
parlementariër was gekozen). Er ontsproot een vurige discussie tussen twee mensen die zichzelf
‘Socialist’ en ‘KRO’ noemden. De één verdedigt het Koerdische standpunt, de ander het Turkse. In
totaal postten ze beiden 96 reacties op dit artikel. Er mengden zich ook tien anderen in de discussie,
maar zij lieten ieder slechts één reactie achter. Op 16 februari 2012 verscheen het artikel met de titel
‘Lucratief Kosovo’ op Wereldjournalisten.nl. 31 mensen voelden zich geroepen om in totaal 44 reacties
bij dit artikel achter te laten tijdens de onderzoeksperiode. Na 29 februari 2012 zijn er nog vier reacties
geplaatst, de laatste op 3 mei 2012, bijna drie maanden na plaatsing van het artikel. Ook op het artikel
‘Is verzoening na de oorlog mogelijk?’ over de huidige spanningen in de Balkan twaalf jaar na het
conflict in Kosovo, wordt relatief veel gereageerd. Dertien mensen posten veertien reacties, en er
verschijnt nog één reactie na onze onderzoeksperiode, op 29 maart 2012.
44
Tabel 4. Aantal reacties op artikelen op Wereldjournalisten.nl van 1-1-2011 tot 1-3-2012
Datum plaatsing
artikel
3-11-2011
4-11-2011
8-11-2011
10-11-2011
11-11-2011
16-11-2011
16-11-2011
18-11-2011
18-11-2011
1-12-2011
4-12-2011
8-12-2011
7-12-2011
21-12-2011
20-1-2012
20-1-2012
25-1-2012
30-1-2012
31-1-2012
31-1-2012
5-2-2012
8-2-2012
9-2-2012
14-2-2012
14-2-2012
16-2-2012
22-2-2012
23-2-2012
27-2-2012
Totaal
Titel artikel
Aantal reacties
‘De Slavernij’ op het schavot
Turken en Koerden moeten polderen
50 jaar Kroaten in Nederland
Zin en onzin allochtonenquotum omroep
Verkiezingen Marokko: tussen boycot en strijd voor stemrecht
Kinderpardon voor 1000 Mauro’s
Dubbele nationaliteit of dubbele moraal?
Tibetanen vasten en bidden tegen Chinese bezetting
Van Bommel en Tuncel spreken over Koerden in Turkije
Glossy Iran. verschijnt opnieuw
Verkiezingen Marokko: hoop en wantrouwen
Kroatië na de verkiezingen
Bulgaren en de simpele wet van de markt
De schuld van de Grieken
De koning heeft bewogen om niks te veranderen
Het individu staat er alleen voor
Prijs voor ‘Jonge Asielzoekers’
Maximale inzet, minimale waardering
Homo-acceptatie Marokkanen met stapjes vooruit
Op zoek naar verzoening
Minoes in het Azeri
Leef en laat leven!
Rapper opent meldpunt Poolse gezelligheid
Is verzoening na de oorlog mogelijk?
Wethouder Asscher steunt Stoutfonds
Lucratief Kosovo
‘Vensters op Molukse geschiedenis’ vult gat in canon
Wat eten Montenegrijnen?
Vrijzinnige Marokkanen: bestaan die dan?
1
5
6
1
1
2
1
1
106
1
6
3
1
1
8
2
3
7
1
1
1
1
1
14
1
44
1
1
1
223
De reacties op de site van Wereldjournalisten wisselen sterk van karakter. Over het algemeen kan
gesteld worden dat artikelen met een sterk politiek geladen karakter (zoals over de Turks-Koerdische
kwestie, verkiezingen in Marokko of de ontwikkelingen in de westerse Balkanlanden) het meest tot
discussies leiden. Een voorbeeld: regelmatig begint een discussieserie met een verhit debat tussen
twee reageerders en geleidelijk aan voegen steeds meer mensen zich bij de discussie. Opvallend is
dat zij vaak goed geïnformeerd zijn en citaten van politici of verwijzingen naar publicaties meezenden.
De meeste reageerders komen uit de etnische groepen waar het artikel over gaat; een enkele maal
mengt een Nederlander zich in de discussie. Een ander opvallend feit is dat, afgezien van een enkel
scheldwoord als ‘sukkel’ of ‘imbeciel’ (in een overigens keurige argumentatie), men zich over het
algemeen netjes aan de discussieregels houdt.
45
5.2.4 Nieuwsdiscussies op etnische forums
Door middel van een analyse van etnische forums hebben we geprobeerd te achterhalen welke
actuele onderwerpen vaak worden besproken binnen de verschillende doelgroepen. We bekeken de
nieuwsforums van acht verschillende portals. Gedurende de vier maanden van onze
onderzoeksperiode noteerden we per dag het bericht waarop het meest werd gereageerd. Hieruit
volgt weer een bericht dat gedurende de gehele onderzoeksperiode de meeste reacties ontving. Dit
bericht hebben we per forum in onderstaande tabel geplaatst.
Uiteindelijk hebben we bij onze analyse van de forums Sangam.nl en Turks.nl niet meegenomen. Op
het nieuwsforum van Sangam.nl werden tussen 3 en 18 november slechts acht artikelen door twee
gebruikers geplaatst, waarop helemaal niet werd gereageerd. Na 18 november 2011 zijn er geen
nieuwe berichten meer gepost, waardoor dit forum niet geschikt is voor onze analyse. Ook op
Turks.nl was er gedurende onze onderzoeksperiode weinig activiteit. In november 2011 werden er nog
wel een groot aantal berichten gepost, maar bijna uitsluitend door één gebruiker. Ook leverden deze
berichten nauwelijks reacties op. Vanaf eind november werd het stil op het nieuwsforum van Turks.nl,
en werd er sporadisch nog een artikel geplaatst waarop niet of nauwelijks werd gereageerd. Na 22
december 2011 zijn er helemaal geen nieuwe berichten meer bijgekomen en ten tijde van het
schrijven van dit rapport bestaat het forum niet eens meer. Daarom is ook dit forum niet bij onze
analyse betrokken.
In totaal hebben we voor zes etnische nieuwsforums gedurende 121 dagen het meest besproken
bericht van die dag genoteerd. Op sommige forums werd er niet elke dag een bericht gepost. In totaal
waren er 58 dagen waarop geen nieuw bericht verscheen op het forum. Hiermee komt het totaal aan
berichten op 668 berichten. In de volgende tabel staat per forum het bericht vermeld dat gedurende
onze onderzoeksperiode het grootste aantal reacties ontlokte bij de gebruikers van het forum.
Tabel 5. Berichten op discussieforums met de meeste reacties gedurende de periode van 1-112011 tot 1-3-2012.
Naam forum
Titel bericht
Bron
Marokko.nl
Islam, Charles Darwin and the denial of
science
Spreiding menselijk genome onderzoek
zet evolutie theorie aan diggelen
Hindoestanen en zelfmoord
Bedelli askerlik!! (militaire dienst!!)
Politie Missie in Koendoez bereikt
hoogtepunt (foto van agent met gulp
open)
Woede om klaagsite Polen
Maroc.nl
Waterkant.net
Hababam.nl
Afghan.nl
Polenforum.nl
Telegraph.co.uk
Datum
plaatsing
8-12-2011
Aantal
reacties
2671
TNP/TE
7-11-2011
413
Eigen verhaal
?
310
410
?
19-2-2011
22-112011
7-2-2012
Telegraaf
8-2-2012
87
181
Berichten over de islam, Darwin en de evolutietheorie werden tijdens de onderzoeksperiode op grote
schaal besproken door jonge Marokkanen. Het meest besproken bericht tijdens onze
46
onderzoeksperiode op Marokko.nl, de meest populaire portal onder Marokkaanse jongeren, ging over
deze zaken en was afkomstig uit de Britse krant The Telegraph. Niet echt een actueel onderwerp dus.
Maar het is wel een onderwerp dat blijkbaar erg leeft onder Marokkaanse jongeren.
Om nog beter te kunnen bekijken welke onderwerpen leven binnen de verschillende doelgroepen,
zetten we per forum alle meest besproken onderwerpen op een rijtje. Omdat Marokko.nl het forum met
de meeste gebruikers is, richten we ons eerst op dit forum. Hiervoor noteerden we die berichten
waarop meer dan 1000 reacties zijn gepost. Gedurende de onderzoeksperiode zijn dit er in totaal
negen. In onderstaande tabel hebben we alle titels van de meest besproken berichten, de
bijbehorende bronnen en het aantal bijbehorende reacties geplaatst.
Tabel 6. De meest besproken berichten op Marokko.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>1000
reacties)
Datum
Titel bericht
Bron
5-11-2011
5-12-2011
Moslim man wordt uit trein gezet
Moslims zijn religieuzer dan mensen van
andere religies
Radicale moslims verstoren bijeenkomst in
Amsterdam
Islam, Charles Darwin and the denial of
science
Garnaal nekt evolutieleer
'Moslim meisje in elkaar geslagen voor het
kussen blanke man'
PVV wil dat de politie keihard optreedt tegen
boerkadraagsters
Witney Houston overleden
Moslimstudenten bidden in traphal HvA
Algemeen Dagblad
CNN religion blog
Aantal
reacties
1219
1623
NRC
2558
Telegraph.co.uk
3180
Nieuws.nl
The Sun
1262
1908
Dagelijkse standaard
1230
Nu.nl
AT5
1274
1299
7-12-2011
8-12-2011
13-12-2011
1-2-2012
7-2-2012
12-2-2012
20-2-2012
Wat opvalt, is dat de meest besproken berichten op Marokko.nl tamelijk verschillend zijn van
onderwerp. Ook uit deze tabel komt de interesse voor de evolutieleer en het aan de kaak stellen van
deze theorie duidelijk naar voren: twee berichten handelen over dit thema. Verder lopen de berichten
uiteen van nieuws over min of meer gewelddadige incidenten (‘Moslim man wordt uit trein gezet’,
‘Moslimmeisje in elkaar geslagen voor het kussen van blanke man’ en ‘Radicale moslims verstoren
bijeenkomst in Amsterdam’), naar landelijk nieuws (‘PVV wil dat de politie keihard optreedt tegen
boerkadraagsters’), entertainment (‘Witney Houston overleden’) tot religie (‘Moslims zijn religieuzer
dan mensen van andere religies’). Slechts één bericht heeft niets met de islam of religie te maken, en
dat is het bericht over het overlijden van popdiva Whitney Houston. We kunnen hieruit opmaken dat
gebruikers van het nieuwsforum van Marokko.nl veel bezig zijn met hun religie en hier graag over
willen discussiëren. Ook lokale incidenten waar moslims bij betrokken zijn, roepen veel reacties op.
Zoals het bericht over een moslim-tienermeisje in Engeland dat werd geslagen door haar eigen broers
en zusters, omdat ze een blanke jongen had gekust. Of het bericht over een moslim in Zweden die uit
een trein werd gezet omdat hij aan het bidden was en zijn ticket niet wilde laten zien aan de controleur
47
tijdens zijn gebed. Het is wel opvallend dat het hier om incidenten in het buitenland gaat. Dit heeft
wellicht te maken met de internationale bronnen die de gebruikers van Marokko.nl raadplegen. Het
bericht over het Britse meisje is bijvoorbeeld afkomstig uit The Sun. Ook CNN en The Telegraph
worden regelmatig als bronnen opgevoerd.
Voor de andere forums zetten we ook de meest besproken berichten op een rijtje. We houden hierbij
rekening met het aantal geregistreerde leden. Voor Maroc.nl, Hababam.nl en Waterkant.net kijken we
naar de berichten die meer dan 100 reacties opleverden. Voor Afghan.nl noteerden we de berichten
waarop meer dan 50 reacties kwamen en voor het Polenforum gaat het om de berichten met meer
dan tien reacties.
Tabel 7. De meest besproken berichten op Maroc.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>100
reacties)
Datum
Titel bericht
Bron
6-11-2011
Geen enkel schaap geslacht op Gentse en
Antwerpse slachtvoeren 'met' verdoving
Spreiding menselijk genome onderzoek zet
evolutie theorie aan diggelen
Voormalig IAEA-inspecteur uit twijfel over Iranrapport
Did Roger or Francis Bacon Really Discover
The Scientific Method?
Israël: 'Amerikaanse joden zijn geen echte
joden'
Vrees voor massale exodus christenen uit
Arabische wereld
Gingrich: Palestijnen zijn een verzonnen volk
PvdA twijfelt in Eerste Kamer over verbod
ritueel slachten
Turkije zet Sarkozy onder druk over Armeniërs
11-jarige Turkse zwanger na religieus
bezegeld huwelijk
PVV verbolgen over hoofddoek Beatrix
moskee Abu Dhabi
Tariq Ramadan kreeg ondanks vakantie geen
bedenktijd
Hirsi Ali: Oorlog gaande tegen christenen in
moslimwereld
’Koran verwijst niet naar Mohammed’
Islamitische presentatrice Halve Maan laat zich
wegsturen door sharia-geleerde
VRT radionieuws
Aantal
reacties
191
TNP/TE
413
Mo.be
248
Briffault's ‘Making of
Humanity’ via YouTube
Welingelichtekringen.nl
269
radiomaria.be
263
Telegraaf
ANP
208
231
Telegraaf
Radiomaria.be
128
122
NRC
101
Erasmus Magazine
110
Elsevier
121
IKON
Sp!ts
159
196
7-11-2011
21-11-2011
25-11-2011
2-12-2011
4-12-2011
10-12-2011
12-12-2011
16-12-2011
5-1-2012
8-2-2012
31-1-2012
6-2-2012
12-2-2012
18-2-2012
151
Van de 15 meest besproken berichten op Maroc.nl, gaan er maar vier over nieuws uit Nederland (het
verbod op ritueel slachten, de hoofddoek van Beatrix, Tariq Ramadan en de Halve Maanpresentatrice). De overige berichten gaan over de evolutietheorie, het Midden-Oosten en Turkije of de
islam. Wel is opvallend dat er vaak een bepaalde bevolkingsgroep of religie in het bericht wordt
bekritiseerd, waar dan veel over gediscussieerd wordt (‘Amerikaanse joden’, ‘christenen’, ‘Palestijnen’,
‘Armeniërs’).
48
Tabel 8. De meest besproken berichten op Hababam.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>100
reacties)
Datum
Titel bericht
Bron
5-11-2011
15-11-2011
PKK blijft uitbreiden
Curaçao ziedend: Racistische agent
vernederde betogers tegen Zwarte Piet
Wilders: geen viering van 400 jaar Turkije,
president Gül niet welkom
Bedelli askerlik!! (militaire dienst!!)
Hollanda'lı Türklerin Bedelli Askerlik İsyanı
(Hollandse Turken in opstand tegen militaire
dienst)
Grote drukte bij Turks consulaat
Turk blijven? Dat is dan 10.000 euro
Cubbeli Hoca kadin ticareti yaptigi icin
tutuklandi (Lerares aangehouden voor handel
in gewaden)
Hollanda Genç Türk Kızları İçin Gözyaşı
Döküyor (Nederland huilt om jonge Turkse
meisjes)
Seks video van Cubbeli Hoca (Let op 18+ zeer
duidelijk te zien)
Premier Erdogan: "Frankrijk pleegde genocide
in Algerije"
Gülten Kışanak'ın Uludere Katliamı TBMM
Konuşması! (Parlementaire toespraak
over…?)
Turkije dreigt met nieuwe maatregelen tegen
Frankrijk
Algerijnse Genocide
Rojane.nl
Trouw
Aantal
reacties
105
160
Volkskrant
107
??
Haberler.com
410
112
NOS
De Pers
Milliyet
107
103
302
Haberler en Dichtbij.nl
138
Dailymotion
111
De Morgen
102
TRT3 via YouTube
138
Novum/AP
105
webtv.saba
295
19-11-2011
22-11-2011
25-11-2011
28-11-2011
29-11-2011
10-12-2011
16-12-2011
17-12-2011
23-12-2011
4-1-2011
23-1-2012
25-1-2012
Wat als eerste opvalt bij het zien van de titels van de meest besproken berichten op Hababam.nl, is de
aanwezigheid vijf Turkstalige titels in het rijtje. We zien hier dus duidelijk dat op Turkse forums ook
veel in het Turks gecommuniceerd wordt. In tegenstelling tot de Marokkaanse forums, waar alleen het
Nederlands de voertaal is, en niet het Arabisch. In november 2011 werd bekend dat de regering in
Turkije van plan is om de verkorte militaire dienstplicht voor Turken in het buitenland af te schaffen.
Honderden Turken stonden voor verschillende Turkse consulaten in Nederland om nog, tegen
betaling, van de verkorte dienstplicht gebruik te maken. Zowel Nederlandse als Turkse media deden
hier verslag van. Het onderwerp was destijds ook een ‘hot topic’ op Hababam.nl. Verder zien we dat
de meeste andere berichten waarop het meest werd gereageerd, op de één of andere manier wel een
link met Turken of Turkije hebben. Dit is natuurlijk geen verrassing. Wel staat er zelfs een link naar
een seksvideo van een bekende Turkse soenna-geleerde (Cübbeli Hoca) in de lijst. Helaas zijn alle
reacties bijna volledig in het Turks, waardoor we niet kunnen lezen wat de strekking van deze reacties
is.
49
Tabel 9. De meest besproken berichten op Waterkant.net tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>100
reacties)
Datum
Titel bericht
Bron
8-11-2011
Het heelal of het universum en alles daarin en
daaromheen
Alarm om zelfmoordneiging
Is Johan Cruijff een racist en Edgar Davids
een bounty?
Leuke, aparte en bizarre wetenswaardigheden
ter lering en vermaak
Familie radeloos om (krasi) promiscue gedrag
grootmoeder
Het einde van de joodse bezetting van
Palestina
Hebzucht ende gevolgen daarvan
(Kwikgehalte bij Inheemsen Zuid-Suriname
hoog)
Het verbod op ritueel slachten is een
voorbeeld van boerenkolder!
Saddam bekent moord op Koerden
In de Balie - slavernij heden verleden toekomst
Nigga Bitch
Bouterse verleent gratie aan pleegzoon
Pechtold kreeg voor Surinamedebat brandbrief
over Bouterse
Autoriteiten bevestigen dengue-epidemie
Hindoestanen en zelfmoord.
De ILLUMINATI................de wereld is niet
waar het op lijkt
NOS
Aantal
reacties
201
Sp!ts
Telegraaf & Wikipedia
108
158
Welingelichtekringen.nl
196
Gfcnieuws.com
154
De Pers
150
Waterkant
119
Eigen tekst
108
NOS
Juliuslives.nl
AD
De Ware Tijd
Starnieuws
203
220
132
125
109
Waterkant
Eigen tekst
Eigen tekst
161
210
109
18-11-2011
22-11-2011
26-11-2011
28-11-2011
6-12-2011
7-12-2011
15-12-2011
16-12-2011
18-12-2011
21-12-2011
29-11-2011
6-1-2012
25-1-2012
19-2-2012
27-2-2012
Op Waterkant valt de verscheidenheid aan onderwerpen op. Er wordt veel gepraat over Bouterse en
andere Surinaamse aangelegenheden, het hoge zelfmoordpercentage onder Turkse, Marokkaanse en
(vooral) Hindoestaanse meisjes, islamitische kwesties rond Palestina, Saddam Hoessein en ritueel
slachten, voorvallen waar racisme een rol speelt (de kwestie Johan Cruijff/Edgar Davids en de
verontwaardiging bij popster Rihanna over de betiteling ‘Nigga bitch’ door het Nederlandse
vrouwenblad Jackie) en meer. Ook hier valt op dat er weinig over nieuws uit Nederland wordt gepraat.
Op Waterkant houden gebruikers vaak zelfgeschreven betogen over uiteenlopende onderwerpen.
Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat Waterkant een wat ouder publiek kent dat vaak hoog
opgeleid is.
50
Tabel 10. De meest besproken berichten op Afghan.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>50
reacties)
Datum
Titel bericht
Bron
5-11-2011
2-12-2011
7-12-2011
9-12-2011
29-12-2011
10-1-2012
Biddende moslim uit trein gezet
Afghaanse moet verkrachter trouwen
Meet the world's heaviest insect
Een analyse van het incident in De Balie
Vijftien leden van Sharia4Belgium opgepakt
SCHOKKEND- 15 jarige Afghaanse dame
mishandelt door schoonfamilie
Mijn neef gaat naar olympische spelen!
Nederlander verdacht van verkrachting door
hond
Politie Missie in Koendoez bereikt hoogtepunt
(met foto van agent met gulp open)
AD
NOS
Daily Mail
Talib.nl
AD
AD
Aantal
reacties
62
87
60
59
69
64
Eigen tekst
NU.nl
67
63
?
181
13-1-2012
3-2-2012
7-2-2012
Uit de lijst met meest besproken onderwerpen op Afghan.nl kan worden opgemaakt, dat de leden van
Afghan.nl van curieuze en sensationele berichten houden (zoals ‘Meet the world’s heaviest insect’,
’15-jarige Afghaanse dame mishandelt door schoonfamilie’, ‘Nederlander verdacht van verkrachting
door hond’, ‘Afghaanse moet verkrachter trouwen’). Ook een zeer persoonlijk bericht (‘Mijn neef gaat
naar de Olympische Spelen!’) krijgt relatief veel reacties. Eigenlijk is er slechts één voorval veelvuldig
besproken dat ook breed in de landelijke pers is uitgemeten: het incident waarbij leden van de radicale
splintergroep Sharia4Belgium een debat in De Balie verstoorden. De foto waarop een Afghaanse
agent met zijn gulp open staat, met als titel ‘Politie Missie in Koendoez bereikt hoogtepunt’ (en verder
geen tekst), kreeg de meeste reacties. Leden van Afghan.nl reageerden door zelf de draak te steken
met de foto, maar er zaten ook serieuze reacties tussen, waarin de agent als ‘ongelovige’ wordt
bestempeld.
51
Tabel 11. De meest besproken berichten op Polenforum.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>10
reacties)
Datum
Titel bericht
Bron
7-11-2011
28-11-2011
10-12-2011
Onderzoek Poolse vuurwerkpakketten
Harde wind zet duizenden zonder stroom
Truckers gaan protesteren tegen OostEuropeanen
Opstelten: mobiele bendes in vizier
Hoge asbestconcentratie in pand SintOedenrode
Explosieve stijging Polen met uitkering
Eindelijk echte kerst voor Piotr Kosick
Polen plannen massale party voor New Year's
Eve
Poolse werknemers bezetten failliet Beyer
Logistiek in Duiven
'Sociale angst' leidt tot daling van het
geboortecijfer
Koudegolf strijkt over Polen, en eist 15 levens
Nieuw proces bevolen
Woede om klaagsite polen
Polen in Nederland (door Grimbert rost van
tonningen)
Poes Minous is na elf jaar weer terecht
De Pers
Thenews.pl
AD
15-12-2011
16-12-2011
21-12-2011
24-12-2011
4-1-2012
9-1-2012
30-1-2012
31-1-2012
4-2-2012
8-2-2012
12-2-2012
20-2-2012
binnenland.nieuws.nl
Aantal
reacties
17
12
12
12
12
Eindhoven Dichtbij
BN De Stem
Nieuwsblad.be
Thenews.pl
32
18
31
De Gelderlander
22
Thenews.pl
16
Wbj.pl
New Poland Express
Telegraaf
Pluspost
13
24
87
21
Dichtbij.nl
11
Zoals gezegd blijken er uiteindelijk maar weinig gebruikers op het Polenforum actief. De meeste
geplaatste berichten en reacties zijn afkomstig van slechts een handjevol mensen. De lijst met
berichten waarover het meest is gesproken op het forum, bevat een duidelijke mix tussen nieuws over
Polen in Nederland, en nieuws uit thuisland Polen. Wel zijn de berichten over Poolse zaken in
Nederland duidelijk in de meerderheid (acht berichten, tegen vijf berichten over Polen). De berichten
over Polen in Nederland zijn meestal negatief van aard. Het grootste twistpunt was de website
opgezet door Geert Wilders 'anti-immigratie’partij om klachten over Midden- en Oost-Europese
werknemers te verzamelen.
5.2.4.1 Brongebruik
Uit de analyse van alle bronnen die gedurende onze onderzoeksperiode op Marokko.nl zijn gebruikt,
valt op dat de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws (HLN) veelvuldig als bron in de meest besproken
berichten opduikt. HLN is vergelijkbaar met De Telegraaf in Nederland, ook een tamelijk
sensatiebeluste krant. Daarnaast worden het AD, De Telegraaf en NU.nl vaak als bron gebruikt, en in
mindere mate kwaliteitskranten zoals de Volkskrant of NRC. De redactie van Marokko.nl plaatst veel
berichten uit de Marokkaanse krant Lakome, waar veel op wordt gereageerd. Het gaat hier om
nieuwsberichten uit Marokko (zoals ‘Weer Marokkaan cel in voor beledigen koning’,’ Marokko
getroffen door kleine aardbeving’ of ‘Marokko komt op voor Amazigh bij Arabische Unie’). Hieruit blijkt
dat de gebruikers van Marokko.nl grote interesse hebben voor de huidige situatie in Marokko. Wellicht
52
wordt Marokko.nl ook als nieuwsbron gebruikt voor nieuws vanuit Marokko, aangezien dit soort nieuws
niet in de Nederlandse media verschijnt.
Als we nu kijken naar de bronnen van de meest besproken berichten op Maroc.nl, dan valt op dat
deze op een aantal punten verschillen met die op Marokko.nl. Zo is de Volkskrant op Maroc.nl veel
vaker de bron van deze berichten dan op Marokko.nl (6 keer op Marokko.nl tegen 19 keer op
Maroc.nl). De Volkskrant wordt door verschillende gebruikers als bron gebruikt, maar op Maroc.nl is er
één opvallende bron die slechts door een enkele gebruiker (met als nickname Marsupilami) wordt
toegepast. Het gaat om Radiomaria.be, een Vlaamse, katholieke radiozender die het Woord van God
wil verspreiden. De religieus getinte berichten afkomstig van Radiomaria.be zijn dus vaak dagelijks
onderwerp van gesprek op Maroc.nl, ondanks dat het om een christelijke bron gaat, en niet een
islamitische. Voorbeelden van veel besproken berichten van Radiomaria zijn: ‘Vrees voor massale
exodus christenen uit Arabische wereld’, ‘11-jarige Turkse zwanger na religieus bezegeld huwelijk’ en
‘Islamitisch bankieren doet intrede in België’.
Tabel 12. Aantal Nederlandse en internationale bronnen van de meest besproken berichten per
dag (N= 726).
Naam forum
Marokko.nl
Maroc.nl
Hababam.nl
Afghan.nl
Waterkant.net
Polenforum
Totaal
Nederlands
80
82
71
49
51
51
377
Internationaal
Geen bericht
41
32
47
49
23
59
258
0
4
0
14
29
11
58
Onbekende
bron
0
0
0
6
2
0
8
Eigen bericht
zonder bron
0
3
3
3
16
0
25
In de meeste gevallen wordt door de gebruikers van het forum een bron vermeld bij het nieuwsbericht
dat ze posten. Op Marokko.nl zijn de gebruikers hier het meest trouw in, bij geen enkel bericht
ontbreekt de bron. Op Afghan.nl en Waterkant.net is niet altijd duidelijk van welke bron het bericht
afkomstig is. We zien ook dat er vooral op Waterkant veel ‘eigen posts’ verschenen, hiermee bedoelen
we eigen analyses van gebruikers over een bepaald thema. Dit kan een actueel thema zijn naar
aanleiding van een actuele gebeurtenis (zoals de Kristallnachtherdenking of de als racistisch
bestempelde opmerkingen van Johan Cruijff over Edgar Davids: ‘Is Johan Cruijff een racist en Edgar
Davids een bounty?’). Maar het kan ook om een wat algemener onderwerp rondom Surinamers en
Suriname gaan, waar iemand graag zijn zegje over wil doen (zoals het bericht met als titel ‘Waarom
werd die Nederlandse invasie ultimo 1982 afgeblazen?’ of over ‘Verkeer en verkeersfatsoen in
Suriname’).
In totaal noteerden we 635 berichten mét bron, hiervan is 59% van alle berichten afkomstig van een
Nederlandse bron, en 41% van een internationale bron. Met een Nederlandse bron bedoelen we alle
kranten, tijdschriften, nieuwswebsites en radio- en televisieprogramma’s die in Nederland worden
53
gemaakt en vanuit Nederland worden gedistribueerd. Met een internationale bron bedoelen we alle
nieuwsmedia die buiten Nederland worden gepubliceerd en gedistribueerd. Hierbij zijn dus ook alle
Belgische media inbegrepen. Als er bij een bericht als bron YouTube werd vermeld, hebben we de
oorspronkelijke bron proberen te achterhalen. Dit lukte niet altijd, in dat geval beschouwden we de
betreffende bron als ‘onbekend’.
Kijken we nu per forum naar het aantal Nederlandse en het aantal internationale bronnen, dan zien we
een opvallend verschil. Jongeren met een Turkse en Marokkaanse achtergrond gebruiken op
nieuwsforums (Marokko.nl, Maroc.nl en Hababam.nl) duidelijk meer Nederlandse bronnen dan
internationale bronnen. Op Marokko.nl is de verdeling twee derde Nederlandse bronnen tegen een
derde internationale bronnen. Op Maroc.nl worden nog meer Nederlandse bronnen (72%) gebruikt
dan op Marokko.nl. Van alle drie de forums gericht op islamitische jongeren, worden op Hababam.nl
de meeste internationale bronnen (40%, tegen 60% Nederlandse bronnen) gebruikt bij de meest
besproken berichten op het nieuwsforum. Op basis van deze gegevens kunnen we dus voorzichtig
concluderen dat jongeren met een Turkse achtergrond iets meer gebruik maken van internationale
bronnen dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Dit zou te maken kunnen hebben met het
taalaspect. Turks-Nederlandse jongeren spreken vaak goed de Turkse taal en kunnen daarom de
Turkse nieuwsmedia prima volgen. Uit onderzoek van het SCP blijkt bijvoorbeeld dat Turkse
Nederlanders van de vier grootste etnische groepen in Nederland, het vaakst mailen en chatten in de
moedertaal (Huysmans & De Haan, 2008). Ook uit ons onderzoek blijkt dat jongeren met een
Marokkaanse achtergrond enkel in het Nederlands op forums met elkaar discussiëren, en jongeren
met een Turkse achtergrond zowel in het Nederlands als in het Turks. Marokkaans-Nederlandse
jongeren in Nederland hebben vaak een Berber-achtergrond (met als taal het ‘Tamazight’) en zijn
daarom de Arabische taal niet volledig machtig (Butter & Önce, 2010). De vele Arabischtalige
nieuwsmedia die beschikbaar zijn via digitale televisie, satelliet en internet, kunnen ze hierdoor niet
goed volgen. Wel richten deze jongeren zich vaak op Engelstalige pan-Arabische (online)
nieuwsmedia, om zich toch van het laatste nieuws in de Arabische wereld op de hoogte te stellen
(Konijn et al, 2010).
Ook Ewoud Butter en Seda Önce van het ACB Kenniscentrum onderschrijven bovenstaande
conclusie. Zij signaleerden een opvallend verschil tussen de discussies die gevoerd worden op
Marokkaanse en Turkse websites. Marokkaans-Nederlandse jongeren discussiëren op webforums van
bijvoorbeeld Maroc.nl, Marokko.nl en Yasmina.nl vooral over gebeurtenissen en actualiteiten in
Nederland, terwijl op populaire Turkse discussieforums als Hababam.nl en Turksforum.nl het Turkse
nieuws bijna net zo vaak wordt besproken als het Nederlandse nieuws. Ook signaleerden Butter en
Önce dat artikelen uit Turkse kranten veelvuldig op verschillende forums worden geplaatst, waaruit
actuele discussies ontstaan over bijvoorbeeld de Koerdische kwestie en het hoofddoekenverbod. Zo
lijken jongeren met een Turkse achtergrond zich meer met nieuws uit hun thuisland bezig te houden
dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond (Butter & Önce, 2010).
54
Toch zijn er twee groepen forumgebruikers nog wat internationaler georiënteerd dan de Turken,
namelijk de Afghanen en de Polen. Dit is niet zo vreemd, aangezien deze twee groepen zich veel
recenter in Nederland hebben gevestigd dan de Marokkanen en Turken. Veel leden van de Poolse
gemeenschap in Nederland zijn hier zelfs maar een paar maanden per jaar, in de zomermaanden,
voor seizoenswerk in de land- en tuinbouw of voor kluswerkzaamheden zoals schilderwerk.
Precies de helft van de gebruikte bronnen van de meest besproken dagelijkse berichten door
Afghaanse forumgebruikers zijn afkomstig van een internationale bron (49 internationale bronnen
tegen 49 Nederlandse bronnen). Het gaat om zowel Arabische nieuwsmedia (zoals arabnews.com en
almoslim.com), als Amerikaanse (NY Times, CBS News) en Britse (Telegraph, Daily Mail)
nieuwsmedia. Wel zijn er negen berichten waarvan we de bron niet konden traceren. Polen gebruiken
van onze doelgroepen de meeste internationale bronnen, voornamelijk afkomstig van twee
Engelstalige nieuwssites over Polen: New Poland Express en The News. Wel moet hierbij vermeld dat
alle berichten op het Polenforum geplaatst worden door de administrateur en de moderator van het
forum, die ook veel op de berichten reageren. Al met al nemen er maar relatief weinig mensen deel
aan de discussies op het Polenforum.nl. De berichten met een Nederlandse bron die op het forum
worden geplaatst, zijn regelmatig afkomstig uit lokale en regionale dagbladen zoals De Gelderlander,
het Noord-Hollands Dagblad, Omroep Brabant, Dichtbij.nl en Veghel Kliknieuws. Dit komt
waarschijnlijk doordat veel Polen buiten de Randstad in de provincie werken, binnen de (land- en
tuin)bouw. In de regionale en lokale nieuwsmedia wordt daarom regelmatig verslag gedaan van de
situatie omtrent de Polen aldaar. En helaas vaak met een negatieve invalshoek (Omroep Brabant:
‘Actieve rol Philips Eindhoven bij corruptiezaak Polen’, Noord-Hollands Dagblad: ‘Irritatie over gedrag
van Polen in Neck’, De Gelderlander: ‘Poolse werknemers bezetten failliet Beyer Logistiek in Duiven’).
Wel zullen het vaak juist de negatieve berichten zijn, waar de gebruikers van het Polenforum op
reageren. We hebben helaas niet gekeken of de meest besproken berichten in de verschillende
forums een negatieve, neutrale of positieve invalshoek hebben. Dit zou een interessant onderwerp
voor vervolgonderzoek zijn. Hierbij kan ook de aard van de reacties in de analyse worden
meegenomen.
5.2.4.2 Gebruikers
Zoals gezegd, nemen er aan het Polenforum over nieuws over en uit Polen relatief weinig gebruikers
deel. De twee meest actieve gebruikers zijn de administrator en de moderator van het Polenforum.
Wel worden bijna dagelijks nieuwe berichten op het forum gepost. Op het Afghan.nl forum worden de
meest besproken berichten ook geplaatst door relatief weinig gebruikers. Zo zijn van de in totaal 107
berichten, er 68 geplaatst door vijf verschillende gebruikers. Op de forums voor Turkse en
Marokkaanse jongeren zijn er meer verschillende gebruikers die deze berichten plaatsten. Dit komt
natuurlijk ook, doordat deze forums veel meer geregistreerde leden hebben (zie tabel 2: Inventarisatie
etnische discussieforums).
Als we nu kijken naar de verschillende namen die de leden van de forums gebruiken voor het plaatsen
van berichten, dan valt op de leden van Maroc.nl, Marokko.nl, Hababam.nl en Afghan.nl voornamelijk
55
gebruik maken van nicknames. Dat zijn namen waaruit niet hun eigen naam uit op te maken valt.
Voorbeelden van nicknames die op deze forums worden gebruikt, zijn Brownie74, MoroccanLady, AlMaroc, koekiemonster, Turk68, Marsupilami, Hindostan, poster en Afghan. Uit het feit dat deze leden
niet hun echte naam gebruiken, zou kunnen blijken dat ze liever anoniem blijven op deze forums.
Door het aannemen van een andere identiteit, kunnen bijvoorbeeld de ouders of klasgenoten niet
achterhalen wat er door hen wordt gezegd op internet. Op deze manier creëren ze een veilige
omgeving voor het voeren van discussies over algemene, maar ook over de wat meer precaire zaken.
Het enige forum waar wel regelmatig ‘echte’ namen worden gebruikt, is Waterkant. De vraag is wel, of
dit de echte namen van deze gebruikers zijn, of toch een zelfverzonnen naam of de naam van iemand
anders. Dit kunnen we niet precies nagaan. Wel gebruiken leden van Waterkant ook vaak slechts een
voornaam. Wellicht hebben de gebruikers van Waterkant minder moeite met het voeren van
discussies in het openbaar, omdat ze minder reden hebben tot geheimhouding. De leden van
Waterkant zijn vaak wat ouder dan de leden van de forums voor moslimjongeren, en ze hebben
wellicht minder last van opgelegde regels door ouders en familie.
5.3 Conclusie monitoringsresultaten
Afgaand op de monitoringsresultaten van Wereldjournalisten en de daaraan gelieerde sociale media
blijkt elk medium zijn eigen kansen en mogelijkheden te hebben met betrekking tot het informeren en
betrekken van de doelgroep.
De site zelf, met de daarbij horende reactiemogelijkheid is het meest veelzijdig:
-het lijdt regelmatig tot discussies, (uitvoerige) reacties en vragen. Voorwaarde daarvoor is wel dat het
een controversieel onderwerp is.
-het lijdt tot een grotere aandacht voor het onderwerp; dat geldt vooral voor de meer signalerende
artikelen van evenementen en publicaties. Die worden geretweet of overgenomen op andere sites.
Facebook zorgt vooral voor een passieve betrokkenheid: Mensen laten via een like wel blijken dat ze
een post leuk of boeiend vinden, maar nemen niet de moeite hier uitgebreid op te reageren. De vraag
is of dit intrinsiek is aan het medium Facebook, dan wel voortkomt uit het soort posts dat wordt
geplaatst.
Twitter daarentegen vereist een grotere betrokkenheid. Hoewel een bericht retweeten op zich snel
gedaan is blijken veel mensen de tweet wel van een commentaar te voorzien waaruit hun mening over
de inhoud blijkt.
Uit de monitoring van discussieforums blijken de onderwerpskeuze en de bronnen per etnische groep,
en per forum aanzienlijk te verschillen. Dat blijkt te maken te hebben met:

De duur van het verblijf in Nederland. Polen en Afghanen zijn meer georiënteerd op het
herkomstland
56

Taalbeheersing: een relatief groot deel van de discussies op Turkse forums vindt in het Turks
plaats, terwijl op gelijksoortige fora voor Marokkanen de taal vrijwel altijd Nederlands is.

Leeftijd (en mogelijk opleidingsniveau) van de gebruikers: De Surinaamse site “Waterkant’
heeft een veel beschouwender en analyserender karakter dan de meeste andere forums.
De voorlopige conclusie is dat Marokkaanse –en in mindere mate Afghaanse en Turkse- jongeren op
internet vooral praten over zaken die hen direct raken, in plaats van over bredere politieke kwesties of
beleid
5.4 Resultaten enquête
Naast het verzamelen van kwantitatieve gegevens via sociale media, de website van
Wereldjournalisten en etnische discussieforums, hebben we ook een aantal ervaringsdeskundigen
ondervraagd over hun sociale media- en nieuwsgebruik. We waren benieuwd via welke online wegen
deze deskundigen aan informatie met betrekking tot de multiculturele samenleving komen. We hebben
daarom in mei 2012 een enquête uitgezet onder drie groepen respondenten: beheerders van etnische
portals, medewerkers van minderhedenorganisaties en journalisten van de reguliere nieuwsmedia. Op
deze manier verkregen we informatie vanuit organisaties die zich op de etnische doelgroep richten
(portalbeheerders en minderhedenorganisaties), alsmede vanuit de algemene publieksmedia
(journalisten van mainstream media). We vroegen hen naar hun sociale mediagebruik, de kennis en
het gebruik van etnische portals, hun kennis en gebruik van Wereldjournalisten en stelden een aantal
vragen over hun eigen website.
In de bespreking van de resultaten koppelen we de antwoorden van de respondenten niet aan hun
naam, maar wel aan het medium of de organisatie waarvoor ze werken. Op deze manier krijgen we
een beter beeld van het gebruik van sociale media bij specifieke organisaties. De respondenten
blijven verder anoniem, want hun namen worden in dit onderzoek niet genoemd. We zullen nu eerst
de antwoorden van de acht portalbeheerders bespreken.
5.4.1 Portalbeheerders
Portalbeheerders van Marokko.nl, Wijblijvenhier.nl, Wereldjournalisten.nl, Hababam.nl, Turks.nl,
Republiek Allochtonië, Polenforum en Tulpia.nl hebben de enquête ingevuld. De antwoorden geven
een algemeen beeld van het sociale mediagebruik onder etnische portalbeheerders.
5.4.1.1 Sociaal mediagebruik
Allereerst bekijken we de resultaten op het gebied van sociaal mediagebruik. Vijf van de acht
portalbeheerders geven aan dat hun portal ook een eigen Twitter-pagina heeft en zes van de acht
heeft een eigen Facebookpagina. Twee geven aan ook een Google+ en een Hyves pagina te hebben.
En één portal heeft een account op de fotopagina Flickr.
57
Alle portalbeheerders zeggen wel eens op berichten die betrekking hebben op de multiculturele
samenleving te reageren via sociale media. Het vaakst gebeurt dit via Facebook en Twitter. Google+
wordt door slechts één portalbeheerder gebruikt. LinkedIn wordt door drie portalbeheerders ingezet
om te reageren op cultureel-diverse nieuwsberichten. De helft maakt gebruik van etnische portals als
reactiemiddel en één portalbeheerder geeft aan ook wel eens via NUjij.nl te reageren op nieuws met
betrekking tot de multiculturele samenleving. Dezelfde antwoorden worden gegeven als het gaat om
het zelf posten van berichten met betrekking tot de multiculturele samenleving. Zeven van de acht
portalbeheerders doen dit via Facebook en zes via Twitter. Eén gebruikt hiervoor Google+ (in
combinatie met zowel FB, Twitter, LinkedIn en etnische portals), drie portalbeheerders posten ook
berichten op LinkedIn en één gebruikt hiervoor ook NUjij.nl. We zien dat voor het posten van, of
reageren op, berichten met betrekking tot de multiculturele samenleving, Hyves niet (meer?) wordt
gebruikt. Dit wordt ook beaamt door Koen Leurs, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Hij geeft
aan dat sinds Hyves is gekocht door de Telegraaf, veel etnische jongeren zich van deze sociale
netwerksite hebben afgekeerd, en zijn overgestapt naar Facebook. De Telegraaf is nu eenmaal geen
populaire krant onder Turkse en Marokkaanse jongeren (zie interview met Koen Leurs in dit rapport).
De meeste portalbeheerders geven aan berichten van hun eigen portal op Facebook en Twitter te
plaatsen. Slechts één portalbeheerder geeft aan dit niet te doen. Zes van de acht portalbeheerders
posten wel eens nieuwsberichten uit andere (sociale) media op Facebook of berichten over
bijeenkomsten van andere multiculturele organisaties. Eén portalbeheerder geeft aan dat Facebook
puur een familiepagina is.
Zeven van de acht portalbeheerders zeggen wel eens berichten te twitteren die op hun eigen portal
staan. Vijf van de acht portalbeheerders twittert wel eens nieuwsberichten uit andere (sociale) media
of berichten over bijeenkomsten van andere multiculturele organisaties. Drie portalbeheerders
retweeten veel (minstens één keer per maand) berichten van anderen over de multiculturele
samenleving.
5.4.1.2 Wereldjournalisten en andere etnische portals
Op de vraag of de portalbeheerders Wereldjournalisten volgen via verschillende media, antwoordt één
portalbeheerder dat hij/zij nog nooit van Wereldjournalisten gehoord heeft. Een ander zegt dat hij/zij
Wereldjournalisten wel kent, maar de berichtgeving niet volgt. Verder laten we de portalbeheerder van
Wereldjournalisten hier buiten beschouwing. De rest volgt Wereldjournalisten via de website (5), via
de digitale nieuwsbrief (1) of via Twitter (2). Opvallend is dat geen enkele portalbeheerder
Wereldjournalisten volgt via Facebook of Google+. Vooral Facebook is opmerkelijk, omdat veel
portalbeheerders eerder aangaven wel veel van Facebook gebruik te maken op het gebied van
nieuwsberichtgeving over de multiculturele samenleving.
Op de vraag of de portalbeheerders ook wel eens reageren op de nieuwsberichtgeving van
Wereldjournalisten, antwoorden er zes ontkennend. Eén portalbeheerder geeft aan wel eens te
58
reageren via de website van Wereldjournalisten. De portalbeheerder van Wereldjournalisten laten we
hier uiteraard buiten beschouwing.
We hebben door middel van een open vraag proberen te achterhalen welke personen of organisaties
de portalbeheerders verder volgen via sociale media. De respondenten mochten er maximaal vijf
aangeven. De volgende websites en organisaties zijn genoemd:
Respondent 1: Republiek Allochtonië, Marokko.nl, Joop.nl
Respondent 2: Geenstijl.nl, Frontaal Naakt, Dagelijkse standaard, Marokko.nl, Wijblijvenhier.nl
Respondent 3: Mira Media, Republiek Allochtonië, Nu.nl, Geenstijl.nl, Marokko.nl
Respondent 4: The News.pl, New Poland Express, Alle Nederlandse kranten behalve de Telegraaf,
NU.nl, diverse Poolse websites
Respondent 5: Wijblijvenhier.nl, Pools forum, Landelijke inspraakorganen, Rijksoverheid, culturele- en
debatcentra
Respondent 6: Hababam.nl, Turkseinfo.nl
Twee respondenten geven aan geen andere personen of organisaties via sociale media te volgen.
Verder is gevraagd welke specifieke etnische portals de respondenten verder nog volgen (zie grafiek
1). De beheerders van de portals zelf laten we hier buiten beschouwing. Het multiculturele blog
Wijblijvenhier.nl is het meest populair: vijf portalbeheerders volgen deze website. Daarna is
Marokko.nl de meest gevolgde portal; vier portalbeheerders volgen deze site. Drie portalbeheerders
volgen Hababam.nl. De portals Maroc.nl, Afghan.nl, Turks.nl, Sangam.nl, Waterkant.net en het
Polenforum worden door slechts één of twee portalbeheerders gevolgd. Twee beheerders zeggen bij
de categorie ‘Anders’ ook Republiek Allochtonië te volgen, maar hier hoort ook de beheerder zelf bij.
Eén portalbeheerder geeft aan helemaal geen andere etnische portals te volgen.
Grafiek 2. Volgt u andere sociale portals voor etnische minderheden? Zo ja, welke? (aantallen, N=8)
8
7
6
5
4
3
2
1
0
Aantal respondenten dat bepaalde etnische portals volgt
59
Bovenstaande portals worden het meest gelezen vanwege de nieuwsberichten op de portals.
Daarnaast lezen drie van de zeven portalbeheerders het forum op deze portals, reageren er
regelmatig op (meer dan één keer per maand) en checken regelmatig de agenda op deze portals.
Slechts één portalbeheerder (van Marokko.nl) geeft aan regelmatig zelf berichten te posten op deze
portals. De beheerder van wijblijvenhier.nl geeft aan deze portals alleen via sociale media te volgen.
5.4.1.3 Benaderen van mainstream media
Vier portalbeheerders geven aan wekelijks mainstream media te benaderen over nieuws op hun eigen
site. Het gaat om Marokko.nl, het Polenforum, Turks.nl en Tulpia.nl. Twee doen dit een enkele keer
(minder dan één keer per maand) en de andere twee maandelijks of nooit. De portalbeheerder die
zegt nooit mainstream media te benaderen, doet dit omdat hij of zij hiervoor niet de juiste mensen kent
om dit te realiseren.
De zeven portalbeheerders die wel eens mainstream media benaderen, stappen meestal naar
landelijke dagbladen (6) of opiniebladen (4). Op de derde plek staan de landelijke
actualiteitenprogramma’s, drie benaderen deze wel eens. Regionale dagbladen, regionale of lokale
actualiteitenprogramma’s en algemene nieuwssites worden ieder door twee portalbeheerders wel
eens benaderd. Huis-aan-huis bladen worden nooit door portalbeheerders benaderd voor het plaatsen
van eigen nieuws.
5.4.1.4. Het volgen van specifieke onderwerpen via sociale media
We hebben ook gevraagd welke specifieke onderwerpen de portalbeheerders volgen via sociale
media. Hieruit blijkt dat alle portalbeheerders geïnteresseerd zijn in de onderwerpen ‘binnenlandse
politiek/beleid’ en ‘integratie’ (zie grafiek 2). Op de tweede plaats staan ‘buitenlandse politiek/beleid’,
‘kunst en cultuur’ en ‘religie’. Sport is een onderwerp dat het minst via sociale media gevolgd wordt,
namelijk door slechts drie portalbeheerders.
Grafiek 3. Welke specifieke onderwerpen op het gebied van de multiculturele samenleving volgt u via sociale media?
(aantallen, N=8)
8
7
6
5
4
3
2
1
0
Aantal respondenten die een bepaald onderwerp volgen via sociale media
60
5.4.1.5 Informatie over de verschillende portals
Aan de portalbeheerders is gevraagd om het doel van hun site te omschrijven. In de meeste gevallen
komt dit neer op het informeren van de eigen doelgroep en het aanbieden van een platform om zich te
uiten. Wijblijvenhier.nl wil daarnaast graag de beeldvorming beïnvloeden omtrent moslims in het
bijzonder en allochtonen in het algemeen. Republiek Allochtonië en Wereldjournalisten willen ook hun
steentje bijdragen aan het geven van een podium voor de ‘etnische’ stem. Het Poolse forum wil de
Nederlandse samenleving deelgenoot maken van het denken en leven van de Polen in Polen en
wereldwijd.
De doelgroep bestaat in het geval van Wijblijvenhier.nl en Marokko.nl vooral uit jongeren met een biculturele achtergrond. Republiek Allochtonië en Wereldjournalisten richten zich naast burgers die
geïnteresseerd zijn in multiculturele onderwerpen, ook op professionals zoals journalisten,
wetenschappers, politici en minderhedenorganisaties. Het Polenforum, Hababam.nl, Turks.nl en
Tulpia.nl richten zich op een heel specifieke doelgroep, respectievelijk Polen (de eerste) en Turken (de
laatste drie). Hoewel Turks.nl zegt zich ook op autochtone Nederlanders te richten.
De site die het langst bestaat is Marokko.nl, namelijk 12 jaar. De jongste site is Turks.nl, deze is sinds
2010 in de lucht.
5.4.1.6 Betaalde of onbetaalde medewerkers
Van alle portals hadden alleen Marokko.nl en Wereldjournalisten in de periode van het onderzoek
betaalde krachten in loondienst. Marokko.nl had vier betaalde krachten in dienst en Wereldjournalisten
8
één . Marokko.nl maakt ook gebruik van betaalde freelancers, zeven in totaal. Hababam.nl huurt één
betaalde freelancer in.
Bij Marokko.nl werken naast betaalde, ook veel onbetaalde krachten, 35 in getal. De sites
Wijblijvenhier.nl, Republiek Allochtonië, het Polenforum, Turks.nl en Tulpia.nl draaien puur op
vrijwilligers. Bij Wijblijvenhier.nl gaat het om tien onbetaalde krachten, bij Republiek Allochtonië vijf, bij
het Polenforum vier, Turks.nl drie en Tulpia.nl wordt door twee onbetaalde krachten in de lucht
gehouden. Alleen Wereldjournalisten en Marokko.nl maken gebruik van stagiaires; bij Marokko.nl zijn
het er twee, en bij Wereldjournalisten één.
5.4.1.7 Financiering
We zijn ook benieuwd hoe de verschillende etnische portals nu precies gefinancierd worden.
Vanwege privacy redenen koppelen we de antwoorden niet direct aan de portal. Drie van de acht
portals verkrijgen inkomsten door advertenties. Eveneens drie van de acht ontvangen donaties/giften
en projectsubsidie via fondsen. Slechts twee portals krijgen overheidssubsidie.
8
Inmiddels heeft Wereldjournalisten geen betaalde medewerker meer in dienst specifiek voor
Wereldjournalisten. De website wordt bijgehouden door een medewerker als onderdeel van een veel
breder takenpakket.
61
Van twee van de drie sites die donaties en giften ontvangen, is dit hun enige bron van inkomsten. Eén
site wordt geheel uit eigen bron gefinancierd en een andere portalbeheerder geeft aan ook diverse
commerciële initiatieven te ontplooien om geld te genereren. Eén portalbeheerder vindt deze vraag
niet op zijn site van toepassing.
5.4.1.8 Aantal unieke bezoekers
Drie van de acht portals krijgen tussen de 10.000 en 50.000 unieke bezoekers per maand. Twee sites
mogen zich verheugen in meer dan 100.000 unieke bezoekers per maand, namelijk Marokko.nl en
Hababam.nl. Tulpia.nl heeft de minste unieke bezoekers met minder dan 1000 per maand. Het
Polenforum heeft tussen de 5.000 en 10.000 unieke bezoekers per maand. Dit laatste is niet zo
vreemd, aangezien dit forum zich op een relatief kleinere doelgroep (Polen in Nederland, hun partners
en andere geïnteresseerden in Polen) richt. Immers, er wonen veel meer mensen met een
Marokkaanse of Turkse achtergrond in Nederland.
5.4.1.9 Redactiestatuut
Tot slot is gevraagd of de portals een eigen redactiestatuut hebben. In drie gevallen wordt deze vraag
bevestigend beantwoord. Eveneens drie portalbeheerders zeggen er nu geen één te hebben, maar er
wel in de toekomst één in de planning te hebben. Eén portal heeft geen redactiestatuur en één
portalbeheerder weet niet of ze er één hebben.
5.4.2 Minderhedenorganisaties
We zullen nu de antwoorden van de medewerkers van minderhedenorganisaties bespreken.
Uiteindelijk hebben zes medewerkers van vijf minderhedenorganisaties de enquête ingevuld: twee
medewerkers van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN), één
medewerker van het Surinaams Inspraakorgaan (SIO), één van het Marokkofonds, één van Stichting
UAF en één van het Pools Overlegplatform in Nederland (PLON).
5.4.2.1 Sociaal mediagebruik
Allereerst kijken we weer naar de sociale media die de organisaties gebruiken. De enige organisatie
die geen enkele profielpagina op sociale media heeft, is PLON. De andere vier organisaties hebben
allemaal een pagina op Facebook. De enige organisatie die geen Twitter account heeft (naast PLON),
is het Surinaams Inspraakorgaan. Twee organisaties hebben ook nog een Hyves account (SMN en
Marokkofonds) en twee een LinkedIn account (één medewerker van SMN en die van het UAF). Alle
organisaties zijn op drie verschillende sociale media platforms vertegenwoordigd. Alleen Google+
wordt door geen enkele medewerker gebruikt.
De medewerkers van minderhedenorganisaties reageren het meest via Facebook en Twitter op
berichten over de multiculturele samenleving (zie grafiek 3). Dit is niet vreemd, aangezien dit de meest
gebruikte sociale media in Nederland zijn (zie ook het interview met Francisco van Jole in dit rapport).
De medewerker van het Marokkofonds gebruikt hiervoor ook Hyves, LinkedIn en forums voor etnische
62
minderheden en is hiermee diegene die het meest reageert op berichten over de multiculturele
samenleving via sociale media. De medewerker van PLON reageert alleen rechtstreeks naar
journalisten en redacties, zij maakt hiervoor geen gebruik van sociale media.
Grafiek 4. Reageert u wel eens op berichten via sociale media die betrekking hebben op de
multiculturele samenleving? Zo ja, welke sociale media? (aantallen, N=6)
Etnische fora
Reageert nooit
LinkedIn
Hyves
Twitter
Facebook
Facebook is dé plek waar de medewerkers van minderhedenorganisaties het meeste zelf berichten
posten met betrekking tot diversiteit / de multiculturele samenleving (vier medewerkers). Het gaat dan
voornamelijk om berichten die ook op de eigen site verschijnen, en om aankondigingen van
bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties. Op de tweede plaats volgt Twitter. Deze
microblogdienst wordt door drie van de vier twitterende medewerkers gebruikt voor het posten van
berichten van de eigen organisatie of nieuwsberichten over de multiculturele samenleving. Drie
medewerkers retweeten veel berichten met betrekking tot diversiteit. Aankondigingen voor
bijeenkomsten van andere organisaties worden voornamelijk via Facebook verspreid (vijf
medewerkers) en minder via Twitter (drie medewerkers). Op Hyves wordt door één medewerker (van
het Marokkofonds) wel eens iets gepost, en twee medewerkers posten wel eens iets op LinkedIn (SIO
en UAF). Twee andere medewerkers laten wel eens een bericht achter op etnische portals (één
medewerker van SMN en de medewerker van het Marokkofonds).
5.4.2.2 Wereldjournalisten en andere etnische portals
Alle medewerkers van minderhedenorganisaties die de enquête hebben ingevuld, zeggen
Wereldjournalisten te kennen. Alleen de medewerker van PLON volgt Wereldjournalisten niet, de rest
wel. Drie doen dit via de website, en twee via de digitale nieuwsbrief. Opvallend is dat geen enkele
medewerker die Wereldjournalisten volgt, dit zowel via de website doet, als via de nieuwsbrief. Ze
63
volgen slechts één van de twee. Wel volgt de medewerker van het UAF Wereldjournalisten ook via
Twitter en één medewerker van het SMN gebruikt hiervoor ook Google+. Slechts één medewerker
zegt wel eens te reageren op nieuwsberichten van Wereldjournalisten, en wel via Twitter. Het gaat
hier om de medewerker van het UAF.
Er is ook weer gevraagd welke andere personen of organisaties die nieuwsberichten over de
multiculturele samenleving via sociale media verspreiden, de medewerkers volgen. Ze mochten er
maximaal vijf noemen. De volgende antwoorden zijn gegeven:
Respondent 1: Republiek Allochtonië
Respondent 2: Ahmed Marcouch, Tofik Dibi, Ewoud Butter, Hassnae Bouazza
Respondent 3: Radio Nederland Wereldomroep, Waterkant.net, Website ‘sociale vraagstukken’,
Forum.nl, Dichtbij.nl
Respondent 4: Stichting SMN, Moroccan Overseas Group (LinkedIn), Republiek Allochtonië
Respondent 5: Vluchtelingenwerk, Wereldomroep, NieuwWij
Respondent 6: Volgt niemand via sociale media
Op de vraag of de medewerkers ook etnische portals volgen, antwoordt één medewerker negatief (die
van het UAF). Vier medewerkers volgen Wereldjournalisten.nl. Drie medewerkers volgen de grootste
portal voor Marokkaans-Nederlandse jongeren, namelijk Marokko.nl. Het gaat hier om de drie
medewerkers van Marokkaanse organisaties (SMN en Marokkofonds). Eén medewerker van SMN en
de medewerker van het Marokkofonds volgen ook nog Maroc.nl. De medewerker van het SIO volgt de
Surinaamse portal Waterkant.net en een SMN-medewerker leest ook het multiculturele groepsblog
Wijblijvenhier.nl. De medewerker van PLON volgt alleen Poolse sites, namelijk twee Poolse
portalsites, Polonia en Niedziela, en de website van de Pools-Nederlandse Kulturele Vereniging
(PNKV).
Deze portals worden het meest gelezen vanwege de nieuwsberichten en de agenda. Alle
medewerkers die gebruik maken van etnische portals gebruiken deze functies. Daarnaast gebruikt de
medewerker van het Marokkofonds deze portals ook om het forum te lezen en te reageren op
berichten in het forum.
5.4.2.3 Benaderen van mainstream media
Alle medewerkers van minderhedenorganisaties benaderen wel eens mainstream media over
interessant nieuws op de eigen website (zie grafiek 4). Drie (de twee medewerkers van SMN en de
medewerker van het UAF) doen dit wekelijks en drie (SIO, Marokkofonds en PLON) een enkele keer
(minder dan één keer per maand). Landelijke dagbladen zijn wat dit betreft het meest favoriet, alle
medewerkers benaderen deze wel eens met eigen nieuws. Op de tweede plek staan regionale
dagbladen (drie medewerkers), gevolgd door opiniebladen, landelijke actualiteitenprogramma’s,
algemene nieuwssites (allen twee medewerkers) en regionale/lokale actualiteitenprogramma’s (één
medewerker). De medewerker van het UAF benadert al deze media wel eens. Huis-aan-huis bladen
64
zijn blijkbaar niet interessant voor de medewerkers; deze lokale printmedia worden nooit benaderd
over het plaatsen van eigen nieuws.
Grafiek 5. Welke algemene (mainstream) media benadert u wel eens in verband met interessant
nieuws op de website van uw organisatie (N=6)?
7
6
5
4
3
2
1
0
Aantal respondenten dat bepaalde mainstream media benadert
5.4.2.4. Het volgen van specifieke onderwerpen via sociale media
We wilden ook weer graag weten welke specifieke onderwerpen de medewerkers via sociale media
volgen. Politiek is favoriet: alle zes medewerkers zijn geïnteresseerd in dit onderwerp en volgen de
berichtgeving hieromtrent via sociale media. Ook integratie is een populair onderwerp, vijf
medewerkers zijn hierin geïnteresseerd. Daarnaast zijn arbeidsmarkt, onderwijs, emancipatie en
religie ook onderwerpen die de interesse van de medewerkers hebben; drie van hen volgen deze
onderwerpen via sociale media. De onderwerpen die het minst worden gevolgd via sociale media,
namelijk maar door één medewerker, zijn: gezondheidszorg, sport, kunst/cultuur en
seksualiteit/relaties. De medewerker van Marokkofonds en de medewerker van PLON hebben nog
één extra onderwerp toegevoegd die hij/zij volgen via sociale media: respectievelijk internationale
samenwerking en huisvesting.
5.4.2.5 Informatie over de verschillende websites van de minderhedenorganisaties
Aan de medewerkers is gevraagd om het doel van hun site te omschrijven. In de meeste gevallen
komt dit neer op het verschaffen van informatie over de organisatie of over/voor de doelgroep. Het
SIO noemt ook interactie met de bezoekers en het UAF wil ook graag donateurs werven via de site.
65
De doelgroep van het SMN en het Marokkofonds bestaat voornamelijk uit Marokkaanse Nederlanders
en geïnteresseerden in de Marokkaanse gemeenschap. Wel noemt één medewerker van het SMN
ook nog journalisten en zelforganisaties als doelgroepen. Het SIO richt zich specifiek op Surinamers
van de eerste generatie. De doelgroep van het UAF is heel breed: (potentiele) donateurs,
onderwijsinstellingen, werkgevers, gemeentelijke en landelijke beleidsmedewerkers, asielzoekers en
vluchtelingen. Stichting PLON richt zich expliciet op Polen in Nederland.
5.4.2.6 Betaalde of onbetaalde medewerkers
Vier van de vijf minderhedenorganisaties maakt gebruik van betaalde krachten voor de website. Drie
hiervan hebben één betaalde kracht in loondienst, alleen het Marokkofonds maakt enkel gebruik van
betaalde freelancers, namelijk twee in totaal. Naast één betaalde kracht in loondienst maakt SMN ook
gebruik van freelancers voor de website. Het SIO en Marokkofonds hebben allebei één stagiaire in
dienst die werkt aan de website. Stichting PLON is de enige organisatie die enkel draait op de inzet
van vrijwilligers; ook de website wordt bijgehouden door een vrijwilliger.
5.4.2.7 Financiering
Ook hebben we weer navraag gedaan naar de financiering van de verschillende websites. Slechts
één organisatie financiert de website door middel van overheidssubsidie. Een andere organisatie
gebruikt hier donaties en projectsubsidie via fondsen voor. Eén organisatie is puur afhankelijk van
giften en donaties. Op twee websites van organisaties is deze vraag niet van toepassing, aldus de
medewerkers van deze organisaties.
5.4.2.8 Aantal unieke bezoekers
De website van het UAF heeft gemiddeld het meeste aantal unieke bezoekers per maand, namelijk
tussen de 10.000 en 50.000. Die van het SIO en PLON de minste met gemiddeld iedere maand
minder dan 1000 unieke bezoekers. Wellicht heeft dit laatste wat het SIO betreft te maken met de
oudere leeftijd van de doelgroep: de eerste generatie Surinamers. De Poolse doelgroep van het PLON
is ook relatief klein, in vergelijking met de grootste etnische doelgroepen in Nederland. Daarnaast
verblijven veel Polen maar tijdelijk in Nederland, vanwege hun werk als seizoenarbeider in de
maanden juli/augustus/september. De medewerker van het Marokkofonds wist het aantal unieke
bezoekers per maand niet.
5.4.2.9 Redactiestatuut
Tot slot is gevraagd of website van de organisatie een eigen redactiestatuut heeft. Eén medewerker
van SMN antwoord hier bevestigend, maar de ander niet. Dit is met elkaar in tegenspraak. De andere
medewerkers geven aan dat hun website geen redactiestatuut heeft.
5.4.3. Journalisten
Tot slot bespreken we de antwoorden van de journalisten. Slechts drie journalisten hebben de
vragenlijst ingevuld. Het gaat om een journalist van Trouw, van EenVandaag en van Dichtbij.nl. Deze
66
journalisten zijn werkzaam bij drie verschillende media: een dagblad, een actualiteitenprogramma en
een lokale nieuwssite. De journalist van EenVandaag is redacteur online, de journalist van Trouw is
verslaggever op de redactie Binnenland en de journalist van Dichtbij.nl is de hoofdredacteur van dit
medium.
5.4.3.1 Sociaal mediagebruik
De journalisten die de enquête hebben ingevuld, maken veel gebruik van sociale media in hun werk.
De journalist van Trouw maakt alleen geen gebruik van Google+ en de journalist van EenVandaag
niet van nieuwsforums. Deze laatste noemt nog wel Storify, Soundcloud en YouTube als vormen van
sociale media die hij extra gebruikt. De journalist van Dichtbij.nl zet alle sociale media die in vraag 1
genoemd zijn (Twitter, Facebook, Hyves, Google+, LinkedIn en nieuwsforums) in voor zijn werk.
Op de vraag waarvoor de journalisten deze sociale media inzetten, antwoorden ze op alle mogelijke
redenen bevestigd. Dit betekent dat sociale media worden gebruikt als nieuwsbron, als bron voor
achtergrondinformatie, voor het onderhouden van contacten, voor het aanboren van nieuwe
contacten, en voor het verspreiden van eigen nieuwsberichten.
Ook is gevraagd of de journalisten sociale media wel eens gebruiken voor het zoeken naar informatie
over cultureel diverse onderwerpen. Alleen de journalist van Dichtbij.nl antwoord op deze vraag
ontkennend. De beide andere journalisten zoeken deze informatie op Facebook, Twitter, LinkedIn en
op forums gericht op etnische minderheden. De journalist van Trouw gebruikt hier ook nog Hyves
voor.
5.4.3.2 Wereldjournalisten en andere etnische portals
We waren ook benieuwd of de journalisten etnische portals uit hun hoofd kunnen benoemen. De
journalist van EenVandaag noemt de volgende portals: Maroc.nl, Maghreb Online, joods.nl,
mamjo.com, maluku.startpagina.nl. De journalist van Trouw noemt Waterkant.net, Maroc.nl en
Republiek Allochtonië. De journalist van Dichtbij.nl geeft aan dat hij, als hij diep nadenkt, er wel een
paar zou kunnen noemen, maar ze niet voorhanden heeft. Dit zegt volgens hem eigenlijk al genoeg:
hij is er niet actief op.
Op de vraag welke portals ze voor hun werk als journalist gebruiken, geeft de tv-journalist de volgende
antwoorden: Maroc.nl, Marokko.nl, Turks.nl, Wijblijvenhier.nl, Joods.nl. De dagbladjournalist bekijkt de
volgende portals wel eens voor zijn werk: Maroc.nl, Marokko.nl, Turks.nl, Waterkant.net,
Polenforum.nl, Wijblijvenhier.nl, Wereldjournalisten.nl en Republiek Allochtonië. De beide journalisten
gebruiken deze portals als nieuwsbron, als bron voor achtergrondinformatie, voor het onderhouden
van contacten en voor het aanboren van nieuwe contacten. Alleen de journalist van Trouw gebruikt
deze portals ook voor het verspreiden van eigen nieuwsberichten.
67
Op de vraag waarom hij geen gebruik maakt van etnische portals antwoord de journalist (en tevens
hoofdredacteur) van Dichtbij.nl als volgt: “Ik ben persoonlijk niet degene die hierover bericht. Mijn
mensen zullen deze sites zeker wel gebruiken. Bovendien komen alle bronnen samen op Twitter,
alwaar ik veel info vind over dit soort onderwerpen.”
Wereldjournalisten
Op de vraag of de journalisten Wereldjournalisten.nl kennen, antwoordt de journalist van EenVandaag
ontkennend. De journalist van Dichtbij.nl kent Wereldjournalisten wel, maar volgt de berichtgeving niet.
De journalist van Trouw kent Wereldjournalisten en volgt de berichtgeving via de site, via de digitale
nieuwsbrief en via Facebook en Twitter. Wel is het hierbij relevant om te vermelden dat de journalist
van Trouw een Surinaamse achtergrond heeft, en de andere twee journalisten een Nederlandse. Dit
gegeven is hoogstwaarschijnlijk van invloed op het gebruik van Wereldjournalisten. Alle drie de
journalisten reageren nooit op de berichtgeving van Wereldjournalisten.
De journalisten volgen ook andere personen en organisaties via sociale media, maar dit zijn er
volgens de journalist van Trouw teveel om op te noemen. De journalist van Dichtbij.nl noemt er één
die hem te binnen schiet: Dichtbij Nederland (radioprogramma van de NTR op radio 5).
Ook hebben we gevraagd of de journalisten altijd vaste bronnen raadplegen over multiculturele
onderwerpen. Op de hoofdredacteur van Dichtbij.nl is deze vraag niet van toepassing, maar de
journalist van EenVandaag verkrijgt zijn informatie meestal via vaste bronnen. De journalist van Trouw
gaat regelmatig op zoek naar nieuwe bronnen.
Tot slot is gevraagd of er speciale sociale mediaredacteuren zijn aangesteld op de redactie waar deze
journalisten werken. Bij EenVandaag zijn dat er twee, maar bij Trouw wordt iedereen geacht ‘iets’ met
sociale media te doen. Er is wel een aparte internetredactie bij Trouw. Bij Dichtbij.nl werken circa 30
mensen en die houden zich allemaal met sociale media bezig in hun werk.
5.5. Conclusie kwantitatieve survey
Over het algemeen zien we dat Facebook en Twitter veelvuldig in hun werk gebruikt worden door
zowel de portalbeheerders, medewerkers van minderhedenorganisaties als journalisten. Hyves en
Google+ worden door alle respondenten nauwelijks gebruikt en LinkedIn valt in de middenmoot.
Facebook en Twitter worden zowel door de portalbeheerders als de medewerkers van
minderhedenorganisaties veel gebruikt voor het reageren op, en posten van, berichten over de
multiculturele samenleving. Dit geldt voor berichten vanuit de eigen organisatie, maar ook over andere
cultureel-diverse berichten of aankondigingen van bijeenkomsten van andere (multiculturele)
organisaties. Overige sociale media (zoals LinkedIn en etnische forums) spelen hierbij minder een rol.
68
Van de zestien respondenten, hebben slechts twee respondenten nog nooit van Wereldjournalisten
gehoord (een journalist en een portalbeheerder). Van diegenen die Wereldjournalisten kennen, volgen
negen respondenten de berichtgeving van Wereldjournalisten via de website, vier via de digitale
nieuwsbrief, vier via Twitter en slechts één respondent (de journalist van Trouw) volgt
Wereldjournalisten ook via Facebook. De respondenten reageren nauwelijks op de berichtgeving van
Wereldjournalisten. Alleen de medewerker van het UAF geeft aan wel eens via Twitter te reageren en
één portalbeheerder reageert wel eens via de website van Wereldjournalisten.
Als we nu kijken welke andere personen of organisaties die nieuwsberichten over de multiculturele
samenleving verspreiden, de respondenten volgen via sociale media, dan wordt Republiek Allochtonië
het vaakst genoemd. Dit is een website dat nieuwsberichten, achtergrondartikelen en opinies met
betrekking tot de multiculturele samenleving verspreidt. Marokko.nl en Maroc.nl, de twee bekendste
Marokkaanse portalsites, worden ook een aantal keer genoemd. Opvallend is dat geenstijl.nl twee
keer genoemd wordt, een weblog dat bekend staat om zijn controversiële en rechts-georiënteerde
berichtgeving.
Zowel de portalbeheerders als de medewerkers van minderhedenorganisaties benaderen wel eens
mainstream media over interessant nieuws op hun eigen site. Zeven doen dit wekelijks. Landelijke
dagbladen zijn favoriet. Huis-aan-huisbladen worden door beide groepen nooit benaderd.
De onderwerpen die het meest gevolgd worden via sociale media door de portalbeheerders en
medewerkers van minderhedenorganisaties zijn binnenlandse politiek en integratie. Deze twee
thema’s springen er duidelijk bovenuit. Opvallend is dat het thema ‘kunst en cultuur’ wel populair is
onder de portalbeheerders, maar nauwelijks onder de medewerkers van minderhedenorganisaties.
Zeven van de acht portalbeheerders volgt dit thema via sociale media, terwijl slechts één van de vier
medewerkers van minderhedenorganisaties hierin geïnteresseerd is.
Al met al kunnen we stellen dat het gebruik van sociale media tamelijk ingeburgerd is in het dagelijks
werk van onze respondenten. Er wordt veel berichtgeving omtrent de multiculturele samenleving
gevolgd en gepost, maar zelf reageren op berichtgeving gebeurt niet veel. Dit is opvallend, aangezien
er tegenwoordig via vele verschillende (digitale) wegen op nieuws gereageerd kan worden. Ook kan
dit redelijk anoniem, bijvoorbeeld met behulp van een nickname. Helaas kunnen we hier geen
gefundeerde uitspraken over doen, hiervoor is onze groep respondenten te klein. In de diepteinterviews met ervaringsdeskundigen zijn we hier dieper op ingegaan. Hierover leest u meer in de
volgende paragraaf.
5.6 Resultaten diepte-interviews
Om dieper op het gebruik van sociale media, etnische portals en online nieuws binnen onze
doelgroepen in te gaan, hebben we een aantal deskundigen op het gebied van digitale media en
journalistiek geïnterviewd. Deze deskundigen moesten op de één of andere manier verwantschap
hebben met de multiculturele samenleving, hetzij vanwege hun eigen etnische achtergrond, hetzij
69
vanwege hun beroep. In totaal gaat het om vijf diepte-interviews met drie journalisten en twee
onderzoekers. Eén journalist en één onderzoeker zijn van Nederlandse komaf, de overige
respondenten hebben een Turkse, Afghaanse of Hindoestaanse achtergrond. Het gaat om de
volgende respondenten:
-
Francisco van Jole, internetjournalist en hoofdredacteur van Joop.nl, Nederlandse
achtergrond
-
Koen Leurs, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in onderzoek naar het
digitale mediagebruik van Marokkaans-Nederlandse jongeren, Nederlandse achtergrond
-
Sahar Noor, promovendus Religiewetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen,
Afghaanse achtergrond
-
Fatima Akgul, freelance journaliste en eigenaar videoproductiebedrijf Multicultural Media,
Turkse achtergrond
-
Mahesvari Autar, journaliste bij OHM eigenaresse van een eigen PR-bureau Purnam Events,
toegespitst op de Hindoestaanse gemeenschap, Hindoestaans-Surinaamse achtergrond
In de volgende paragrafen zullen we per thema een aantal interessante bevindingen uit de diepteinterviews beschrijven. We hebben hierbij steeds gekeken of de uitspraken van de respondenten ook
door de andere respondenten werden onderschreven. Op deze manier ontdekten we een aantal
interessante patronen in het (sociale) mediagebruik van de onderzochte minderheidsgroepen.
5.6.1 Sociale media
Volgens Francisco van Jole vervullen sociale media dezelfde functies als een café: het is een plek
waar mensen samenkomen om met elkaar te praten, informatie en ideeën uit te wisselen en kranten
en tijdschriften te lezen. Mensen praten de hele dag via sociale media met elkaar, ook over nieuws.
Via sociale media worden dezelfde gesprekken gevoerd als in een café. Dus als media, bedrijven,
maar ook burgers willen dat erover ze gepraat wordt, moeten ze zorgen dat ze op sociale media
aanwezig zijn. Want daar spelen veel gesprekken zich tegenwoordig af.
“Sociale media zijn het plein, de plek waar alles samenkomt. Daar waar de conversaties
plaatsvinden, het zijn de cafés” – Francisco van Jole
Digitale media, en sociale media in het bijzonder, zijn uitermate geschikt om mensen precies díe
informatie voor te schotelen die hun interesse heeft. Zowel Van Jole als Leurs wijzen op het
manipulerend vermogen van digitale mediabedrijven. Bedrijven als Google en Facebook kijken
intensief naar de zoekacties van internetgebruikers, hun interesses (wat ze ‘liken’ op Facebook en
Hyves bijvoorbeeld), welke producten ze bestellen via internet, etc. Op basis hiervan krijgt elke
internetgebruiker een persoonlijk menu van online advertenties, zoekresultaten en nieuwsberichten
onder ogen. Zo krijgt elke Facebookgebruiker weer andere berichten op zijn of haar timeline te zien,
gelinkt aan de eigen interesses. Ook advertenties op Facebook zijn persoonlijk op de gebruiker
afgestemd. Een ander voorbeeld: als iemand ‘Egypte’ intypt op Google, krijgt deze persoon misschien
70
als eerste vakantie-aanbiedingen voor Egypte te zien. Maar iemand anders krijgt wellicht bovenaan de
zoekresultaten allerlei nieuwsberichten over de Arabische revolutie (de ‘Arabische Lente’) te zien. Het
is maar net waar deze personen eerder op gezocht hebben. Het is zelfs zo dat als iemand
‘Marokkanen’ intikt als zoekopdracht op Google, er meteen al suggesties onder de zoekbalk
verschijnen zoals ‘Marokkanen moeten dood’ of ‘Marokkanen grappen’. Zeer confronterend voor
Marokkaanse internetgebruikers.
Tot zover onze bevindingen over sociale media in het algemeen. We bespreken hierna enkele
opvallende aspecten van de verschillende platformen op het gebied van sociale media.
5.6.1.1. Hyves
Na de oprichting in 2004 door de Nederlander Raymond Spanjar werd Hyves al snel erg populair in
Nederland, onder zowel jong als oud. Het was voor veel internetgebruikers de eerste kennismaking
met een profielwebsite. Maar sinds het begin van dit decennium is het meer internationaal
georiënteerde Facebook het Nederlandse Hyves voorbij gestreefd. Al onze respondenten zien een
dalende lijn in het gebruik van Hyves. Deze constatering wordt gestaafd door de laatste cijfers uit het
jaarlijkse onderzoek naar het sociale mediagebruik in Nederland van Newcom Research &
Consultancy. Uit de cijfers van maart 2012 blijkt dat er op dit moment 7,3 miljoen Nederlanders
gebruik maken van Facebook, waarvan 4,3 miljoen dagelijks. Van Hyves maken nog ‘slechts’ 3
miljoen Nederlanders gebruik, waarvan 0,9 miljoen dagelijks. Vergeleken met 2011, is het gebruik van
Facebook relatief gezien met 45 procent gestegen en van Hyves 38 procent gedaald. YouTube houdt
een nek-aan-nekrace met Facebook: 6,9 miljoen Nederlanders maken gebruik van dit videoplatform,
maar hiervan slechts 1 miljoen dagelijks. Het aantal Nederlanders dat een account heeft bij LinkedIn
en Twitter is gelijk: 3,2 miljoen. Wel maken meer mensen dagelijks gebruik van Twitter dan van
LinkedIn, 1,5 miljoen tegen 0,3 miljoen LinkedIn-gebruikers (Newcom Research & Consultancy, 2012).
Volgens zowel Van Jole als Leurs heeft de leegloop bij Hyves ook te maken met de overname van dit
platform door de Telegraaf Media Groep. De Telegraaf heeft onder veel mediagebruikers (ook onder
jonge Marokkaans-Nederlandse jongeren, zo blijkt uit het onderzoek van Leurs) een negatief imago.
Daarom stapten veel Hyves-gebruikers over naar Facebook. Ook wordt Hyves door veel wat oudere
jongeren gezien als kinderachtig, als een site voor tieners. Volgens Koen Leurs is Hyves nog steeds
populair, maar dan vooral onder 12 tot 15-jarigen. Vanaf een jaar of 16 wordt Hyves als kinderachtig
gezien en volgt vaak de overstap naar Facebook. Facebook heeft een wat professioneler imago. Het
kleurrijke van Hyves, vanwege de vele mogelijkheden om je eigen profielsite te ‘pimpen’, zoals de
achtergrond veranderen en het plaatsen van privéfoto’s, wordt juist gezien als kinderachtig en voor
tieners. Zowel Sahar Noor, Fatima Akgul als Mahesvari Autar zeggen nog wel een Hyves-account te
hebben, maar er niks meer mee te doen. Ook uit het onderzoek van Newcom blijkt dat vooral het
gebruik van Hyves onder 15- tot 20-jarigen is afgenomen.
71
“Hyves heeft een wat jeugdiger karakter, Facebook is wat volwassener. Ik ken meerdere
mensen die hun Hyves hebben verwijderd” – Sahar Noor
5.6.1.2 Facebook
Over populariteit van Facebook kunnen we kort zijn: deze staat onomstreden vast. Ook onder etnische
groepen is dit sociale mediaplatform ongekend populair, zo blijkt uit onze gesprekken. Het is immers
een prachtig medium om met vrienden en familie uit binnen- en buitenland informatie te delen. En dit
wordt dan ook veelvuldig gedaan, zo blijkt. Facebook wordt gezien als een veilige plek om met elkaar
te discussiëren over zaken die betrekking hebben op de eigen etniciteit, identiteit, land van herkomst
en religie. Op Facebook vinden veel debatten plaats, volgens onze respondenten. Maar het verschil
met Twitter is dat deze debatten in de eigen privésfeer, met vrienden, familie en collega’s,
plaatsvinden. Op Facebook zijn de meeste pagina’s afgeschermd, waardoor de berichten alleen door
vrienden, of vrienden van vrienden, gezien kunnen worden. Dit betekent dat de discussies die hier
worden gevoerd, vaak persoonlijker van aard zijn dan op Twitter.
Via Facebook worden onderling veel filmpjes, liedjes, gedichten, religieuze teksten en nieuwsartikelen
uitgewisseld. Onder de Hindoestanen is alles wat met Bollywood (de Indiase filmindustrie) te maken
heeft, populair, aldus Mahesvari Autar. De Afghaanse gemeenschap heeft volgens Sahar Noor een
hele sterke band met Afghanistan en daarom zijn er via Facebook veel contacten met jongeren in
Afghanistan. Volgens haar is het de perfecte manier om een brug te slaan tussen Nederland en
Afghanistan: “Je kunt heel veel kennis met elkaar uitwisselen, je kunt heel veel laten zien van wat wat
hier doen, wij kunnen heel veel zien en horen van wat zij daar doen. […] Want wij zijn van dezelfde
generatie, alleen we wonen zevenduizend kilometer van elkaar af.” Volgens haar is Facebook een
‘katalysator van nationalistische sentimenten en saamhorigheid’. Veel foto’s en filmpjes van
Afghanistan worden gedeeld. Er zijn zelfs familiepagina’s op Facebook waarmee familieleden uit
binnen- en buitenland elkaar via foto’s en berichten op de hoogte houden van hun wel en wee.
Voor Turken geldt een zelfde sterke band met het moederland, wat tot uiting komt op Facebook.
Volgens Fatima Akgul communiceren Turken in Nederland veel met elkaar via Facebook, ook met
familie in het buitenland. Ze zijn volgens haar “erg nationalistisch en heel erg met Turkije verbonden.”
Akgul is getrouwd met een Marokkaan en beweert dat Marokkanen een minder hechte band met hun
land van herkomst hebben. Volgens Leurs gebruiken Marokkaans-Nederlandse jongeren sociale
media als Hyves en Facebook vooral om hun identiteit vorm te geven, om te laten zien waar ze voor
staan door verschillende pagina’s te ‘liken’. En om contacten te onderhouden met vrienden.
Een ander aspect dat naar voren komt uit de interviews, is humor. Leden van etnische
minderheidsgroepen delen via Facebook veel cartoons en grappen met elkaar. Dit geldt voor
Marokkaans-Nederlandse jongeren, maar ook voor jongeren met een Afghaanse en Turkse
achtergrond. Volgens Sahar Noor zijn er heel veel moppenpagina’s op Facebook, die veelvuldig
gedeeld worden. Ook Turken delen vaak filmpjes van comedysketches, al dan niet zelfgemaakt, aldus
Akgul.
72
5.6.1.3 Twitter
Over Twitter zijn de Marokkaans-Nederlandse jongeren uit het onderzoek van Leurs nogal sceptisch.
Ze hekelen de publieke karakter van dit platform, en geven de voorkeur aan een veiliger en meer
private omgeving zoals Facebook of Hyves. Diegenen die het gebruiken, zijn meer de wat oudere
jongeren. Een Turks-Nederlands meisje van 16 (Feyza Akgul, het nichtje van Fatima Akgul) die we
nog wat vragen stelden over haar sociale mediagebruik, vertelt dat ze een afgeschermd account op
Twitter gebruikt. Ze gebruikt Twitter voor communicatie met vrienden en voor het volgen van (Turkse)
beroemdheden. Maar ze wil niet dat iedereen haar gesprekken op Twitter kan volgen (“Het is privé en
alleen voor mensen die ik ken”). Wellicht zijn jongeren uit etnische minderheidsgroepen wat huiveriger
voor het openbaar tentoonspreiden van hun onderlinge gesprekken en discussies. Mahesvari Autar
gebruikt Twitter voornamelijk om zichzelf als Hindoestaanse mediaprofessional te profileren, en de
door haar georganiseerde evenementen te promoten. Ook volgt ze een aantal bekende Hindoestanen
in Nederland. Sahar Noor en Fatima Akgul maken geen gebruik van Twitter. Ze geven aan al genoeg
tijd kwijt te zijn met het volgen van andere (sociale) media.
Binnen de journalistiek neemt Twitter een steeds prominentere plaats in. Het is bij journalisten populair
voor het laten zien waar je mee bezig bent, voor als je ergens naar op zoek bent, voor een goed
gesprek…. Volgens Van Jole is Twitter een geweldige vraagbaak voor het inwinnen van informatie.
Ook is Twitter heel geschikt voor het voeren van debatten. Zo verschijnen de opiniestukken van
Joop.nl, de opiniesite van de VARA waar Van Jole hoofdredacteur van is, automatisch op Twitter.
Deze artikelen zijn vaak aanleiding van een discussie, tussen verschillende lezers, vaak ook met
deelname van de schrijver van het opiniestuk. Op deze manier vinden verschillende publieke debatten
via Twitter plaats. Daarnaast fungeert Twitter als een interactief platform voor verschillende media om
contacten te onderhouden met de eigen lezers, kijkers en luisteraars.
5.6.1.4 YouTube
Uit alle gesprekken die we voerden over het sociale mediagebruik van etnische minderheden, kwam
het belang van YouTube naar voren. YouTube is een belangrijk platform voor het bekijken van
beelden die via de Nederlandse media niet te zien zijn. Zo wordt YouTube gebruikt voor het kijken
naar muziekvideo’s (vooral van artiesten uit het land van herkomst), maar ook voor het bekijken van
filmpjes over het land van herkomst. Dit kunnen amateurvideo’s zijn, geschoten door vakantiegangers
in Marokko, Turkije of Afghanistan, maar ook fragmenten uit internationale nieuwsuitzendingen. De
amateurvideo’s van alledaagse taferelen in het land van herkomst worden bekeken vanuit een soort
gevoel van heimwee naar dit land. Maar ook de media uit het land van herkomst worden via YouTube
gevolgd. Akgul zegt naar Turkse series en televisiezenders via YouTube te kijken. Op forums als
Marokko.nl en Maroc.nl worden vaak beelden uit Arabische nieuwsprogramma’s die op YouTube
staan, gepost. En volgens Autar is YouTube voor Hindoestanen een soort van entertainmentkanaal
voor filmpjes over en uit Bollywood.
73
“YouTube wordt ook bekeken voor zaken die je niet kunt terugvinden in de Nederlandse
media” – Mahesvari Autar
YouTube kan worden gezien als een soort ‘venster op de wereld’, waar bewegende beelden vanuit de
hele wereld verzameld zijn. Het is een bron voor alternatief nieuws, maar ook voor het kijken naar
buitenlandse films en televisieprogramma’s. Veel beelden op YouTube roepen bij leden van etnische
minderheidsgroepen nostalgische gevoelens op met betrekking tot het land van herkomst. Ze kunnen
hier beelden zien die in geen enkel Nederlands medium voorbij komen. Veel van deze beelden
worden dan weer via Facebook met elkaar gedeeld.
5.6.1.5 LinkedIn
LinkedIn is beduidend minder populair en wordt alleen voor zakelijke doeleinden gebruikt. Voor het
onderhouden van contacten met vrienden en familie en het delen van persoonlijke informatie is dit
platform minder geschikt. Per beroepsgroep zijn er verschillende subgroepen waar aan het beroep
gerelateerde discussies plaatsvinden. Sahar Noor gaf aan dat er ook een LinkedIn community is
genaamd ‘Afghan Professional Community’, waar Afghaanse professionals bij zijn aangesloten. Zij
heeft zelf niet de behoefte om hier bij te horen.
Facebook wordt over het algemeen leuker en makkelijker in het gebruik gevonden. Niemand is echt
enthousiast over LinkedIn en gebruikt het veel. Bij Mahesvari Autar gaat persoonlijk contact met
zakelijke relaties boven digitaal contact via LinkedIn. Zij gaat liever naar een netwerkborrel. Maar dit
zal per persoon verschillen. De focus in dit onderzoek ligt op het gebruik Facebook en Twitter, en niet
op het gebruik van LinkedIn. Daarnaast kwam uit de interviews met de respondenten niet naar voren
dat LinkedIn een belangrijke plaats in hun sociale mediagebruik inneemt (zoals bij YouTube), daarom
gaan we hier verder niet dieper op het gebruik van LinkedIn in.
5.6.2 Etnische forums
Etnische forums nemen vooral in de levens van Marokkaans-Nederlandse jongeren een belangrijke
plaats in. Daarnaast zijn er ook veel jongeren met andere etnische achtergronden die gebruik maken
van etnische portals. Met name Marokko.nl trekt meerdere etniciteiten aan, volgens Koen Leurs. Deze
portal is onder etnische jongeren nu veruit het populairst, populairder dan Maroc.nl. Leurs merkte dat
Maroc.nl als iets serieuzer wordt beschouwd, voor een wat oudere leeftijdsgroep. De populariteit van
Marokko.nl heeft volgens Leurs te maken met drie verschillende componenten. Ten eerste de etnische
component: het voelt voor zijn respondenten als een veilige plek, waar ze kunnen zeggen wat ze
willen zonder dat ze gecontroleerd worden van buitenaf. Deze (digitale) ruimte voelt als hun eigendom
en ze voelen zich er veilig om hun eigen stem te laten horen. En ze hebben ook het gevoel hier
waardering voor hun mening te krijgen. De tweede component is de gendercomponent. Moslima’s
voelen zich binnen de grenzen van Marokko.nl en buiten het zicht van ouders en oudere broers en
zussen, vrij om vragen te stellen over persoonlijke onderwerpen als seksualiteit, liefde, trouwen etc.
74
De vrouwelijke respondenten van Leurs gaven aan met dit soort vragen moeilijk bij hun ouders terecht
te kunnen. Tot slot identificeerde Leurs een religieuze component. Via Marokko.nl probeerden zijn
respondenten antwoord te krijgen op praktische vragen met betrekking tot de islam. Zoals
kledingvoorschriften, moskeebezoek, wat is haram (verboden) en halal (toegestaan), wat staat er in de
Koran over bepaalde zaken, etc. Overigens signaleerde Leurs een duidelijke voorkeur voor sociale
media bij meisjes van Marokkaanse afkomst ten opzichte van jongens van Marokkaanse afkomst. Dit
blijkt volgens hem ook uit diverse literatuur. Meisjes zijn eerder met sociale contacten bezig, bij
jongens vormt zich dit op latere leeftijd. Dan gaan ze zich ook meer voor sociale media interesseren.
In eerste instantie zijn jongens vooral geïnteresseerd in gamen, aldus Leurs.
“Ook Turken discussiëren veel op internet. Niet alles kunnen ze thuis bespreken, dus dan
moeten ze zich ergens uiten en dat is dan meestal op internet. Daar kun je het lekker
anoniem doen” – Fatima Akgul
Zowel Sahar Noor, Fatima Akgul als Mahesvari Autar zijn niet actief op etnische forums. Sahar Noor is
dit in het verleden wel geweest, van Afghaanse portals als Afghan.nl en Afghan Connection. Volgens
haar was vooral Afghan Connection zo’n tien jaar geleden een hele goede discussiesite. Maar ze
heeft het idee dat dit soort forums nu vooral een wat jonger, meer religieus georiënteerd publiek
trekken. Forums zijn anoniemer dan Facebook, want je kunt onder een andere naam een profiel
aanmaken. Volgens Noor zijn portals dan ook een wat veiliger omgeving om kritische meningen te
uiten. Toch vindt Mahesvari Autar de discussies op Hindoestaanse portalsites vaak van een laag
niveau. De gesprekken op portalsites als Indian Feelings, Sangam en Kaise gaan vaak over uitgaan,
daten en uiterlijk. Ze laat dit zien aan de hand van een voorbeeld op het discussieforum Kaise.nl. Op
het bericht ‘PVV trekt Hindoestanen uit alle sociale klasse’ komen drie reacties, en op een bericht over
‘hoge hakken’ komen 137 reacties. Ze kijkt alleen op dit soort forums als ze even wil kijken wat er
speelt onder een bepaald segment van de gemeenschap. Waterkant volgt ze voor de laatste politieke
ontwikkelingen uit Suriname. Maar sinds Bouterse aan de macht is, worden de media in Suriname
behoorlijk gecensureerd, dus vindt ze Waterkant ook een stuk minder interessant. Over het algemeen
ziet ze dat de discussies onder de Hindoestaanse gemeenschap zich verplaatsen van internetforums
naar sociale media als Facebook en Twitter. Ze merkt dat jongeren veel minder actief op forums zijn
dan een paar jaar terug.
“Je merkt wel dat jongeren actief zijn op forums, maar veel minder dan een paar jaar
terug, voor de komst van social media. Nu, als jongeren een discussieplatform vinden, is
dat voornamelijk op Facebook” – Mahesvari Autar
Koen Leurs heeft zich ook verdiept in het gebruik van nicknames op forums, MSN en in games. Hij
merkte dat jongens met een Marokkaanse achtergrond soms hun etniciteit niet prijs willen geven, en
dan een Nederlandse of Engelse naam aannemen in een game. Op forums kiezen meisjes vaak voor
een ‘meisjesachtige’ nickname met ‘girl’ of ‘woman’ in combinatie met ‘Mocro’. De handtekeningen
75
(tekstregels die standaard onder elke post van de gebruiker verschijnen) worden vaak door meisjes
gebruikt en zijn vaak heel religieus georiënteerd. Jongens kiezen vaak voor een stoere nickname,
zoals ‘coolboy’ of quotes uit liedjes van hiphoppers. Vaak kiezen jonge forum of MSN-gebruikers voor
benamingen uit de jeugdcultuur, in combinatie met teksten die hun Marokkaanse achtergrond
verraden. Deze achtergrond laten ze dus wel zien op etnische discussieforums, en tijdens
chatgesprekken, omdat ze zich in zo’n omgeving veilig voelen om hun ware identiteit te laten zien. Ze
leggen daar immers meestal contact met jongeren met een niet-Nederlandse achtergrond. In games
ligt dit anders, daar doen ook veel deelnemers met een autochtone achtergrond aan mee. Hier geven
jongeren minder graag hun etniciteit prijs, uit angst voor negatieve reacties.
5.6.3 Onderwerpen
Onze respondenten vertelden ook over de onderwerpen waarover op internet gedebatteerd wordt.
Deze onderwerpen variëren van heel politieke onderwerpen tot wat meer oppervlakkige onderwerpen
over uitgaan en relaties. Vergelijkbaar met gesprekken in het dagelijks leven. Qua nieuws lopen de
discussies uiteen van heel mondiale onderwerpen (bijvoorbeeld over Palestina of de Arabische Lente)
tot juist heel lokale onderwerpen. Koen Leurs ondervond in zijn onderzoek dat jongeren met een
Marokkaanse achtergrond vooral heel erg geïnteresseerd zijn in nieuws over hun eigen stad, wijk of
school. Hoe dichterbij, hoe interessanter, aldus Leurs. De persoonlijke beleving staat voorop. Dit zien
we ook terug in de populariteit van nieuwsberichten over voorvallen met betrekking tot racisme. Hier
wordt veel op gereageerd in forums, zo blijkt uit onze eigen monitorgegevens van etnische forums.
Leurs beaamt dit. Hij vond het pijnlijk om te merken hoe vaak zijn respondenten met racisme in
aanraking komen, zowel op internet als ook in het dagelijks leven.
“We hebben ook gevraagd naar het soort nieuws dat onze respondenten interessant
vinden, lokaal nieuws, Nederlands nieuws of wereldwijd nieuws, en daaruit bleek ook
echt: hoe dichterbij, hoe interessanter. De persoonlijke beleving wordt echt voorop
gesteld” – Koen Leurs
De islam is vanzelfsprekend een hot topic onder moslimjongeren. Leurs merkte dat vooral de meisjes
onder zijn respondenten veel met religie bezig waren op internet, meer dan jongens. Meisjes praten
meer over religieuze onderwerpen op forums dan jongens, en gaan echt actief op zoek naar de regels
en gebruiken van de islam. Voor jongens is dit een minder groot issue.
Vaak zijn sociale mediagebruikers met een islamitische achtergrond lid van religieuze pagina’s op
Facebook en Hyves. Vooral ten tijde van de islamitische feestdagen zijn deze pagina’s populair, voor
het ontvangen van nieuwtjes, gebedstijden en voorschriften. Leurs vertelde dat de dua-oproepen op
Hyves heel populair zijn. Via een dua wordt opgeroepen om voor iemand te bidden. Deze ‘dua’s’
worden veel doorgestuurd, bijvoorbeeld voor iemand die een ongeluk heeft gehad. Ook Fatima Akgul
geeft aan dat ze lid is van ‘moslimgroepen’ op Facebook, onder andere voor het ontvangen van mooie
Koranteksten en nieuws rond de islamitische feestdagen. Sahar Noor vertelde dat veel moslima’s lid
76
zijn van Facebookpagina’s van mannelijke predikers. Op deze manier ontvangen ze informatie over
religieuze bijeenkomsten en ander nieuws rond de islam.
5.6.4 Nieuws
Het tijdperk van de ‘oude’ media zoals kranten en televisie is volgens Francisco Van Jole eindig, daar
zit geen toekomst meer in. Mediagebruikers gaan steeds meer een persoonlijk ‘nieuwsmenu’
samenstellen via internet, door middel van apps, nieuwssites, Twitter, Facebook etc. Via allerlei
verschillende (om)wegen stroomt het nieuws binnen op de smartphone, de tablet en de laptop, naast
de traditionele media als radio, kranten en televisie. Sociale media spelen hier een belangrijke rol in.
Via sociale platforms als Facebook en Twitter wordt veel nieuws aan elkaar doorgegeven.
Nieuwsberichten komen vanuit de zender (een krant, tijdschrift of nieuwsredactie) tegenwoordig
zelden rechtstreeks bij de ontvanger (de nieuwsconsument) terecht. Het nieuws komt via verschillende
wegen, zoals rss feeds, nieuwssites, Twitter en Facebook, bij de consument terecht.
“Ik zelf kijk nooit naar het nieuws of ik lees nooit de krant, maar door sociale media kom
ik er al gauw achter” – Feyza Akgul
De nieuwsconsument pikt zijn nieuws op verschillende tijdstippen en via verschillende (mobiele)
apparaten en online toepassingen op, en volgens Van Jole is het daarom voor journalisten en media
een ‘must’ om zich binnen deze sociale media te begeven. Want dat is volgens hem de taak van de
journalist: “midden tussen de mensen staan.” Het is nu aan de media om nog beter in te spelen op de
online nieuwsbehoefte van consumenten.
Als we nu kijken naar het nieuwsgebruik van onze doelgroepen, dan valt op dat moslimjongeren de
buitenlandse media vooral gebruiken als aanvulling op het Nederlandse nieuws. Zo kijken jongeren
vaak mee met hun ouders naar Arabische en Turkse zenders. Fatima Akgul zegt geen één Turk te
kennen die geen satellietschotel heeft. Ook lezen Turks-Nederlandse jongeren veel Turkse kranten via
internet. Ook Afghaanse jongeren gaan via internet op zoek naar nieuws over Afghanistan, ze zijn wat
hun nieuwsgebruik betreft heel internationaal georiënteerd. Ook nieuws uit Amerikaanse kranten wordt
veel via internet gelezen en gedeeld, omdat deze kranten veel berichten over Afghanistan, aldus
Sahar Noor. Maar ze benadrukt dat Afghanen in Nederland ook bijzonder geïnteresseerd zijn in de
Nederlandse politiek en heel politiek geëngageerd zijn. Volgens Mahesvari Autar hechten
Hindoestaanse jongeren vooral veel waarde aan YouTube als bron voor internationaal nieuws. Maar
ook internationale nieuwssites worden geraadpleegd, zoals die van de Indian Times. Overigens
signaleert Francisco van Jole een terugloop in de interesse voor buitenlandberichtgeving in de
Nederland. Volgens hem is de focus in Nederland de afgelopen tien jaar van het buitenland verplaatst
naar het binnenland. Wellicht heeft de aandacht van etnische minderheden voor buitenlandse
nieuwszenders en nieuwssites hier mee te maken. Nederlandse media richten zich volgens Van Jole
tegenwoordig voornamelijk op nationaal, regionaal en zelfs lokaal nieuws. Voor achtergrondinformatie
77
over buitenlandse aangelegenheden, en dan met name wat de berichtgeving over niet-westerse
landen betreft, zijn leden uit minderheidsgroepen aangewezen op buitenlandse media.
Nederlands nieuws verzamelen jongeren voornamelijk online via NU.nl, websites van kranten en
nieuwsapps. Uit alle gesprekken komt naar voren dat nieuws vooral via de mobiel wordt gelezen.
Nederlandse kranten worden op papier nauwelijks gelezen en ook het journaal is niet erg populair.
Wel lezen jongeren regelmatig gratis kranten zoals de Metro en de Sp!ts.
“Jongeren zijn meer van het internet, die gaan niet echt meer naar journaals kijken” –
Fatima Akgul
Facebook wordt volgens onze respondenten niet vaak als bron voor nieuws gebruikt. Wel delen
Facebookgebruikers regelmatig nieuwsberichten met elkaar, en reageren hierop, maar het gaat niet
om een constante nieuwsstroom. Het verschilt ook per gebruiker. Mahesvari Autar zegt vaak
nieuwsberichten te delen met haar Facebookvrienden en ook graag hun mening hierover te horen.
Maar bij andere Facebookgebruikers ziet ze vaak alleen maar persoonlijke informatie voorbij komen
over feestjes, bruiloften, filmavonden etc. Wat Twitter betreft kunnen we ons voorstellen dat hier meer
nieuwsberichten worden gelezen en gedeeld, omdat het platform hier zich beter voor leent. Twitter is
wat vluchtiger, en de stroom met berichten omvangrijker. Nieuwtjes worden met elkaar gedeeld, maar
zijn ook binnen afzienbare tijd weer van de timeline verdwenen, door de constante aanwas van
nieuwe berichten (afhankelijk van het aantal gevolgde Twitter-accounts). Helaas zijn we via ons
onderzoek weinig te weten gekomen over het Twitter-gebruik van onze etnische doelgroepen, omdat
de respondenten die we spraken, geen actieve Twitteraars waren (met uitzondering van Francisco van
Jole) en hier ook weinig over wisten te vertellen.
5.6.5. Identiteitsvorming
Eén van de belangrijkste conclusies uit het promotieonderzoek van Koen Leurs is de bevinding dat
jongeren met een Marokkaanse achtergrond bij de vorming van hun identiteit gebruik maken van
verschillende affiliaties. Zo kan de affiliatie met het land van herkomst (Marokko) heel goed
samengaan met een affiliatie met een lokale jeugdcultuur in Nederland, of met meer globale affiliaties
zoals religie. Al deze verbanden komen tot uitdrukking in het digitale mediagebruik van MarokkaansNederlandse jongeren. Jongeren gebruiken profielsites binnen Hyves en Facebook om te laten zien
wie ze zijn en waar ze voor staan: hun interesses, muziekvoorkeur, kledingkeuze, sport, afkomst,
religie, politieke voorkeur etc. Dit varieert van mondiale merken als Hennes & Mauritz en MacDonalds
tot Marokkaanse thee en skinny jeans (zie ook figuur 2 op pagina 18).
“Sociale media zijn een verrijking, want daar kun je wél je boodschap kwijt, je eigen
boodschap” – Mahesvari Autar
78
Op etnische forums creëren jongeren een eigen, veilige plek waar ze zich niet hoeven te schamen
voor hun afkomst en eigen identiteit. Hier laten ze zien dat ze juist trots zijn op hun achtergrond, door
middel van een verwijzing naar hun etniciteit in hun nickname, handtekening of avatar (profielfoto).
Jongeren willen graag ergens bijhoren, hun identiteit ergens terugzien, aldus Mahesvari Autar.
En aangezien ze deze identiteit weinig terugzien in de Nederlandse media, zoeken ze steun bij elkaar
via sociale media en etnische forums. Autar refereert aan de Hindoestaanse gemeenschap als ‘de
stille groep’, aangezien deze gemeenschap nauwelijks aan bod komt in de reguliere Nederlandse
media. Ze onderstreept ook dat het moeilijk is om buiten de eigen kring je mening te uiten. Want “wie
vindt jou interessant genoeg om jouw mening aan te horen?” Daarom vinden discussies voornamelijk
plaats binnen de eigen, vertrouwde kring. En sociale media bieden hiervoor een handig platform.
De eigen identiteit komt ook naar voren in het taalgebruik. Daarom is het interessant om de taal die de
verschillende etnische groepen op internet spreken, onder de loep te nemen. Zoals we al eerder
zagen, spreken Turks-Nederlandse jongeren van huis uit vaak de Turkse taal. Ze spreken Turks met
hun ouders, met hun vrienden, maar ook vaak op internet. In Turkse discussieforums worden de
Nederlandse en Turkse taal door elkaar gebruikt. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de sterk
nationalistische inslag van Turkse Nederlanders, wat tot uiting komt in de sterke band met Turkije en
de Turkse taal. Op Marokkaanse discussieforums wordt overwegend Nederlands gepraat. Veel
Marokkaans-Nederlandse jongeren zijn de Arabische taal niet machtig en praten onderling vaak een
mengeling van Nederlands, Arabische en Berberwoorden en straattaal (waarin vaak woorden uit
verschillende talen worden gecombineerd). Ook Leurs zag dat Marokkaans-Nederlandse jongeren
vaak een soort ‘slang’ met elkaar spreken en gebruik maken van termen uit de hiphop, de Arabische
taal, de Berbertalen en het Nederlands. Sahar Noor vertelde dat Afghaanse jongeren voornamelijk
onderling in het Engels en in het Nederlands communiceren. Waarschijnlijk wordt er met jongeren in
Afghanistan in het Engels gepraat. De oudere generatie Afghanen communiceert vaak in het Dari
(Perzisch) met elkaar, aldus Noor.
5.6.6. Kritiek ten opzichte van de Nederlandse media
We hebben onze respondenten ook gevraagd of ze bij de etnische gemeenschap waartoe ze
behoren, veel kritiek bespeuren ten opzichte van de Nederlandse media. Sahar Noor heeft het idee
dat Afghanen veel positiever tegen de Nederlandse media aankijken dan Marokkanen. Ze beaamt dat
Marokkanen veel negatiever in beeld komen dan Afghanen, maar geeft aan dat Afghanen het heel erg
leuk vinden om in het middelpunt van de belangstelling te staan. De Afghaanse gemeenschap vindt
het heel belangrijk als er een soort ‘rolmodel’ opstaat die positief in beeld komt. Fatima Akgul is
daarentegen erg negatief over de Nederlandse nieuwsmedia. Ze vindt de Nederlandse media niet
objectief genoeg en teveel vanuit één gezichtspunt berichten. De kant van moslims wordt vaak
onderbelicht. Ze neemt als voorbeeld de verbranding van moslims in Myanmar. Nieuwsberichten over
9
dit voorval zag ze niet in de westerse media voorbijkomen , maar wel in de Arabische media. Akgul:
9
Inmiddels besteden de Nederlandse media wel aandacht aan de hetze tegen de Rohingya-moslimminderheid in
Myanmar (Birma). Zo meldt de Volkskrant op 26 oktober 2012: ’56 doden door nieuwe golf van geweld in
Myanmar’.
79
“Voor ons is het raar dat we zoiets als in Myanmar in onze media wel zien, maar in de westerse media
niet. Wij hebben dan zoiets van ‘hè, is dat voor het niet belangrijk?’. En daarom neemt het vertrouwen
van die allochtone jongeren in de westerse media af. Dan voelen ze zich niet dichtbij.”
Ook Leurs merkte bij zijn Marokkaans-Nederlandse respondenten veel kritiek ten opzichte van de
Nederlandse media, ze maakten hierbij geen onderscheid tussen de publieke en commerciële
omroep. Velen vonden de berichtgeving erg eenzijdig, en vooral de Telegraaf kreeg ervan langs. Op
forums merkte Leurs dan ook veel terughoudendheid ten opzichte van ‘buitenstaanders’ zoals
journalisten. Forumgebruikers voelden zich vaak misbruikt door journalisten die daar alleen maar zijn
om een paar quotes te pakken en dan weer verdwijnen. Vragen van onderzoekers en journalisten
werden dan ook vaak niet beantwoord.
Mahesvari Autar is vooral gefrustreerd over de weinige aandacht die Hindoestanen in de Nederlandse
media krijgen. Volgens haar zijn Hindoestanen niet interessant voor de Nederlandse media, omdat ze
geen probleemkwestie zijn. Volgens haar is de keerzijde van de grote hoeveelheid negatieve
aandacht voor moslims in de media dat (vooral de linkse) journalisten juist naar positieve berichten
gaan zoeken over moslims, bijvoorbeeld over het suikerfeest. Maar ze vraagt zich af waarom er niet
eens een keer aandacht wordt besteed aan de Hindoestaanse vastenperiode.
“Het suikerfeest van moslims wordt altijd op de voorpagina van bijvoorbeeld een Sp!ts of
Metro geplaatst: ‘Ramadan is weer begonnen’. Maar wanneer komt er een keer op de
voorpagina te staan dat Divali weer is begonnen? En binnenkort is er Navaratri, dan
vasten de Hindoes ook heel strikt. En dat weet niemand.” – Mahesvari Autar
Zowel Akgul als Autar klagen over de eenzijdige berichtgeving van de Nederlandse media en vinden
het onbegrijpelijk dat er zo weinig leden van etnische minderheidsgroepen aan het woord worden
gelaten. Akgul zegt dat ze nog nooit door de media is benaderd om haar mening ergens over te
geven: “Ik geloof niet dat het zo moeilijk is om de allochtone groep te benaderen. Je hebt zat mensen
en organisaties die willen praten. […] Ik ben zelf een Turkse journalist, wie heeft mij ooit ergens voor
benaderd? Ik ken een Afghaanse journalist (Sahar Jahish), zij ook niet.” Mahesvari Autar is wel eens
benaderd door Dichtbij Nederland om haar verhaal over orgaandonatie te vertellen. Ze heeft ooit een
symposium over dit onderwerp georganiseerd en hierover bericht via sociale media. Dichtbij
Nederland pikte dit op en kwam op deze manier bij haar terecht. Inmiddels is ze al twee keer door hen
gebeld over het onderwerp orgaandonatie. Maar ze benadrukt dat je als Hindoestaanse jongeren wel
moet durven om je mening in het openbaar te verkondigen. Je moet je nek uit durven steken en niet
bang zijn voor kritiek.
5.6.7. Bruggen bouwen
Een belangrijke vraag die we middels dit onderzoek trachten te beantwoorden, is of sociale media als
brug kunnen dienen tussen mainstream media en de multiculturele samenleving. Journalisten zouden
via sociale media makkelijker in contact kunnen komen met leden van etnische groepen, en hierdoor
80
meer diverse bronnen aan kunnen spreken met betrekking tot multiculturele vraagstukken. Aan de
andere kant zouden etnische minderheden via sociale media makkelijker kunnen deelnemen aan het
publieke debat, doordat ze via online platforms als Facebook en Twitter met hun mening naar buiten
kunnen treden. We hebben deze kwestie ook voorgelegd aan onze respondenten en hieruit kwam het
volgende naar voren.
Francisco van Jole geeft aan dat Joop.nl niet expliciet op zoek gaat naar multiculturele bronnen zoals
etnische forums of etnische media. Wel zitten er in de groep van 600 opiniemakers die voor Joop.nl
schrijven, ‘vrij veel’ mensen uit etnische groepen, aldus Van Jole. Ook de vijfkoppige redactie bestaat
voor meer dan de helft uit leden van niet-westerse afkomst: drie leden hebben een niet-westerse
achtergrond. Van Jole vindt dat heel logisch, hoewel ze hier niet speciaal op uit zijn. Verder probeert
de redactie van Joop.nl discussies die in de mainstream media aan bod komen, op de eigen site
vanuit andere perspectieven te belichten. Dat geldt ook voor discussies met betrekking tot de
multiculturele samenleving. Hij benadrukt dat het voor media belangrijk is om zich binnen sociale
media te begeven, omdat daar steeds meer het publieke debat plaatsvindt. Vooral Twitter is een
belangrijke bron van nieuws en meningen. Het is als journalist zaak om daar gebruik van te maken. Hij
suggereert dat als etnische minderheden media-aandacht willen, ze met een kritische mening naar
buiten moeten treden. Want anders pikken de media het niet op. Vreedzame, of genuanceerde
meningen zijn niet interessant voor de media. Maar hij voegt toe dat dit zelfde principe van toepassing
is op autochtone Nederlanders.
Koen Leurs heeft gekeken naar het gebruik van Marokko.nl als bron in Nederlandse dagbladen. Hij
ziet dat in de loop der jaren meer van Marokko.nl gebruik is gemaakt in kranten, zowel met een
positieve als met een negatieve insteek. Ook merkt hij op dat een televisieprogramma als Metropolis
van de VPRO, dat verschillende gewoonten en gebruiken in verschillende landen voor het voetlicht
brengt, sinds enige tijd op zaterdagavond op primetime wordt uitgezonden. Eerder werd dit
programma ’s avonds laat op een doordeweekse dag vertoond op Nederland 3. Dus er is volgens hem
wel degelijk interesse voor andere culturen op de Nederlandse televisie.
“Journalisten moeten meer ‘crosscultural’ werken denk ik. Ze moeten meer proberen om
via die verschillende websites, portals, Facebook etcetera andere groepen te trekken. Er
moet wel een evenwicht zijn, dat mis je nu inderdaad” – Sahar Noor
Onze respondenten die zelf tot een etnische gemeenschap in Nederland behoren, geven alle drie aan
dat het voor leden van etnische minderheidsgroepen lastig is om naar buiten te treden met hun
mening. Volgens hen speelt er een barrière waardoor mensen niet goed durven, ze zijn bang om
kritiek te krijgen. Sahar Noor vertelde dat er een keer een ingezonden stuk van haar en een vriend in
de NRC is gepubliceerd. In het stuk uitten ze kritiek op het vermelden van het oorspronkelijke land van
herkomst in de gemeentelijke basisadministratie, ondanks dat diegene in Nederland is geboren. Ze
plaatste het artikel ook op de Afghaanse portal Afghan Gids, wat hele positieve reacties van de
81
gebruikers van deze portal opleverde. Volgens Noor zoeken verder weinig Afghanen in Nederland de
publiciteit op. Hoewel ze, in tegenstelling tot veel Marokkaanse Nederlanders, wel open staan voor
vragen van journalisten. Noor ziet dan ook wel mogelijkheden voor journalisten om via sociale media
meer bronnen vanuit de multiculturele samenleving aan te boren. Ze mist nu een evenwichtige
berichtgeving omtrent de multiculturele samenleving. Hoewel ze wel aangeeft dat veel groepen voor
Afghanen op LinkedIn en Facebook besloten zijn en niet zomaar toegankelijk voor journalisten.
Volgens Mahesvari Autar is de Nederlandse media ‘diversiteitsmoe’. De media worden al jaren
aangesproken op hun gebrek aan diversiteit, en ze denkt dan ook niet dat het zinvol is om deze
discussie opnieuw te voeren. Volgens haar ligt het gebrek aan diversiteit binnen de media aan de
huidige vluchtigheid van het nieuws: journalisten moeten snel voor nieuws zorgen en hebben weinig
tijd om diepgaande en vernieuwende achtergrondinformatie te verzamelen. Ze noemt als voorbeeld
dat er ook altijd van dezelfde Nederlandse experts gebruik wordt gemaakt binnen de journalistiek. Zelf
zou ze niet omwille van haar kennis over de Hindoestaanse en Indiase gemeenschap aangenomen
willen worden als journalist. Ze wil aangenomen worden vanwege haar journalistieke kwaliteiten, niet
vanwege haar kleurtje. Dit in tegenstelling tot Fatima Akgul, die haar Turkse achtergrond haar ‘unique
selling point’ noemt. Zij wil juist graag leden van etnische minderheidsgroepen aan het woord laten als
journalist, omdat daar haar kracht ligt. Zij wordt makkelijker toegelaten binnen deze gemeenschappen,
omdat ze de taal spreekt en de culturele gebruiken kent. Zij vindt het zelf onbegrijpelijk dat er niet van
haar unieke kwaliteiten gebruikt wordt gemaakt binnen de journalistiek.
“Wat je niet moet doen, is continue maar schoppen tegen die bestaande media. Dat hoeft
niet. Schop niet, maar flirt met ze” – Mahesvari Autar
5.6.9. Conclusie diepte-interviews



De rol van Hyves is uitgespeeld, wat voor een deel te maken heeft met de beperkingen van
het medium,en voor een deel met het imago, gekoppeld aan de gebruikersgroepen: leuk voor
tieners . Volgens zowel Van Jole als Leurs heeft de leegloop bij Hyves ook te maken met de
overname van dit platform door de Telegraaf Media Groep. De Telegraaf heeft onder veel
mediagebruikers (ook onder jonge Marokkaans-Nederlandse jongeren, zo blijkt uit het
onderzoek van Leurs) een negatief imago.
Facebook is ook bij allochtonen –vooral maar niet alleen jongeren- ongekend populair en
wordt gezien als een veilige plek om met elkaar te discussiëren over zaken die betrekking
hebben op de eigen etniciteit, identiteit, land van herkomst en religie. Op Facebook vinden
veel debatten plaats, volgens onze respondenten. Maar het verschil met Twitter is dat deze
debatten in de eigen privésfeer, met vrienden, familie en collega’s, plaatsvinden.
Over Twitter zijn de Marokkaans-Nederlandse jongeren uit het onderzoek van Leurs nogal
sceptisch. Ze hekelen het publieke karakter van dit platform, en geven de voorkeur aan een
veiliger en meer private omgeving zoals Facebook of Hyves. Diegenen die het gebruiken, zijn
meer de wat oudere jongeren.
Binnen de journalistiek neemt Twitter echter een steeds prominentere plaats in. Het is bij
journalisten populair voor het laten zien waar je mee bezig bent, voor als je ergens naar op
82










zoek bent, voor een goed gesprek. Iets waar migranten en hun organisaties zich meer bewust
van zouden moeten zijn, bij het naar voren brengen van meningen en standpunten.
YouTube wordt mogelijk onderschat als middel voor nieuwsuitwisseling tussen allochtonen.
Uit alle gesprekken die we voerden over het sociale mediagebruik van etnische minderheden,
kwam het belang van YouTube naar voren. YouTube is een belangrijk platform voor het
bekijken van beelden die via de Nederlandse media niet te zien zijn. Zo wordt YouTube
gebruikt voor het kijken naar muziekvideo’s (vooral van artiesten uit het land van herkomst),
maar ook voor het bekijken fragmenten uit internationale nieuwsuitzendingen.
LinkedIn is beduidend minder populair en wordt alleen voor zakelijke doeleinden gebruikt.
Etnische forums nemen vooral in de levens van Marokkaans-Nederlandse jongeren een
belangrijke plaats in. Daarnaast zijn er ook veel jongeren met andere etnische achtergronden
die gebruik maken van etnische portals. Met name Marokko.nl trekt meerdere etniciteiten aan.
Door de anonimiteit hebben forums de potentie om discussies op het scherpst van de snede
te voeren en meningen prominent naar voren te brengen. Dat gebeurt ook regelmatig.
Desalniettemin zijn veel forums vooral een podium voor het uitwisselen van informatie over
uitgaan, data, uiterlijk of muziek.
Door de opkomst van sociale media neemt het gebruik van discussieforums af.
Afgemeten aan de discussies die ze oproepen, verschilt de belangstelling voor
nieuwsonderwerpen per etnische groep, leeftijdsgroep en (daaraan gerelateerd)
discussieforum: Marokkaanse jongeren consumeren vooral nieuws uit de eigen omgeving,
met een enkele uitbreiding naar internationale onderwerpen, bijvoorbeeld de situatie in de
Palestijnse gebieden. Ook de islam is een belangrijk onderwerp.
Turkse jongeren discussiëren over een breder spectrum aan onderwerpen, waarbij
onderwerpen die direct gerelateerd zijn aan Turkije een grote rol spelen. Een deel van de
discussies wordt in het Turks gevoerd.
Nederlands nieuws wordt vooral via internet en apps geconsumeerd: snel, actueel en gratis
of goedkoop.
Nieuws uit het herkomstland wordt via internet of schotel binnengehaald. Alleen Turken
noemen ook wel kranten uit het herkomstland.
De waardering voor Nederlandse media verschilt per groep, waarbij de Marokkaanse
Nederlanders het meest ontevreden zijn over de beeldvorming in de media en ook het meest
wantrouwend zijn t.o.v. journalisten. Forumgebruikers voelden zich vaak misbruikt door
journalisten die daar alleen maar zijn om een paar quotes te pakken en dan weer verdwijnen.
Vragen van onderzoekers en journalisten werden dan ook vaak niet beantwoord.


Te veel –en negatieve- aandacht is een probleem, te weinig aandacht is echter ook niet goed.
Een aantal groepen (bijvoorbeeld Hindoestaanse Surinamers ) is van mening dat er juist te
weinig aandacht door de media aan hen wordt besteed.
Hoewel etnische minderheden via sociale media in theorie makkelijker kunnen deelnemen
aan het publieke debat, doordat ze via online platforms als Facebook en Twitter met hun
mening naar buiten kunnen treden, is het effect uiteindelijk minder groot dan mogelijk is. De
reden is dat ze op de relatief veilige media zich –vaak anoniem- wel durven uiten, maar niet
naar buiten willen treden via algemene media, uit wantrouwen tegen die media, persoonlijke
onzekerheid, of angst voor kritiek uit de eigen gemeenschap.
83
6. Algemene conclusies en aanbevelingen
6.1 De vraagstelling
Met dit onderzoek is gepoogd een antwoord te geven op de volgende vragen:

Kunnen sociale media een bemiddelende rol spelen tussen etnische media en mainstream
media en voor de deelname van etnische minderheden in het publieke debat?

Kunnen sociale media een meer diverse en evenwichtige verslaggeving over multiculturele
vraagstukken in Nederland bevorderen?

Kunnen sociale media de vaardigheden van etnische burgers als consument en producent
van nieuws en informatie versterken?

Kan het veelvuldig gebruik van sociale media door portalsites leiden tot een meer actieve
rol van etnische minderheden in het publieke debat?

Kunnen sociale media burgers uit etnische minderheidsgroepen activeren om zelf op het
nieuws te reageren, dan wel actief op het nieuws te reflecteren?

Wordt de informatie van etnische burgerjournalisten gebruikt voor inhoudelijke vernieuwing
en verdieping bij algemene publieksmedia?
6.2 Globale conclusie
De globale conclusie uit het onderzoek is dat sociale media, discussieforums en de
reactiemogelijkheden op etnische portals de potentie hebben om informatie, visies en
ervaringen van etnische groepen en de berichtgeving door algemene media meer bij elkaar te
betrekken. Die potentie wordt echter onvoldoende benut, zowel door etnische groepen en hun
organisaties, als door journalisten. Voornaamste redenen daarvan zijn de diversiteit in het
gebruik van sociale media door etnische groepen, het gebrek aan strategisch inzicht bij het
gebruik van sociale media als nieuws en informatiebron voor derden, en onvoldoende kennis
bij journalisten over het bestaan van en de informatieve waarde van sociale media die worden
gebruikt of beheerd door vertegenwoordigers van etnische groepen, dan wel zich specifiek
richten op de multiculturele samenleving.
De ontwikkelingen in het gebruik van sociale media gaan echter zeer snel. In de relatief korte
onderzoeksperiode is het zwaartepunt van discussies via digitale media al verschoven van aan
sites gekoppelde discussieforums naar sociale media als Facebook en –in mindere mateTwitter, en wordt Twitter al intensiever benut als informatiekanaal voor de eigen groep én de
buitenwereld.
84
6.3 Bemiddelende rol en meer evenwichtige verslaggeving
Sociale media hebben de potentie om nieuwe informatie en andere gezichtspunten van etnische
groepen in te brengen in discussies die in de media gevoerd worden, of door de media worden
opgepakt.
Toch gebeurde dat in de onderzoeksfase relatief weinig omdat:

Sociale media door etnische groepen en hun organisaties niet stelselmatig en strategisch
worden aangewend.

De follow up van aandacht die via sociale media verkregen is, vaak niet wordt doorgezet
doordat mensen hun visies en standpunten niet via algemene media willen verduidelijken, uit
wantrouwen t.o.v. die media, uit persoonlijke onzekerheid, of uit angst voor kritiek uit de
achterban

Journalisten de mogelijkheden van sociale mediagebruik door etnische minderheden als bron
voor informatie onderschatten of niet kennen.

De verscheidenheid aan forums en Facebookgroepen van etnische groepen groot is. Dat
betreft zowel de onderwerpskeuze, en de wijze waarop gediscussieerd en gereageerd wordt,
als het gebruik van bronnen. Dat kan het voor journalisten moeilijk maken informatie in de
groepen en op de forums te vinden en te kunnen interpreteren.
6.4 Activatie als consument en producent van nieuws
In het onderzoek hebben we slechts globaal gekeken naar de vaardigheden van etnische burgers als
consument van het nieuws. Sociale media blijken vooral een attenderingswaarde te hebben (via likes
en retweets doorzenden van artikelen), en in beperkte mate bij te dragen aan het bewuster omgaan
met nieuws (keuzes maken van welke artikelen berichten worden geliked of geretweet, en welk
commentaar daaraan eventueel wordt toegevoegd). De vaardigheden als producent van nieuws
worden door sociale media slechts in beperkte mate versterkt. Dat wordt enerzijds veroorzaakt
doordat sociale media vooral worden benut als informatiebron binnen de eigen kring en niet voor
informatie naar buiten toe, en anderzijds doordat men, als men sociale media als informatiebron voor
derden wil benutten, daarvoor vaak onvoldoende kennis heeft van de wijze waarop media werken. Dat
neemt niet weg dat een toenemend aantal organisaties en personen uit etnische groepen zich wel
van de mogelijkheden bewust is en sociale media met wisselend succes hanteert om informatie en
visies breder bekend te maken.
Door de laagdrempelige reactiemogelijkheden bij sociale media en discussieforums is het
eenvoudiger geworden om te laten zien of horen wat je van een nieuwsbericht vindt. In die zin
vergroten sociale media de betrokkenheid van het publiek bij het nieuws. Tegelijkertijd zorgt die
laagdrempeligheid voor een vervlakking. Snel kunnen ‘liken’ van een artikel zonder commentaar toe te
voegen of retweeten laat hooguit zien dat mensen een artikel is opgevallen, maar geeft meestal niet
aan waarom.
85
Bij een aantal discussieforums en bij de reactiemogelijkheden op portalsites is dat overigens wel beter
en gaat het niet alleen om het laten blijken van wat men bevindt van een artikel of van het onderwerp
van dat artikel, maar ook om het toevoegen van nieuwe informatie, dan wel een argumentatie over wat
men van het artikel of onderwerp vindt.
6.5 Bron voor inhoudelijke vernieuwing
Informatie, visies en ervaringen van etnische groepen die via sociale media naar voren worden
gebracht, zijn zelden van invloed op de wijze waarop algemene media berichten.
Voor een deel omdat nog maar weinig journalisten die sociale media bezoeken. Als ze dat al doen is
het vooral om op zoek te gaan naar nieuws, en veel minder vaak om te zoeken naar duiding van het
nieuws. Voor een ander deel echter omdat echte inhoudelijke vernieuwing meer vereist dan het
raadplegen van sociale media: achtergrondkennis om de informatie via sociale media te kunnen
duiden, contacten met de bronnen van het nieuws, of met personen die kunnen helpen te duiden,
maar ook vertrouwen in de betrouwbaarheid en journalistieke kwaliteit van de informatie.
86
7. Aanbevelingen
Om de potentie van social media als middel om burgers uit etnische groepen intensiever te betrekken
bij het publieke debat ten volle te benutten kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan:
Organisaties van etnisch culturele groepen

Begeef je als organisatie op sociale media. om te laten weten wat er in je achterban gebeurt,
wat zij vinden van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en welke ervaringen zij
hebben.

Hanteer sociale media strategisch, weet wat van de mogelijkheden van elk medium zijn en op
welke manier je die het beste kunt benutten.

Organiseer eventueel eens een bijeenkomst of studiedag over dit onderwerp en bespreek aan
de hand van een actualiteit op welke wijze jouw organisatie effectief via social media inbreng
had kunnen hebben in de discussie over die actualiteit.

Bedenk dat sociale media niet het enige middel zijn om te laten weten wat je vindt, doet of
ervaart, maar een aanvullend middel op meer traditionele middelen als debatten of
ingezonden artikelen en dat een goed op elkaar afgestemde mix van deze instrumenten het
meest effectief is.
Beheerders van portals en discussieforums
 Publiceer prikkelende artikelen om een debat uit te lokken. Wees kritisch en kaart problemen
aan.

Zoek sleutelfiguren- en groepen op Facebook en andere sociale media. Zorg ervoor dat deze
mensen jouw artikelen delen en deel ook zelf berichten van deze sleutelfiguren.

Begeef je online op plekken waar de doelgroep zich bevindt. Meng je op deze plekken in
discussies.

Niet alleen schoppen tegen de bestaande media, maar ga een dialoog met hen aan op basis
van eigen nieuwsgaring en bronnen.
.
Journalisten
 Als journalisten meer wil weten over zaken die op grote schaal worden besproken onder
bepaalde etnische groepen, maar niet algemeen bekend zijn in Nederland, zijn de
multiculturele portals tenminste een bron van inspiratie, maar vaak ook van informatie. De
discussies op deze portals gaan vaak niet over de gemeenschappelijke integratie-issues die
worden gemeld in de mainstream media, maar over 'kleinere', vaak lokale incidenten die
etnische minderheden raken. Als journalisten op zoek zijn naar nieuwe input op multiculturele
vraagstukken, en nieuwe bronnen en stemmen, kunnen ze dat vinden op deze portals.

Wees je bewust van de mogelijkheden, maar ook van de beperkingen van sociale media van
etnische groepen. Facebook,Twitter en YouTube kunnen voor de journalist een nieuwsbron
87
zijn en zorgen voor duiding van het nieuws maar laten vooral zien wat er leeft in etnische
groepen, wat zij belangrijk vinden, hoe zij er over denken.

Realiseer je ook dat veel van deze media zich vooral richten op de eigen groep en niet op
journalisten. Onzorgvuldig gebruiken of citeren van informatie uit deze groepen kan ervoor
zorgen dat deze groepen steeds meer besloten worden.

Als je leden uit etnische minderheidsgroepen wil bereiken: zoek sleutelfiguren op sociale
media, mensen die veel volgers hebben. Zorg ervoor dat deze sleutelfiguren jouw artikelen
delen. Meng je in online discussies.
88
8. Bronnen
Ait Moha, A., Souguir, H. & Romer, R. (2012). Nieuwe Nederlanders en media. Een verkenning van
het bereik en de waardering van reguliere en cultuurgebonden media. Amsterdam: Motivaction.
Amrani, A. (2008). Marokkanen online op zoek naar een partner. Mzine, nr. 3, maart 2008.
Belleghem, S. van, Thijs, D. & Ruyck, T. de (2012). Social Media Around the World 2012. Gent:
InSites Consulting.
Bink, S. & Serkei, C. (2009). Verbinden of polariseren? Over de multiculturele kwaliteit van de media
in Nederland. Den Haag: SDU Uitgevers.
Bink, S. & Serkei, C. (2011). De emanciperende werking van online media. Over de functie van online
media in het publieke debat. Online publicatie op www.miramedia.nl. Utrecht: Mira Media.
Brouwer, L. (2006). Giving voice on Dutch Moroccan girls on the internet, Global Media Journal 5(9),
Fall 2006.
Brouwer, L. & Wijma, S. (2006). De zin en onzin van forumdiscussies op Marokkaanse websites. In J.
de Haan & C. van ‟t Hof (Eds.), Jaarboek ICT en samenleving 2006: De digitale generatie (pp. 109121). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Butter, E. (2008). Allochtone vrijwilligers 2.0. Amsterdam: ACB Kenniscentrum.
Butter, E. & Önce, S. (2010). Allochtone jongeren. Mediagebruik en mediawijsheid. Amsterdam: ACB
Kenniscentrum.
Cision & Canterbury Christ Church University (2012). Social Journalism Study 2012 – United
Kingdom. London/Canterbury: Cision/Canterbury Christ Church University.
Dahlgren, P. (2006). Doing citizenship: the cultural origins of civic agency in the public sphere.
European Journal of Cultural Studies, 9, nr. 3, 267-286.
Eigenfeld, M., Ait Moha, A. & Lammers, K. (2012). Nieuwe Nederlanders en Media. Gebruik van
reguliere en cultuurgebonden media: drijfveren en motieven. Amsterdam: Motivaction.
89
Gorashi, H. (2007). Media bieden weinig tegenwicht aan het categorale denken. In H. Evers & C.
Serkei (red.), Naar een interculturele journalistiek. Beschouwingen over media en multiculturele
samenleving (pp. 64-73). Amsterdam/Utrecht: Aksant/Mira Media.
d’Haenens, L., Koeman, J. & Saeys, F. (2007). Digital citizenship among ethnic minority youths in the
Netherlands and Flanders. New Media & Society, 9, nr. 2, 278-299.
Hermans, L., Vergeer, M. & Pleijter, A. (2011). Nederlandse journalisten in 2010. Onderzoek naar de
kenmerken van de beroepsgroep, professionele opvattingen en het gebruik van digitale media in het
journalistieke werk. Nijmegen/Groningen: Radboud Universiteit Nijmegen/Rijksuniversiteit Groningen.
Hermes, J. (2005). Verborgen debatten, onzichtbare burgers. Een pleidooi voor kwalitatief onderzoek
naar alledaagse publieke meningsvorming. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt als
lector Publieke Meningsvorming aan de Hogeschool INHolland te Amsterdam op 22 september 2005.
Diemen/Amsterdam: Hogeschool INHolland 2005.
Hermes, J. (2006). Citizenship in the age of the internet. European Journal of Communication, 21, nr.
3, 295-309.
Konijn. E, Oegema, D., Schneider, I., Vos, B. de, Krijt, M. & Prins, J. (2010). Jong en multimediaal.
Mediagebruik en meningsvorming onder jongeren, in het bijzonder moslimjongeren. Amsterdam: Vrije
Universiteit Amsterdam.
Leurs, K. (2010). Online Social Networking Sites as Spaces of Conviviality? Dutch-Moroccan Youths
on Hyves. Paper gepresenteerd tijdens Mix-in conferentie op 23 maart 2010 in Amsterdam. Utrecht:
Universiteit Utrecht.
Leurs, K. (2012). Digital Passages. Moroccan-Dutch Youths Performing Diaspora, Gender and Youth
Cultural Identities Across Digital Space. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Loader, B.D. (2007). Young Citizens in the Digital Age: Political Engagement, Young People and New
Media. London: Routledge.
McQuail, D. (1992). Media Performance: Mass Communication and the Public Interest. London: Sage.
Newcom Research & Consultancy (2012). Social Media gebruik in Nederland 2012.
Amsterdam/Enschede: Newcom Research & Consultancy.
90
Nijntjes, W. & Wijma, S. (2006). Identiteitsontwikkeling en integratie via Marokkaans-Nederlandse
discussieforums. In D. Pronk (red.), Bouwen aan sociale cohesie in Amsterdam. Amsterdam: Vrije
Universiteit.
Opgehaffen, M. & Belle, B. van (2012). Sociale media en journalistiek. Leuven: LannooCampus.
Pennekamp, S.F. (2011). Monitor Representatie 2010. Hilversum: NPO.
Parker, C. & Song, M. (2006). New Ethnicities Online: Reflexive Racialization and the Internet.
Sociological Review, 54, nr. 3, 575-594.
Peeters, A. & d‟Haenens, L. (2005). Bridging or bonding? Relationships between integration and
media use among ethnic minorities in the Netherlands. Communications, 30, nr. 2, 201-231.
Pouw, P. (2009). Meedoen aan het debat dankzij nieuwe media. Gepubliceerd op
ww.wereldjournalisten.nl op 27 oktober 2009.
Putnam, R. (2000). Bowling alone, The collapse and revival of American community. New York: Simon
& Schuster.
Putnam, R. (2007). E Pluribus Unum: Diversity and Community in the Twenty-first Century. The 2006
Johan Skytte Prize Lecture. Scandinavian Political Studies, 30, nr. 2, 137-174.
Quadrant Communications (2012). Journalistenenquete 2012. Gent: Quadrant Communications.
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2003), Advies 26. Medialogica. Over het krachtenveld
tussen burgers, media en politiek. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).
Romer, R. (2002). Thuis in Nederland. Praktisch handboek voor diversity marketing. Deventer: Kluwer.
Schoenbach, K. & Waal, E. de (2011). Het nieuwe media-aanbod – Een gevaar voor de democratie?
Diemen: AMB.
Siapera, E. (2010). Cultural Diversity and Global Media: The Mediation of Difference. Hoboken NJ:
Wiley-Blackwell.
Slade, C (2011). Media and Citizenship. Transnational Television Cultures Reshaping Political
Identities in the European Union. Final Report Ratings Survey. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Summeren, van C. (2007). Religion online: The shaping of multidimensional interpretations of
muslimhood on Maroc.nl. The European Journal of Communication Research, 32, nr. 2, 273-295.
91
Top, B. (2007). Niet bewogen, toch veranderd. Van goedbedoelde doelgroepprogramma’s naar hippe
internetsites. In H. Evers & C. Serkei (red.), Naar een interculturele journalistiek. Beschouwingen over
media en multiculturele samenleving. Amsterdam/Utrecht: Aksant.
Turner, B. (1994). Citizenship and Social Theory. London: Sage.
Vinken, H. (2010).Changing life courses, citizenship, and new media: The impact of reflexive
biographization. In P. Dahlgren (ed.), Young Citizens and New Media. Learning for Democratic
Participation (pp. 41-58). New York/London: Routledge.
Waal, M. de (2003). Soms op de kaasmanier, soms op onze manier. In H. Blanken & M. Deuze (red.),
De mediarevolutie. 10 jaar www in Nederland. Amsterdam: Boom.
Waal, E. de, K. Schoenbach & E. Lauf (2005). Online kranten en maatschappelijke betrokkenheid:
Een onderzoek naar de invloed van het lezen van online versus gedrukte dagbladen op de publieke
agenda. Den Haag: Stimuleringsfonds voor de Pers.
92
Bijlagen

Definities

Enquêtevragen

Artikel Patrick Pouw

Selectie van voor het onderzoek relevante websites, twitter- en FB accounts:
93
BIJLAGE I Gehanteerde definities
In dit onderzoek hanteren we de term ‘etnische minderheden’ voor personen die woonachtig zijn in
Nederland en van wie tenminste één ouder is geboren in het buitenland. Deze definitie hanteert het
CBS voor de term ‘allochtonen’. Mira Media vermijdt de term ‘allochtonen’ echter bij voorkeur gezien
de weerstand en negatieve reacties die het bij leden van betreffende groepen zelf oproept.
‘Allochtonen’ is eveneens een begrip dat teveel gebaseerd op uitsluiting en past in die zin niet goed bij
de inclusieve benadering die Mira Media voorstaat. Mira Media gebruikt zelf liever de meer neutrale
term 'etnische minderheden’, hoewel ook dit niet volledig de lading dekt.
Eerste generatie etnische minderheden
Tot de eerste generatie etnische minderheden behoren persoon die zelf in het buitenland geboren zijn
en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren (bron: CBS).
Tweede generatie etnische minderheden
Tot de tweede generatie etnische minderheden behoren persoon die in Nederland geboren zijn en van
wie ten minste één ouder in het buitenland geboren is (bron: CBS).
MOE-landers
De Midden- en Oost-Europese EU-landen (ook MOE-landen genoemd) waar het om gaat zijn: Polen,
Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland en Litouwen (in 2004 tot de Europese Unie
toegetreden), en Roemenië en Bulgarije (op 1 januari 2007 toegetreden) (bron: CBS). In verband met
de haalbaarheid van het onderzoek zullen we alleen sites die zich richten op Polen, Roemenen en
Bulgaren inventariseren. Dit zijn de drie grootste groepen MOE-landers in Nederland.
Sociale media
Sociale media (Engels: social media) is een verzamelbegrip voor online platformen waar de
gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen.
Er is sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling (bron: Wikipedia). Onder de
noemer sociale media worden onder andere weblogs, forums, sociale netwerken als Hyves, Facebook
en LinkedIn en diensten als Twitter geschaard.
Weblog
Een weblog of blog is een website waarop regelmatig – soms meermalen per dag – nieuwe bijdragen
verschijnen en waarop de geboden informatie in omgekeerd chronologische volgorde (het nieuwste
bericht verschijnt als eerst) wordt weergegeven. Wie een weblog bezoekt, treft dan ook op de
voorpagina de recentste bijdrage(n) aan. De auteur, ook blogger genoemd, biedt in feite een logboek
van informatie die hij wil delen met zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog. Meestal gaat het om
tekst, maar het kan ook om foto's (een fotoblog), video (vlog) of audio (podcast) gaan (bron:
94
Wikipedia). Bezoekers kunnen in de meeste gevallen ook reacties achterlaten op de berichten op een
blog.
Groepsblog
Een groepsblog is een weblog waarop meerdere mensen bijdragen kunnen posten en met elkaar in
discussie treden. Deelnemers aan een groepsblog zijn tegelijkertijd producent en consument van de
posts en reacties die op de blog worden geschreven (bron: leerwiki). Bezoekers kunnen in de meeste
gevallen ook reacties achterlaten op de berichten op een blog.
Internetforum
Een internetforum of discussieforum (meestal gewoon: forum; meervoud: forums of forums) bestaat uit
digitale publieke discussie-pagina's op het Wereldwijde web. Een forum heeft meestal een
hoofdpagina. Op ingedeelde onderwerpen kan iedereen reageren per formulier. Op sommige
internetforums moeten bezoekers zich registeren onder een bijnaam of nickname om te mogen
reageren. Andere forums zijn vrijer en hier kunnen berichten zonder registratie worden geplaatst. Bij
sommige forums worden bijdragen pas gepubliceerd na controle door een moderator (bron:
Wikipedia).
Etnische media
Media specifiek voor etnische minderheden. Deze berichten over en zijn gericht op de eigen
gemeenschap (bron: Mira Media).
Mainstream media
Onder mainstream media verstaan we de meest gebruikte, toonaangevende media in Nederland.
Community
In de klassieke sociologie was een community een groep van mensen die met elkaar op een bepaalde
locatie verkeren. Op het internet wordt een community gevormd door individuen die op een bepaalde
locatie op het internet één of meerdere interesses delen. Allochtone communities zijn plekken op het
net waar jongeren samenkomen vanwege een gedeelde etnische achtergrond of een
gemeenschappelijke religieuze (islamitische) achtergrond (Butter, 2008).
95
BIJLAGE II - Enquêtevragen
Vragenlijst minderhedenorganisaties
Mira Media is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van online media om burgers uit
etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat. Wij willen er achter
komen hoe portalsites die berichten over diversiteit /de multiculturele samenleving, met inzet van
sociale media, een brugfunctie kunnen vervullen tussen etnische media en algemene publieksmedia.
Nu willen we graag enkele ervaringsdeskundigen interviewen op het gebied van sociaal mediagebruik.
Wij verzoeken u daarom enkele vragen te beantwoorden op het gebied van sociale media en
diversiteit. Het kost u slechts 10 minuten van uw tijd. Uw antwoorden geven ons een beter beeld van
het gebruik van sociale media in de praktijk van minderhedenorganisaties. Let wel: het gaat hier niet
om privégebruik van sociale media! Beantwoord de vragen dus alleen in de rol van medewerker van
een minderhedenorganisatie. Allereerst stellen we een aantal vragen over sociale media, en aan het
eind stellen we nog wat algemene vragen over de website van uw organisatie.
Vragen over sociale media
1. Heeft uw organisatie een eigen pagina op de volgende sociale media? (meerdere
antwoorden mogelijk)
a. Facebook
b. Twitter
c. Hyves
d. Google+
e. Anders, namelijk:
f. Nee, geen eigen pagina op sociale media
2. Reageert u wel eens op berichten via sociale media die betrekking hebben op de
multiculturele samenleving? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee
b. Twitter
c. Facebook
d. Hyves
e. Google+
f. Linkedin
g. Forums gericht op etnische minderheden
h. Anders, namelijk:
3. Post u wel eens berichten op sociale media over onderwerpen mbt de multiculturele
samenleving? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee (ga door met vraag 5)
b. Twitter
c. Facebook
d. Hyves
e. Google+
f. Linkedin
g. Forums gericht op etnische minderheden
h. Anders, namelijk:
12. Indien u wel eens berichten post op Facebook, om wat voor soort berichten gaat het dan?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik post nooit berichten op Facebook
b. Berichten die op de website van mijn organisatie staan (inclusief link naar de site)
c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media
d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties
e. Ik reageer voornamelijk op berichten over de multiculturele samenleving op de Facebookpagina’s
van anderen, ik post zelf niet
f. Anders, namelijk:
96
4. Indien u wel eens berichten post op Twitter, om wat voor soort berichten gaat het dan?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik post nooit berichten op Twitter
b. Berichten die op de website van mijn organisatie staan (inclusief link naar de site)
c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media
d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties
e. Ik reageer voornamelijk op berichten op Twitter, ik post zelf niet
f. Ik retweet veel (minstens één keer per maand) berichten van anderen mbt de multiculturele
samenleving
g. Anders, namelijk:
5. Volgt u Wereldjournalisten via de website Wereldjournalisten.nl, de nieuwsbrief, Twitter
(@WereldJe) of Facebook? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee, ik heb nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (ga door met vraag 7)
b. Nee, maar ik ken Wereldjournalisten wel
c. Ja, via de website Wereldjournalisten.nl
d. Ja, via de nieuwsbrief van Wereldjournalisten
e. Ja, via Facebook
f. Ja, via Twitter
g. Anders, namelijk
6. Reageert u wel eens op nieuwsberichten van Wereldjournalisten? (meerdere antwoorden
mogelijk)
a. Nee, nooit
b. Ja, via de site (Wereldjournalisten.nl)
c. Ja, via Facebook
d. Ja, via Twitter
e. Ja, door rechtstreeks de redactie te mailen/bellen
f. Anders, namelijk
7. Volgt u andere personen/organisaties op het gebied van de multiculturele samenleving via
sociale media? Zo ja, noem er vijf.
8. Volgt u sociale portals voor etnische minderheden? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden
mogelijk)
a. Nee, ik maak geen gebruik van etnische portals (ga door met vraag 10)
b. Maroc.nl
c. Marokko.nl
d. Turks.nl
e. Hababam.nl
f. Afghan.nl
g. Sangam.nl
h. Waterkant.net
i. Polenforum.nl
j. Wijblijvenhier.nl
k. Wereldjournalisten.nl
l. Andere, namelijk:
9. Waarom maakt u gebruik van één of meerdere van bovenstaande websites? (meerdere
antwoorden mogelijk)
a. Ik lees de nieuwsberichten op (één van) deze portals
b. Ik lees het forum op (één van) deze portals
c. Ik reageer regelmatig (meer dan één keer per maand) op het forum van (één van) deze portals
d. Ik check regelmatig (meer dan één keer per maand) de agenda op (één van) deze portals
e. Anders, namelijk:
10. Benadert u wel eens algemene media over interessant nieuws op uw eigen portal?
a. Nee, nooit (ga door met vraag 12)
97
b. Ja, wekelijks
c. Ja, maandelijks
d. Ja, een enkele keer (minder dan één keer per maand)
11. Welke algemene media benadert u wel eens ivm interessant nieuws op uw eigen website?
(ga na deze vraag door met vraag 13)
a. Landelijke dagbladen
b. Regionale dagbladen
c. Huis-aan-huisbladen
d. Nieuwsbladen
e. Landelijke actualiteitenprogramma’s
f. Regionale/lokale actualiteitenprogramma’s
g. Algemene nieuwssites
h. Anders, namelijk:
12. Waarom benadert u nooit algemene media? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik weet niet hoe ik dit moet aanpakken
b. Zij zijn toch niet geïnteresseerd in nieuws uit of over de multiculturele samenleving
c. Ik ken niet de juiste mensen om dit te realiseren
d. Nooit over nagedacht
e. Anders, namelijk:
13. Welke specifieke onderwerpen op het gebied van de multiculturele samenleving volgt u via
sociale media?
a. Politiek/Beleid
b. Onderwijs
c. Gezondheidszorg
d. Arbeidsmarkt
e. Cultuur
f. Sport
g. Criminaliteit
h. Emancipatie
i. Religie
j. Integratie
k. Seksualiteit/relaties
l. Anders, namelijk:
Tot slot: vragen over uw website
14. Wat is de url van de website van uw organisatie?
15. Wat is het doel van de website van uw organisatie?
16. Wie behoren tot de doelgroep van uw website?
17. Hoe lang bestaat de website van uw organisatie al?
18. Hoeveel betaalde en hoeveel onbetaalde krachten werken er aan uw website?
Aantal betaalde krachten:
Aantal onbetaalde krachten:
19. Op welke manier wordt uw website gefinancierd?
a. Advertenties
b. Donaties/giften
c. Overheidssubsidie
d. Anders, namelijk:
98
20. Hoeveel unieke bezoekers heeft uw website per maand?
a. Minder dan 1000
b. Tussen de 1000 en 5000
c. Tussen de 5000 en 10.000
d. Tussen de 10.000 en 50.000
e. Tussen de 50.000 en 100.000
f. Meer dan 100.000
21. Heeft uw website een eigen redactiestatuut?
a. Nee
b. Nee, maar dit zit wel in de planning
c. Ja
d. Weet niet
Hartelijk dank voor uw medewerking!
99
Vragenlijst journalisten mainstream media
Onderzoek naar de rol van sociale media in het publieke debat over diversiteit
Mira Media is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van online media om burgers uit
etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat. Wij willen er achter
komen hoe portalsites die berichten over diversiteit/de multiculturele samenleving, met inzet van
sociale media, een brugfunctie kunnen vervullen tussen etnische media en algemene publieksmedia.
Nu willen we graag een aantal ervaringsdeskundigen interviewen op het gebied van sociaal
mediagebruik. Wij verzoeken u daarom enkele vragen te beantwoorden op het gebied van sociale
media en diversiteit. Het kost u slechts tien minuten van uw tijd. Uw antwoorden geven ons een beter
beeld van het gebruik van sociale media in de praktijk van journalisten. Let wel: het gaat hier niet om
privégebruik van sociale media! Beantwoord de vragen dus alleen in de rol van journalist. Allereerst
stellen we een aantal vragen over het gebruik van sociale media, en aan het eind komen nog wat
algemene vragen over uw redactie aan de orde.
Vragen over sociaal mediagebruik
1. Welke sociale media gebruikt u in uw werk? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik gebruik nooit sociale media in mijn werk (ga naar vraag 4)
b. Twitter
c. Facebook
d. Hyves
e. Google+
f. Linkedin
g. Nieuwsforums
h. Andere, namelijk:
2. Waarvoor gebruikt u sociale media in uw werk? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Als nieuwsbron
b. Als bron voor achtergrondinformatie
c. Onderhouden van contacten
d. Aanboren van nieuwe contacten
e. Verspreiden van eigen nieuwsberichten
f. Anders, namelijk:
3. Gebruikt u wel eens sociale media voor het zoeken van informatie over cultureel diverse
onderwerpen? Zo ja, welke sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee
b. Twitter
c. Facebook
d. Hyves
e. Google+
f. Linkedin
g. Forums gericht op etnische minderheden
h. Anders, namelijk:
i. Niet van toepassing
4. Welke sociale media en forums/nieuwsportals van en voor etnische minderheden kent u?
Noem er maximaal vijf.
………………………………………………………………………………………………………………….
5a. Maakt u wel eens gebruik van één of meerdere etnische portals (websites met nieuws en
discussieforums van, voor of over etnische minderheden) voor uw werk? Zo ja, welke?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee, ik maak geen gebruik van etnische portals voor mijn werk (ga door met vraag 6)
b. Maroc.nl
100
c. Marokko.nl
d. Turks.nl
e. Lokum.nl
f. Hababam.nl
g. Afghan.nl
h. Sangam.nl
i. Waterkant.net
j. Polenforum.nl
k. Wijblijvenhier.nl
l. Wereldjournalisten.nl
m. Republiek Allochtonië
n. Andere, namelijk:
5b. Waarom maakt u gebruik van één of meerdere van bovenstaande websites? U mag
meerdere redenen noemen (ga hierna door met vraag 7).
a. Als nieuwsbron
b. Als bron voor achtergrondinformatie
c. Onderhouden van contacten
d. Aanboren van nieuwe contacten
e. Verspreiden van eigen nieuwsberichten
f. Anders, namelijk:
6. Waarom maakt u geen gebruik van etnische portals voor uw werk? (meerdere antwoorden
mogelijk)
a. Ik zie er de meerwaarde niet van in
b. Nooit over nagedacht
c. Ik gebruik andere bronnen om informatie over de multiculturele samenleving te achterhalen
d. Ik schrijf nooit over cultureel diverse onderwerpen
e. Anders, namelijk:
7. Volgt u Wereldjournalisten via de website Wereldjournalisten.nl, de nieuwsbrief van
Wereldjournalisten, Twitter (@WereldJe), Facebook of Google+? (meerdere antwoorden
mogelijk)
a. Nee, ik heb nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (ga door met vraag 7)
b. Nee, maar ik ken Wereldjournalisten wel
c. Ja, via de website Wereldjournalisten.nl
d. Ja, via de nieuwsbrief van Wereldjournalisten
e. Ja, via Facebook
f. Ja, via Twitter
g. Ja, via Google+
h. Anders, namelijk
8. Volgt u personen/organisaties die nieuwsberichten verspreiden over de multiculturele
samenleving via sociale media? Zo ja, noem er maximaal vijf.
9. Als u over cultureel diverse onderwerpen schrijft, welke bronnen raadpleegt u dan meestal?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. (Woordvoerders van) minderhedenorganisaties
b. Deskundigen op het gebied van diversiteit
c. Burgers op straat, in (buurt)centra of elders
d. Websites met cultureel divers nieuws of achtergrondinfo
e. Sociale media
e. Multiculturele media
f. Collega-journalisten
g. Anders, namelijk;
h. Niet van toepassing
10. Heeft u vaste bronnen die u raadpleegt mbt multiculturele onderwerpen of gaat u ook actief
op zoek naar nieuwe bronnen?
a. Ja, ik heb vaste bronnen die ik meestal raadpleeg
101
b. Nee, ik ga regelmatig op zoek naar nieuwe bronnen
c. Niet van toepassing
Tot slot
11. Voor welke redactie werkt u?
12. Wat is hier uw functie?
13. Werken er redacteuren die zich specifiek met sociale media bezighouden op uw redactie?
Zo ja, hoeveel?
Hartelijk dank voor uw medewerking!
102
Vragenlijst beheerders etnische portals
Onderzoek naar de rol van sociale media in het publieke debat over diversiteit
Mira Media is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van online media om burgers uit
etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat. Wij willen er achter
komen hoe portalsites die berichten over diversiteit /de multiculturele samenleving, met inzet van
sociale media, een brugfunctie kunnen vervullen tussen etnische media en algemene publieksmedia.
Nu willen we graag een aantal ervaringsdeskundigen interviewen op het gebied van sociaal
mediagebruik. Wij verzoeken u daarom enkele vragen te beantwoorden op het gebied van sociale
media en diversiteit. Het kost u slechts maximaal tien minuten van uw tijd. Uw antwoorden geven ons
een beter beeld van het gebruik van sociale media in de praktijk van portalbeheerders. Let wel: het
gaat hier niet om privégebruik van sociale media! Beantwoord de vragen dus alleen in de rol van
portalbeheerder. Allereerst stellen we een aantal vragen over sociale media, en aan het eind komen
nog wat algemene vragen over uw website aan de orde.
Vragen over sociale media
1. Heeft uw portal een eigen pagina op de volgende sociale media? (meerdere antwoorden
mogelijk)
a. Facebook
b. Twitter
c. Hyves
d. Google+
e. Anders, namelijk:
f. Nee, geen eigen pagina op sociale media
2. Reageert u wel eens op berichten via sociale media die betrekking hebben op de
multiculturele samenleving? Zo ja, welke sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee
b. Twitter
c. Facebook
d. Hyves
e. Google+
f. Linkedin
g. Forums gericht op etnische minderheden
h. Anders, namelijk:
3. Post u wel eens berichten op sociale media over onderwerpen mbt de multiculturele
samenleving? Zo ja, welke sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee (ga door met vraag 6)
b. Twitter
c. Facebook
d. Hyves
e. Google+
f. Linkedin
g. Forums gericht op etnische minderheden
h. Anders, namelijk:
4. Indien u wel eens berichten post op Facebook, om wat voor soort berichten gaat het dan?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik post nooit berichten op Facebook
b. Berichten die op mijn eigen portal staan (inclusief link naar de portal)
c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media
d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties
e. Ik reageer voornamelijk op berichten over de multiculturele samenleving op de Facebookpagina’s
van anderen, ik post zelf niet
f. Anders, namelijk:
103
5. Indien u wel eens berichten post op Twitter, om wat voor soort berichten gaat het dan?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik post nooit berichten op Twitter
b. Berichten die op mijn eigen portal staan (inclusief link naar de portal)
c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media
d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties
e. Ik reageer voornamelijk op berichten op Twitter, ik tweet zelf niet
f. Ik retweet veel (minstens één keer per maand) berichten van anderen mbt de multiculturele
samenleving
g. Anders, namelijk:
6. Volgt u Wereldjournalisten via de website Wereldjournalisten.nl, de nieuwsbrief van
Wereldjournalisten, Twitter (@WereldJe) of Facebook? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Nee, ik heb nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (ga door met vraag 7)
b. Nee, maar ik ken Wereldjournalisten wel
c. Ja, via de website Wereldjournalisten.nl
d. Ja, via de nieuwsbrief van Wereldjournalisten
e. Ja, via Facebook
f. Ja, via Twitter
g. Anders, namelijk
7. Reageert u wel eens op nieuwsberichten van Wereldjournalisten? (meerdere antwoorden
mogelijk)
a. Nee, nooit
b. Ja, via de site (Wereldjournalisten.nl)
c. Ja, via Facebook
d. Ja, via Twitter
e. Ja, door rechtstreeks de redactie te mailen/bellen
f. Anders, namelijk
8. Volgt u andere personen/organisaties op het gebied van de multiculturele samenleving via
sociale media? Zo ja, noem er maximaal vijf.
9. Volgt u andere sociale portals voor etnische minderheden? Zo ja, welke? (meerdere
antwoorden mogelijk)
a. Nee, ik maak geen gebruik van andere etnische portals (ga door met vraag 11)
b. Maroc.nl
c. Marokko.nl
d. Turks.nl
e. Hababam.nl
f. Afghan.nl
g. Sangam.nl
h. Waterkant.net
i. Polenforum.nl
j. Wijblijvenhier.nl
k. Wereldjournalisten.nl
l. Andere, namelijk:
10. Waarom maakt u gebruik van één of meerdere van eerdergenoemde etnische portals?
(meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik lees de nieuwsberichten op (één van) deze portals
b. Ik lees het forum op (één van) deze portals
c. Ik reageer regelmatig (meer dan één keer per maand) op het forum van (één van) deze portals
d. Ik check regelmatig (meer dan één keer per maand) de agenda op (één van) deze portals
e. Anders, namelijk:
11. Benadert u wel eens algemene (mainstream) media over interessant nieuws op uw eigen
portal?
a. Nee, nooit (ga door met vraag 13)
104
b. Ja, wekelijks
c. Ja, maandelijks
d. Ja, een enkele keer (minder dan één keer per maand)
12. Welke algemene (mainstream) media benadert u wel eens ivm interessant nieuws op uw
eigen website? (ga na deze vraag door met vraag 14) (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Landelijke dagbladen
b. Regionale dagbladen
c. Huis-aan-huisbladen
d. Nieuwsbladen
e. Landelijke actualiteitenprogramma’s
f. Regionale/lokale actualiteitenprogramma’s
g. Algemene nieuwssites
h. Anders, namelijk:
13. Waarom benadert u nooit algemene media? (meerdere antwoorden mogelijk)
a. Ik weet niet hoe ik dit moet aanpakken
b. Zij zijn toch niet geïnteresseerd in nieuws uit of over de multiculturele samenleving
c. Ik ken niet de juiste mensen om dit te realiseren
d. Nooit over nagedacht
e. Anders, namelijk:
14. Welke specifieke onderwerpen op het gebied van de multiculturele samenleving volgt u via
sociale media?
a. Politiek/Beleid
b. Onderwijs
c. Gezondheidszorg
d. Arbeidsmarkt
e. Kunst en cultuur
f. Sport
g. Criminaliteit
h. Emancipatie
i. Religie
j. Integratie
k. Seksualiteit/relaties
l. Anders, namelijk:
Tot slot: vragen over uw website
15. Welke website beheert u?
16. Wat is het doel van uw website?
17. Wie behoren tot uw doelgroep?
18. Hoe lang bestaat uw website al?
19. Hoeveel betaalde en hoeveel onbetaalde krachten werken er aan uw website? (meerdere
antwoorden mogelijk)
a. Betaalde krachten in loondienst, aantal:
b. Betaalde krachten, freelance, aantal:
c. Onbetaalde krachten, aantal:
d. Stagiaires, aantal:
20. Op welke manier wordt uw website gefinancierd?
a. Advertenties
105
b. Donaties/giften
c. Overheidssubsidie
d. Anders, namelijk:
21. Hoeveel unieke bezoekers heeft uw website per maand?
a. Minder dan 1000
b. Tussen de 1000 en 5000
c. Tussen de 5000 en 10.000
d. Tussen de 10.000 en 50.000
e. Tussen de 50.000 en 100.000
f. Meer dan 100.000
g. Weet niet
22. Heeft uw website een eigen redactiestatuut?
a. Nee
b. Nee, maar dit zit wel in de planning
c. Ja
d. Weet niet
Hartelijk dank voor uw medewerking!
106
BIJLAGE III – Artikel Patrick Pouw
Meedoen aan het debat dankzij nieuwe
media
Nieuwe media zoals internet, bloggen en
twitteren bieden minderheden meer de kans zich te
mengen in het publieke debat dan voorheen, toen zij
vooral afhankelijk waren van de journalist. Het is een
kwestie van het heft in eigen handen kunnen nemen.
Dinsdag 27 oktober 2009 | Patrick Pouw
Redacties zijn te wit. Journalisten weten niet wat er speelt in ‘allochtoon Nederland’.
En minderheden krijgen te weinig de kans hún stem te laten horen in de media. Het
zijn veelgehoorde klachten.
Maar juist nieuwe media bieden minderheidsgroepen de mogelijkheid zich actief te
mengen in het publieke debat, zegt Alexander Pleijter, docent journalistiek en nieuwe
media aan de Universiteit Leiden. ‘Vroeger hadden we een systeem waarbij de
media in handen waren van een beperkte groep: uitgevers en journalisten. Het was
moeilijk als je als minderheidsgroep - wàt voor minderheidsgroep dan ook - je stem
wilde laten horen. Want journalisten bepaalden wie aan het woord kwam, en welke
bronnen gebruikt werden.’
107
Laagdrempelig
Anno 2009 is dat anders, zegt Pleijter, die op 30 oktober op het door Mira Media
georganiseerde congres Media4[Me] in Amsterdam WTC
een workshop blogging geeft. ‘Internet biedt
minderheden een goede en laagdrempelige kans om
hun stem te laten horen, en het debat te laten kantelen.
Op een weblog geef je de touwtjes niet uit handen aan
journalisten. Al die weblogs vormen ook een verrijking
van het debat, zeker als mainstream media meer gaan
linken naar dit soort blogs.’
Dat betekent niet dat elke blogger meteen grote invloed heeft, waarschuwt Pleijter.
‘Je hebt niet zomaar een groot publiek, en het is niet vanzelfsprekend dat je als
weblogger wél gehoord wordt. Daarom moeten bloggers niet alleen focussen op hun
eigen blog, maar ook gebruik maken van diensten als twitter en nujij.nl om hun
berichten breder te verspreiden. Het gaat erom de zichtbaarheid te vergroten, door
het heft in eigen hand te nemen.’
Eigen podium
Dat gebeurt ook al. Neem Umar Mirza. Hij is met www.wijblijvenhier.nl al sinds 2005
actief op internet. Het idee kwam van zijn broer Faisal, die veel op weblogs rondhing.
Samen bedachten ze dat het goed zou zijn als Nederlandse moslimjongeren van alle
gezindten een eigen podium kregen.
‘We wilden op een opbouwende manier aan de slag, en zelf het heft handen nemen.
Op ons weblog laten we soms een tegengeluid horen, maar we proberen ook echt
een ander geluid te laten horen door zelf thema’s op de agenda te zetten.’
Humor was vanaf het allereerste begin een belangrijk strijdmiddel, zegt Mirza.
‘Humor is universeel. We wilden ook echt dat klaagtoontje vermijden –wat niet
betekent dat er nooit geklaagd mag worden. Maar we proberen ook kritisch te kijken
naar de eigen gemeenschap als dat nodig is.’
Vier jaar later heeft de 16-koppige redactie, bijgestaan door een wisselend collectief
van gastschrijvers (‘gastarbeiders’), een trouwe schare lezers én een volle
prijzenkast met Weblog-Awards.
Ook op andere fronten wint www.wijblijvenhier.nl aan invloed, zegt Mirza. ‘We
worden serieus genomen als we media wijzen op fouten in berichtgeving. En onze
redactieleden worden regelmatig gevraagd voor openbare debatten. Ook daar
kunnen we onze stem laten horen.’
Eigen nieuws
Ook Kirsten Vos, van Indische komaf, wilde graag
een ander geluid laten horen. Vanaf april 2008 is
haar weblog indisch 3.0 in de lucht. ‘Er waren al
wel Indische websites, maar daarop wordt vaak
vanuit een slachtofferperspectief geschreven. Als
ik dat las, dacht ik vaak: ‘Als dàt Indisch is, dan
ben ik het niet’. Tegelijkertijd hadden we dus wel
de behoefte om een ander geluid te laten horen –
òòk omdat in Nederland nauwelijks aandacht voor Indische onderwerpen is. Als er al
108
over ons wordt geschreven is dat vaak vanuit een koloniale blik. Zo van: ‘Ach, die
schattige Indo’s, die zo lekker kunnen koken’. Da’s allemaal niet echt goed voor het
zelfbeeld. Indische jongeren kunnen daar niets mee.’
Geen tempoe doeloe
Het werd tijd voor een eigen forum, waarop objectief, nuchter en zakelijk over
Indische onderwerpen werd geschreven. ‘Want we willen ook geen tempoe doeloeblik, zonder te willen afgeven op wat eerdere generaties hebben gedaan.’
Het weblog brengt eigen verhalen over Indische kwesties. Die keuze voor eigen
nieuws is een bewuste, benadrukt Vos. ‘Je ziet vaak dat op minderhedensites nieuws
van anderen wordt overgenomen. Dat vinden wij te beperkt. Wij wilden zelf nieuws
brengen, en daarmee echt iets toevoegen. We hebben er ook bewust voor gekozen
de site voor iedereen toegankelijk te maken, en niet een afgeschermde hyvespagina
te openen, zoals je vaak ziet bij minderheden op het web. Ook Nederlanders kunnen
zo kennis nemen van onze verhalen. De site wordt ook steeds beter bezocht. Maar
we zien het weblog vooral als een goed middel om ons zelfbewustzijn te ontwikkelen
en te versterken.’
Ingezonden Brievenschrijver
Betekent dit allemaal dat bloggen de enige manier is voor minderheden om in de
media hun stem te laten horen? Nee, zegt Ibrahim Wijbenga. Hij is al jaren zeer
actief als ingezonden brievenschrijver – en zou daarmee blogger avant la lettre
genoemd kunnen worden. ‘Ik heb lang gedacht dat de media behoorlijk partijdig was.
Mede daarom heb ik mijn eerste stukken ondertekend met de naam ‘Bram Wijbenga’.
Ik had het idee dat redacties bij het zien van mijn naam zouden denken dat ik òf één
of andere rare bekeerling zou zijn òf dat ze mij als moslim sowieso partijdig zouden
vinden.’
Maar Wijbenga –zoon van een Marokkaanse moeder en een Friese vader- merkte tot
zijn verbazing dat ‘95%’ van zijn ingezonden brieven de krantenkolommen haalden.
‘Redacties blijken wel degelijk open te staan voor een ander geluid: mits je stukken
goed geschreven zijn, en ze voldoen aan voorwaarden als de maximum lengte.’
Bloggen is wat Wijbenga betreft dan ook geen wondermiddel. ‘Het is één van de
manieren om als minderheidsgroep je stem te laten horen, zoals het sturen van
ingezonden brieven en zelforganisatie ook manieren zijn. Ik had het vooroordeel dat
media niet zouden willen luisteren, maar dat bleek niet het geval. We moeten
stoppen met mokken, en zelf het heft in handen nemen.’
109
BIJLAGE VI – Lijst met relevante websites en Twitter- en FB-accounts
www.afghan.nl
Nieuws voor Afghanen in Nederland. Grotendeels over Afghanistan. Tijdelijk besloten.
www.amazigh.nl
Artikelen over taal, cultuur en geschiedenis en algemene informatie over Amazigh- (Berber)
gerelateerde onderwerpen. Promotie van het Tamazight en de Amazigh
http://www.amazightimes.com
Marokkaans-Berbers magazine met aandacht voor nieuws en sport in Marokko en Nederland
Dutchturks
Tweets over Turkije en Turken in Nederland
www.exponto.nl
Journalistiek magazine dat op internet verschijnt. Het merendeel van de artikelen wordt door
vluchteling-journalisten en andere migranten geschreven. Met Nederlandse journalisten als
gast
www.hababam.nl
Community site met nieuws en discussieforum, gericht op Turkse jongeren.
www.lokum.nl
Nieuws over Turkije en Nederland voor Turken.
www.maghreb.nl
Nieuws voor Marokkanen en mensen die geïnteresseerd zijn in en affiniteit hebben met
Marokko, Marokkanen en aanverwante zaken. Vooral door jongeren bezocht.
www.maroc.nl
Marokkaanse forumsite met een uitgebreid nieuwsgedeelte. Vooral door jongeren bezocht .
www.marokko.nl
Nieuws en discussieforum voor Marokkanen in Nederland.
www.polenforum .nl
Nieuws over Polen, deels gericht op Polen in Nederland.
Republiek Allochtonië
Dagelijks nieuws en achtergronden uit de multiculturele samenleving
www.turksnieuws.nl
Site en tweets over Turkije en Turken in Nederland.
www.waterkant.net/
Dit netwerk biedt Surinamers en anderen die affiniteit hebben met Suriname de mogelijkheid
elkaar te informeren en met elkaar te interacteren op verschillende gebieden. Bevat eigen
nieuws en toegang tot andere Surinaamse nieuwsbronnen.
www.wijblijvenhier.nl
Probeert een reëel beeld te schetsen van wat er leeft bij de moslims binnen de Nederlandse
samenleving.
110
Download