Sociale media als platforms voor nieuws en discussie in de multiculturele samenleving Een verkennend onderzoek naar de rol van sociale media en etnische discussieforums bij het betrekken van burgers uit etnische minderheidsgroepen in het Nederlandse publieke debat Susan Bink & Giovanni Massaro Mira Media, november 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door het Stimuleringsfonds voor de Pers. Voorwoord De relatie tussen media en etnische gemeenschappen in Nederland is vaak moeizaam geweest, en is dat in een aantal opzichten nog steeds: etnische groepen betichten media van stigmatisering of een gebrek aan kennis over wat er in etnische gemeenschappen leeft en gebeurt, en klagen dat zij moeilijk toegang tot media hebben. Anderzijds vinden journalisten dat oganisaties van etnische minderheden vaak niet begrijpen hoe de media werken, en te weinig zelf het initiatief nemen om contact te zoeken met de media en niet altijd bereid zijn standpunten en visies voor de camera of op papier toe te lichten. De laatste jaren verandert dat wel, en de mogelijkheden voor een actievere medebetrokkenheid enparticipatie vanuit etnische gemeenschappen worden groter, onder meer door de opkomst van sociale media. Sociale media kunnen immers een belangrijke bemiddelende rol spelen tussen etnische gemeenschappen en journalisten. Zo kunnen journalisten voor nieuws- en achtergrondinformatie terecht op online discussieplatforms voor etnische minderheden. De platformen zijn vooral populair onder Marokkaanse jongeren, die er zowel spreken over actueel nieuws en evenementen als andere zaken die voor hen belangrijk zijn. Diverse forums en etnische portals brengen ook alternatief nieuws, zoals het nieuws van internationale media, dat Nederlandse media niet brengen. De selectie van dit nieuws en de discussies daarover door etnische groepen kunnen extra waarde aan het nieuws toekennen en (jonge) allochtonen meer bij het nieuws betrekken. Hetzelfde geldt voor discussies en nieuwsberichten op sociale media. Twitter is een waardevolle bron voor alternatief nieuws vanuit een etnisch perspectief. Uiteraard is slechts een kleine groep actief in het gebruik van sociale media, zoals Twitter, en er is nog weinig informatie beschikbaar over het gebruik van sociale media onder etnische minderheden, journalisten en minderhedenorganisaties. Daarom startte Mira Media eind 2011 met een onderzoek naar de bemiddelende rol van sociale media tussen etnische en mainstream media. Mira Media betrok daarbij ook haar eigen multiculturele portal Wereldjournalisten.nl en de daaraan verbonden sociale media-pagina’s bij het onderzoek. Het onderzoek bestond uit een literatuuronderzoek, een monitoringsperiode waarin voor wereldjournalisten, enkele etnische portals en daaraan verbonden sociale media werd geturfd wat wanneer (en zo mogelijk waarom) werd gepost of bediscussieerd door (allochtone) lezers, en enquêtes en gesprekken met stakeholders en deskundigen. 2 Deze rapportage geeft de bevindingen van het onderzoek weer en wordt afgesloten met een aantal aanbevelingen voor een effectiever gebruik van sociale media als middel voor een verhoogde deelname van migrantengroepen aan het publieke debat. 3 Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 5 1.1 Nederland in mondiale top van sociale mediagebruikers .............................................................. 5 1.2 Twitter als meest actuele nieuwsbron ............................................................................................ 6 1.3 Sociale media binnen de journalistiek ........................................................................................... 7 1.4 Open medium ................................................................................................................................ 8 1.5 Minderheden in de publieke ruimte ................................................................................................ 8 1.6 Het heft in eigen hand nemen ........................................................................................................ 9 1.7 Sociale media als brug tussen traditionele en etnische media? .................................................. 10 2. Achtergrond ....................................................................................................................................... 12 2.1 Emancipatie in een veranderend publiek domein ........................................................................ 12 2.2 Emancipatie ................................................................................................................................. 13 2.3 Van bonding naar bridging ........................................................................................................... 14 2.4 Cultureel burgerschap .................................................................................................................. 15 2.5 De voordelen van internet ............................................................................................................ 15 2.6 Op zoek naar achtergrond of overzicht? ...................................................................................... 16 2.7 Multiculturele samenleving floreert op internet ............................................................................ 16 2.8 Nieuwsgebruik ............................................................................................................................. 22 2.9 Deelname aan publieke debat ..................................................................................................... 25 2.10 Conclusie ................................................................................................................................... 26 3. Opzet onderzoek ............................................................................................................................... 28 3.1 Doel onderzoek ............................................................................................................................ 28 3.2 Doelgroep van het onderzoek ...................................................................................................... 29 3.3 Probleemstelling en specifieke onderzoeksvragen ..................................................................... 29 4. Methoden ........................................................................................................................................... 30 4.1 Nulmeting ..................................................................................................................................... 30 4.2 Monitoring van sociale media ...................................................................................................... 31 4.3 Kwantitatief survey ....................................................................................................................... 35 4.4 Kwalitatieve diepte-interviews ...................................................................................................... 36 5. Resultaten.......................................................................................................................................... 37 5.1 Resultaten nulmeting ................................................................................................................... 37 5.2 Monitoringsresultaten ................................................................................................................... 39 5.3 Conclusie monitoringsresultaten .................................................................................................. 56 5.4 Resultaten enquête ...................................................................................................................... 57 5.5. Conclusie kwantitatieve survey ................................................................................................... 68 5.6 Resultaten diepte-interviews ........................................................................................................ 69 6. Algemene conclusie .......................................................................................................................... 84 7. Aanbevelingen ................................................................................................................................... 87 8. Bronnen ............................................................................................................................................. 89 Bijlagen .................................................................................................................................................. 93 4 1. Inleiding Op 7 september 2012 verspreidde Merthe, een 15-jarig meisje uit het Groningse dorp Haren, via Facebook een uitnodiging voor haar ‘Sweet Sixteen’ verjaardagsfeestje. Helaas vergat ze om ‘privé’ aan te vinken, waardoor de uitnodiging verspreid werd onder tienduizenden Facebookgebruikers. Duizenden jongeren meldden zich aan voor het feest – inmiddels Project X gedoopt, naar een film met een soortgelijk voorval - en zowel de burgemeester als de politie in Haren waren in opperste staat van paraatheid. Bekende dj’s riepen luisteraars op om toch vooral naar Haren te gaan. Het feest werd bijtijds afgelast, maar dat weerhield een groep relschoppers er niet van toch op vrijdagavond 21 september 2012 naar Haren af te reizen. Met een enorme puinhoop en getraumatiseerde dorpsbewoners als resultaat. De dagen erna duikelden de meningen over elkaar heen: wie waren hier nou de schuldig aan deze rellen? Een hype was geboren. De grootste boosdoener waren volgens 1 velen de sociale media , want hoe konden er anders zóveel mensen binnen zo’n korte tijd 2 gemobiliseerd worden? Maar ook de traditionele media kregen er van langs , omdat ze van tevoren teveel aandacht aan Project X hadden geschonken en daarom het vuurtje hadden aangewakkerd. Oud-presentator Sjors Fröhlich refereerde in de Volkskrant van 24 september 2012 naar het door de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling naar voren gebrachte fenomeen ‘Medialogica’: ‘een welbewust in of door media geschetst beeld dat afwijkt van de werkelijkheid en soms een nieuwe werkelijkheid tot gevolg heeft’. Dat is precies wat er in Haren gebeurde, aldus Fröhlich. 1.1 Nederland in mondiale top van sociale mediagebruikers Anno 2012 wordt aan sociale media veel macht toegedicht. Het gebruik van sociale media is de afgelopen jaren dan ook spectaculair gegroeid. Volgens het ‘Social Media around the World 2012’onderzoek van InSites Consulting gebruiken wereldwijd 7 van de 10 internetgebruikers tenminste één sociale netwerksite. Dit zijn in totaal 1,5 miljard actieve sociale mediagebruikers. Volgens InSites Consulting behoort Nederland tot de landen met het grootste aantal sociale mediagebruikers: acht op 3 de tien online Nederlanders maakt gebruik van sociale media . Facebook is de meest populaire sociale netwerksite (66% actieve gebruikers), gevolgd door Hyves (33% actieve gebruikers). De zakelijke netwerksite LinkedIn staat op de derde plaats met 29 procent en op plaats vier staat Twitter met 24 procent. De populariteit van Hyves is duidelijk aan het dalen: deze site staat bovenaan in de lijst met meest gestopte gebruikers, namelijk 23%. Het stijgende sociaal mediagebruik is mede te danken aan de groeiende penetratie van smartphones en tablets in Nederland. 45 procent van de Nederlandse internetgebruikers heeft inmiddels een smartphone, en 13 procent een tablet. Van de smartphone-bezitters gebruikt 66 procent dagelijks sociale media (Van Belleghem, Thijs & De Ruyck, 2012). 1 ‘Facebook medeschuldig aan Project-X’, Spitsnieuws.nl, 23 september 2012 ‘Rellen Haren op conto van oude media’, Volkskrant, 24 september 2012 3 http://www.telecompaper.com/nieuws/nederland-in-mondiale-top-sociale-media-gebruikers 2 5 Internet is via de smartphone, tablet of notebook altijd en overal toegankelijk. Op steeds meer openbare plekken (in cafés, in de trein, op vakantieadressen) wordt een gratis WIFI-verbinding aangeboden. Op deze manier gaat ook de penetratie van nieuws razendsnel. Consumenten verkrijgen hun nieuws tegenwoordig steeds vaker via de (mobiele) sites van NU.nl, Twitter of dagbladen, en kunnen vervolgens dit nieuws weer met een paar klikken verspreiden naar honderden vrienden en kennissen in binnen- en buitenland. 1.2 Twitter als meest actuele nieuwsbron Nieuws is altijd en overal aanwezig. Bovendien zijn consumenten tegenwoordig zelf nieuwsmakers. Een bekend voorbeeld is de crash van het Turkish Airlines-vliegtuig nabij Schiphol op 25 februari 2009. Ooggetuigen stuurden meteen via Twitter verslagen en foto’s van de crash de wereld in en deze werden razendsnel opgepikt door mede-Twitteraars en vervolgens door de traditionele media. Twitter was in dit geval de meest actuele nieuwsbron. Ook tijdens ongeregeldheden in zowel binnen- als buitenland blijkt Twitter een waardevolle nieuwsbron. Zo was journalist Chris Klomp ter plekke tijdens de al eerder genoemde rellen in Haren en twitterde live wat er om hem heen gebeurde. Zijn volgers konden van minuut tot minuut volgen wat er gaande was in Haren. Tijdens de burgeroorlog in Syrië is Midden-Oostenverslaggever Harald Doornbos een populaire Twitteraar. Zijn live-verslagen via Twitter zijn absurd en confronterend tegelijk. Een oorlog komt zo wel heel dichtbij. Afbeelding 1: Tweets van Harald Doornbos op 17 augustus 2012, tijdens een luchtaanval op een Syrisch dorp Twitter doet dus vooral dienst als ‘push-medium’: nieuws komt naar jou toe, in plaats dat je zelf op zoek gaat naar nieuws. Hetzelfde geldt voor Facebook en andere sociale media. Het is vooral handig bij ‘breaking news’: als er iets gebeurt in de wereld, is er altijd iemand sneller op de hoogte dan jij. Via 6 jouw sociale netwerkcontacten komt het bericht dan bij jou terecht. Hierbij geldt, hoe groter je sociale netwerk, hoe sneller het nieuws jou bereikt (Opgenhaffen & Van Belle, 2012). 1.3 Sociale media binnen de journalistiek Er zijn dus journalisten die veelvuldig gebruik maken van Twitter, maar hoe ingeburgerd zijn die sociale media nou eigenlijk binnen de journalistiek? Een Vlaamse studie uit 2010 van het Gentse onderzoeksbureau Quadrant Communications toonde aan dat slechts 18% van de Belgische journalisten Twitter gebruikte voor professionele werkzaamheden. Voor Facebook lag dit percentage op 26%. In 2012 werd hetzelfde onderzoek nog een keer uitgevoerd. Nu werd duidelijk hoe groot de omloopsnelheid is van sociale media: begin 2012 gebruikte 51% van de ondervraagde journalisten Twitter voor het werk. Een explosieve stijging ten opzichte van de 18% uit 2010. Ook Facebook (nu 4 64%) en LinkedIn (56% tegenover 37% in 2010) namen een grote sprong voorwaarts . In 2010 onderzochten Hermans, Pleijter en Vergeer (2011) het gebruik van digitale media onder 1016 Nederlandse journalisten. Hieruit blijkt dat sociale media nog geen onderdeel zijn van de dagelijkse routine van journalisten. 27% van de journalisten zegt dagelijks gebruik te maken van Twitter, op de tweede plaats staat LinkedIn (13,3%) en op de derde plaats Facebook (9,6%). Met uitzondering van LinkedIn, geeft meer dan de helft van de journalisten aan nooit gebruik te maken van sociale media. Slechts 14% houdt een eigen weblog bij, veel journalisten vinden dat dit te veel tijd kost. Twitter lijkt onder journalisten meer een informatiemiddel dan een communicatiemiddel. Slechts 35,6% van de ondervraagde journalisten heeft zelf een Twitter-account en verstuurt ook tweets. Van de journalisten die Twitter gebruiken, leest meer dan de helft dagelijks berichten op Twitter (53,8%). Helaas is dit onderzoek in 2012 niet herhaald, maar het valt te verwachten dat journalisten in Nederland anno 2012, net als de Vlaamse journalisten, veel meer gebruik zijn gaan maken van sociale media. In 2011 vonden immers een aantal belangrijke nieuwsgebeurtenissen plaats waarbij sociale media een belangrijke rol speelden, zoals de Arabische lente, de moordaanslag van Anders Breivik in Noorwegen en de ramp op Pukkelpop (Opgenhaffen & Van Belle, 2012). Het Amerikaanse PR-bureau Cision heeft in samenwerking met de Britse Canterbury Christ Church University onderzoek gedaan naar het gebruik van sociale media onder journalisten in elf verschillende landen. In oktober 2012 verscheen het rapport over het sociale mediagebruik van 769 journalisten in Groot-Brittannië. Van deze journalisten zegt 28,1% zijn of haar werk niet te kunnen uitvoeren zonder sociale media. 39% van de ondervraagde journalisten geeft aan dat zijn of haar productiviteit verbeterd is sinds de komst van sociale media. Twitter is veruit het meest gebruikte sociale medium onder journalisten, 80% van de respondenten gebruikt deze microblogdienst. Sociale media worden iets meer gebruikt als bron (84%) dan als publicatiekanaal (81%). Uit het onderzoek kwamen vijf typen sociale mediajournalisten naar voren: 4 Journalistenenquete 2012, Quadrant Communications, zie http://www.quadrantcommunications.be/blog/tag/marktonderzoek 7 - ‘Architects’ (18-27 jaar): de voorlopers die erg vooruitstrevend zijn in het gebruik van sociale media; - ‘Promotors’ (28-45 jaar): maken veelvuldig gebruik van sociale media om hun eigen content te promoten en te analyseren hoe hierop wordt gereageerd’; - ‘Hunters’ (18-27 jaar) : gebruiken sociale media vooral om te netwerken maar posten zelf weinig eigen content via sociale media; - ‘Observers’ (> 45 jaar): maken relatief weinig gebruik van sociale media, en gebruiken het voornamelijk voor het inwinnen van informatie; - ‘Sceptics’ (> 45 jaar) zijn zeer sceptisch over het gebruik en de impact van sociale media en maken er nauwelijks gebruik van. Zoals we hierboven kunnen zien, is de mate van het gebruik van sociale media bijzonder leeftijdsgebonden. Jonge journalisten gebruiken meer verschillende soorten sociale media en gebruiken deze ook intensiever dan oudere journalisten. Journalisten jonger dan 27 jaar gebruiken anderhalf keer zo vaak sociale media voor hun werk dan journalisten van boven de 45. Jongere journalisten hebben vaak ook meer volgers/vrienden (Cision & Canterbury Christ Church University, 2012). 1.4 Open medium In tegenstelling tot audiovisuele en gedrukte media is internet een open medium. Niet alleen de poortwachters in de vorm van omroep- of krantenredacties bepalen welke discussies er worden gevoerd, maar ook de mediagebruikers zelf. Internet biedt de mogelijkheid bottom-up een eigen mediaruimte te creëren, waar de leden zelf hun agenda kunnen bepalen, zich kunnen verenigen en hun boodschap aan een breder publiek kenbaar kunnen maken. Een ander belangrijk aspect van het internet is de interactiviteit; mensen kunnen informatie uitwisselen, op elkaar reageren en eigen media-inhoud (tekst, film, muziek) verspreiden. Door het laagdrempelige karakter biedt het internet verschillende minderheidsgroepen een uitgelezen kans om van zich te laten horen. Ook zoeken mensen uit diverse subculturen elkaar op via internet. Daar waar vroeger buurthuizen, zolderkamers, en openbare hangplekken de plekken waren waar gelijkgestemden elkaar opzochten, zijn deze fysieke samenkomsten verplaatst naar online samenkomsten op internet. En de laatste jaren zien we zelfs binnen de online wereld een complete ‘volksverhuizing’ van de ene online community naar de andere. 1.5 Minderheden in de publieke ruimte Voor etnische minderheden bieden online media door hun open vorm en hun mogelijkheden om zelf content te produceren een uitgelezen kans om hun stem te laten horen binnen de publieke ruimte. Binnen de reguliere Nederlandse media worden zij namelijk in zeer geringe mate aan het woord gelaten. De meest recente gegevens uit de Monitor Representatie 2010 van de Nederlandse Publieke Omroep tonen aan dat de representatie van etnisch-culturele diversiteit bij de publieke omroep met 8 name bij nieuws en opinieprogramma’s met 5,7% sterk achterloopt bij het streefcijfer van 11%. Het streefcijfer is gebaseerd op het nationale aandeel etnische minderheden uit de vier grote groepen Surinamers, Marokkanen, Antillianen en Turken (SMAT) in Nederland. De conclusie was dat de Nederlandse televisie (inclusief de commerciële zenders) niet representatief is voor de Nederlandse bevolking wat betreft vrouwen en kleur. Daarmee wordt niet tegemoet gekomen aan de opdracht in de Mediawet: “Publieke mediadiensten voldoen aan democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving door het aanbieden van media-aanbod dat op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt” (Mediawet artikel 2.1, lid2, sub b.). In het artikel ‘De emanciperende werking van online media’ constateren Bink en Serkei (2011) dat met name jongeren (15-25 jaar) met een cultureel diverse achtergrond steeds mondiger en kritischer worden ten opzichte van de algemene Nederlandse media en steeds meer een eigen plek in het publieke domein op gaan eisen. Internet fungeert in het leven van etnische minderheden als een soort ‘tussenruimte’ tussen de cultuur van afkomst en de dominante cultuur, het land van vestiging en het land van herkomst – een ruimte waar ze hun identiteit kunnen vormgeven. Via internet worden ervaringen, meningen en kennis uitgewisseld, bijvoorbeeld via eigen online communities. Ook bieden deze communities met name jonge moslima’s de kans om zichzelf te uiten en bepaalde (controversiële) onderwerpen aan de kaak te stellen, buiten de invloed van moskee of familie om. Daarnaast speelt het internet een belangrijke rol in het ontkrachten van heersende vooroordelen. Via community sites, discussieforums, blogs, sociale netwerksites etc. kunnen minderheidsgroepen een tegengeluid laten horen. Dit principe noemen we ‘bonding’ in navolging van de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam. Voor werkelijk meepraten en het uitoefenen van invloed zijn eigen etnische media en communities slechts een eerste stap. Een volgende noodzakelijke stap om van werkelijke emancipatie te spreken, is wat Bink & Serkei betreft merkbare aanwezigheid in het publieke debat en representatie in de algemene media. 1.6 Het heft in eigen hand nemen Journalist Patrick Pouw was aanwezig tijdens een workshop bloggen, georganiseerd door Mira Media tijdens het congres Media4[ME] in oktober 2009. Hij deed hiervan verslag op Wereldjournalisten.nl (zie artikel in de bijlage). In dit verslag merkt Alexander Pleijter, docent nieuwe media en journalistiek aan de Universiteit Leiden, op dat “internet minderheden een goede en laagdrempelige kans biedt om hun stem te laten horen, en het debat te laten kantelen. Op een weblog geef je de touwtjes niet uit handen aan journalisten. Al die weblogs vormen ook een verrijking van het debat, zeker als mainstream media meer gaan linken naar dit soort blogs.” Een voorbeeld van een geslaagd weblog gericht op etnische minderheden is wijblijvenhier.nl. Umar Mirza, aanwezig tijdens datzelfde congres, begon dit blog in 2005 om Nederlandse moslimjongeren een eigen podium te geven. Mirza: “We wilden op een opbouwende manier aan de slag, en zelf het heft in handen nemen. Humor was vanaf het allereerste 9 begin een belangrijk strijdmiddel. Humor is universeel. Maar we proberen ook kritisch naar de eigen gemeenschap te kijken als dat nodig is.” Volgens Pleijter moet je al blogger veel moeite doen om gehoord te worden, dat gaat niet vanzelf. Daarom moeten ze ook gebruik maken van diensten als Twitter en nujij.nl, om berichten breder te verspreiden. Het gaat erom de zichtbaarheid te vergroten, door het heft in eigen handen te nemen. Dit doet Ibrahim Wijbenga door ingezonden brieven naar de kranten te sturen. In eerste instantie verwachtte hij dat zijn brieven – als moslim – niet geplaatst zouden worden, maar dit bleek niet het geval. Wijbenga: “Redactie blijken wel degelijk open te staan voor een ander geluid: mits je stukken goed geschreven zijn, en ze voldoen aan voorwaarden als de maximum lengte.” De uitdrukking ‘het heft in eigen hand nemen’ komt steeds weer terug als het gaat om digitale media en de multiculturele samenleving. Bart Top, journalist en gespecialiseerd in kwesties rond beeldvorming van de multiculturele samenleving, zag al in 2007 een belangrijke rol weggelegd voor de nieuwe media op het gebied van de empowerment van etnische minderheden. Hij schreef in het boek ‘Naar een interculturele journalistiek’ (2007) dat het internet een nieuwe, moderne infrastructuur biedt die het mogelijk maakt – daar gaan we weer – zelf het heft in eigen handen te nemen en specifieke doelgroepen direct te bereiken. Op internet zijn media ontstaan – zoals Maroc.nl en Maghreb.nl – die bedacht en georganiseerd zijn door allochtonen zelf, zonder last van de belemmeringen die ze bij de gevestigde media ondervonden. Top voegt toe dat elke doelgroep op het internet een site van zijn gading vindt: “daar is de multiculturele samenleving al gerealiseerd.” Ook voorspelt hij dat naar alle waarschijnlijkheid de oude media hier in de toekomst de vruchten van zullen plukken (Top, 2007). 1.7 Sociale media als brug tussen traditionele en etnische media? Minderheden kunnen dus het heft in eigen hand nemen door te gaan bloggen, twitteren of een eigen online (discussie)platform op te richten. Maar om echt een stem te krijgen in het publieke debat, moeten de mainstream media aandacht aan deze ‘nieuwe’ geluiden besteden. En moeten bloggers, twitteraars en platformbezoekers zorgen dat ze gehoord worden. Digitale media bestaan tenslotte uit tweerichtingsverkeer. Bloggende en twitterende journalisten hebben de mogelijkheid tot gerichte interactie met het publiek, waardoor er meer en vanuit een grotere diversiteit aan invalshoeken input kan komen voor verhalen (Hermans, Vergeer & Pleijter, 2011). Als journalisten via sociale media gericht op zoek gaan naar alternatieve verhalen en invalshoeken, kan dit een enorme verrijking voor de journalistiek betekenen. Maar gaan journalisten ook daadwerkelijk op zoek naar tegengeluiden op internet? In 2010 gaven Nederlandse journalisten nog aan sociale media het minst te gebruiken voor het communiceren met burgers: meer dan de helft van de journalisten (50,8%) gaf aan daarvoor nooit sociale media te gebruiken (Hermans, Vergeer & Pleijter, 2011). En wíllen bloggers, twitteraars en deelnemers aan online forums eigenlijk wel gehoord worden door de mainstream media? Of vinden ze het prima dat hun mening binnen de grenzen van hun eigen gemeenschap blijft? Voor een succesvolle emanciperende werking van nieuwe media is het zaak dat de gekleurde online mediawereld zich gaat 10 mengen met de grijze traditionele mediawereld. Mira Media heeft de taak op zich genomen om te onderzoeken of deze vermenging al daadwerkelijk plaatsvindt, en onder welke omstandigheden deze eventuele vermenging het beste gedijt. 11 2. Achtergrond Hoewel er ten opzichte van een aantal jaren geleden veel verbeterd is, is de vertegenwoordiging van allochtonen in het nieuws volgens Mira Media, in een aantal opzichten nog steeds problematisch, evenals hun deelname aan het publieke debat. Om dat te verbeteren zijn meer multiculturele kennis en competenties nodig in de journalistiek, maar vooral ook meer dialoog tussen mediaprofessionals en maatschappelijke organisaties, en tussen mediaprofessionals en allochtone mediagebruikers. Vanuit die optiek onderzoekt Mira Media welke rol sociale media daarbij kunnen spelen. Sociale media kunnen immers een belangrijke bemiddelende rol spelen tussen etnische gemeenschappen en journalisten. Zo kunnen journalisten voor nieuws- en achtergrondinformatie terecht op online discussieplatforms voor etnische minderheden. De platformen zijn vooral populair onder Marokkaanse jongeren, die er zowel spreken over actueel nieuws en evenementen als andere zaken die voor hen belangrijk zijn. Diverse forums en etnische portals brengen ook alternatief nieuws, zoals het nieuws van internationale media, dat Nederlandse media niet brengen. De selectie van dit nieuws en de discussies daarover door etnische groepen kunnen extra waarde aan het nieuws toekennen en (jonge) allochtonen meer bij het nieuws betrekken. Hetzelfde geldt voor discussies en nieuwsberichten op sociale media. Twitter is een waardevolle bron voor alternatief nieuws vanuit een etnisch perspectief. Voordat we onze eigen onderzoeksresultaten presenteren, plaatsen we ons onderzoek eerst in een maatschappelijk kader. We verdiepen ons hierbij in begrippen als ‘het publieke domein’, ‘emancipatie’, ‘medialogica’, ‘bonding en bridging’ en ‘publieke meningsvorming’. Daarna bespreken we een aantal Nederlandse onderzoeken waarin het digitale mediagebruik van etnische minderheidsgroepen aan bod komt. Ook zijn we geïnteresseerd in onderzoek waarin specifiek is gekeken naar het nieuwsgebruik van etnische minderheden. Zoals u zult merken, is er vooral onderzoek gedaan onder jongeren met een islamitische achtergrond. Er zijn weinig recente gegevens voorhanden over het (digitale) mediagebruik van Surinamers, Antillianen of Oost-Europeanen. 2.1 Emancipatie in een veranderend publiek domein De media vormen binnen een democratie een belangrijk platform voor het doorgeven van meningen. Volgens McQuail (1992: 144) kunnen media op drie manieren bijdragen aan een pluriforme, democratische maatschappij: “by reflecting differences in society, by giving access to different points of view, and by offering a wide range of choice.” In Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek gebruikt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO, 2003) het begrip „medialogica‟ om de interactie tussen media en samenleving te beschrijven. De verhouding tussen burgers, overheid en media wordt beschreven als een driehoeksrelatie. Tussen deze drie hoeken bevindt zich het speelveld van het publieke domein, de plaats waar burgers elkaar ontmoeten, maar ook met machthebbers in contact kunnen 12 treden. Het publieke domein vormt in symbolische zin de gedeelde ruimte van de samenleving waar kennis wordt opgedaan en waarbinnen debat en confrontatie plaatsvindt. Het publieke domein als speelveld van de samenleving is voor het versterken of juist verzwakken van sociale cohesie van groot belang. De rol van publieke media als gemeenschappelijk referentiekader en podium waarop de samenleving zich definieert is van wezenlijk belang binnen een democratie. Publieke meningsvorming is het proces waarbij we komen tot ideeën en afwegingen die ons gezamenlijk aangaan (Hermes, 2005). Hermes benadrukt het belang van media bij het tot stand komen van de publieke meningsvorming onder burgers. Media spelen naar haar mening bovendien een grote, omvattende rol in de identiteitsvorming en in het dagelijks leven van iedereen. Doordat burgers worden beïnvloed door de identiteiten die ze aangeboden krijgen via de media, en in de sociale omgang. 2.2 Emancipatie Van oudsher is emancipatie gezien als het verkrijgen van politieke macht en invloed op politieke agendasetting om zo een gelijkwaardige plaats in de samenleving c.q. het publieke domein te bereiken. De norm van de emancipatie van etnische minderheden zou dan liggen in het doordringen van de stem(men) in de algemene publieke media. Maar wat rekenen wij tot het publieke domein? Vinken (2010) pleit ervoor om onder invloed van de veranderingen in de moderne samenlevingen het publieke domein en het publieke debat te verbreden en niet te beperken tot invloed op het politieke debat. Er wordt volgens Vinken met name van jongeren verwacht dat ze flexibel en actief zijn op een breed spectrum aan terreinen in de samenleving. Vinken citeert Wuthnow om aan te geven dat het vooral om het gemeenschappelijke gaat; niet noodzakelijkerwijs over de hele samenleving, maar om de relaties tussen individuen, tussen individuen en gemeenschappen (communities) en tussen gemeenschappen. Het publieke domein wordt daarmee het speelveld waarbinnen verschillende mensen en groepen zich verschillende vragen stellen, daar met elkaar over praten en samen tot een gemeenschappelijkheid komen. Hij trekt daaruit de conclusie dat meepraten binnen dit speelveld (al dan niet binnen een specifieke gemeenschap) op zich al emanciperend is. Dat wil zeggen zonder noodzakelijkerwijs expliciet of actief deel te nemen aan het meer algemene (politieke) publieke debat. Vinken geeft aan dat het internet als een alternatief kan dienen voor diegenen die zichzelf op een eigen manier (politiek) willen organiseren, maar ook voor diegenen die buitengesloten worden van de meer formele wegen om aan het politieke en maatschappelijke proces deel te nemen. Jongeren maken in onze huidige maatschappij gebruik van collectieve identiteiten (Romer, 2002). Een tiener in Rotterdam kan zich tegelijkertijd Turk, Rotterdammer en Nederlander voelen. Zolang de massamedia deze nieuwe collectieve identiteiten niet weten aan te spreken, zullen jonge generaties allochtonen zich buitengesloten blijven voelen. In dat proces kan de eigen publieke sfeer een 13 versterkend effect hebben en kan deze het bewustzijn van de eigen identiteit en het gevoel van uitsluiting juist versterken (De Waal, 2003). Op grond hiervan zijn wij van mening dat voor het bepalen van de mate van participatie en de emanciperende werking van online media niet alleen het meepraten van belang is, maar juist ook het vinden en hebben van een publiek via de algemene publieke media. De emanciperende werking kan dan worden afgelezen aan de mate waarin de stem van etnische minderheden via de online activiteiten doorklinkt in deze massamedia. 2.3 Van bonding naar bridging De Amerikaanse politicoloog Robert Putnam (2007) noemt als uitdaging voor moderne, steeds diverser wordende maatschappijen: het creëren van een nieuw, breder concept van „wij‟. Dit is een brede oproep op basis van zijn bezorgdheid over de afname van maatschappelijke betrokkenheid en sociaal kapitaal in de Verenigde Staten. Het creëren van een vorm van gezamenlijkheid is in algemene zin een bron van zorg in moderne individualiserende en mondialiserende samenlevingen. Volgens Putnam is het van belang om te zorgen dat etniciteit maatschappelijk geen bepalende factor meer is, zonder daarbij afbreuk te doen aan de betekenis die het voor elke persoon kan hebben. De uitdaging is om tot een gedeelde identiteit van een samenleving te komen. Daarbij ziet Putnam sterke sociale verbanden binnen een specifieke groep (bv op etniciteit) eerder als een voorfase van het versterken van sociale verbanden naar de bredere samenleving dan als een proces dat dit uit zou sluiten. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld organisatievorming op basis van etniciteit, in tegenstelling tot wat veelal wordt aangenomen, eerder de integratie zal bevorderen dan dat het de integratie negatief zal beïnvloeden. Voor de Nederlandse situatie wordt dit onderschreven door Halleh Ghorashi (2007: 64): “De huidige culturele diversiteit in Nederland brengt nieuwe uitdagingen met zich mee en vraagt om nieuwe visies op het samenleven voor de toekomst.” Robert Putnam (2000) onderscheidt twee functies van media met betrekking tot culturele diversiteit: de resolving (oplossingsgerichte) functie en de preserving (behoudende) functie. De resolving functie is gebaseerd op communicatie tussen een bepaalde groep en de maatschappij. De media voorzien etnische groepen van informatie over de samenleving. Ook kunnen groepen via de media met elkaar communiceren waardoor relaties tussen mensen ontstaan, behouden blijven of veranderen. Putnam noemt deze vorm van communicatie bridging social capital: individuen kijken verder dan hun eigen groep en verbreden hun horizon. Dit proces wordt door d’Haenens, Koeman & Saeys (2007) vergeleken met sociaal-culturele participatie, oftewel integratie binnen een samenleving. Integratie is immers alleen mogelijk als etnische groepen in contact treden met autochtone groepen. Het internet is uitermate geschikt voor het overbruggen van “grenzen‟ tussen verschillende groepen. Via online forums kunnen zowel allochtone als autochtone deelnemers met elkaar discussiëren over uiteenlopende onderwerpen, wat tot een beter begrip van elkaars denkwijzen en gebruiken kan leiden. De preserving functie van de media heeft betrekking op communicatie binnen een bepaalde al dan 14 niet etnische groep. De media kunnen een bepaalde etnische groep van informatie voorzien in hun eigen moedertaal, om op deze manier de onderlinge communicatie binnen de groep te versterken. Putnam beschrijft dit proces als bonding social capital: individuen communiceren met elkaar binnen de eigen groep. Via het internet zijn er tal van mogelijkheden voor etnische groepen om informatie in hun moedertaal of over hun land van herkomst te vinden of om te communiceren met landgenoten. Bridging en bonding sluiten elkaar niet uit: goed geïntegreerde migranten maken zowel intensief gebruik van Nederlandse media als van eigen media (Peeters & d’Haenens, 2005). Wat betreft onze vraagstelling over de mogelijk emanciperende werking van online media houdt dit concreet in dat de verwachting is dat meer en sterkere specifieke etnische portals (bonding) zullen bijdragen aan het leggen van verbindingen met algemene publieke media (bridging). Een belangrijke stap in de emancipatie waarmee bovendien de culturele diversiteit in de collectieve publieke ruimte toeneemt. 2.4 Cultureel burgerschap Het gebruik van internet door minderheidsgroepen kan worden gezien als een vorm van cultureel burgerschap. Hier laten ze hun stem horen en delen ze hun mening met anderen. Turner (1994) noemt burgerschap „competent handelen als lid van een gemeenschap‟, waarbij het gaat over de relaties van individuen met diverse gemeenschappen. Dit kunnen ook online gemeenschappen zijn. Dahlgren (2006) heeft het over doing citizenship via de media. Volgens Hermes (2006) gaat burgerschap naast de formele relatie tussen individuen en de overheid ook over gemeenschappelijke verantwoordelijkheden en rechten, over collectieve identiteiten en de normen en waarden die daarbij horen. Deze collectieve identiteiten zetten etnisch-culturele minderheden vaak in op internet. 2.5 De voordelen van internet Kortom, het internet heeft veel extra voordelen ten opzichte van de ‘traditionele’ media, met name voor minderheidsgroepen. Siapera (2010) noemt er drie: ten eerste, het internet fungeert als platform voor een verscheidenheid van meningen binnen het publieke domein; ten tweede, het internet brengt mensen samen en zorgt voor verbindingen over geografische en culturele grenzen heen; ten derde biedt het internet een platform waar etnisch-culturele groepen informatie kunnen uitwisselen over hun ervaringen binnen de multiculturele samenleving. Het internet kan gebruikt worden vanwege persoonlijke, publieke of politieke redenen. Leden van minderheidsgroepen gebruiken het internet vaak om onderling persoonlijke ervaringen uit te wisselen. Parker en Song (2006) gebruiken hiervoor de term reflexive racialization: het delen van persoonlijke informatie, meningen en ervaringen helpt mensen om met de problemen die ze tegen komen in de multiculturele samenleving om te gaan. Deze online uitwisseling zorgt voor een brug tussen het privédomein en het publieke domein. De twee gescheiden werelden van het persoonlijke en publieke leven komen dus samen op het internet. 15 We hebben nu een beeld van het kader waarin we ons onderzoek kunnen plaatsen. In de volgende paragraaf bespreken we een aantal Nederlandse onderzoeken naar het gebruik van online (nieuws)media onder etnische groepen. 2.6 Op zoek naar achtergrond of overzicht? Allereerst gaan we eens kijken naar de invloed van digitale media op het nieuwsgebruik van Nederlanders in het algemeen. Internetgebruikers kunnen hun nieuwsmedia precies afstemmen op hun individuele behoeften. Er zijn tenslotte oneindig veel websites met nieuws over van alles en nog wat. Het gevaar bestaat dat nieuwsconsumenten hierdoor alleen nog maar door henzelf geselecteerd nieuws tot zich nemen, en minder goed weten wat er in het algemeen op politiek of maatschappelijk vlak speelt binnen de samenleving. Zo werd in Nederland vastgesteld dat mensen die vooral onlinekranten als informatiebron gebruiken minder actuele maatschappelijke onderwerpen paraat hebben dan lezers van traditionele kranten (De Waal, Schoenbach & Lauf, 2005). Klaus Schoenbach en Ester de Waal (2011) hebben onderzoek gedaan naar dergelijk vermijdingsgedrag op het gebied van nieuwsgebruik. En wat blijkt? Er is geen reden tot ongerustheid. Maar liefst 91 procent van de Nederlandse bevolking van 13 jaar en ouder raadpleegt minstens één keer per week nieuwsmedia om een overzicht te krijgen van wat er speelt in de wereld. 65 procent doet dit zelfs elke dag. De televisie blijkt voor dit doel het meest geraadpleegd: 81 procent kijkt wekelijks naar nieuws- en actualiteitenprogramma’s om een overzicht te krijgen van wat er speelt in de wereld. Op de tweede plaats staan dagbladen met 47 procent en op de derde plaats nieuwssites: 37 procent van de Nederlandse bevolking raadpleegt wekelijks nieuwssites om zich van het belangrijkste wereldnieuws op de hoogte te stellen. Dezelfde volgorde is van toepassing op het raadplegen van achtergrondinformatie. Wel zijn gratis dagbladen en nieuwssites aanzienlijk minder belangrijk voor het verzamelen van achtergronden. Opleiding en leeftijd spelen ook een rol bij het nieuwsgebruik: over het algemeen bedienen traditionele nieuwsmedia vooral ouderen en hogeropgeleiden, en zijn interactieve media (zoals NU.nl) vooral populair onder jongeren. De weinige ‘overzichtsmijders’ zijn over het algemeen jonger, lager opgeleid en meestal minder in politieke en actuele onderwerpen geïnteresseerd dan degenen die media wel gebruiken om een actueel nieuwsoverzicht te verkrijgen. Ook hebben de ‘vermijders’ een voorkeur voor entertainment in de media (Schoenbach & De Waal, 2011). 2.7 Multiculturele samenleving floreert op internet In dit onderzoek richten we ons specifiek op het gebruik van etnische portals en sociale media onder etnische minderheden. Allereerst zullen we een aantal cijfers laten zien omtrent het digitale mediagebruik van etnische minderheden, aan de hand van een recent onderzoek van onderzoeksbureau Motivaction in samenwerking met etnomarketingbureau TransCity. Eind 2011 zijn in totaal ruim 2000 respondenten met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse en Nederlandse achtergrond ondervraagd over hun mediagebruik. Wij concentreren ons hier voornamelijk op de cijfers rond internetgebruik. 16 Over het algemeen maken autochtone Nederlanders vaker van internet gebruik dan etnische minderheden. Vooral het internetgebruik onder Turkse Nederlanders is laag in vergelijking met de andere groepen: 22% zegt nooit van internet gebruik te maken. Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders zitten significant vaker op internet dan Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Als we nu kijken naar het gebruik van sociale media valt het volgende op: onder etnische minderheden is Facebook de populairste netwerksite (zie tabel 1). Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders zijn het meest actief op sociale media. Wat opvalt is dat etnische minderheden vaker een account hebben op Facebook dan Hyves, terwijl autochtone Nederlanders nog nét iets vaker een profiel hebben op Hyves dan op Facebook. Nu kan het zijn dat de meeste autochtone Nederlanders hun Hyves-account niet meer actief gebruiken, in tegenstelling tot hun Facebookaccount. Verder zien we dat Marokkaanse en (vooral) Turkse Nederlanders nog weinig gebruik maken van Twitter. Bijna een kwart van de Antilliaanse Nederlanders hebben wel een Twitter-account, dit percentage is zelfs nog hoger dan die onder autochtone Nederlanders (22%). Verder valt de populariteit van YouTube onder Marokkaanse Nederlanders op, in vergelijking met de andere etnische groepen (Ait Moha, Souguir & Romer, 2012). Tabel 1. Lidmaatschap sociale netwerken Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Autochtoon TMSA (n=382) (n=370) (n=426) (n=375) (n=551) (n=1553) Facebook 37% 47% 48% 54% 57% 46% Twitter 7% 15% 20% 24% 22% 16% Hyves 9% 12% 23% 15% 58% 15% YouTube 16% 24% 17% 18% 27% 19% LinkedIn 2% 8% 10% 11% 13% 7% Google+ 5% 8% 13% 12% 15% 9% Geen van deze 59% 41% 43% 41% 19% 47% Bron: Motivaction , 2012 Toelichting: Rode percentages staan voor significant hoger dan gemiddeld en blauwe percentages voor significant lager dan gemiddeld (Chi2-toets met een betrouwbaarheidsmarge van 95%) Verder hebben de onderzoekers van Motivaction en TransCity het bereik van cultuurgebonden websites onderzocht. Hieruit blijkt dat deze websites niet vaak (meer) worden bezocht: in de meeste gevallen 1 dag of minder per week. De onderzoekers constateren dat vooral jongeren cultuurgebonden sites hebben ingeruild voor sociale media. Onder de Surinaamse gemeenschap blijven cultuurgebonden sites nog wel populair onder ouderen. Meer algemeen zijn cultuurgebonden websites onder Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders nog het meest populair. Kijken we nu per etnische doelgroep naar de meest gebruikte cultuurgebonden website, dan is dit bij de Turkse Nederlanders ZamanHolanda.nl, bij de Marokkaanse Nederlanders Marokko.nl, bij de Surinaamse Nederlanders Suriname.startpagina.nl en bij de Antilliaanse Nederlanders Curacao.startpagina.nl (Ait Moha, Souguir & Romer, 2012). Hierbij moet in het licht van ons onderzoek wel worden vermeld dat 17 Marokko.nl als enigste van deze websites een discussieforum bevat. Over het gebruik van verschillende etnische discussieforums gaan we hieronder wat dieper in. 2.7.1. Discussieforums Sinds het eind van de jaren negentig zijn veel allochtone jongeren – vooral Marokkaanse – hun eigen community of portal op internet begonnen. Binnen zo’n community vinden gelijkgestemde zielen elkaar op het gebied van muziek, interesses, achtergrond, discussies, maar ook nieuws. Het forum is vaak het drukst bezochte onderdeel van zo’n portalsite, en hier wordt druk gediscussieerd over het nieuws van de dag, relaties, religie en roddels. De etnische portals fungeren als platform om met elkaar te communiceren, maar ook om een mening te vormen door het ter discussie stellen van actualiteiten, maar ook van bijvoorbeeld taboes (Brouwer & Wijma, 2006). Daarnaast spelen de portals een rol bij de identiteitsvorming van biculturele jongeren (Nijntjes & Wijma, 2006): veel discussies gaan over de vraag hoe je je als jongere met een niet-Nederlandse achtergrond staande kunt houden in de Nederlandse maatschappij. De jongeren zagen de forums als een veilige plek waar ze met elkaar konden praten over de negatieve beeldvorming waar Marokkaans-Nederlandse jongeren vaak mee te kampen hebben (Leurs, 2012). Eén van de eerste portals die zich op jongeren met een Marokkaanse achtergrond richtte, was Maroc.nl. Opgericht in 1997 gold deze site lange tijd als trendsetter op het gebied van digitale mogelijkheden voor moslimjongeren (zoals de ramadan-sms). Inmiddels is Maroc.nl qua aantal unieke gebruikers ingehaald door het in 2001 opgerichte Marokko.nl. Naar schatting is 80% van de bezoekers Marokkaanse Nederlander (Butter, 2008). Uit onderzoek van de Vrije Universiteit (Konijn et al, 2010) onder 2400 scholieren (13-18 jaar) en oudere jongeren (18-26 jaar), waaronder 370 5 moslimjongeren , blijkt dat 80,1% van de door hen ondervraagde Marokkaans-Nederlandse jongeren gebruik maakt van Marokkaanse internetsites. Van de moslimjongeren in het algemeen, maakt ruim 40% gebruik van marokko.nl. Van de Turkse websites is Turksnieuws.nl het meest populair onder moslimjongeren. Net iets meer dan de helft van de Turkse moslimjongeren maakt gebruik van Turkse websites (52,7%) (Konijn et al, 2010). Cindy van Summeren, docent en onderzoeker bij Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg, doet onderzoek naar de religieuze identiteitsbeleving van jongeren in online discussies op Maroc.nl. Deze jongeren bevinden zich vaak in een spagaat tussen twee culturen: opgegroeid in Nederland met een islamitische achtergrond. Op Maroc.nl presenteren ze zichzelf als moslim, maar worstelen ook met de normen en waarden van de Nederlandse samenleving. Vaak zoeken Marokkaans-Nederlandse jongeren in de discussies naar een compromis tussen de Nederlandse en islamitische cultuur. Ook vond Van Summeren twee groepen moslimjongeren. De ene groep is loyaal, maar niet erg kritisch ten opzichte van de islam. De andere groep bestaat uit meer liberale moslimjongeren met een kritische blik ten opzichte van de Islam en Koran. Zij veroordelen alle vormen van extremisme (Van Summeren, 2007). 5 Jongeren die de islam als hun religie beschouwen. 18 Ook op de Vrije Universiteit (VU) is onderzoek gedaan naar forumdiscussies op websites als Marokko.nl en Maroc.nl. Lenie Brouwer van de VU vroeg zich af welke betekenis deze sites hebben voor jongeren van Marokkaanse afkomst. Vooral de forums van de Marokkaanse sites zijn populair. Het is een plek waar Marokkaanse jongeren gelijkgezinden ontmoeten en kennis nemen van elkaars opvattingen. Veel discussies op de forums gaan over religie en identiteit. Zo zijn discussies over actualiteit en liefde het meest populair, waarbij het indirect altijd over de islam of taboes binnen de islam gaat (Nijntjes & Wijma, 2006). De forums fungeren ook als datingsite voor islamitische jongeren die op zoek zijn naar een partner (Amrani, 2008). Brouwer concludeert dat er naast jongeren van Marokkaanse afkomst, ook vaak autochtone jongeren op de forums te vinden zijn. De online interacties tussen deze groepen leiden in ieder geval tot een dialoog, en in sommige gevallen tot meer begrip (Brouwer & Wijma, 2006). Ook fungeren de forums als een uitlaatklep voor islamitische jonge vrouwen. Vooral het door Marokko.nl beheerde Yasmina.nl en het op zichzelf staande Chaima.nl (Leurs, 2012) zijn populair onder deze groep. Hier kunnen ze anoniem hun verhaal of vragen kwijt over zaken als de positie van de vrouw binnen de islam, het huwelijk, relaties, maagdelijkheid, etc. Onderwerpen waar ze met hun ouders of familie niet over durven of kunnen praten. Deze websites geven islamitische vrouwen een stem (Brouwer, 2006). Genderstudies- en mediawetenschapper Koen Leurs deed ook uitvoerig onderzoek naar het online mediagebruik van Marokkaans-Nederlandse tieners tussen de 12 en 18 jaar. Hij richtte zich daarbij op vier digitale platforms: online discussieforums (zoals Marokko.nl), chatprogramma’s (zoals MSN Messenger), sociale netwerksites (zoals Hyves en Facebook) en websites waarop video’s worden gedeeld (YouTube). Figuur 1. Woordwolk van gebruikte digitale platformen door Marokkaans-Nederlandse respondenten (N= 344) Bron: ‘Digital Passages’, Koen Leurs, 2012 (pag. 107) Leurs vroeg zijn Marokkaans-Nederlandse respondenten naar de digitale platformen die zij gebruikten. Hun antwoorden verwerkte hij in bovenstaande woordwolk. Hoe groter het woord, des te vaker dit platform werd gebruikt door de respondenten. YouTube springt er duidelijk uit naar voren, maar ook 19 Hyves en MSN zijn veelgebruikte digitale platforms. Google, Facebook en Marokko.nl zijn vergelijkbaar wat de gebruiksfrequentie betreft onder de Marokkaans-Nederlandse respondenten. Verder blijkt uit zijn onderzoek dat meisjes vaker sociale platformen gebruiken dan jongens, en dat jongens meer gamen. Leurs laat in zijn proefschrift zien dat Marokkaans-Nederlandse jongeren hun eigen plek creëren op discussieforums zoals Marokko.nl, waar ze voor zichzelf op kunnen komen, in plaats van het onderwerp van gesprek te zijn binnen de Nederlandse maatschappij, de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap, de moskee en de eigen familie. Deze discussieforums laten zien hoe het is om een Marokkaanse Nederlander te zijn in Nederland en welke verschillende twijfels en overwegingen hier bij komen kijken. Dit aspect komt ook tot uiting in gesprekken die jongeren hebben via MSN Messenger. Deze gesprekken zijn nog meer privé dan de discussie op forums, vanwege de door gebruikers gecodeerde toegang. Uit het onderzoek van Leurs blijkt dat de ouders van de onderzochte tieners Messenger voornamelijk gebruiken om te chatten met vrienden en familie in Marokko en de diaspora. Hun kinderen gebruiken Messenger om via gebruikersnamen, afbeeldingen en gesprekken hun identiteit vorm te geven. Dit vindt plaats achter de coulissen, buiten het zicht van ouders, broers of zussen. Volgens Leurs ervaren zijn informanten MSN Messenger als een waardevol instrument om individuele, persoonlijke en intieme identiteiten vorm te geven (Leurs, 2012). Ook de bevindingen van Leurs naar het gebruik van sociale netwerksites onder MarokkaansNederlandse jongeren zijn waardevol om hier te vermelden. Hij kwam erachter dat deze jongeren via sociale media verschillende identiteiten tentoonspreiden, die in eerste instantie niet met elkaar verenigbaar lijken. Zo is een Marokkaans-Nederlands meisje op Hyves lid van groepen die duidelijk een gevoel van Nederlands nationalisme uitdragen (I ♥ Holland), islamitische overtuigingen (‘Respect is wat ik vraag voor de hoofddoek die ik draag!’), kledingvoorkeuren (Skinny Jeans, H&M) en politiek activisme (Islam = Peace) (zie figuur 2). 20 Figuur 2. Connecties op Hyves van een Marokkaans-Nederlands meisje Bron: Leurs, 2010 Leurs is er van overtuigd dat er nauwelijks verschil bestaat tussen de online wereld en ‘real life’ (zie ook Loader, 2007). Het internet moet worden gezien als een deel van het echte leven; online en offline levens lopen naadloos in elkaar over. Dit gegeven zien we ook terug in het gebruik van YouTube. De informanten van Leurs bekijken via YouTube veel amateurvideo’s over de islam en Marokko. Deze video’s roepen gevoelens van herkenning en heimwee op. Ze geven de gebruikers het gevoel dat ze deel uitmaken van een internationale gemeenschap. Ook kijken de informanten veel naar commerciële muziekvideo’s van uiteenlopende artiesten uit verschillende landen. Artiesten uit Marokko, het Midden-Oosten, maar ook uit Nederland en Amerika, die zingen in het Arabisch, Berbers, Engels en Nederlands. De jongeren geven op deze manier uiting aan een hybride identiteit, waarin ze globale, nationale en transnationale voorkeuren verenigen. Leurs concludeert dat Marokkaans-Nederlandse jongeren deel uitmaken van een hybride jeugdcultuur, waarin onverenigbaar geachte loyaliteiten makkelijk samengaan. Dit zien we terug in de digitale wereld waarin ze zich begeven, waarin diversiteit een geaccepteerd, alledaags verschijnsel is. Verschillende culturele uitingen en voorkeuren komen naar voren in hun taalgebruik, muziekvoorkeur, nicknames, en profielfoto’s. Volgens Leurs vormen digitale jeugdculturen een belangrijke ontmoetingsplaats, waarin jongeren met verschillende achtergronden kunnen samenkomen (Leurs, 2012). 21 2.8 Nieuwsgebruik Motivaction heeft naast kwantitatief onderzoek naar het mediagebruik van etnische minderheden ook een aanvullend kwalitatief onderzoek verricht naar het nieuwsgebruik van de TMSA-groep. Hiervoor hebben tachtig kwalitatieve diepte-interviews met Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders plaatsgevonden. Over het algemeen zien de onderzoekers dat er een verschuiving plaatsvindt van het gebruik van binnenlandse media naar buitenlandse media, met name binnen de Turkse gemeenschap. Via internet zijn professionele nieuwsmedia uit Turkije en het Midden-Oosten heel makkelijk te raadplegen, en dit wordt dan ook veelvuldig gedaan. Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders volgen wel de nieuwsmedia uit hun land van herkomst maar vinden dit niet erg betrouwbaar. Vooral sinds president Bouterse aan de macht is in Suriname, wordt het nieuws uit Suriname erg gecensureerd, zo is de ervaring. Waterkant is een belangrijke bron voor Surinaams nieuws. Voor internationaal nieuws maken Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders veel gebruik van Engelstalige internationale media zoals de BBC en CNN. Leden van etnische minderheidsgroepen zijn over het algemeen zwaardere nieuwsgebruikers dan autochtone Nederlanders. Zij zijn ook sterker gericht op nieuws uit hun directe omgeving dan autochtonen. Zo kijken ze regelmatig naar regionale nieuwszenders en lezen stads- en weekkranten. Voor hun nieuwsconsumptie geven etnische minderheden de voorkeur aan televisie en internet, vanwege de snelheid en het feit dat het om ‘gratis’ nieuws gaat. Veel respondenten gebruiken ook nieuwsapps om op de hoogte te blijven. Voor nieuws over de eigen gemeenschap in Nederland wordt vaak gebruik gemaakt van online forums en weblogs. Van alle TMSA-groepen maken Turkse Nederlanders het meest gebruik van media uit het land van herkomst, nog meer dan van de Nederlandse media. De respondenten geven aan dat in Turkije een televisiecultuur heerst en dat ze van jongs af aan gewend zijn om veel televisie te kijken. Turkse nieuws- en amusementsprogramma’s zijn erg populair. Verder lezen ze veel Turkse kranten, met name online. Ter aanvulling maken ze gebruik van Nederlandse media voor het volgen van het Nederlandse nieuws. Marokkaanse Nederlanders geven aan dat zij net zo vaak Nederlandse als buitenlandse media gebruiken. Vooral Al Jazeera is geliefd voor internationaal nieuws. Maar ook de Nederlandse nieuwsmedia (zowel publiek als commercieel) worden gevolgd. Voor Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders is het internet een belangrijk medium om nieuws uit het land van herkomst te volgen. Zij kijken en luisteren online naar Surinaamse en Antilliaanse televisie- en radiozenders en lezen online kranten uit het land van herkomst. Tot slot maken deze groepen ook regelmatig gebruik van cultuurgebonden radio- en televisiezenders uit Nederland, zoals Radio Mart en Salto. Wel vinden Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders het Nederlandse nieuws belangrijker dan nieuws uit het land van herkomst en maken dan ook veelvuldig gebruik van Nederlandse media, meer dan Turkse en Marokkaanse Nederlanders (Eigenfeld, Ait Moha & Lammers, 2012). 22 2.8.1. Nieuwsgebruik onder moslimjongeren In het al eerder aangehaalde onderzoek van de Vrije Universiteit (Konijn et al, 2010) naar het mediagebruik van moslimjongeren en niet-moslimjongeren (13-26 jaar), wordt specifiek ingegaan op het raadplegen van verschillende media voor informatie over politiek, religie of maatschappelijke kwesties. Door middel van een survey zijn circa 1600 jongeren ondervraagd, waaronder 370 moslimjongeren (met name met een Turkse en Marokkaanse achtergrond). Wel moeten de resultaten met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, aangezien de representativiteit van het onderzoek niet kan worden gegarandeerd. Het meest opvallende resultaat uit dit onderzoek is dat moslimjongeren veel meer en intensiever gebruik maken van verschillende media dan niet-moslimjongeren. Dit geldt zowel voor de Nederlandse media, als voor de buitenlandse media. Ook binnen de groep moslimjongeren zijn er verschillen. Zo maken jongeren met een Turkse achtergrond meer gebruik van verschillende mediabronnen dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Turkse jongeren maken vooral veel gebruik van Turkse televisiezenders, terwijl dit in minder sterke mate geldt voor Marokkaanse jongeren en Arabische televisie. Uit het onderzoek van Motivaction (2012) blijkt dat 93% van de Turkse Nederlanders naar Turkse televisiezenders kijkt, tegenover 58% van de Marokkaanse Nederlanders met betrekking tot Marokkaanse en Arabische zenders. 84% van de Turkse Nederlanders kijkt zelfs elke dag naar de Turkse televisie, van de Marokkaanse Nederlanders kijkt slechts 40% elke dag naar cultuurgebonden zenders. Het wel of niet kijken naar cultuurgebonden televisiezenders heeft zeer waarschijnlijk te maken met de beheersing van de taal in het land van herkomst: Turkse jongeren kunnen over het algemeen goed Turks praten en verstaan (85,5% van de Turkse jongeren in het onderzoek van de Vrije Universiteit spreekt Turks), terwijl Marokkaanse jongeren het Arabisch vaak veel minder goed machtig zijn (39% van de Marokkaanse jongeren uit het VU-onderzoek spreekt/beheerst het Arabisch). Daarnaast maken moslimjongeren veel vaker gebruik van Engelstalige televisiezenders en van kranten in vergelijking met niet-moslimjongeren (zie grafiek 2). Moslimjongeren gebruiken bijvoorbeeld 15% meer van de genoemde Nederlandse kranten dan niet-moslimjongeren. De kranten die door moslimjongeren het meest worden gelezen zijn Sp!ts en Metro. Een deel van de Turkse jongeren (17%) leest wel eens de Turkse krant Hürriyet (vooral de groep 18-26-jarigen). Ook kijken moslimjongeren meer naar BBC World en CNN in vergelijking met niet-moslimjongeren. Zelfs de Nederlandse nieuwssite NU.nl wordt door meer moslimjongeren bekeken dan niet-moslimjongeren (42% vs 31,5%). 23 Grafiek 1. Percentage gebruikers naar mediumtype (tv, kranten en internet), uitgezet naar moslimjongeren vs niet-moslimjongeren. Bron: Konijn et al, 2010 Toelichting: Verschillen die significant zijn, zijn donker van kleur, terwijl niet-significante verschillen licht van kleur zijn. Nederlandse moslimjongeren hebben een zeer brede nieuwsoriëntatie, ze zijn erg nieuwsgierig. Ze maken intensiever gebruik van Nederlandse kranten, Nederlandse nieuwswebsites (met uitzondering van Geenstijl.nl), en van Nederlandse en buitenlandse televisiezenders (zowel Engelstalige als in de taal van het land van herkomst) dan niet-moslimjongeren. Het gebruik van buitenlandse media gaat dus niet ten koste van het gebruik van Nederlandse media, zoals vaak wordt gedacht. Dit komt overeen met de resultaten van een onderzoek naar het transnationale televisiegebruik van een groep van 389 respondenten uit Amsterdam met een Arabische achtergrond (Slade, 2011). Van deze groep, van jong tot oud, kijkt 71 procent naar nieuwsuitzendingen op zowel Nederlandse als Arabische televisiezenders. Slechts 12 procent kijkt alleen naar Arabisch nieuws, en 17 procent alleen naar Nederlands nieuws. Nederland 1 en Al Jazeera zijn de favoriete zenders wat betreft het kijken naar nieuws. Terug naar het VU-onderzoek. Specifiek op programmaniveau kijken meer moslimjongeren naar publieke Nederlandse tv-programma’s als NOVA, Den Haag Vandaag en Rondom Tien en naar commerciële Nederlandse tv-programma’s als RTL Nieuws, AT5 Nieuws en Nieuwsweek, in vergelijking met niet-moslimjongeren. Wel kijken meer niet-moslimjongeren naar De Wereld Draait Door op de publieke zender dan moslimjongeren. Aan de jongeren is ook gevraagd welke waarde zij hechten aan de verschillende media die zij gebruiken. Hieruit blijkt dat moslimjongeren over het algemeen vinden dat de media uit het land van herkomst een realistischer beeld van de werkelijkheid geven dan de binnenlandse media. Ook voelen zij zich meer betrokken bij de media uit het land van herkomst. Daarentegen hebben de VU24 onderzoekers ook onderzoek gedaan naar de attitude van de jongeren ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia. Hieruit blijkt dat de moslimscholieren en niet-moslimscholieren nauwelijks van elkaar verschillen in hun vertrouwen ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia: beiden hebben een licht-positieve attitude ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia. Wel geeft 18% van de moslimscholieren en 19% van de niet-moslimscholieren aan (helemaal) geen vertrouwen te hebben in de Nederlandse nieuwsmedia. Daar komt bij dat de meeste deelnemende moslimjongeren het (helemaal) eens zijn met de stelling dat de islam negatief in het nieuws komt in de Nederlandse media (bijna 70% onder de moslimscholieren en bijna 44% onder de moslimjongeren). Dit is ook de reden dat zij zich richten op buitenlandse nieuwsmedia, omdat ze ondervinden dat de negatieve beeldvorming rondom de islam vooral in Nederland en de Nederlandse media plaatsvindt. Door het volgen van buitenlandse media proberen ze een completer en meer waarheidsgetrouw beeld van het nieuws te krijgen. Daarnaast volgen ze de Nederlandse media om mee te kunnen doen in het Nederlandse publieke debat (Konijn et al, 2010). De onderzoekers van de VU hebben niet alleen het mediagebruik van jongeren onderzocht, maar ook de inhoud van verschillende media zelf bestudeerd. Ze wilden erachter komen of de berichtgeving in dagbladen overeen komt met het nieuws waarover op etnische forums gediscussieerd wordt. Hiervoor hebben ze gedurende een periode van vijftien maanden (oktober 2007 – december 2008) de berichtgeving op het gebied van integratie en immigratie van zeven Nederlandse dagbladen (Sp!ts, Metro, de Pers, de Telegraaf, Algemeen Dagblad, de Volkskrant en NRC Handelsblad) vergeleken met zes discussieforums gericht op moslimjongeren (Marokko.nl, Maroc,nl, Maghreb.nl, Lokum.nl, TurksNieuws.nl en AlYaqeen.com). Gedurende deze periode berichten de kranten veel over terrorisme, islam, criminaliteit en de conflicten in Irak, Afghanistan en Israël. Dit had ook te maken met de anti-islamfilm Fitna van Geert Wilders, die in deze periode werd gelanceerd. Terrorisme krijgt de meeste aandacht in de kranten, vooral in de Metro, Sp!ts, het AD en de Telegraaf. Waar de kranten hun aandacht verspreiden tussen verschillende issues, is op de forums de islam duidelijk het meest besproken onderwerp. Op sites als Marokko.nl, Maroc.nl en Lokum.nl wordt hierover voor meer dan de helft meer gediscussieerd dan in de kranten. Op de andere onderzochte websites (vooral op het salafistische AlYaqeen.com) ligt dit percentage nog hoger. Op Marokkaanse sites is het conflict in Israël een hot topic, terwijl op de Turkse forums meer wordt gesproken over de conflicten in Afghanistan en het buurland van Turkije, Irak. Opvallend is dat er op de discussieforums veel minder aandacht aan terrorisme wordt besteed dan in de dagbladen. 2.9 Deelname aan publieke debat De dagbladen volgen in grote lijnen elkaars agenda, zo blijkt uit het onderzoek van de Vrije Universiteit. Dit geldt in iets mindere mate voor etnische webforums. De nieuwsagenda’s op de Marokkaanse en Turkse webforums verschillen onderling meer dan die van de kranten onderling. De mate waarin de nieuwsagenda van de kranten overeenkomt met die van de webforums, geeft een indruk van hoe sterk de discussies op de webforums van jongeren overeenkomt met het publieke 25 debat in de Nederlandse nieuwsmedia. De agenda’s van de dagbladen en de webforums hangen duidelijk met elkaar samen. Politici die in de kranten veel aandacht krijgen, zoals Fortuyn, Hirsi Ali, Verdonk en Wilders, staan tegelijkertijd centraal in de internetdiscussies. Wel zijn er per onderwerp verschillen in de mate van aandacht te bespeuren. Marokko.nl en Maghreb.nl vertonen de meeste overeenkomst met de media-agenda, Lokum.nl het minst. De onderzoekers hebben tijdens de onderzoeksperiode geen bewijs gevonden voor het idee dat de discussies op de webforums gevoed worden door nieuws uit Arabische of islamitische media of extremistische websites. De jongeren die actief zijn op deze forums zijn toch vooral gefocust op het nieuws wat door de Nederlandse nieuwsmedia naar buiten wordt gebracht. Moslimjongeren die actief zijn op discussiefora van en voor jongeren zijn volgens de onderzoekers dan ook bovengemiddeld geïntegreerd in het politieke proces in de Nederlandse samenleving als het gaat om het volgen van nieuwsmedia en het deelnemen aan het publieke debat over immigratie en integratie (Konijn et al, 2010). 2.10 Conclusies Door middel van een literatuurstudie is antwoord gezocht op de volgende vragen: op welke wijze zoeken jongeren uit etnische groepen naar nieuws, welke rol spelen etnische portals en social media daarbij, en hoe is hun perceptie van de nieuwsvoorziening in Nederland. De conclusies uit het literatuuronderzoek kunnen bijdragen aan de beantwoording van de centrale vraag van dit onderzoek: ‘welke rol hebben sociale media bij het vergroten van de betrokkenheid van allochtone groepen bij nieuws en actualiteiten en leiden tot een grotere inbreng in het publieke debat. De voornaamste conclusies luiden als volgt: Etnische portals hebben meerdere functies: het zijn niet alleen platforms om met elkaar te communiceren, maar dragen ook bij tot opinievorming, door actualiteiten ter discussie te stellen, en voor identiteitsvorming, met name bij de vraag hoe je je als jongere met een nietNederlandse achtergrond staande houdt in de Nederlandse samenleving. Vooral Marokkaanse jongeren maken gebruik van de discussiefora op etnische fora. Autochtone jongeren mengen zich overigens ook in de discussies op deze fora. Meisjes/jonge vrouwen zijn oververtegenwoordigd op fora. Leden van etnische minderheidsgroepen zijn over het algemeen zwaardere nieuwsgebruikers dan autochtone Nederlanders. Zij zijn ook sterker gericht op nieuws uit hun directe omgeving (lokaal en regionaal nieuws) dan autochtonen. Van alle TMSA-groepen maken Turkse Nederlanders het meest gebruik van media uit het land van herkomst, Marokkaanse Nederlanders geven aan dat zij net zo vaak Nederlandse als buitenlandse media gebruiken. Vooral Al Jazeera is geliefd voor internationaal nieuws. Maar ook de Nederlandse nieuwsmedia (zowel publiek als commercieel) worden gevolgd. Voor Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders is het internet een belangrijk medium om nieuws uit het land van herkomst te volgen. Zij kijken en luisteren online naar Surinaamse en Antilliaanse televisie- en radiozenders en lezen online kranten uit het land van herkomst. 26 Opvallend is dat moslimjongeren veel meer en intensiever gebruik maken van verschillende media dan niet-moslimjongeren. Dit geldt zowel voor de Nederlandse media, als voor de buitenlandse media. Ook binnen de groep moslimjongeren zijn er verschillen. Zo maken jongeren met een Turkse achtergrond meer gebruik van verschillende mediabronnen dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Turkse jongeren maken vooral veel gebruik van Turkse televisiezenders, terwijl dit in minder sterke mate geldt voor Marokkaanse jongeren en Arabische televisie. Moslimjongeren vinden over het algemeen dat de media uit het land van herkomst een realistischer beeld van de werkelijkheid geven dan de binnenlandse media. Ook voelen zij zich meer betrokken bij de media uit het land van herkomst. Daarentegen hebben de VUonderzoekers ook onderzoek gedaan naar de attitude van de jongeren ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia. Hieruit blijkt dat de moslimscholieren en niet-moslimscholieren nauwelijks van elkaar verschillen in hun vertrouwen ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia: beiden hebben een licht-positieve attitude ten opzichte van de Nederlandse nieuwsmedia. De agenda’s van de dagbladen en de webforums hangen duidelijk met elkaar samen. Dagbladen volgens elkaars agenda, en de webfora sluiten daar in grote lijnen bij aan. Wel is er verschil in de mate van aandacht per onderwerp. Moslimjongeren zijn volgens de onderzoekers dan ook bovengemiddeld geïntegreerd in het politieke proces in de Nederlandse samenleving als het gaat om het volgen van nieuwsmedia en het deelnemen aan het publieke debat over immigratie en integratie. 27 3. Opzet onderzoek 3.1 Doel onderzoek Hoofddoel van het onderzoeksproject is te zoeken naar succes- en faalfactoren bij het actief betrekken van burgers uit etnische groepen bij het nieuws en de nieuwsmedia ; zowel als consument van het nieuws als ook als burgerjournalist, informant of producent van nieuws. In het project wordt in de praktijk uitgeprobeerd op welke manieren online media en sociale media ingezet kunnen worden om dit doel te bereiken. De achterliggende motivatie ligt in het bijdragen aan de pluriformiteit en diversiteit van algemene publieksmedia in Nederland. Het gaat daarbij om journalistieke functies gericht op het gebied van nieuwsgaring, nieuwsduiding en opinievorming over de maatschappelijke actualiteit, mede in het belang van politieke meningsvorming. Mira Media heeft via de portalsite Wereldjournalisten.nl inmiddels enkele jaren ervaring opgedaan met ‘kosmopolitische berichtgeving’: berichtgeving vanuit de multiculturele samenleving door correspondenten met een etnisch-culturele achtergrond die veelal geen professionele journalistieke opleiding hebben, maar wel goed ingevoerd zijn in wat er speelt binnen hun gemeenschap. De nieuwsitems en columns van Wereldjournalisten leiden regelmatig tot discussies waarin ook burgers die in andere media zwijgen, hun stem laten horen. Voorbeelden hiervan zijn: Afghanen over de rol van Nederland in hun land en hun visie op hoe politieke partijen in Nederland hiermee omgaan; Serviërs over de in hun ogen ongenuanceerde kijk van de Nederlandse media en politiek op de laatste Balkanoorlog en Somalische jongeren over de economische achtergronden van piraterij in de golf van Aden. Wereldjournalisten.nl stimuleert etnische minderheden zelf actief, als burger, nieuws aan te dragen of duiding te geven aan nieuws over hun gemeenschap of herkomstland. Hierbij worden ook sociale media als Twitter en Facebook ingezet. Het inzicht begint door te dringen dat de mogelijkheden van online media om burgers uit etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat, veel groter zijn dan tot nu toe wordt benut. Ook wordt duidelijk dat er nog weinig inzicht is in de succes- en faalfactoren bij het activeren van etnische minderheden via online media. Lukt het etnische minderheidsgroepen om via etnische portals en sociale media daadwerkelijk een eigen stem te laten horen in de mainstream media? Of anders gezegd, kunnen allochtone burgers via sociale media een bijdrage leveren aan het publieke debat, zodat er een meer genuanceerd en minder eenzijdig beeld ontstaat van bepaalde groepen in de multiculturele samenleving? Mira Media heeft daarom een verkennend onderzoek uitgevoerd waarin deze factoren op experimentele wijze worden beproefd. Bij het onderzoek betrekt Mira Media ook haar eigen multiculturele portal Wereldjournalisten.nl en de daaraan verbonden Facebook- en Twitterprofielen. 28 3.2 Doelgroep van het onderzoek De doelgroep van het onderzoek wordt gevormd door burgers uit etnische minderheidsgroepen die actief zijn op internet. We richten ons specifiek op Nederlandse ingezetenen met een Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Afghaanse en Poolse achtergrond. De Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders behoren tot de grootste etnische minderheidsgroepen in Nederland. De meesten van hen wonen sinds de jaren zeventig in Nederland of zijn hier geboren. Migranten met een Afghaanse en Poolse achtergrond zijn relatief nieuw in Nederland. Wij zijn benieuwd of de oud- en nieuwkomers van elkaar verschillen in hun sociale mediagebruik en de manier waarop ze met nieuws omgaan. 3.3 Probleemstelling en specifieke onderzoeksvragen De probleemstelling van het onderzoek luidde als volgt: Welke rol spelen sociale media en etnische discussieforums bij het betrekken van burgers uit etnische minderheidsgroepen in het Nederlandse publieke debat? We keken naar de rol van etnische minderheden, zowel als consument van het nieuws als ook als burgerjournalist, informant of producent van nieuws. Mira Media verkende de manieren waarop sociale media kunnen bijdragen aan het betrekken van etnische minderheden in de nieuwsproductieen nieuwsconsumptie en zochtt antwoorden op de volgende onderzoeksvragen: Kunnen sociale media een bemiddelende rol spelen tussen etnische media en mainstream media en voor de deelname van etnische minderheden in het publieke debat? Kunnen sociale media een meer diverse en evenwichtige verslaggeving over multiculturele vraagstukken in Nederland bevorderen? Kunnen sociale media de vaardigheden van etnische burgers als consument en producent van nieuws en informatie versterken? Kan het veelvuldig gebruik van sociale media door portalsites leiden tot een meer actieve rol van etnische minderheden in het publieke debat? Kunnen sociale media burgers uit etnische minderheidsgroepen activeren om zelf op het nieuws te reageren, dan wel actief op het nieuws te reflecteren? Wordt de informatie van etnische burgerjournalisten gebruikt voor inhoudelijke vernieuwing en verdieping bij algemene publieksmedia? 29 4. Methoden Het onderzoek maakte gebruik van verschillende onderzoeksmethoden: zowel een analyse van reeds bestaand onderzoek, als kwantitatieve en kwalitatieve verzameling van nieuwe data. Met behulp van deze oude en nieuwe data probeerden we een beeld te krijgen van de functie van sociale media en etnische webforums in het nieuwsgebruik van etnische minderheden. Het onderzoek had duidelijk een verkennend karakter: vanwege de lage aantallen respondenten kunnen we geen volledig beeld geven van het sociale mediagebruik door mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Wel proberen we een globaal beeld te schetsen van de manier waarop minderheden met sociale media omgaan in combinatie met nieuws. Het onderzoek omvatte vier fasen: een nulmeting, monitoring van sociale media, een kwantitatief survey en kwalitatieve face-to-face interviews. Deze vier fasen worden hieronder toegelicht. 4.1 Nulmeting Allereerst heeft er op 1 november 2011 een nulmeting plaatsgevonden van het Twitteraccount van Wereldjournalisten (@WereldJe), de Facebookpagina en de website van Wereldjournalisten. Aan de hand hiervan kunnen we zien wat voor effect het sociale mediaverkeer van en over Wereldjournalisten heeft gehad. Voor Twitter hebben we het aantal volgers van het account @WereldJe op 1 november 2011 genoteerd, samen met het aantal Twitter-accounts dat Wereldjournalisten zelf volgde op die dag. Ook noteerden we het totaal aantal tweets die er tot en met 1 november 2011 waren verstuurd, het gemiddeld aantal tweets per dag en het gemiddeld aantal tweets per maand. Voor Facebook noteerden we het aantal ‘likes’ op 1 november 2011 (het aantal mensen die hebben aangegeven Wereldjournalisten ‘leuk’ te vinden), het totaal aantal mensen op Facebook die zijn bereikt, het aantal berichten dat door Wereldjournalisten op de eigen Facebook-pagina zijn gepost, en het aantal reacties op deze berichten. In het geval van de website van Wereldjournalisten keken we naar het totaal aantal artikelen dat tot en met 1 november 2011 is geplaatst op www.wereldjournalisten.nl. Ook keken we naar het totaal aantal reacties dat op de website van Wereldjournalisten is achtergelaten. Ook noteerden we het aantal unieke bezoekers op 1 november 2011, het aantal unieke bezoekers voor de hele maand november in 2011 en het verloop van het aantal unieke bezoekers over het jaar 2011. Door bovenstaande gegevens vast te leggen, hebben we een duidelijk vertrekpunt voor ons onderzoek. Aan de hand van deze gegevens kunnen we nagaan of er na 1 november 2011 een verandering heeft plaatsgevonden in het sociale mediaverkeer op het Twitter-account, het Facebookaccount en de website van Wereldjournalisten. 30 4.2 Monitoring van sociale media Aan de hand van een aantal spreadsheets in het dataverwerkingsprogramma Excel hebben we het ‘berichtenverkeer’ bijgehouden van het Twitter en Facebookaccount van Wereldjournalisten. Ook hebben we met behulp van Excel enkele forums gemonitord die berichten over nieuws met betrekking tot de multiculturele samenleving in Nederland. We hebben specifiek gelet op de reacties die gebruikers via sociale media en via de site van Wereldjournalisten achterlaten op de geposte artikelen van Wereldjournalisten. Allereerst zijn we nagegaan welke etnische minderheidsgroepen in Nederland actief zijn op internetforums en blogs. 4.2.1 Monitoring van etnische discussieforums Om een beeld te krijgen hoe actief etnische minderheidsgroepen zijn op sociale media, maken we een inventarisatie van internetforums die zich richten op bepaalde etnische groepen of de multiculturele samenleving in Nederland in het algemeen. We richten ons specifiek op de eerste en tweede generatie van de volgende bevolkingsgroepen: - Marokkanen - Surinamers - (Voormalig) Nederlandse Antillianen/Arubanen - Turken - Afghanen - MOE-landers (Midden- en Oost-Europeanen): Polen, Roemenen en Bulgaren Bij de keuze van onze doelgroepen hebben we gekeken naar de vier grootste etnische groepen in Nederland (Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen) en groepen die zich relatief recent in ons land hebben gevestigd (Afghanen en MOE-landers). Dit om een beeld te krijgen van de omgang met sociale media door zowel ‘oudkomers’ als ‘nieuwkomers’. We zijn expliciet op zoek gegaan naar online platforms voor etnische minderheden in Nederland waarvan een discussieforum deel uitmaakt. We zijn vooral geïnteresseerd in discussies die op het internet over nieuws gevoerd worden. Daarom laten we een site als Republiek Allochtonië (met nieuws en inzichten uit en over de multiculturele samenleving) of een groepsblog als Wijblijvenhier.nl (een blog door en voor moslimjongeren) hier buiten beschouwing. Deze sites bevatten geen apart discussieforum. Wel kunnen gebruikers een reactie achterlaten op de artikelen op de site. Uit de inventarisatie kwamen de volgende etnische portals naar voren, met hierbij vermeld het aantal 6 leden in juni 2011 (de maand waarin de inventarisatie plaatsvond) (zie tabel 2). Van Lokum.nl waren de gegevens over het totaal aantal leden niet beschikbaar. Deze inventarisatie is een 6 Van twee portals heeft het aantal leden betrekking op november 2011 en één op oktober 2012. 31 momentopname en geeft geen volledig overzicht van de beschikbare portals. Er zullen ongetwijfeld nog een aantal (kleinere) portals zijn die we over het hoofd hebben gezien. Tabel 2. Inventarisatie etnische discussieforums Naam website Doelgroep Taal Aantal Nieuwsrubriek forum leden Maroc.nl Mar-Ned jongeren NL 71.741 Het nieuws van de dag Marokko.nl Mar-Ned jongeren NL 216.382 Marokkaanse jongeren en actualiteiten Maghreb.nl Mar-Ned jongeren NL 1470 Het nieuws van de dag Amazigh.nl Mar-Ned jongeren NL 8717 In de media Wajow.nl Mar-Ned jongeren NL 7625 Nieuws- actualiteiten & achtergronden Marocdream.nl Mar-Ned vrouwen NL 396.901 Media & actualiteit Bladna.nl Marokkanen in NL NL 18 Actualiteit Ansaar.nl Moslims in NL NL 14.180 Nieuws & actualiteiten MaghrebOnline.nl Mar-Ned jongeren NL 5521 [forum tijdelijk niet beschikbaar] Maroc.nu Mar-Ned jongeren NL 37.030 Actueel Chaima.nl Mar-Ned meiden NL 37.856 Nieuws Hababam.nl Turk-Ned jongeren NL/Turks 20.895 Turks nieuws & actualiteiten Lokum.nl Turk-Ned jongeren NL Niet Turks nieuws bekend Turks.nl Turken in NL NL 2342 Nieuws Sangam.nl Hind-Ned jongeren NL 21.777 Nieuws & actualiteiten Hindustani.nl Hind-Ned jongeren NL 3204 Nieuws & actualiteiten IndianFeelings.nl Hind-Ned jongeren NL 7559 Nieuws, actualiteiten & TV Surinamers in NL NL 3365 Algemeen nieuws Afghan.nl Afghanen in NL NL 4050¹ Nieuws & bizar nieuws Nedsom.com Somaliërs in NL NL 208¹ Nieuws Polen in NL NL 1216² Nieuws over en uit Polen Waterkant.net Polenforum.nl ¹ Aantal leden in november 2011 ² Aantal leden in oktober 2012 Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, zijn vooral Marokkaans-Nederlandse jongeren actief op discussieforums. In mindere mate geldt dit voor Turkse en Surinaamse jongeren. Voor Afghanen, Somaliërs en Polen vonden we ook een online discussieforum. Opvallend is dat we geen enkel forum voor Antillianen in Nederland zijn tegengekomen op internet. Wel digitale kranten met nieuws uit Curaçao, Aruba en de rest van de Antillen (zoals Amigoe.com) of een entertainmentmagazine (zoals Pleasure.nl), maar geen Nederlandse portals waar Antillianen en Arubanen in Nederland met elkaar in discussie gaan over uiteenlopende onderwerpen. 32 4.2.2 De selectie van de forums Na de eerste inventarisatie hebben we een selectie gemaakt van acht discussieforums. Deze forums hebben op de één of andere manier een link met nieuws over de Nederlandse multiculturele samenleving, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een deelforum over ‘nieuws en actualiteiten’. Voor de drie grootste groepen etnische minderheden die online actief zijn op forums (Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders) selecteerden we de twee portals die het grootste aantal actieve leden hebben. Daarnaast richtten we ons op twee etnische groepen die ook online actief zijn, maar relatief nieuwkomer zijn in Nederland: de Afghaanse en de Poolse gemeenschap in Nederland. Een andere voorwaarde voor de selectie was dat de sites gedeeltelijk of helemaal in het Nederlands zijn geschreven. Indien de site alleen in de moedertaal van de doelgroep is geschreven, kunnen we deze site niet monitoren aangezien de onderzoekers de taal niet machtig zijn. Ook Engelstalige sites laten we buiten beschouwing, omdat we ons volledig focussen op nieuws over de multiculturele samenleving in Nederland. Indien er in Nederland binnen de doelgroepen werd gesproken of gewezen op een gebeurtenis in het buitenland (bijvoorbeeld de recente aardbeving in Turkije), dan namen we dit wel mee in onze analyse. Deze buitenlandse gebeurtenis is namelijk ook van invloed op de Turkse gemeenschap in Nederland. Per geselecteerd forum monitorden we het volgende:: - Het nieuwsbericht binnen het nieuwsforum dat dagelijks de meeste reacties oproept. - Het aantal reacties op dit nieuwsbericht. - Het aantal keren dat dit nieuwsbericht is bekeken. - Diegene die dit nieuwsbericht heeft gepost. - De einddatum van de discussie die door het geposte nieuwsbericht is ontstaan. - De bron van het nieuwsbericht dat dagelijks de meeste reacties oproept. Aan de hand van bovenstaande gegevens konden we nagaan welke soort onderwerpen het meeste leven binnen de doelgroep. Welke onderwerpen roepen verhitte discussies op? Ook konden we nagaan van welke nieuwsbronnen ze gebruik maken. Na het hanteren van bovengenoemde voorwaarden kwamen we tot de volgende selectie van acht discussieforums, met hierbij vermeld de titel van het subforum waar over nieuws wordt gediscussieerd. De volgende subforums hebben we geanalyseerd: Marokkaans-Nederlandse doelgroep: - Marokko.nl: ‘Marokkaanse jongeren en actualiteiten’ - Maroc.nl: ‘het nieuws van de dag’ Turks-Nederlandse doelgroep: 33 - Hababam.nl: ‘ Turks nieuws & actualiteiten’ - Turks.nl: ‘Nieuws’ Surinaams/Hindoestaans-Nederlandse doelgroep: - Waterkant.net: ‘Algemeen nieuws’ - Sangam.nl: ‘Nieuws & actualiteiten’ Afghaanse doelgroep: - Afghan.nl: ‘nieuws & bizar nieuws’ Poolse doelgroep: - Polenforum.nl: ‘nieuws over en uit Polen’ Zoals gezegd hebben we gekeken naar de dagelijkse post die de meeste reacties genereerde. Per forum hebben we een spreadsheet aangemaakt in het dataverwerkingsprogramma Excel, en de monitoringsgegevens hierop ingevuld. 4.2.3 Twitter- en Facebookanalyse Naast de analyse van de discussieforums, hebben we ook een analyse uitgevoerd op het Twitter- en Facebookaccount van Wereldjournalisten. Dit om na te gaan in welke mate er op de berichten van Wereldjournalisten via sociale media gereageerd wordt. Daarnaast hebben we gekeken naar het aantal en het soort reacties op de artikelen die op de website van Wereldjournalisten verschijnen. Gedurende vier maanden, van 1 november 2011 tot 1 maart 2012, hebben we alle activiteiten op het Twitter- en Facebookaccount van Wereldjournalisten geïnventariseerd. Ook hebben we de titel van alle artikelen op Wereldjournalisten waarop gedurende die vier maanden is gereageerd, verwerkt in een databestand. Ook hebben we alle reacties op deze artikelen gedurende deze periode opgetekend. Het Twitter-account van Wereldjournalisten is geanalyseerd via de online tool Hootsuite. Via Hootsuite kan gemakkelijk gezocht worden naar de tweets waarin verwezen werd naar Wereldjournalisten. Dit deden we door de ‘mentions’ (die keer dat er naar Wereldjournalisten verwezen werd in een tweet) van @WereldJe en de tweets van Wereldjournalisten zelf bij te houden gedurende de onderzoeksperiode. Voor Twitter is per dag aangegeven welke tweets zijn geplaatst, van wie deze tweets afkomstig waren, naar wat voor soort artikel in de tweet werd verwezen (indien van toepassing), de inhoud van de tweet, het aantal volgers op die dag, en of de tweet afkomstig was van een individu, organisatie of een medewerker van Wereldjournalisten. De activiteiten op de Facebookpagina van Wereldjournalisten waren allemaal te traceren via de timeline van de pagina zelf. Alle gegevens uit de onderzoeksperiode staan nog gewoon online. 34 Ook via de statistische tool van Facebook konden we een aantal interessante gegevens verzamelen. Per dag is aangegeven wat voor soort bericht is geplaatst (van WJ zelf of van derden), naar wat voor soort artikel van Wereldjournalisten werd verwezen (indien van toepassing), de titel van het bericht, het bereik (het aantal unieke personen dat het bericht heeft bekeken), het aantal likes (het aantal mensen dat het bericht leuk vindt), het aantal shares (het aantal keer dat het bericht is gedeeld), de viraliteit (het percentage personen dat een verslag van je paginabericht heeft gemaakt van het totaal aantal unieke personen dat dit heeft gezien). het aantal reacties en de soort link waarnaar in het bericht wordt verwezen. De gegevens van zowel Twitter als Facebook zijn weer gearchiveerd in Excel. 4.3 Kwantitatief survey Naast het verzamelen van kwantitatieve gegevens via sociale media, de website van Wereldjournalisten en etnische discussieforums, hebben we ook een aantal ervaringsdeskundigen ondervraagd over hun sociale media- en nieuwsgebruik. We waren benieuwd via welke online wegen deze deskundigen aan informatie met betrekking tot de multiculturele samenleving komen. We hebben daarom in mei 2012 een enquête uitgezet onder drie groepen respondenten: beheerders van etnische portals, medewerkers van minderhedenorganisaties en journalisten van de reguliere nieuwsmedia. Op deze manier verkregen we informatie vanuit organisaties die zich op de etnische doelgroep richten (portalbeheerders en minderhedenorganisaties), alsmede vanuit de algemene publieksmedia (journalisten van mainstream media). We vroegen hen naar hun sociale mediagebruik, de kennis en het gebruik van etnische portals, hun kennis en gebruik van Wereldjournalisten en stelden een aantal vragen over hun eigen website. Voor elke groep is een aparte vragenlijst opgesteld. Deze vragenlijsten zijn ingevoerd in de online survey tool CY Survey (http://www.cy-survey.nl/). Na een aantal online survey tools te hebben bekeken, kwam deze als meest gebruikersvriendelijke uit de bus. Wel bleken er achteraf wat minpunten aan deze tool te kleven. Zo konden de respondenten tijdens het invullen van de vragenlijst, niet terugbladeren naar eerdere vragen. Ook bleek de manier waarop de resultaten gepresenteerd werden, niet heel makkelijk werkbaar. Vervolgens is per groep respondenten een lijst met namen en e-mailadressen opgesteld. Na het invoeren van de drie verschillende vragenlijsten in de survey tool, hebben deze respondenten per email het verzoek gekregen om de vragenlijst in te vullen. De e-mail bevatte een link naar de online enquête. Er zijn in totaal 17 journalisten benaderd, 17 portalbeheerders en 14 minderhedenorganisaties. De portalbeheerders en minderhedenorganisaties zijn bekende contacten uit het netwerk van Mira Media. Dit gold ook voor enkele journalisten, maar de contactgegevens van de meeste journalisten zijn via internet achterhaald. De journalisten die we hebben benaderd, moesten in hun werk verwantschap hebben met multiculturele thema’s, óf met digitale of sociale media. 35 Na het sturen van een reminder en het plegen van enkele telefoontjes hebben uiteindelijk drie journalisten, zes medewerkers van minderhedenorganisaties en acht portalbeheerders de enquête ingevuld. Helaas een lage respons, met name onder de journalisten.. De antwoorden van de respondenten geven slechts een zeer globaal beeld van het gebruik van sociale media in relatie tot multicultureel nieuws onder journalisten, minderhedenorganisaties en portalbeheerders. Daarom zijn er ook nog enkele aanvullende diepte-interviews gehouden met deskundigen, om wat dieper op de materie in te kunnen gaan. Het gaat hier tenslotte om een verkennend onderzoek, het doel was om een eerste indruk te krijgen van het gebruik van sociale media op het gebied van nieuwsgebruik met betrekking tot de multiculturele samenleving. 4.4 Kwalitatieve diepte-interviews Vanwege de geringe respons op het kwantitatieve survey, en we hierdoor nog weinig informatie hadden over het sociale media- en online nieuwsgebruik van de verschillende doelgroepen, hebben we nog een vijftal diepte-interviews gehouden met deskundigen. Deze deskundigen moesten kennis hebben van de werking van online media en journalistiek, en van het digitale mediagebruik van de etnische gemeenschap of beroepsgroep waartoe ze behoorden. Uiteindelijk hebben er vijf face-to-face interviews plaatsgevonden met drie journalisten en twee onderzoekers. Eén journalist is werkzaam in de Nederlandse mainstream media en van Nederlandse komaf, een journalist is o.a. werkzaam bij de Hindoe-omroep OHM en heeft een Hindoestaanse achtergrond en een werkt als freelance journalist en is van Turkse komaf. Eén onderzoeker heeft een Nederlandse achtergrond en is gespecialiseerd in onderzoek naar het digitale mediagebruik van Marokkaans-Nederlandse jongeren. De andere onderzoeker heeft een Afghaanse achtergrond en werkt aan een proefschrift over de religiebeleving van moslimvrouwen in Nederland en België. De interviews hebben in twee gevallen op de werkplek van de betreffende respondent plaatsgevonden, in twee gevallen bij de respondent thuis, en in één geval op het kantoor van Mira Media in Utrecht. De gesprekken duurden circa één uur. De respondenten werd gevraagd naar hun eigen sociale media- en nieuwsgebruik, maar vooral naar het gebruik van sociale media, etnische portals en online nieuws van de etnische gemeenschap of beroepsgroep (in het geval van de Nederlandse journalist) waartoe ze behoren, of waarover ze onderzoek hebben gedaan (in het geval van de Nederlandse onderzoeker). Ook werd gevraagd hoe de betreffende doelgroep tegen de Nederlandse media aankijkt en of ze zelf actief betrokken zijn bij het publieke debat. Op deze manier hoopten we een beter beeld van te krijgen van de manier waarop internetgebruikers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Afghaanse herkomst met sociale media en nieuws omgaan. Ook waren we benieuwd naar het sociale mediagebruik van Nederlandse journalisten en de manier waarop ze aan informatie over de multiculturele samenleving komen. Helaas is het niet meer gelukt om een Poolse deskundige te interviewen, waardoor we over deze groep weinig diepgaande informatie hebben kunnen bemachtigen. 36 5. Resultaten In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van ons onderzoek naar de manier waarop etnische minderheden omgaan met sociale en online media in combinatie met nieuws. We richten ons hierbij op vijf etnische groepen: Nederlanders met een Marokkaanse, Turkse, en Surinaamse achtergrond, Afghanen en Polen. In dit rapport spreken we over Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders, aangezien veel leden van deze groepen al decennia in Nederland wonen of in Nederland geboren zijn. Velen hebben ook de Nederlandse nationaliteit. Dit geldt in mindere mate voor Afghanen en Polen, vanwege hun relatief recente verblijf in Nederland, vandaar dat we wel de termen ‘Afghanen’ en ‘Polen’ hanteren. Het onderzoek bestaat uit vier onderdelen: een nulmeting, de monitoring van sociale media en etnische portals, een enquête onder drie groepen stakeholders en enkele diepte-interviews met ervaringsdeskundigen. Allereerst bespreken we resultaten van de nulmeting. 5.1 Resultaten nulmeting Op 1 november 2011 hebben we een nulmeting uitgevoerd met betrekking tot het Twitteraccount van Wereldjournalisten (@WereldJe), de Facebookpagina en de website van Wereldjournalisten. Aan de hand hiervan kunnen we zien of na 1 november 2011 het aantal volgers en reacties op het Twitter- en Facebookaccount van Wereldjournalisten is toegenomen of juist gedaald. Ook kunnen we aan de hand van de gegevens van het aantal bezoekers van de website van Wereldjournalisten in 2011 nagaan of het gemiddeld aantal bezoekers van www.wereldjournalisten.nl na 2011 is gestegen of gedaald. Twitter Wereldjournalisten is op 14 januari 2010 gestart met een Twitter-account (@WereldJe). Op 1 november 2011 volgen 414 Twitteraars het account van Wereldjournalisten. Wereldjournalisten zelf volgt 408 Twitteraars. Op 1 november 2011 staat de teller op 635 verstuurde (re)tweets door @WereldJe. Tussen 14 januari 2010 en 1 november 2011 zijn gemiddeld 3,3 tweets per dag verstuurd en gemiddeld 39 tweets per maand. Facebook Op 26 oktober 2011 startte Wereldjournalisten met een nieuwe Facebookpagina. Hiervoor had Wereldjournalisten een ‘gewone’ profielpagina op Facebook, maar op 23 oktober 2011 werd overgeschakeld naar een zogenaamde ‘fanpagina’ die Facebookgebruikers kunnen ‘liken’. Deze 37 ‘likers’ krijgen dan automatisch alle berichten die Wereldjournalisten via Facebook post, te zien in hun timeline. Op 1 november 2011 vinden zes personen de pagina van Wereldjournalisten leuk (een week na de start van de Facebookpagina). Tussen 26 oktober 2011 en 1 november 2011 zijn 162 personen bereikt (= het aantal unieke personen dat in deze periode aan de pagina gekoppelde inhoud heeft bekeken). Er zijn op 1 november 2011 negen berichten geplaatst op de Facebookpagina van Wereldjournalisten en er is één vind-ik-leuk reactie (op de mededeling dat Wereldjournalisten lid is geworden van Facebook). Wereldjournalisten.nl De website Wereldjournalisten.nl ging in januari 2007 de lucht in en bestaat dus inmiddels bijna zes jaar. Op 1 november 2011 is Wereldjournalisten.nl die dag 931 keer bezocht. Gedurende de hele maand november in 2011 hebben 14094 unieke bezoekers de pagina bekeken. Op 1 november 2011 bestond Wereldjournalisten.nl uit 11846 pagina’s met in totaal 2253 artikelen. Deze artikelen hebben in totaal 3740 reacties gegenereerd. Dit komt neer op gemiddeld 1,7 reactie per artikel. Hieronder zien we het aantal maandelijkse bezoekers voor Wereldjournalisten.nl. Opvallend is de stijging van het aantal bezoeken en bezoekers in de maand juli. Over het algemeen zijn er veel mensen op vakantie in de zomermaanden, dus het is des te opvallender dat het aantal bezoekers juist in juli het hoogst is. Daarentegen is het aantal bezoeken in augustus het laagst, wat er op zou kunnen duiden dat bezoekers van Wereldjournalisten.nl vooral in augustus op vakantie zijn. Figuur 3. Maandelijkse statistieken Wereldjournalisten.nl over het jaar 2011 Maandelijkse historie 2011 Maand Unieke bezoekers Aantal bezoeken Pagina’s Hits Bytes jan. 2011 14633 31302 177116 571167 8.34 GB febr. 2011 14126 27934 166381 539876 7.63 GB mrt. 2011 15061 32093 170054 576983 8.89 GB april 2011 11725 25642 172742 485289 8.04 GB mei 2011 14146 29233 150299 543234 8.19 GB juni 2011 12526 27361 163194 490061 8.05 GB juli 2011 24274 39563 214328 795590 12.99 GB aug. 2011 9312 22865 189781 397574 14.94 GB sept. 2011 12370 27088 297548 598265 18.81 GB okt. 2011 12518 27181 380448 655481 15.83 GB nov. 2011 14094 31066 297998 620072 16.52 GB dec. 2011 11144 26850 250693 482434 11.45 GB Totaal 165929 348178 2630582 6756026 139.71 GB 38 5.2 Monitoringsresultaten In deze paragraaf bespreken we de resultaten die we hebben verkregen na monitoring van het aantal en het soort reacties op het Twitter- en Facebookaccount van Wereldjournalisten, op de website van Wereldjournalisten en enkele etnische discussieforums. 5.2.1 Twitter Gedurende de onderzoeksperiode van 1 november 2011 tot 1 maart 2012 noteerden we alle tweets die Wereldjournalisten zelf via @WereldJe (de naam van het twitteraccount van Wereldjournalisten) verstuurde, en alle tweets met ‘mentions’ van Wereldjournalisten (tweets waarin verwezen werd naar @WereldJe). Dit resulteerde in een lijst met ruim 200 tweets (216 om precies te zijn). Ruim 60% bestond uit tweets vanuit het account van Wereldjournalisten zelf. Bijna 40% was afkomstig van andere twittergebruikers, zoals ngo's of personen die geïnteresseerd zijn in of werken op het gebied van multiculturele vraagstukken. Meestal in de vorm van retweets en soms in de vorm van ´mentions´. In tabel 3 zijn alle tweets vermeld, onderverdeeld naar diegene die de (re)tweet heeft verstuurd (individu, organisatie, medewerker van Wereldjournalisten of vanuit het account van Wereldjournalisten zelf) en, indien van toepassing, naar de categorie van het artikel van Wereldjournalisten waarnaar wordt verwezen in de tweet. Op de website van Wereldjournalisten zijn alle artikelen onderverdeeld in categorieën, zoals ‘achtergrond’, ‘actueel’ of ‘ingezonden’. De categorie ‘Niet van toepassing’ heeft betrekking op de tweets waarin niet werd verwezen naar een artikel op de website van Wereldjournalisten. Het gaat hier bijvoorbeeld om retweets van tweets van andere organisaties of individuen, of om tweets van derden waarin in het algemeen naar @WereldJe wordt verwezen, zonder te linken naar een artikel van Wereldjournalisten. In totaal hebben 87 personen of organisaties tijdens de onderzoeksperiode een tweet verstuurd met als ‘mention’ @WereldJe. Hiervan waren 19 tweets afkomstig van redactieleden of correspondenten van Wereldjournalisten. De sociale mediaredacteur van Wereldjournalisten twitterde regelmatig vanuit haar privé Twitter-account over artikelen van Wereldjournalisten (in totaal 7 keer). Ook columnisten en auteurs van artikelen op Wereldjournalisten twitterden een aantal keer over artikelen (soms van hun eigen hand) die op Wereldjournalisten waren verschenen (in totaal 11 keer). Eén keer werd een tweet van Wereldjournalisten geretweet door de onderzoeker van deze studie. Dat betekent dat er in totaal 68 tweets zijn verstuurd door individuen of organisaties die geen directe link met Wereldjournalisten hadden. 39 Tabel 3. Soort tweets, onderverdeeld naar soort artikel en diegenen die deze tweets verstuurden, van 1/11/11 tot 1/3/12 Individu Organisatie Medewerker WJ WJ Totaal Actueel Achtergrond 9 9 4 2 1 3 21 16 35 30 Niet van toepassing¹ Ingezonden Cultuur/media/film/tv/muziek/literatuur Column Agenda Oproep Arbeidsmarkt Gezondheid Signaleringen OS (serie) Directe tweet van WJ Directe tweet aan WJ 2 5 2 3 3 3 0 2 0 1 3 5 2 4 0 1 0 2 3 2 0 - 0 2 2 4 3 1 1 1 0 0 1 17 10 10 7 6 8 7 3 6 3 4 - 24 19 18 14 13 12 10 9 8 4 4 4 Culinair Factsheets Sport Cursus Debat Geschiedenis Totaal 0 0 0 0 0 0 42 0 1 0 0 0 0 26 0 0 0 0 0 0 19 3 1 2 2 2 1 129 3 2 2 2 2 1 216 Categorie van het artikel van WJ waarnaar in de tweet wordt verwezen ¹ Tweets waarin niet wordt verwezen naar een artikel van Wereldjournalisten We zien dat naar artikelen over actuele zaken (‘actueel’) en artikelen over achtergrondzaken (‘achtergrond’) het meest verwezen wordt in alle tweets tussen 1 november 2011 en 1 maart 2012. Dit zijn ook het soort artikelen die het meest frequent worden geplaatst op Wereldjournalisten. Ook kunnen we uit bovenstaande gegevens concluderen dat er meer individuen tweeten over de artikelen van Wereldjournalisten dan organisaties. Uit onze gegevens blijkt verder dat Wereldjournalisten zelf tijdens de onderzoeksperiode twaalf keer een bericht van andere twitteraars geretweet heeft. De meeste retweets waren oorspronkelijk afkomstig van Republiek Allochtonië (@Allochtonie, drie stuks). Via Hootsuite kunnen we traceren dat van het totaal aantal eigen tweets van Wereldjournalisten tijdens de onderzoeksperiode, er in totaal 30 berichten geretweet zijn, de meeste één keer, andere twee keer. Maar retweeten is slechts één manier om berichten van Wereldjournalisten te verspreiden onder de eigen Twitter-aanhangers. Zo kan een bericht van Wereldjournalisten ook direct via de site van Wereldjournalisten getweet worden. Twittergebruikers kunnen ook de inhoud van een tweet kopiëren en ‘plakken’ in een eigen tweet, waardoor het niet als een retweet wordt bestempeld. 40 We hebben ook gekeken naar het bericht van Wereldjournalisten dat het meest door andere twitteraars is opgepikt. Dat wil zeggen, dit bericht is het meest geretweet of gedeeld door andere Twitter-gebruikers. Het gaat om het artikel ‘Effectieve hulp bij trauma’ van Nies Miedema. Dit artikel, uit de categorie ‘gezondheid’, verscheen op 15 november 2011 op Wereldjournalisten.nl en dezelfde dag op Twitter via @WereldJe. Het gaat om een interview met therapeute Fariba Rhmaty, die een transculturele systeemtherapie (traumaverwerking bij vluchtelingen) ontwikkelde en er een boek over schreef. Nog diezelfde dag wordt dit artikel ge(re)tweet door twee individuen, twee organisaties (waaronder Pharos) en de sociaal mediaredacteur van Wereldjournalisten. Op 21 november 2011 besteedt Pharos (kenniscentrum op het gebied van migranten en gezondheid) nogmaals aandacht aan dit artikel, door opnieuw de titel en de link van het artikel te twitteren. Tot slot vermelden we nog even de groei van het aantal volgers van @WereldJe gedurende de vier maanden van de onderzoeksperiode. We begonnen op 1 november 2011 met 414 volgers. Op 29 februari 2012 zijn dit er inmiddels 475, een groei van 61 volgers in vier maanden. Dit komt neer op gemiddeld 15 nieuwe volgers per maand. Het aantal tweets is gestegen van 635 naar 764. Dit komt neer op gemiddeld 32 tweets per maand, dat is gemiddeld één tweet per dag. Voor de volledigheid geven we hier ook de huidige stand van zaken met betrekking tot het Twitter-account van Wereldjournalisten. Op 1 december 2012 staat de teller op 631 volgers en in totaal 1025 tweets. Sinds de laatste dag van onze onderzoeksperiode, 29 februari 2011, zijn er dus 156 volgers en 261 tweets bijgekomen. Dit komt neer op een groei van ongeveer 17 volgers per maand gedurende de afgelopen zeven maanden. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de vier maanden ervoor. Het aantal tweets per maand lag de afgelopen zeven maanden op ongeveer 29, wat een lichte daling ten opzichte van de vier maanden ervoor betekent. Maar dit komt ongetwijfeld door de vakantieperiode in juli/augustus, waardoor er in deze maanden minder nieuwe artikelen en als gevolg hiervan minder tweets van Wereldjournalisten verschenen. 5.2.2 Facebook Vervolgens kijken we naar de activiteiten van Wereldjournalisten op Facebook en de reacties die deze activiteiten hebben opgeroepen. Zoals gezegd begon Wereldjournalisten op 26 oktober 2011 met haar huidige Facebookpagina, vlak voor onze onderzoeksperiode. Hierdoor valt te verwachten dat vooral in het begin van de onderzoeksperiode nog weinig Facebook-gebruikers de pagina van Wereldjournalisten weten te vinden. Tijdens de onderzoeksperiode van 1 november 2011 tot 1 maart 2012 zijn er 117 berichten door Wereldjournalisten op haar Facebook-pagina gepost. Dit aantal is iets lager dan het totaal aantal tweets dat Wereldjournalisten gedurende deze periode verstuurde, namelijk 129. Van de 117 Facebook-berichten gaat in 39 gevallen om berichten van derden die Wereldjournalisten op haar eigen Facebookpagina heeft gedeeld. Wereldjournalisten heeft in totaal 76 keer de aandacht gevestigd op een eigen artikel door de bijbehorende titel plus link op haar Facebookpagina te plaatsen. Twee keer plaatste Wereldjournalisten een bericht dat niet gekoppeld was aan een artikel op Wereldjournalisten. Het ging om een plaatje met de tekst ‘Eid Mubarak to you and your family’ (een 41 moslimgroet) op 6 november 2011 en op 7 november om de oproep ‘Komt een Griek bij de dokter… Ook genoeg van Griekenmoppen? Mail ons: [email protected]’. Opvallend is de lage respons op de berichten die op de Facebook-pagina van Wereldjournalisten zijn verschenen. Gedurende de onderzoeksperiode van vier maanden heeft slechts één persoon gereageerd op een bericht. De reactie (“Als het kalf verdronken is, dempt men de put”) werd geplaatst bij de link naar het artikel op Wereldjournalisten met als titel ‘Kinderpardon voor 1000 Mauro’s’, over een verblijfsvergunning voor uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s). Op de website van Wereldjournalisten riep dit artikel twee reacties op. Op de Facebook-pagina werd nog één andere reactie geplaatst maar dat ging in dit geval om een toelichting op de betreffende column van de sociaal mediaredacteur van Wereldjournalisten. Deze reactie tellen we niet mee in de respons. In totaal heeft de berichtgeving op Facebook dus maar één werkelijke reactie opgeroepen, wat een bijzonder laag aantal is. Daarnaast werden de berichten op Facebook wel regelmatig ‘geliked’. In totaal hebben Facebookgebruikers 25 keer op de ‘like’ knop gedrukt na het zien of lezen van een bepaald bericht. Dit gebeurde bij twintig artikelen. In de meeste gevallen genereerden de berichten één of twee ‘likes’, maar één bericht werd door drie gebruikers leuk gevonden. Het ging om het artikel op Wereldjournalisten met als titel ‘Rapper opent meldpunt Poolse gezelligheid’ van 9 februari 2011. Dit artikel doet melding van een initiatief van de Poolse rapper Mr. Polska. Hij richtte het ‘Meldpunt Waardevolle Gezelligheid’ op, als tegenreactie op het initiatief van de PVV voor een website waarop mensen kunnen klagen over Midden- en Oost-Europeanen. Dit PVV-initiatief riep een storm van verontwaardigde reacties in Nederland op. Het bericht over het initiatief van Mr. Polska riep op Wereldjournalisten.nl slechts één reactie op. Vervolgens gaan we eens kijken welke artikelen nu precies leuk gevonden worden door de gebruikers. Gaat dit om eigen artikelen van Wereldjournalisten, of om artikelen van derden die Wereldjournalisten gedeeld heeft? Uit onze gegevens blijkt dat de bal nét de goede kant van Wereldjournalisten oprolt. Elf artikelen van Wereldjournalisten worden ‘geliked’, tegen negen gedeelde artikelen die niet van de hand van Wereldjournalisten zijn. De artikelen die de gebruikers leuk vinden, zijn zeer divers. Het gaat om artikelen over politiek, columns, homo-acceptatie onder Marokkanen, de Chinees-Nederlandse zender CRTV, etc. Facebook houdt zelf ook statistische gegevens bij van haar pagina’s. Deze zijn dus ook van de Facebook-pagina van Wereldjournalisten op te vragen. Wel moeten we hierbij vermelden dat er geen statistische gegevens beschikbaar zijn voor de periode van 1 november tot 7 november 2011. De gegevens hebben dus betrekking op de periode van 8 november 2011 tot 28 februari 2012. Ook zijn de cijfers alleen van toepassing op de eerste 28 dagen na plaatsing van het bericht. Uit de statistiekgegevens van de Facebook-pagina van Wereldjournalisten kunnen we gegevens afleiden over het bereik van een paginabericht, het aantal betrokken gebruikers, het aantal gebruikers dat over een paginabericht praat en de viraliteit van een paginabericht. Het aantal gebruikers dat over 42 een paginabericht praat, hebben we hierboven al besproken. Het gaat hier namelijk om het aantal unieke gebruikers dat een verslag van een paginabericht heeft gemaakt. Er wordt een verslag gemaakt als iemand het bericht leuk vindt, erop reageert, het bericht deelt, een vraag beantwoord die door Wereldjournalisten via Facebook is gesteld, of reageert op een evenement van Wereldjournalisten. We bekijken eerst bij welk bericht het grootste aantal gebruikers is betrokken. Het aantal ‘betrokken gebruikers’ is van toepassing op het aantal unieke gebruikers dat op het paginabericht heeft geklikt. Het bericht met het grootste aantal betrokken gebruikers op Facebook is weer het artikel ‘Rapper opent meldpunt Poolse gezelligheid’ van 9 februari 2012. Op dit bericht hebben acht unieke gebruikers geklikt. Het ligt voor de hand dat een artikel dat aan het eind van de onderzoeksperiode op Facebook is geplaatst, het grootste aantal betrokken gebruikers heeft. Immers, in de loop van de onderzoeksperiode hebben steeds meer gebruikers de pagina van Wereldjournalisten ‘geliked’ en hiermee is het bereik van de pagina groter geworden. Interessanter is om naar de viraliteit van de paginaberichten te kijken. Met viraliteit wordt het percentage personen aangegeven dat een verslag van het paginabericht heeft gemaakt, van het totaal aantal unieke personen dat het bericht heeft gezien. Met andere woorden, het percentage gebruikers dat ook daadwerkelijk tot actie (zoals het ‘liken’, delen of reageren) is overgegaan na het zien van het bericht. Uit de statistische gegevens van de Facebook-pagina van Wereldjournalisten 7 blijkt dat het (gedeelde) paginabericht over de nieuwe vormgeving van het blad Tulpia het hoogste percentage viraliteit heeft bewerkstelligd, namelijk 13,04%. Dit betekent dus dat 13,04% van alle gebruikers die het bericht hebben gezien, tot een bepaalde actie is overgegaan na het lezen van het bericht. De andere berichten hebben allemaal een stuk lager percentage viraliteit, namelijk minder dan 5%. Tot slot hebben we gekeken naar het aantal artikelen dat door gebruikers gedeeld is (‘share’) met zijn of haar eigen netwerk. In totaal zijn 12 van de 117 berichten op de pagina van Wereldjournalisten gedeeld door gebruikers. Een enkel bericht is twee keer gedeeld, namelijk het ingezonden stuk ‘Alle mensen zijn legale mensen’ op Wereldjournalisten van Jojanneke van der Veen en de column van Zoë Papaikonomou met als titel ‘Het liefst iets met islam in de kop’. Dit zijn beide artikelen waarin een uitgesproken mening naar voren komt. Toch riepen deze artikelen geen directe reacties op, niet op Facebook, maar ook niet op de website van Wereldjournalisten. Het is Wereldjournalisten tijdens onze onderzoeksperiode dus niet gelukt om reacties via Facebook los te weken bij haar gebruikers. De vraag is nu waar dat aan ligt. Zijn de artikelen niet prikkelend genoeg? Krijgen te weinig gebruikers de berichten onder ogen? Is Facebook vooral populair voor het delen van privé-informatie onder vrienden, en minder geschikt voor het voeren van discussies over 7 ‘Op 14 januari in een nieuw jasje: Tulpia – een actueel en opiniërend special-interestblad voor business, cultuur, reizen, Turkije-Europa en actuele onderwerpen in Nederland en Turkije’ (bericht op Facebook op 16 november 2011). 43 multiculturele vraagstukken? In de diepte-interviews met ervaringsdeskundigen gaan we dieper op deze zaken in. Vooralsnog lijkt Twitter een geschikter platform voor Wereldjournalisten om te communiceren met individuen en organisaties over multiculturele vraagstukken, en om haar artikelen onder de aandacht te brengen. 5.2.3 Reacties op website Wereldjournalisten Naast het monitoren van de reacties op Facebook en Twitter is het natuurlijk vooral interessant om te kijken naar de reacties op het belangrijkste platform van Wereldjournalisten: de eigen website. Dit is de basis van waaruit alle informatie die Wereldjournalisten wereldkundig wil maken, wordt verspreid. Via Facebook en Twitter wil Wereldjournalisten sociale mediagebruikers naar de eigen site lokken. Wellicht is de eigen website een beter platform voor het genereren van discussies dan Facebook of Twitter. We gaan dit bekijken aan de hand van het aantal reacties op wereldjournalisten.nl tijdens onze onderzoeksperiode. Gedurende onze onderzoeksperiode van vier maanden zijn er 223 reacties achtergelaten op 29 artikelen door 99 mensen. Er waren twee artikelen die eruit sprongen wat het aantal reacties betreft. In november 2011 ontstond er een levendige discussie naar aanleiding van het artikel ‘Van Bommel en Tuncel spreken over Koerden in Turkije’. Het artikel ging over een bijeenkomst tussen SP-kamerlid Harry van Bommel en de Turks-Koerdische parlementariër Sebahat Tuncel (die in de gevangenis tot parlementariër was gekozen). Er ontsproot een vurige discussie tussen twee mensen die zichzelf ‘Socialist’ en ‘KRO’ noemden. De één verdedigt het Koerdische standpunt, de ander het Turkse. In totaal postten ze beiden 96 reacties op dit artikel. Er mengden zich ook tien anderen in de discussie, maar zij lieten ieder slechts één reactie achter. Op 16 februari 2012 verscheen het artikel met de titel ‘Lucratief Kosovo’ op Wereldjournalisten.nl. 31 mensen voelden zich geroepen om in totaal 44 reacties bij dit artikel achter te laten tijdens de onderzoeksperiode. Na 29 februari 2012 zijn er nog vier reacties geplaatst, de laatste op 3 mei 2012, bijna drie maanden na plaatsing van het artikel. Ook op het artikel ‘Is verzoening na de oorlog mogelijk?’ over de huidige spanningen in de Balkan twaalf jaar na het conflict in Kosovo, wordt relatief veel gereageerd. Dertien mensen posten veertien reacties, en er verschijnt nog één reactie na onze onderzoeksperiode, op 29 maart 2012. 44 Tabel 4. Aantal reacties op artikelen op Wereldjournalisten.nl van 1-1-2011 tot 1-3-2012 Datum plaatsing artikel 3-11-2011 4-11-2011 8-11-2011 10-11-2011 11-11-2011 16-11-2011 16-11-2011 18-11-2011 18-11-2011 1-12-2011 4-12-2011 8-12-2011 7-12-2011 21-12-2011 20-1-2012 20-1-2012 25-1-2012 30-1-2012 31-1-2012 31-1-2012 5-2-2012 8-2-2012 9-2-2012 14-2-2012 14-2-2012 16-2-2012 22-2-2012 23-2-2012 27-2-2012 Totaal Titel artikel Aantal reacties ‘De Slavernij’ op het schavot Turken en Koerden moeten polderen 50 jaar Kroaten in Nederland Zin en onzin allochtonenquotum omroep Verkiezingen Marokko: tussen boycot en strijd voor stemrecht Kinderpardon voor 1000 Mauro’s Dubbele nationaliteit of dubbele moraal? Tibetanen vasten en bidden tegen Chinese bezetting Van Bommel en Tuncel spreken over Koerden in Turkije Glossy Iran. verschijnt opnieuw Verkiezingen Marokko: hoop en wantrouwen Kroatië na de verkiezingen Bulgaren en de simpele wet van de markt De schuld van de Grieken De koning heeft bewogen om niks te veranderen Het individu staat er alleen voor Prijs voor ‘Jonge Asielzoekers’ Maximale inzet, minimale waardering Homo-acceptatie Marokkanen met stapjes vooruit Op zoek naar verzoening Minoes in het Azeri Leef en laat leven! Rapper opent meldpunt Poolse gezelligheid Is verzoening na de oorlog mogelijk? Wethouder Asscher steunt Stoutfonds Lucratief Kosovo ‘Vensters op Molukse geschiedenis’ vult gat in canon Wat eten Montenegrijnen? Vrijzinnige Marokkanen: bestaan die dan? 1 5 6 1 1 2 1 1 106 1 6 3 1 1 8 2 3 7 1 1 1 1 1 14 1 44 1 1 1 223 De reacties op de site van Wereldjournalisten wisselen sterk van karakter. Over het algemeen kan gesteld worden dat artikelen met een sterk politiek geladen karakter (zoals over de Turks-Koerdische kwestie, verkiezingen in Marokko of de ontwikkelingen in de westerse Balkanlanden) het meest tot discussies leiden. Een voorbeeld: regelmatig begint een discussieserie met een verhit debat tussen twee reageerders en geleidelijk aan voegen steeds meer mensen zich bij de discussie. Opvallend is dat zij vaak goed geïnformeerd zijn en citaten van politici of verwijzingen naar publicaties meezenden. De meeste reageerders komen uit de etnische groepen waar het artikel over gaat; een enkele maal mengt een Nederlander zich in de discussie. Een ander opvallend feit is dat, afgezien van een enkel scheldwoord als ‘sukkel’ of ‘imbeciel’ (in een overigens keurige argumentatie), men zich over het algemeen netjes aan de discussieregels houdt. 45 5.2.4 Nieuwsdiscussies op etnische forums Door middel van een analyse van etnische forums hebben we geprobeerd te achterhalen welke actuele onderwerpen vaak worden besproken binnen de verschillende doelgroepen. We bekeken de nieuwsforums van acht verschillende portals. Gedurende de vier maanden van onze onderzoeksperiode noteerden we per dag het bericht waarop het meest werd gereageerd. Hieruit volgt weer een bericht dat gedurende de gehele onderzoeksperiode de meeste reacties ontving. Dit bericht hebben we per forum in onderstaande tabel geplaatst. Uiteindelijk hebben we bij onze analyse van de forums Sangam.nl en Turks.nl niet meegenomen. Op het nieuwsforum van Sangam.nl werden tussen 3 en 18 november slechts acht artikelen door twee gebruikers geplaatst, waarop helemaal niet werd gereageerd. Na 18 november 2011 zijn er geen nieuwe berichten meer gepost, waardoor dit forum niet geschikt is voor onze analyse. Ook op Turks.nl was er gedurende onze onderzoeksperiode weinig activiteit. In november 2011 werden er nog wel een groot aantal berichten gepost, maar bijna uitsluitend door één gebruiker. Ook leverden deze berichten nauwelijks reacties op. Vanaf eind november werd het stil op het nieuwsforum van Turks.nl, en werd er sporadisch nog een artikel geplaatst waarop niet of nauwelijks werd gereageerd. Na 22 december 2011 zijn er helemaal geen nieuwe berichten meer bijgekomen en ten tijde van het schrijven van dit rapport bestaat het forum niet eens meer. Daarom is ook dit forum niet bij onze analyse betrokken. In totaal hebben we voor zes etnische nieuwsforums gedurende 121 dagen het meest besproken bericht van die dag genoteerd. Op sommige forums werd er niet elke dag een bericht gepost. In totaal waren er 58 dagen waarop geen nieuw bericht verscheen op het forum. Hiermee komt het totaal aan berichten op 668 berichten. In de volgende tabel staat per forum het bericht vermeld dat gedurende onze onderzoeksperiode het grootste aantal reacties ontlokte bij de gebruikers van het forum. Tabel 5. Berichten op discussieforums met de meeste reacties gedurende de periode van 1-112011 tot 1-3-2012. Naam forum Titel bericht Bron Marokko.nl Islam, Charles Darwin and the denial of science Spreiding menselijk genome onderzoek zet evolutie theorie aan diggelen Hindoestanen en zelfmoord Bedelli askerlik!! (militaire dienst!!) Politie Missie in Koendoez bereikt hoogtepunt (foto van agent met gulp open) Woede om klaagsite Polen Maroc.nl Waterkant.net Hababam.nl Afghan.nl Polenforum.nl Telegraph.co.uk Datum plaatsing 8-12-2011 Aantal reacties 2671 TNP/TE 7-11-2011 413 Eigen verhaal ? 310 410 ? 19-2-2011 22-112011 7-2-2012 Telegraaf 8-2-2012 87 181 Berichten over de islam, Darwin en de evolutietheorie werden tijdens de onderzoeksperiode op grote schaal besproken door jonge Marokkanen. Het meest besproken bericht tijdens onze 46 onderzoeksperiode op Marokko.nl, de meest populaire portal onder Marokkaanse jongeren, ging over deze zaken en was afkomstig uit de Britse krant The Telegraph. Niet echt een actueel onderwerp dus. Maar het is wel een onderwerp dat blijkbaar erg leeft onder Marokkaanse jongeren. Om nog beter te kunnen bekijken welke onderwerpen leven binnen de verschillende doelgroepen, zetten we per forum alle meest besproken onderwerpen op een rijtje. Omdat Marokko.nl het forum met de meeste gebruikers is, richten we ons eerst op dit forum. Hiervoor noteerden we die berichten waarop meer dan 1000 reacties zijn gepost. Gedurende de onderzoeksperiode zijn dit er in totaal negen. In onderstaande tabel hebben we alle titels van de meest besproken berichten, de bijbehorende bronnen en het aantal bijbehorende reacties geplaatst. Tabel 6. De meest besproken berichten op Marokko.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>1000 reacties) Datum Titel bericht Bron 5-11-2011 5-12-2011 Moslim man wordt uit trein gezet Moslims zijn religieuzer dan mensen van andere religies Radicale moslims verstoren bijeenkomst in Amsterdam Islam, Charles Darwin and the denial of science Garnaal nekt evolutieleer 'Moslim meisje in elkaar geslagen voor het kussen blanke man' PVV wil dat de politie keihard optreedt tegen boerkadraagsters Witney Houston overleden Moslimstudenten bidden in traphal HvA Algemeen Dagblad CNN religion blog Aantal reacties 1219 1623 NRC 2558 Telegraph.co.uk 3180 Nieuws.nl The Sun 1262 1908 Dagelijkse standaard 1230 Nu.nl AT5 1274 1299 7-12-2011 8-12-2011 13-12-2011 1-2-2012 7-2-2012 12-2-2012 20-2-2012 Wat opvalt, is dat de meest besproken berichten op Marokko.nl tamelijk verschillend zijn van onderwerp. Ook uit deze tabel komt de interesse voor de evolutieleer en het aan de kaak stellen van deze theorie duidelijk naar voren: twee berichten handelen over dit thema. Verder lopen de berichten uiteen van nieuws over min of meer gewelddadige incidenten (‘Moslim man wordt uit trein gezet’, ‘Moslimmeisje in elkaar geslagen voor het kussen van blanke man’ en ‘Radicale moslims verstoren bijeenkomst in Amsterdam’), naar landelijk nieuws (‘PVV wil dat de politie keihard optreedt tegen boerkadraagsters’), entertainment (‘Witney Houston overleden’) tot religie (‘Moslims zijn religieuzer dan mensen van andere religies’). Slechts één bericht heeft niets met de islam of religie te maken, en dat is het bericht over het overlijden van popdiva Whitney Houston. We kunnen hieruit opmaken dat gebruikers van het nieuwsforum van Marokko.nl veel bezig zijn met hun religie en hier graag over willen discussiëren. Ook lokale incidenten waar moslims bij betrokken zijn, roepen veel reacties op. Zoals het bericht over een moslim-tienermeisje in Engeland dat werd geslagen door haar eigen broers en zusters, omdat ze een blanke jongen had gekust. Of het bericht over een moslim in Zweden die uit een trein werd gezet omdat hij aan het bidden was en zijn ticket niet wilde laten zien aan de controleur 47 tijdens zijn gebed. Het is wel opvallend dat het hier om incidenten in het buitenland gaat. Dit heeft wellicht te maken met de internationale bronnen die de gebruikers van Marokko.nl raadplegen. Het bericht over het Britse meisje is bijvoorbeeld afkomstig uit The Sun. Ook CNN en The Telegraph worden regelmatig als bronnen opgevoerd. Voor de andere forums zetten we ook de meest besproken berichten op een rijtje. We houden hierbij rekening met het aantal geregistreerde leden. Voor Maroc.nl, Hababam.nl en Waterkant.net kijken we naar de berichten die meer dan 100 reacties opleverden. Voor Afghan.nl noteerden we de berichten waarop meer dan 50 reacties kwamen en voor het Polenforum gaat het om de berichten met meer dan tien reacties. Tabel 7. De meest besproken berichten op Maroc.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>100 reacties) Datum Titel bericht Bron 6-11-2011 Geen enkel schaap geslacht op Gentse en Antwerpse slachtvoeren 'met' verdoving Spreiding menselijk genome onderzoek zet evolutie theorie aan diggelen Voormalig IAEA-inspecteur uit twijfel over Iranrapport Did Roger or Francis Bacon Really Discover The Scientific Method? Israël: 'Amerikaanse joden zijn geen echte joden' Vrees voor massale exodus christenen uit Arabische wereld Gingrich: Palestijnen zijn een verzonnen volk PvdA twijfelt in Eerste Kamer over verbod ritueel slachten Turkije zet Sarkozy onder druk over Armeniërs 11-jarige Turkse zwanger na religieus bezegeld huwelijk PVV verbolgen over hoofddoek Beatrix moskee Abu Dhabi Tariq Ramadan kreeg ondanks vakantie geen bedenktijd Hirsi Ali: Oorlog gaande tegen christenen in moslimwereld ’Koran verwijst niet naar Mohammed’ Islamitische presentatrice Halve Maan laat zich wegsturen door sharia-geleerde VRT radionieuws Aantal reacties 191 TNP/TE 413 Mo.be 248 Briffault's ‘Making of Humanity’ via YouTube Welingelichtekringen.nl 269 radiomaria.be 263 Telegraaf ANP 208 231 Telegraaf Radiomaria.be 128 122 NRC 101 Erasmus Magazine 110 Elsevier 121 IKON Sp!ts 159 196 7-11-2011 21-11-2011 25-11-2011 2-12-2011 4-12-2011 10-12-2011 12-12-2011 16-12-2011 5-1-2012 8-2-2012 31-1-2012 6-2-2012 12-2-2012 18-2-2012 151 Van de 15 meest besproken berichten op Maroc.nl, gaan er maar vier over nieuws uit Nederland (het verbod op ritueel slachten, de hoofddoek van Beatrix, Tariq Ramadan en de Halve Maanpresentatrice). De overige berichten gaan over de evolutietheorie, het Midden-Oosten en Turkije of de islam. Wel is opvallend dat er vaak een bepaalde bevolkingsgroep of religie in het bericht wordt bekritiseerd, waar dan veel over gediscussieerd wordt (‘Amerikaanse joden’, ‘christenen’, ‘Palestijnen’, ‘Armeniërs’). 48 Tabel 8. De meest besproken berichten op Hababam.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>100 reacties) Datum Titel bericht Bron 5-11-2011 15-11-2011 PKK blijft uitbreiden Curaçao ziedend: Racistische agent vernederde betogers tegen Zwarte Piet Wilders: geen viering van 400 jaar Turkije, president Gül niet welkom Bedelli askerlik!! (militaire dienst!!) Hollanda'lı Türklerin Bedelli Askerlik İsyanı (Hollandse Turken in opstand tegen militaire dienst) Grote drukte bij Turks consulaat Turk blijven? Dat is dan 10.000 euro Cubbeli Hoca kadin ticareti yaptigi icin tutuklandi (Lerares aangehouden voor handel in gewaden) Hollanda Genç Türk Kızları İçin Gözyaşı Döküyor (Nederland huilt om jonge Turkse meisjes) Seks video van Cubbeli Hoca (Let op 18+ zeer duidelijk te zien) Premier Erdogan: "Frankrijk pleegde genocide in Algerije" Gülten Kışanak'ın Uludere Katliamı TBMM Konuşması! (Parlementaire toespraak over…?) Turkije dreigt met nieuwe maatregelen tegen Frankrijk Algerijnse Genocide Rojane.nl Trouw Aantal reacties 105 160 Volkskrant 107 ?? Haberler.com 410 112 NOS De Pers Milliyet 107 103 302 Haberler en Dichtbij.nl 138 Dailymotion 111 De Morgen 102 TRT3 via YouTube 138 Novum/AP 105 webtv.saba 295 19-11-2011 22-11-2011 25-11-2011 28-11-2011 29-11-2011 10-12-2011 16-12-2011 17-12-2011 23-12-2011 4-1-2011 23-1-2012 25-1-2012 Wat als eerste opvalt bij het zien van de titels van de meest besproken berichten op Hababam.nl, is de aanwezigheid vijf Turkstalige titels in het rijtje. We zien hier dus duidelijk dat op Turkse forums ook veel in het Turks gecommuniceerd wordt. In tegenstelling tot de Marokkaanse forums, waar alleen het Nederlands de voertaal is, en niet het Arabisch. In november 2011 werd bekend dat de regering in Turkije van plan is om de verkorte militaire dienstplicht voor Turken in het buitenland af te schaffen. Honderden Turken stonden voor verschillende Turkse consulaten in Nederland om nog, tegen betaling, van de verkorte dienstplicht gebruik te maken. Zowel Nederlandse als Turkse media deden hier verslag van. Het onderwerp was destijds ook een ‘hot topic’ op Hababam.nl. Verder zien we dat de meeste andere berichten waarop het meest werd gereageerd, op de één of andere manier wel een link met Turken of Turkije hebben. Dit is natuurlijk geen verrassing. Wel staat er zelfs een link naar een seksvideo van een bekende Turkse soenna-geleerde (Cübbeli Hoca) in de lijst. Helaas zijn alle reacties bijna volledig in het Turks, waardoor we niet kunnen lezen wat de strekking van deze reacties is. 49 Tabel 9. De meest besproken berichten op Waterkant.net tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>100 reacties) Datum Titel bericht Bron 8-11-2011 Het heelal of het universum en alles daarin en daaromheen Alarm om zelfmoordneiging Is Johan Cruijff een racist en Edgar Davids een bounty? Leuke, aparte en bizarre wetenswaardigheden ter lering en vermaak Familie radeloos om (krasi) promiscue gedrag grootmoeder Het einde van de joodse bezetting van Palestina Hebzucht ende gevolgen daarvan (Kwikgehalte bij Inheemsen Zuid-Suriname hoog) Het verbod op ritueel slachten is een voorbeeld van boerenkolder! Saddam bekent moord op Koerden In de Balie - slavernij heden verleden toekomst Nigga Bitch Bouterse verleent gratie aan pleegzoon Pechtold kreeg voor Surinamedebat brandbrief over Bouterse Autoriteiten bevestigen dengue-epidemie Hindoestanen en zelfmoord. De ILLUMINATI................de wereld is niet waar het op lijkt NOS Aantal reacties 201 Sp!ts Telegraaf & Wikipedia 108 158 Welingelichtekringen.nl 196 Gfcnieuws.com 154 De Pers 150 Waterkant 119 Eigen tekst 108 NOS Juliuslives.nl AD De Ware Tijd Starnieuws 203 220 132 125 109 Waterkant Eigen tekst Eigen tekst 161 210 109 18-11-2011 22-11-2011 26-11-2011 28-11-2011 6-12-2011 7-12-2011 15-12-2011 16-12-2011 18-12-2011 21-12-2011 29-11-2011 6-1-2012 25-1-2012 19-2-2012 27-2-2012 Op Waterkant valt de verscheidenheid aan onderwerpen op. Er wordt veel gepraat over Bouterse en andere Surinaamse aangelegenheden, het hoge zelfmoordpercentage onder Turkse, Marokkaanse en (vooral) Hindoestaanse meisjes, islamitische kwesties rond Palestina, Saddam Hoessein en ritueel slachten, voorvallen waar racisme een rol speelt (de kwestie Johan Cruijff/Edgar Davids en de verontwaardiging bij popster Rihanna over de betiteling ‘Nigga bitch’ door het Nederlandse vrouwenblad Jackie) en meer. Ook hier valt op dat er weinig over nieuws uit Nederland wordt gepraat. Op Waterkant houden gebruikers vaak zelfgeschreven betogen over uiteenlopende onderwerpen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat Waterkant een wat ouder publiek kent dat vaak hoog opgeleid is. 50 Tabel 10. De meest besproken berichten op Afghan.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>50 reacties) Datum Titel bericht Bron 5-11-2011 2-12-2011 7-12-2011 9-12-2011 29-12-2011 10-1-2012 Biddende moslim uit trein gezet Afghaanse moet verkrachter trouwen Meet the world's heaviest insect Een analyse van het incident in De Balie Vijftien leden van Sharia4Belgium opgepakt SCHOKKEND- 15 jarige Afghaanse dame mishandelt door schoonfamilie Mijn neef gaat naar olympische spelen! Nederlander verdacht van verkrachting door hond Politie Missie in Koendoez bereikt hoogtepunt (met foto van agent met gulp open) AD NOS Daily Mail Talib.nl AD AD Aantal reacties 62 87 60 59 69 64 Eigen tekst NU.nl 67 63 ? 181 13-1-2012 3-2-2012 7-2-2012 Uit de lijst met meest besproken onderwerpen op Afghan.nl kan worden opgemaakt, dat de leden van Afghan.nl van curieuze en sensationele berichten houden (zoals ‘Meet the world’s heaviest insect’, ’15-jarige Afghaanse dame mishandelt door schoonfamilie’, ‘Nederlander verdacht van verkrachting door hond’, ‘Afghaanse moet verkrachter trouwen’). Ook een zeer persoonlijk bericht (‘Mijn neef gaat naar de Olympische Spelen!’) krijgt relatief veel reacties. Eigenlijk is er slechts één voorval veelvuldig besproken dat ook breed in de landelijke pers is uitgemeten: het incident waarbij leden van de radicale splintergroep Sharia4Belgium een debat in De Balie verstoorden. De foto waarop een Afghaanse agent met zijn gulp open staat, met als titel ‘Politie Missie in Koendoez bereikt hoogtepunt’ (en verder geen tekst), kreeg de meeste reacties. Leden van Afghan.nl reageerden door zelf de draak te steken met de foto, maar er zaten ook serieuze reacties tussen, waarin de agent als ‘ongelovige’ wordt bestempeld. 51 Tabel 11. De meest besproken berichten op Polenforum.nl tussen 1-11-2011 en 1-3-2012 (>10 reacties) Datum Titel bericht Bron 7-11-2011 28-11-2011 10-12-2011 Onderzoek Poolse vuurwerkpakketten Harde wind zet duizenden zonder stroom Truckers gaan protesteren tegen OostEuropeanen Opstelten: mobiele bendes in vizier Hoge asbestconcentratie in pand SintOedenrode Explosieve stijging Polen met uitkering Eindelijk echte kerst voor Piotr Kosick Polen plannen massale party voor New Year's Eve Poolse werknemers bezetten failliet Beyer Logistiek in Duiven 'Sociale angst' leidt tot daling van het geboortecijfer Koudegolf strijkt over Polen, en eist 15 levens Nieuw proces bevolen Woede om klaagsite polen Polen in Nederland (door Grimbert rost van tonningen) Poes Minous is na elf jaar weer terecht De Pers Thenews.pl AD 15-12-2011 16-12-2011 21-12-2011 24-12-2011 4-1-2012 9-1-2012 30-1-2012 31-1-2012 4-2-2012 8-2-2012 12-2-2012 20-2-2012 binnenland.nieuws.nl Aantal reacties 17 12 12 12 12 Eindhoven Dichtbij BN De Stem Nieuwsblad.be Thenews.pl 32 18 31 De Gelderlander 22 Thenews.pl 16 Wbj.pl New Poland Express Telegraaf Pluspost 13 24 87 21 Dichtbij.nl 11 Zoals gezegd blijken er uiteindelijk maar weinig gebruikers op het Polenforum actief. De meeste geplaatste berichten en reacties zijn afkomstig van slechts een handjevol mensen. De lijst met berichten waarover het meest is gesproken op het forum, bevat een duidelijke mix tussen nieuws over Polen in Nederland, en nieuws uit thuisland Polen. Wel zijn de berichten over Poolse zaken in Nederland duidelijk in de meerderheid (acht berichten, tegen vijf berichten over Polen). De berichten over Polen in Nederland zijn meestal negatief van aard. Het grootste twistpunt was de website opgezet door Geert Wilders 'anti-immigratie’partij om klachten over Midden- en Oost-Europese werknemers te verzamelen. 5.2.4.1 Brongebruik Uit de analyse van alle bronnen die gedurende onze onderzoeksperiode op Marokko.nl zijn gebruikt, valt op dat de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws (HLN) veelvuldig als bron in de meest besproken berichten opduikt. HLN is vergelijkbaar met De Telegraaf in Nederland, ook een tamelijk sensatiebeluste krant. Daarnaast worden het AD, De Telegraaf en NU.nl vaak als bron gebruikt, en in mindere mate kwaliteitskranten zoals de Volkskrant of NRC. De redactie van Marokko.nl plaatst veel berichten uit de Marokkaanse krant Lakome, waar veel op wordt gereageerd. Het gaat hier om nieuwsberichten uit Marokko (zoals ‘Weer Marokkaan cel in voor beledigen koning’,’ Marokko getroffen door kleine aardbeving’ of ‘Marokko komt op voor Amazigh bij Arabische Unie’). Hieruit blijkt dat de gebruikers van Marokko.nl grote interesse hebben voor de huidige situatie in Marokko. Wellicht 52 wordt Marokko.nl ook als nieuwsbron gebruikt voor nieuws vanuit Marokko, aangezien dit soort nieuws niet in de Nederlandse media verschijnt. Als we nu kijken naar de bronnen van de meest besproken berichten op Maroc.nl, dan valt op dat deze op een aantal punten verschillen met die op Marokko.nl. Zo is de Volkskrant op Maroc.nl veel vaker de bron van deze berichten dan op Marokko.nl (6 keer op Marokko.nl tegen 19 keer op Maroc.nl). De Volkskrant wordt door verschillende gebruikers als bron gebruikt, maar op Maroc.nl is er één opvallende bron die slechts door een enkele gebruiker (met als nickname Marsupilami) wordt toegepast. Het gaat om Radiomaria.be, een Vlaamse, katholieke radiozender die het Woord van God wil verspreiden. De religieus getinte berichten afkomstig van Radiomaria.be zijn dus vaak dagelijks onderwerp van gesprek op Maroc.nl, ondanks dat het om een christelijke bron gaat, en niet een islamitische. Voorbeelden van veel besproken berichten van Radiomaria zijn: ‘Vrees voor massale exodus christenen uit Arabische wereld’, ‘11-jarige Turkse zwanger na religieus bezegeld huwelijk’ en ‘Islamitisch bankieren doet intrede in België’. Tabel 12. Aantal Nederlandse en internationale bronnen van de meest besproken berichten per dag (N= 726). Naam forum Marokko.nl Maroc.nl Hababam.nl Afghan.nl Waterkant.net Polenforum Totaal Nederlands 80 82 71 49 51 51 377 Internationaal Geen bericht 41 32 47 49 23 59 258 0 4 0 14 29 11 58 Onbekende bron 0 0 0 6 2 0 8 Eigen bericht zonder bron 0 3 3 3 16 0 25 In de meeste gevallen wordt door de gebruikers van het forum een bron vermeld bij het nieuwsbericht dat ze posten. Op Marokko.nl zijn de gebruikers hier het meest trouw in, bij geen enkel bericht ontbreekt de bron. Op Afghan.nl en Waterkant.net is niet altijd duidelijk van welke bron het bericht afkomstig is. We zien ook dat er vooral op Waterkant veel ‘eigen posts’ verschenen, hiermee bedoelen we eigen analyses van gebruikers over een bepaald thema. Dit kan een actueel thema zijn naar aanleiding van een actuele gebeurtenis (zoals de Kristallnachtherdenking of de als racistisch bestempelde opmerkingen van Johan Cruijff over Edgar Davids: ‘Is Johan Cruijff een racist en Edgar Davids een bounty?’). Maar het kan ook om een wat algemener onderwerp rondom Surinamers en Suriname gaan, waar iemand graag zijn zegje over wil doen (zoals het bericht met als titel ‘Waarom werd die Nederlandse invasie ultimo 1982 afgeblazen?’ of over ‘Verkeer en verkeersfatsoen in Suriname’). In totaal noteerden we 635 berichten mét bron, hiervan is 59% van alle berichten afkomstig van een Nederlandse bron, en 41% van een internationale bron. Met een Nederlandse bron bedoelen we alle kranten, tijdschriften, nieuwswebsites en radio- en televisieprogramma’s die in Nederland worden 53 gemaakt en vanuit Nederland worden gedistribueerd. Met een internationale bron bedoelen we alle nieuwsmedia die buiten Nederland worden gepubliceerd en gedistribueerd. Hierbij zijn dus ook alle Belgische media inbegrepen. Als er bij een bericht als bron YouTube werd vermeld, hebben we de oorspronkelijke bron proberen te achterhalen. Dit lukte niet altijd, in dat geval beschouwden we de betreffende bron als ‘onbekend’. Kijken we nu per forum naar het aantal Nederlandse en het aantal internationale bronnen, dan zien we een opvallend verschil. Jongeren met een Turkse en Marokkaanse achtergrond gebruiken op nieuwsforums (Marokko.nl, Maroc.nl en Hababam.nl) duidelijk meer Nederlandse bronnen dan internationale bronnen. Op Marokko.nl is de verdeling twee derde Nederlandse bronnen tegen een derde internationale bronnen. Op Maroc.nl worden nog meer Nederlandse bronnen (72%) gebruikt dan op Marokko.nl. Van alle drie de forums gericht op islamitische jongeren, worden op Hababam.nl de meeste internationale bronnen (40%, tegen 60% Nederlandse bronnen) gebruikt bij de meest besproken berichten op het nieuwsforum. Op basis van deze gegevens kunnen we dus voorzichtig concluderen dat jongeren met een Turkse achtergrond iets meer gebruik maken van internationale bronnen dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Dit zou te maken kunnen hebben met het taalaspect. Turks-Nederlandse jongeren spreken vaak goed de Turkse taal en kunnen daarom de Turkse nieuwsmedia prima volgen. Uit onderzoek van het SCP blijkt bijvoorbeeld dat Turkse Nederlanders van de vier grootste etnische groepen in Nederland, het vaakst mailen en chatten in de moedertaal (Huysmans & De Haan, 2008). Ook uit ons onderzoek blijkt dat jongeren met een Marokkaanse achtergrond enkel in het Nederlands op forums met elkaar discussiëren, en jongeren met een Turkse achtergrond zowel in het Nederlands als in het Turks. Marokkaans-Nederlandse jongeren in Nederland hebben vaak een Berber-achtergrond (met als taal het ‘Tamazight’) en zijn daarom de Arabische taal niet volledig machtig (Butter & Önce, 2010). De vele Arabischtalige nieuwsmedia die beschikbaar zijn via digitale televisie, satelliet en internet, kunnen ze hierdoor niet goed volgen. Wel richten deze jongeren zich vaak op Engelstalige pan-Arabische (online) nieuwsmedia, om zich toch van het laatste nieuws in de Arabische wereld op de hoogte te stellen (Konijn et al, 2010). Ook Ewoud Butter en Seda Önce van het ACB Kenniscentrum onderschrijven bovenstaande conclusie. Zij signaleerden een opvallend verschil tussen de discussies die gevoerd worden op Marokkaanse en Turkse websites. Marokkaans-Nederlandse jongeren discussiëren op webforums van bijvoorbeeld Maroc.nl, Marokko.nl en Yasmina.nl vooral over gebeurtenissen en actualiteiten in Nederland, terwijl op populaire Turkse discussieforums als Hababam.nl en Turksforum.nl het Turkse nieuws bijna net zo vaak wordt besproken als het Nederlandse nieuws. Ook signaleerden Butter en Önce dat artikelen uit Turkse kranten veelvuldig op verschillende forums worden geplaatst, waaruit actuele discussies ontstaan over bijvoorbeeld de Koerdische kwestie en het hoofddoekenverbod. Zo lijken jongeren met een Turkse achtergrond zich meer met nieuws uit hun thuisland bezig te houden dan jongeren met een Marokkaanse achtergrond (Butter & Önce, 2010). 54 Toch zijn er twee groepen forumgebruikers nog wat internationaler georiënteerd dan de Turken, namelijk de Afghanen en de Polen. Dit is niet zo vreemd, aangezien deze twee groepen zich veel recenter in Nederland hebben gevestigd dan de Marokkanen en Turken. Veel leden van de Poolse gemeenschap in Nederland zijn hier zelfs maar een paar maanden per jaar, in de zomermaanden, voor seizoenswerk in de land- en tuinbouw of voor kluswerkzaamheden zoals schilderwerk. Precies de helft van de gebruikte bronnen van de meest besproken dagelijkse berichten door Afghaanse forumgebruikers zijn afkomstig van een internationale bron (49 internationale bronnen tegen 49 Nederlandse bronnen). Het gaat om zowel Arabische nieuwsmedia (zoals arabnews.com en almoslim.com), als Amerikaanse (NY Times, CBS News) en Britse (Telegraph, Daily Mail) nieuwsmedia. Wel zijn er negen berichten waarvan we de bron niet konden traceren. Polen gebruiken van onze doelgroepen de meeste internationale bronnen, voornamelijk afkomstig van twee Engelstalige nieuwssites over Polen: New Poland Express en The News. Wel moet hierbij vermeld dat alle berichten op het Polenforum geplaatst worden door de administrateur en de moderator van het forum, die ook veel op de berichten reageren. Al met al nemen er maar relatief weinig mensen deel aan de discussies op het Polenforum.nl. De berichten met een Nederlandse bron die op het forum worden geplaatst, zijn regelmatig afkomstig uit lokale en regionale dagbladen zoals De Gelderlander, het Noord-Hollands Dagblad, Omroep Brabant, Dichtbij.nl en Veghel Kliknieuws. Dit komt waarschijnlijk doordat veel Polen buiten de Randstad in de provincie werken, binnen de (land- en tuin)bouw. In de regionale en lokale nieuwsmedia wordt daarom regelmatig verslag gedaan van de situatie omtrent de Polen aldaar. En helaas vaak met een negatieve invalshoek (Omroep Brabant: ‘Actieve rol Philips Eindhoven bij corruptiezaak Polen’, Noord-Hollands Dagblad: ‘Irritatie over gedrag van Polen in Neck’, De Gelderlander: ‘Poolse werknemers bezetten failliet Beyer Logistiek in Duiven’). Wel zullen het vaak juist de negatieve berichten zijn, waar de gebruikers van het Polenforum op reageren. We hebben helaas niet gekeken of de meest besproken berichten in de verschillende forums een negatieve, neutrale of positieve invalshoek hebben. Dit zou een interessant onderwerp voor vervolgonderzoek zijn. Hierbij kan ook de aard van de reacties in de analyse worden meegenomen. 5.2.4.2 Gebruikers Zoals gezegd, nemen er aan het Polenforum over nieuws over en uit Polen relatief weinig gebruikers deel. De twee meest actieve gebruikers zijn de administrator en de moderator van het Polenforum. Wel worden bijna dagelijks nieuwe berichten op het forum gepost. Op het Afghan.nl forum worden de meest besproken berichten ook geplaatst door relatief weinig gebruikers. Zo zijn van de in totaal 107 berichten, er 68 geplaatst door vijf verschillende gebruikers. Op de forums voor Turkse en Marokkaanse jongeren zijn er meer verschillende gebruikers die deze berichten plaatsten. Dit komt natuurlijk ook, doordat deze forums veel meer geregistreerde leden hebben (zie tabel 2: Inventarisatie etnische discussieforums). Als we nu kijken naar de verschillende namen die de leden van de forums gebruiken voor het plaatsen van berichten, dan valt op de leden van Maroc.nl, Marokko.nl, Hababam.nl en Afghan.nl voornamelijk 55 gebruik maken van nicknames. Dat zijn namen waaruit niet hun eigen naam uit op te maken valt. Voorbeelden van nicknames die op deze forums worden gebruikt, zijn Brownie74, MoroccanLady, AlMaroc, koekiemonster, Turk68, Marsupilami, Hindostan, poster en Afghan. Uit het feit dat deze leden niet hun echte naam gebruiken, zou kunnen blijken dat ze liever anoniem blijven op deze forums. Door het aannemen van een andere identiteit, kunnen bijvoorbeeld de ouders of klasgenoten niet achterhalen wat er door hen wordt gezegd op internet. Op deze manier creëren ze een veilige omgeving voor het voeren van discussies over algemene, maar ook over de wat meer precaire zaken. Het enige forum waar wel regelmatig ‘echte’ namen worden gebruikt, is Waterkant. De vraag is wel, of dit de echte namen van deze gebruikers zijn, of toch een zelfverzonnen naam of de naam van iemand anders. Dit kunnen we niet precies nagaan. Wel gebruiken leden van Waterkant ook vaak slechts een voornaam. Wellicht hebben de gebruikers van Waterkant minder moeite met het voeren van discussies in het openbaar, omdat ze minder reden hebben tot geheimhouding. De leden van Waterkant zijn vaak wat ouder dan de leden van de forums voor moslimjongeren, en ze hebben wellicht minder last van opgelegde regels door ouders en familie. 5.3 Conclusie monitoringsresultaten Afgaand op de monitoringsresultaten van Wereldjournalisten en de daaraan gelieerde sociale media blijkt elk medium zijn eigen kansen en mogelijkheden te hebben met betrekking tot het informeren en betrekken van de doelgroep. De site zelf, met de daarbij horende reactiemogelijkheid is het meest veelzijdig: -het lijdt regelmatig tot discussies, (uitvoerige) reacties en vragen. Voorwaarde daarvoor is wel dat het een controversieel onderwerp is. -het lijdt tot een grotere aandacht voor het onderwerp; dat geldt vooral voor de meer signalerende artikelen van evenementen en publicaties. Die worden geretweet of overgenomen op andere sites. Facebook zorgt vooral voor een passieve betrokkenheid: Mensen laten via een like wel blijken dat ze een post leuk of boeiend vinden, maar nemen niet de moeite hier uitgebreid op te reageren. De vraag is of dit intrinsiek is aan het medium Facebook, dan wel voortkomt uit het soort posts dat wordt geplaatst. Twitter daarentegen vereist een grotere betrokkenheid. Hoewel een bericht retweeten op zich snel gedaan is blijken veel mensen de tweet wel van een commentaar te voorzien waaruit hun mening over de inhoud blijkt. Uit de monitoring van discussieforums blijken de onderwerpskeuze en de bronnen per etnische groep, en per forum aanzienlijk te verschillen. Dat blijkt te maken te hebben met: De duur van het verblijf in Nederland. Polen en Afghanen zijn meer georiënteerd op het herkomstland 56 Taalbeheersing: een relatief groot deel van de discussies op Turkse forums vindt in het Turks plaats, terwijl op gelijksoortige fora voor Marokkanen de taal vrijwel altijd Nederlands is. Leeftijd (en mogelijk opleidingsniveau) van de gebruikers: De Surinaamse site “Waterkant’ heeft een veel beschouwender en analyserender karakter dan de meeste andere forums. De voorlopige conclusie is dat Marokkaanse –en in mindere mate Afghaanse en Turkse- jongeren op internet vooral praten over zaken die hen direct raken, in plaats van over bredere politieke kwesties of beleid 5.4 Resultaten enquête Naast het verzamelen van kwantitatieve gegevens via sociale media, de website van Wereldjournalisten en etnische discussieforums, hebben we ook een aantal ervaringsdeskundigen ondervraagd over hun sociale media- en nieuwsgebruik. We waren benieuwd via welke online wegen deze deskundigen aan informatie met betrekking tot de multiculturele samenleving komen. We hebben daarom in mei 2012 een enquête uitgezet onder drie groepen respondenten: beheerders van etnische portals, medewerkers van minderhedenorganisaties en journalisten van de reguliere nieuwsmedia. Op deze manier verkregen we informatie vanuit organisaties die zich op de etnische doelgroep richten (portalbeheerders en minderhedenorganisaties), alsmede vanuit de algemene publieksmedia (journalisten van mainstream media). We vroegen hen naar hun sociale mediagebruik, de kennis en het gebruik van etnische portals, hun kennis en gebruik van Wereldjournalisten en stelden een aantal vragen over hun eigen website. In de bespreking van de resultaten koppelen we de antwoorden van de respondenten niet aan hun naam, maar wel aan het medium of de organisatie waarvoor ze werken. Op deze manier krijgen we een beter beeld van het gebruik van sociale media bij specifieke organisaties. De respondenten blijven verder anoniem, want hun namen worden in dit onderzoek niet genoemd. We zullen nu eerst de antwoorden van de acht portalbeheerders bespreken. 5.4.1 Portalbeheerders Portalbeheerders van Marokko.nl, Wijblijvenhier.nl, Wereldjournalisten.nl, Hababam.nl, Turks.nl, Republiek Allochtonië, Polenforum en Tulpia.nl hebben de enquête ingevuld. De antwoorden geven een algemeen beeld van het sociale mediagebruik onder etnische portalbeheerders. 5.4.1.1 Sociaal mediagebruik Allereerst bekijken we de resultaten op het gebied van sociaal mediagebruik. Vijf van de acht portalbeheerders geven aan dat hun portal ook een eigen Twitter-pagina heeft en zes van de acht heeft een eigen Facebookpagina. Twee geven aan ook een Google+ en een Hyves pagina te hebben. En één portal heeft een account op de fotopagina Flickr. 57 Alle portalbeheerders zeggen wel eens op berichten die betrekking hebben op de multiculturele samenleving te reageren via sociale media. Het vaakst gebeurt dit via Facebook en Twitter. Google+ wordt door slechts één portalbeheerder gebruikt. LinkedIn wordt door drie portalbeheerders ingezet om te reageren op cultureel-diverse nieuwsberichten. De helft maakt gebruik van etnische portals als reactiemiddel en één portalbeheerder geeft aan ook wel eens via NUjij.nl te reageren op nieuws met betrekking tot de multiculturele samenleving. Dezelfde antwoorden worden gegeven als het gaat om het zelf posten van berichten met betrekking tot de multiculturele samenleving. Zeven van de acht portalbeheerders doen dit via Facebook en zes via Twitter. Eén gebruikt hiervoor Google+ (in combinatie met zowel FB, Twitter, LinkedIn en etnische portals), drie portalbeheerders posten ook berichten op LinkedIn en één gebruikt hiervoor ook NUjij.nl. We zien dat voor het posten van, of reageren op, berichten met betrekking tot de multiculturele samenleving, Hyves niet (meer?) wordt gebruikt. Dit wordt ook beaamt door Koen Leurs, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Hij geeft aan dat sinds Hyves is gekocht door de Telegraaf, veel etnische jongeren zich van deze sociale netwerksite hebben afgekeerd, en zijn overgestapt naar Facebook. De Telegraaf is nu eenmaal geen populaire krant onder Turkse en Marokkaanse jongeren (zie interview met Koen Leurs in dit rapport). De meeste portalbeheerders geven aan berichten van hun eigen portal op Facebook en Twitter te plaatsen. Slechts één portalbeheerder geeft aan dit niet te doen. Zes van de acht portalbeheerders posten wel eens nieuwsberichten uit andere (sociale) media op Facebook of berichten over bijeenkomsten van andere multiculturele organisaties. Eén portalbeheerder geeft aan dat Facebook puur een familiepagina is. Zeven van de acht portalbeheerders zeggen wel eens berichten te twitteren die op hun eigen portal staan. Vijf van de acht portalbeheerders twittert wel eens nieuwsberichten uit andere (sociale) media of berichten over bijeenkomsten van andere multiculturele organisaties. Drie portalbeheerders retweeten veel (minstens één keer per maand) berichten van anderen over de multiculturele samenleving. 5.4.1.2 Wereldjournalisten en andere etnische portals Op de vraag of de portalbeheerders Wereldjournalisten volgen via verschillende media, antwoordt één portalbeheerder dat hij/zij nog nooit van Wereldjournalisten gehoord heeft. Een ander zegt dat hij/zij Wereldjournalisten wel kent, maar de berichtgeving niet volgt. Verder laten we de portalbeheerder van Wereldjournalisten hier buiten beschouwing. De rest volgt Wereldjournalisten via de website (5), via de digitale nieuwsbrief (1) of via Twitter (2). Opvallend is dat geen enkele portalbeheerder Wereldjournalisten volgt via Facebook of Google+. Vooral Facebook is opmerkelijk, omdat veel portalbeheerders eerder aangaven wel veel van Facebook gebruik te maken op het gebied van nieuwsberichtgeving over de multiculturele samenleving. Op de vraag of de portalbeheerders ook wel eens reageren op de nieuwsberichtgeving van Wereldjournalisten, antwoorden er zes ontkennend. Eén portalbeheerder geeft aan wel eens te 58 reageren via de website van Wereldjournalisten. De portalbeheerder van Wereldjournalisten laten we hier uiteraard buiten beschouwing. We hebben door middel van een open vraag proberen te achterhalen welke personen of organisaties de portalbeheerders verder volgen via sociale media. De respondenten mochten er maximaal vijf aangeven. De volgende websites en organisaties zijn genoemd: Respondent 1: Republiek Allochtonië, Marokko.nl, Joop.nl Respondent 2: Geenstijl.nl, Frontaal Naakt, Dagelijkse standaard, Marokko.nl, Wijblijvenhier.nl Respondent 3: Mira Media, Republiek Allochtonië, Nu.nl, Geenstijl.nl, Marokko.nl Respondent 4: The News.pl, New Poland Express, Alle Nederlandse kranten behalve de Telegraaf, NU.nl, diverse Poolse websites Respondent 5: Wijblijvenhier.nl, Pools forum, Landelijke inspraakorganen, Rijksoverheid, culturele- en debatcentra Respondent 6: Hababam.nl, Turkseinfo.nl Twee respondenten geven aan geen andere personen of organisaties via sociale media te volgen. Verder is gevraagd welke specifieke etnische portals de respondenten verder nog volgen (zie grafiek 1). De beheerders van de portals zelf laten we hier buiten beschouwing. Het multiculturele blog Wijblijvenhier.nl is het meest populair: vijf portalbeheerders volgen deze website. Daarna is Marokko.nl de meest gevolgde portal; vier portalbeheerders volgen deze site. Drie portalbeheerders volgen Hababam.nl. De portals Maroc.nl, Afghan.nl, Turks.nl, Sangam.nl, Waterkant.net en het Polenforum worden door slechts één of twee portalbeheerders gevolgd. Twee beheerders zeggen bij de categorie ‘Anders’ ook Republiek Allochtonië te volgen, maar hier hoort ook de beheerder zelf bij. Eén portalbeheerder geeft aan helemaal geen andere etnische portals te volgen. Grafiek 2. Volgt u andere sociale portals voor etnische minderheden? Zo ja, welke? (aantallen, N=8) 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Aantal respondenten dat bepaalde etnische portals volgt 59 Bovenstaande portals worden het meest gelezen vanwege de nieuwsberichten op de portals. Daarnaast lezen drie van de zeven portalbeheerders het forum op deze portals, reageren er regelmatig op (meer dan één keer per maand) en checken regelmatig de agenda op deze portals. Slechts één portalbeheerder (van Marokko.nl) geeft aan regelmatig zelf berichten te posten op deze portals. De beheerder van wijblijvenhier.nl geeft aan deze portals alleen via sociale media te volgen. 5.4.1.3 Benaderen van mainstream media Vier portalbeheerders geven aan wekelijks mainstream media te benaderen over nieuws op hun eigen site. Het gaat om Marokko.nl, het Polenforum, Turks.nl en Tulpia.nl. Twee doen dit een enkele keer (minder dan één keer per maand) en de andere twee maandelijks of nooit. De portalbeheerder die zegt nooit mainstream media te benaderen, doet dit omdat hij of zij hiervoor niet de juiste mensen kent om dit te realiseren. De zeven portalbeheerders die wel eens mainstream media benaderen, stappen meestal naar landelijke dagbladen (6) of opiniebladen (4). Op de derde plek staan de landelijke actualiteitenprogramma’s, drie benaderen deze wel eens. Regionale dagbladen, regionale of lokale actualiteitenprogramma’s en algemene nieuwssites worden ieder door twee portalbeheerders wel eens benaderd. Huis-aan-huis bladen worden nooit door portalbeheerders benaderd voor het plaatsen van eigen nieuws. 5.4.1.4. Het volgen van specifieke onderwerpen via sociale media We hebben ook gevraagd welke specifieke onderwerpen de portalbeheerders volgen via sociale media. Hieruit blijkt dat alle portalbeheerders geïnteresseerd zijn in de onderwerpen ‘binnenlandse politiek/beleid’ en ‘integratie’ (zie grafiek 2). Op de tweede plaats staan ‘buitenlandse politiek/beleid’, ‘kunst en cultuur’ en ‘religie’. Sport is een onderwerp dat het minst via sociale media gevolgd wordt, namelijk door slechts drie portalbeheerders. Grafiek 3. Welke specifieke onderwerpen op het gebied van de multiculturele samenleving volgt u via sociale media? (aantallen, N=8) 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Aantal respondenten die een bepaald onderwerp volgen via sociale media 60 5.4.1.5 Informatie over de verschillende portals Aan de portalbeheerders is gevraagd om het doel van hun site te omschrijven. In de meeste gevallen komt dit neer op het informeren van de eigen doelgroep en het aanbieden van een platform om zich te uiten. Wijblijvenhier.nl wil daarnaast graag de beeldvorming beïnvloeden omtrent moslims in het bijzonder en allochtonen in het algemeen. Republiek Allochtonië en Wereldjournalisten willen ook hun steentje bijdragen aan het geven van een podium voor de ‘etnische’ stem. Het Poolse forum wil de Nederlandse samenleving deelgenoot maken van het denken en leven van de Polen in Polen en wereldwijd. De doelgroep bestaat in het geval van Wijblijvenhier.nl en Marokko.nl vooral uit jongeren met een biculturele achtergrond. Republiek Allochtonië en Wereldjournalisten richten zich naast burgers die geïnteresseerd zijn in multiculturele onderwerpen, ook op professionals zoals journalisten, wetenschappers, politici en minderhedenorganisaties. Het Polenforum, Hababam.nl, Turks.nl en Tulpia.nl richten zich op een heel specifieke doelgroep, respectievelijk Polen (de eerste) en Turken (de laatste drie). Hoewel Turks.nl zegt zich ook op autochtone Nederlanders te richten. De site die het langst bestaat is Marokko.nl, namelijk 12 jaar. De jongste site is Turks.nl, deze is sinds 2010 in de lucht. 5.4.1.6 Betaalde of onbetaalde medewerkers Van alle portals hadden alleen Marokko.nl en Wereldjournalisten in de periode van het onderzoek betaalde krachten in loondienst. Marokko.nl had vier betaalde krachten in dienst en Wereldjournalisten 8 één . Marokko.nl maakt ook gebruik van betaalde freelancers, zeven in totaal. Hababam.nl huurt één betaalde freelancer in. Bij Marokko.nl werken naast betaalde, ook veel onbetaalde krachten, 35 in getal. De sites Wijblijvenhier.nl, Republiek Allochtonië, het Polenforum, Turks.nl en Tulpia.nl draaien puur op vrijwilligers. Bij Wijblijvenhier.nl gaat het om tien onbetaalde krachten, bij Republiek Allochtonië vijf, bij het Polenforum vier, Turks.nl drie en Tulpia.nl wordt door twee onbetaalde krachten in de lucht gehouden. Alleen Wereldjournalisten en Marokko.nl maken gebruik van stagiaires; bij Marokko.nl zijn het er twee, en bij Wereldjournalisten één. 5.4.1.7 Financiering We zijn ook benieuwd hoe de verschillende etnische portals nu precies gefinancierd worden. Vanwege privacy redenen koppelen we de antwoorden niet direct aan de portal. Drie van de acht portals verkrijgen inkomsten door advertenties. Eveneens drie van de acht ontvangen donaties/giften en projectsubsidie via fondsen. Slechts twee portals krijgen overheidssubsidie. 8 Inmiddels heeft Wereldjournalisten geen betaalde medewerker meer in dienst specifiek voor Wereldjournalisten. De website wordt bijgehouden door een medewerker als onderdeel van een veel breder takenpakket. 61 Van twee van de drie sites die donaties en giften ontvangen, is dit hun enige bron van inkomsten. Eén site wordt geheel uit eigen bron gefinancierd en een andere portalbeheerder geeft aan ook diverse commerciële initiatieven te ontplooien om geld te genereren. Eén portalbeheerder vindt deze vraag niet op zijn site van toepassing. 5.4.1.8 Aantal unieke bezoekers Drie van de acht portals krijgen tussen de 10.000 en 50.000 unieke bezoekers per maand. Twee sites mogen zich verheugen in meer dan 100.000 unieke bezoekers per maand, namelijk Marokko.nl en Hababam.nl. Tulpia.nl heeft de minste unieke bezoekers met minder dan 1000 per maand. Het Polenforum heeft tussen de 5.000 en 10.000 unieke bezoekers per maand. Dit laatste is niet zo vreemd, aangezien dit forum zich op een relatief kleinere doelgroep (Polen in Nederland, hun partners en andere geïnteresseerden in Polen) richt. Immers, er wonen veel meer mensen met een Marokkaanse of Turkse achtergrond in Nederland. 5.4.1.9 Redactiestatuut Tot slot is gevraagd of de portals een eigen redactiestatuut hebben. In drie gevallen wordt deze vraag bevestigend beantwoord. Eveneens drie portalbeheerders zeggen er nu geen één te hebben, maar er wel in de toekomst één in de planning te hebben. Eén portal heeft geen redactiestatuur en één portalbeheerder weet niet of ze er één hebben. 5.4.2 Minderhedenorganisaties We zullen nu de antwoorden van de medewerkers van minderhedenorganisaties bespreken. Uiteindelijk hebben zes medewerkers van vijf minderhedenorganisaties de enquête ingevuld: twee medewerkers van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN), één medewerker van het Surinaams Inspraakorgaan (SIO), één van het Marokkofonds, één van Stichting UAF en één van het Pools Overlegplatform in Nederland (PLON). 5.4.2.1 Sociaal mediagebruik Allereerst kijken we weer naar de sociale media die de organisaties gebruiken. De enige organisatie die geen enkele profielpagina op sociale media heeft, is PLON. De andere vier organisaties hebben allemaal een pagina op Facebook. De enige organisatie die geen Twitter account heeft (naast PLON), is het Surinaams Inspraakorgaan. Twee organisaties hebben ook nog een Hyves account (SMN en Marokkofonds) en twee een LinkedIn account (één medewerker van SMN en die van het UAF). Alle organisaties zijn op drie verschillende sociale media platforms vertegenwoordigd. Alleen Google+ wordt door geen enkele medewerker gebruikt. De medewerkers van minderhedenorganisaties reageren het meest via Facebook en Twitter op berichten over de multiculturele samenleving (zie grafiek 3). Dit is niet vreemd, aangezien dit de meest gebruikte sociale media in Nederland zijn (zie ook het interview met Francisco van Jole in dit rapport). De medewerker van het Marokkofonds gebruikt hiervoor ook Hyves, LinkedIn en forums voor etnische 62 minderheden en is hiermee diegene die het meest reageert op berichten over de multiculturele samenleving via sociale media. De medewerker van PLON reageert alleen rechtstreeks naar journalisten en redacties, zij maakt hiervoor geen gebruik van sociale media. Grafiek 4. Reageert u wel eens op berichten via sociale media die betrekking hebben op de multiculturele samenleving? Zo ja, welke sociale media? (aantallen, N=6) Etnische fora Reageert nooit LinkedIn Hyves Twitter Facebook Facebook is dé plek waar de medewerkers van minderhedenorganisaties het meeste zelf berichten posten met betrekking tot diversiteit / de multiculturele samenleving (vier medewerkers). Het gaat dan voornamelijk om berichten die ook op de eigen site verschijnen, en om aankondigingen van bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties. Op de tweede plaats volgt Twitter. Deze microblogdienst wordt door drie van de vier twitterende medewerkers gebruikt voor het posten van berichten van de eigen organisatie of nieuwsberichten over de multiculturele samenleving. Drie medewerkers retweeten veel berichten met betrekking tot diversiteit. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere organisaties worden voornamelijk via Facebook verspreid (vijf medewerkers) en minder via Twitter (drie medewerkers). Op Hyves wordt door één medewerker (van het Marokkofonds) wel eens iets gepost, en twee medewerkers posten wel eens iets op LinkedIn (SIO en UAF). Twee andere medewerkers laten wel eens een bericht achter op etnische portals (één medewerker van SMN en de medewerker van het Marokkofonds). 5.4.2.2 Wereldjournalisten en andere etnische portals Alle medewerkers van minderhedenorganisaties die de enquête hebben ingevuld, zeggen Wereldjournalisten te kennen. Alleen de medewerker van PLON volgt Wereldjournalisten niet, de rest wel. Drie doen dit via de website, en twee via de digitale nieuwsbrief. Opvallend is dat geen enkele medewerker die Wereldjournalisten volgt, dit zowel via de website doet, als via de nieuwsbrief. Ze 63 volgen slechts één van de twee. Wel volgt de medewerker van het UAF Wereldjournalisten ook via Twitter en één medewerker van het SMN gebruikt hiervoor ook Google+. Slechts één medewerker zegt wel eens te reageren op nieuwsberichten van Wereldjournalisten, en wel via Twitter. Het gaat hier om de medewerker van het UAF. Er is ook weer gevraagd welke andere personen of organisaties die nieuwsberichten over de multiculturele samenleving via sociale media verspreiden, de medewerkers volgen. Ze mochten er maximaal vijf noemen. De volgende antwoorden zijn gegeven: Respondent 1: Republiek Allochtonië Respondent 2: Ahmed Marcouch, Tofik Dibi, Ewoud Butter, Hassnae Bouazza Respondent 3: Radio Nederland Wereldomroep, Waterkant.net, Website ‘sociale vraagstukken’, Forum.nl, Dichtbij.nl Respondent 4: Stichting SMN, Moroccan Overseas Group (LinkedIn), Republiek Allochtonië Respondent 5: Vluchtelingenwerk, Wereldomroep, NieuwWij Respondent 6: Volgt niemand via sociale media Op de vraag of de medewerkers ook etnische portals volgen, antwoordt één medewerker negatief (die van het UAF). Vier medewerkers volgen Wereldjournalisten.nl. Drie medewerkers volgen de grootste portal voor Marokkaans-Nederlandse jongeren, namelijk Marokko.nl. Het gaat hier om de drie medewerkers van Marokkaanse organisaties (SMN en Marokkofonds). Eén medewerker van SMN en de medewerker van het Marokkofonds volgen ook nog Maroc.nl. De medewerker van het SIO volgt de Surinaamse portal Waterkant.net en een SMN-medewerker leest ook het multiculturele groepsblog Wijblijvenhier.nl. De medewerker van PLON volgt alleen Poolse sites, namelijk twee Poolse portalsites, Polonia en Niedziela, en de website van de Pools-Nederlandse Kulturele Vereniging (PNKV). Deze portals worden het meest gelezen vanwege de nieuwsberichten en de agenda. Alle medewerkers die gebruik maken van etnische portals gebruiken deze functies. Daarnaast gebruikt de medewerker van het Marokkofonds deze portals ook om het forum te lezen en te reageren op berichten in het forum. 5.4.2.3 Benaderen van mainstream media Alle medewerkers van minderhedenorganisaties benaderen wel eens mainstream media over interessant nieuws op de eigen website (zie grafiek 4). Drie (de twee medewerkers van SMN en de medewerker van het UAF) doen dit wekelijks en drie (SIO, Marokkofonds en PLON) een enkele keer (minder dan één keer per maand). Landelijke dagbladen zijn wat dit betreft het meest favoriet, alle medewerkers benaderen deze wel eens met eigen nieuws. Op de tweede plek staan regionale dagbladen (drie medewerkers), gevolgd door opiniebladen, landelijke actualiteitenprogramma’s, algemene nieuwssites (allen twee medewerkers) en regionale/lokale actualiteitenprogramma’s (één medewerker). De medewerker van het UAF benadert al deze media wel eens. Huis-aan-huis bladen 64 zijn blijkbaar niet interessant voor de medewerkers; deze lokale printmedia worden nooit benaderd over het plaatsen van eigen nieuws. Grafiek 5. Welke algemene (mainstream) media benadert u wel eens in verband met interessant nieuws op de website van uw organisatie (N=6)? 7 6 5 4 3 2 1 0 Aantal respondenten dat bepaalde mainstream media benadert 5.4.2.4. Het volgen van specifieke onderwerpen via sociale media We wilden ook weer graag weten welke specifieke onderwerpen de medewerkers via sociale media volgen. Politiek is favoriet: alle zes medewerkers zijn geïnteresseerd in dit onderwerp en volgen de berichtgeving hieromtrent via sociale media. Ook integratie is een populair onderwerp, vijf medewerkers zijn hierin geïnteresseerd. Daarnaast zijn arbeidsmarkt, onderwijs, emancipatie en religie ook onderwerpen die de interesse van de medewerkers hebben; drie van hen volgen deze onderwerpen via sociale media. De onderwerpen die het minst worden gevolgd via sociale media, namelijk maar door één medewerker, zijn: gezondheidszorg, sport, kunst/cultuur en seksualiteit/relaties. De medewerker van Marokkofonds en de medewerker van PLON hebben nog één extra onderwerp toegevoegd die hij/zij volgen via sociale media: respectievelijk internationale samenwerking en huisvesting. 5.4.2.5 Informatie over de verschillende websites van de minderhedenorganisaties Aan de medewerkers is gevraagd om het doel van hun site te omschrijven. In de meeste gevallen komt dit neer op het verschaffen van informatie over de organisatie of over/voor de doelgroep. Het SIO noemt ook interactie met de bezoekers en het UAF wil ook graag donateurs werven via de site. 65 De doelgroep van het SMN en het Marokkofonds bestaat voornamelijk uit Marokkaanse Nederlanders en geïnteresseerden in de Marokkaanse gemeenschap. Wel noemt één medewerker van het SMN ook nog journalisten en zelforganisaties als doelgroepen. Het SIO richt zich specifiek op Surinamers van de eerste generatie. De doelgroep van het UAF is heel breed: (potentiele) donateurs, onderwijsinstellingen, werkgevers, gemeentelijke en landelijke beleidsmedewerkers, asielzoekers en vluchtelingen. Stichting PLON richt zich expliciet op Polen in Nederland. 5.4.2.6 Betaalde of onbetaalde medewerkers Vier van de vijf minderhedenorganisaties maakt gebruik van betaalde krachten voor de website. Drie hiervan hebben één betaalde kracht in loondienst, alleen het Marokkofonds maakt enkel gebruik van betaalde freelancers, namelijk twee in totaal. Naast één betaalde kracht in loondienst maakt SMN ook gebruik van freelancers voor de website. Het SIO en Marokkofonds hebben allebei één stagiaire in dienst die werkt aan de website. Stichting PLON is de enige organisatie die enkel draait op de inzet van vrijwilligers; ook de website wordt bijgehouden door een vrijwilliger. 5.4.2.7 Financiering Ook hebben we weer navraag gedaan naar de financiering van de verschillende websites. Slechts één organisatie financiert de website door middel van overheidssubsidie. Een andere organisatie gebruikt hier donaties en projectsubsidie via fondsen voor. Eén organisatie is puur afhankelijk van giften en donaties. Op twee websites van organisaties is deze vraag niet van toepassing, aldus de medewerkers van deze organisaties. 5.4.2.8 Aantal unieke bezoekers De website van het UAF heeft gemiddeld het meeste aantal unieke bezoekers per maand, namelijk tussen de 10.000 en 50.000. Die van het SIO en PLON de minste met gemiddeld iedere maand minder dan 1000 unieke bezoekers. Wellicht heeft dit laatste wat het SIO betreft te maken met de oudere leeftijd van de doelgroep: de eerste generatie Surinamers. De Poolse doelgroep van het PLON is ook relatief klein, in vergelijking met de grootste etnische doelgroepen in Nederland. Daarnaast verblijven veel Polen maar tijdelijk in Nederland, vanwege hun werk als seizoenarbeider in de maanden juli/augustus/september. De medewerker van het Marokkofonds wist het aantal unieke bezoekers per maand niet. 5.4.2.9 Redactiestatuut Tot slot is gevraagd of website van de organisatie een eigen redactiestatuut heeft. Eén medewerker van SMN antwoord hier bevestigend, maar de ander niet. Dit is met elkaar in tegenspraak. De andere medewerkers geven aan dat hun website geen redactiestatuut heeft. 5.4.3. Journalisten Tot slot bespreken we de antwoorden van de journalisten. Slechts drie journalisten hebben de vragenlijst ingevuld. Het gaat om een journalist van Trouw, van EenVandaag en van Dichtbij.nl. Deze 66 journalisten zijn werkzaam bij drie verschillende media: een dagblad, een actualiteitenprogramma en een lokale nieuwssite. De journalist van EenVandaag is redacteur online, de journalist van Trouw is verslaggever op de redactie Binnenland en de journalist van Dichtbij.nl is de hoofdredacteur van dit medium. 5.4.3.1 Sociaal mediagebruik De journalisten die de enquête hebben ingevuld, maken veel gebruik van sociale media in hun werk. De journalist van Trouw maakt alleen geen gebruik van Google+ en de journalist van EenVandaag niet van nieuwsforums. Deze laatste noemt nog wel Storify, Soundcloud en YouTube als vormen van sociale media die hij extra gebruikt. De journalist van Dichtbij.nl zet alle sociale media die in vraag 1 genoemd zijn (Twitter, Facebook, Hyves, Google+, LinkedIn en nieuwsforums) in voor zijn werk. Op de vraag waarvoor de journalisten deze sociale media inzetten, antwoorden ze op alle mogelijke redenen bevestigd. Dit betekent dat sociale media worden gebruikt als nieuwsbron, als bron voor achtergrondinformatie, voor het onderhouden van contacten, voor het aanboren van nieuwe contacten, en voor het verspreiden van eigen nieuwsberichten. Ook is gevraagd of de journalisten sociale media wel eens gebruiken voor het zoeken naar informatie over cultureel diverse onderwerpen. Alleen de journalist van Dichtbij.nl antwoord op deze vraag ontkennend. De beide andere journalisten zoeken deze informatie op Facebook, Twitter, LinkedIn en op forums gericht op etnische minderheden. De journalist van Trouw gebruikt hier ook nog Hyves voor. 5.4.3.2 Wereldjournalisten en andere etnische portals We waren ook benieuwd of de journalisten etnische portals uit hun hoofd kunnen benoemen. De journalist van EenVandaag noemt de volgende portals: Maroc.nl, Maghreb Online, joods.nl, mamjo.com, maluku.startpagina.nl. De journalist van Trouw noemt Waterkant.net, Maroc.nl en Republiek Allochtonië. De journalist van Dichtbij.nl geeft aan dat hij, als hij diep nadenkt, er wel een paar zou kunnen noemen, maar ze niet voorhanden heeft. Dit zegt volgens hem eigenlijk al genoeg: hij is er niet actief op. Op de vraag welke portals ze voor hun werk als journalist gebruiken, geeft de tv-journalist de volgende antwoorden: Maroc.nl, Marokko.nl, Turks.nl, Wijblijvenhier.nl, Joods.nl. De dagbladjournalist bekijkt de volgende portals wel eens voor zijn werk: Maroc.nl, Marokko.nl, Turks.nl, Waterkant.net, Polenforum.nl, Wijblijvenhier.nl, Wereldjournalisten.nl en Republiek Allochtonië. De beide journalisten gebruiken deze portals als nieuwsbron, als bron voor achtergrondinformatie, voor het onderhouden van contacten en voor het aanboren van nieuwe contacten. Alleen de journalist van Trouw gebruikt deze portals ook voor het verspreiden van eigen nieuwsberichten. 67 Op de vraag waarom hij geen gebruik maakt van etnische portals antwoord de journalist (en tevens hoofdredacteur) van Dichtbij.nl als volgt: “Ik ben persoonlijk niet degene die hierover bericht. Mijn mensen zullen deze sites zeker wel gebruiken. Bovendien komen alle bronnen samen op Twitter, alwaar ik veel info vind over dit soort onderwerpen.” Wereldjournalisten Op de vraag of de journalisten Wereldjournalisten.nl kennen, antwoordt de journalist van EenVandaag ontkennend. De journalist van Dichtbij.nl kent Wereldjournalisten wel, maar volgt de berichtgeving niet. De journalist van Trouw kent Wereldjournalisten en volgt de berichtgeving via de site, via de digitale nieuwsbrief en via Facebook en Twitter. Wel is het hierbij relevant om te vermelden dat de journalist van Trouw een Surinaamse achtergrond heeft, en de andere twee journalisten een Nederlandse. Dit gegeven is hoogstwaarschijnlijk van invloed op het gebruik van Wereldjournalisten. Alle drie de journalisten reageren nooit op de berichtgeving van Wereldjournalisten. De journalisten volgen ook andere personen en organisaties via sociale media, maar dit zijn er volgens de journalist van Trouw teveel om op te noemen. De journalist van Dichtbij.nl noemt er één die hem te binnen schiet: Dichtbij Nederland (radioprogramma van de NTR op radio 5). Ook hebben we gevraagd of de journalisten altijd vaste bronnen raadplegen over multiculturele onderwerpen. Op de hoofdredacteur van Dichtbij.nl is deze vraag niet van toepassing, maar de journalist van EenVandaag verkrijgt zijn informatie meestal via vaste bronnen. De journalist van Trouw gaat regelmatig op zoek naar nieuwe bronnen. Tot slot is gevraagd of er speciale sociale mediaredacteuren zijn aangesteld op de redactie waar deze journalisten werken. Bij EenVandaag zijn dat er twee, maar bij Trouw wordt iedereen geacht ‘iets’ met sociale media te doen. Er is wel een aparte internetredactie bij Trouw. Bij Dichtbij.nl werken circa 30 mensen en die houden zich allemaal met sociale media bezig in hun werk. 5.5. Conclusie kwantitatieve survey Over het algemeen zien we dat Facebook en Twitter veelvuldig in hun werk gebruikt worden door zowel de portalbeheerders, medewerkers van minderhedenorganisaties als journalisten. Hyves en Google+ worden door alle respondenten nauwelijks gebruikt en LinkedIn valt in de middenmoot. Facebook en Twitter worden zowel door de portalbeheerders als de medewerkers van minderhedenorganisaties veel gebruikt voor het reageren op, en posten van, berichten over de multiculturele samenleving. Dit geldt voor berichten vanuit de eigen organisatie, maar ook over andere cultureel-diverse berichten of aankondigingen van bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties. Overige sociale media (zoals LinkedIn en etnische forums) spelen hierbij minder een rol. 68 Van de zestien respondenten, hebben slechts twee respondenten nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (een journalist en een portalbeheerder). Van diegenen die Wereldjournalisten kennen, volgen negen respondenten de berichtgeving van Wereldjournalisten via de website, vier via de digitale nieuwsbrief, vier via Twitter en slechts één respondent (de journalist van Trouw) volgt Wereldjournalisten ook via Facebook. De respondenten reageren nauwelijks op de berichtgeving van Wereldjournalisten. Alleen de medewerker van het UAF geeft aan wel eens via Twitter te reageren en één portalbeheerder reageert wel eens via de website van Wereldjournalisten. Als we nu kijken welke andere personen of organisaties die nieuwsberichten over de multiculturele samenleving verspreiden, de respondenten volgen via sociale media, dan wordt Republiek Allochtonië het vaakst genoemd. Dit is een website dat nieuwsberichten, achtergrondartikelen en opinies met betrekking tot de multiculturele samenleving verspreidt. Marokko.nl en Maroc.nl, de twee bekendste Marokkaanse portalsites, worden ook een aantal keer genoemd. Opvallend is dat geenstijl.nl twee keer genoemd wordt, een weblog dat bekend staat om zijn controversiële en rechts-georiënteerde berichtgeving. Zowel de portalbeheerders als de medewerkers van minderhedenorganisaties benaderen wel eens mainstream media over interessant nieuws op hun eigen site. Zeven doen dit wekelijks. Landelijke dagbladen zijn favoriet. Huis-aan-huisbladen worden door beide groepen nooit benaderd. De onderwerpen die het meest gevolgd worden via sociale media door de portalbeheerders en medewerkers van minderhedenorganisaties zijn binnenlandse politiek en integratie. Deze twee thema’s springen er duidelijk bovenuit. Opvallend is dat het thema ‘kunst en cultuur’ wel populair is onder de portalbeheerders, maar nauwelijks onder de medewerkers van minderhedenorganisaties. Zeven van de acht portalbeheerders volgt dit thema via sociale media, terwijl slechts één van de vier medewerkers van minderhedenorganisaties hierin geïnteresseerd is. Al met al kunnen we stellen dat het gebruik van sociale media tamelijk ingeburgerd is in het dagelijks werk van onze respondenten. Er wordt veel berichtgeving omtrent de multiculturele samenleving gevolgd en gepost, maar zelf reageren op berichtgeving gebeurt niet veel. Dit is opvallend, aangezien er tegenwoordig via vele verschillende (digitale) wegen op nieuws gereageerd kan worden. Ook kan dit redelijk anoniem, bijvoorbeeld met behulp van een nickname. Helaas kunnen we hier geen gefundeerde uitspraken over doen, hiervoor is onze groep respondenten te klein. In de diepteinterviews met ervaringsdeskundigen zijn we hier dieper op ingegaan. Hierover leest u meer in de volgende paragraaf. 5.6 Resultaten diepte-interviews Om dieper op het gebruik van sociale media, etnische portals en online nieuws binnen onze doelgroepen in te gaan, hebben we een aantal deskundigen op het gebied van digitale media en journalistiek geïnterviewd. Deze deskundigen moesten op de één of andere manier verwantschap hebben met de multiculturele samenleving, hetzij vanwege hun eigen etnische achtergrond, hetzij 69 vanwege hun beroep. In totaal gaat het om vijf diepte-interviews met drie journalisten en twee onderzoekers. Eén journalist en één onderzoeker zijn van Nederlandse komaf, de overige respondenten hebben een Turkse, Afghaanse of Hindoestaanse achtergrond. Het gaat om de volgende respondenten: - Francisco van Jole, internetjournalist en hoofdredacteur van Joop.nl, Nederlandse achtergrond - Koen Leurs, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in onderzoek naar het digitale mediagebruik van Marokkaans-Nederlandse jongeren, Nederlandse achtergrond - Sahar Noor, promovendus Religiewetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen, Afghaanse achtergrond - Fatima Akgul, freelance journaliste en eigenaar videoproductiebedrijf Multicultural Media, Turkse achtergrond - Mahesvari Autar, journaliste bij OHM eigenaresse van een eigen PR-bureau Purnam Events, toegespitst op de Hindoestaanse gemeenschap, Hindoestaans-Surinaamse achtergrond In de volgende paragrafen zullen we per thema een aantal interessante bevindingen uit de diepteinterviews beschrijven. We hebben hierbij steeds gekeken of de uitspraken van de respondenten ook door de andere respondenten werden onderschreven. Op deze manier ontdekten we een aantal interessante patronen in het (sociale) mediagebruik van de onderzochte minderheidsgroepen. 5.6.1 Sociale media Volgens Francisco van Jole vervullen sociale media dezelfde functies als een café: het is een plek waar mensen samenkomen om met elkaar te praten, informatie en ideeën uit te wisselen en kranten en tijdschriften te lezen. Mensen praten de hele dag via sociale media met elkaar, ook over nieuws. Via sociale media worden dezelfde gesprekken gevoerd als in een café. Dus als media, bedrijven, maar ook burgers willen dat erover ze gepraat wordt, moeten ze zorgen dat ze op sociale media aanwezig zijn. Want daar spelen veel gesprekken zich tegenwoordig af. “Sociale media zijn het plein, de plek waar alles samenkomt. Daar waar de conversaties plaatsvinden, het zijn de cafés” – Francisco van Jole Digitale media, en sociale media in het bijzonder, zijn uitermate geschikt om mensen precies díe informatie voor te schotelen die hun interesse heeft. Zowel Van Jole als Leurs wijzen op het manipulerend vermogen van digitale mediabedrijven. Bedrijven als Google en Facebook kijken intensief naar de zoekacties van internetgebruikers, hun interesses (wat ze ‘liken’ op Facebook en Hyves bijvoorbeeld), welke producten ze bestellen via internet, etc. Op basis hiervan krijgt elke internetgebruiker een persoonlijk menu van online advertenties, zoekresultaten en nieuwsberichten onder ogen. Zo krijgt elke Facebookgebruiker weer andere berichten op zijn of haar timeline te zien, gelinkt aan de eigen interesses. Ook advertenties op Facebook zijn persoonlijk op de gebruiker afgestemd. Een ander voorbeeld: als iemand ‘Egypte’ intypt op Google, krijgt deze persoon misschien 70 als eerste vakantie-aanbiedingen voor Egypte te zien. Maar iemand anders krijgt wellicht bovenaan de zoekresultaten allerlei nieuwsberichten over de Arabische revolutie (de ‘Arabische Lente’) te zien. Het is maar net waar deze personen eerder op gezocht hebben. Het is zelfs zo dat als iemand ‘Marokkanen’ intikt als zoekopdracht op Google, er meteen al suggesties onder de zoekbalk verschijnen zoals ‘Marokkanen moeten dood’ of ‘Marokkanen grappen’. Zeer confronterend voor Marokkaanse internetgebruikers. Tot zover onze bevindingen over sociale media in het algemeen. We bespreken hierna enkele opvallende aspecten van de verschillende platformen op het gebied van sociale media. 5.6.1.1. Hyves Na de oprichting in 2004 door de Nederlander Raymond Spanjar werd Hyves al snel erg populair in Nederland, onder zowel jong als oud. Het was voor veel internetgebruikers de eerste kennismaking met een profielwebsite. Maar sinds het begin van dit decennium is het meer internationaal georiënteerde Facebook het Nederlandse Hyves voorbij gestreefd. Al onze respondenten zien een dalende lijn in het gebruik van Hyves. Deze constatering wordt gestaafd door de laatste cijfers uit het jaarlijkse onderzoek naar het sociale mediagebruik in Nederland van Newcom Research & Consultancy. Uit de cijfers van maart 2012 blijkt dat er op dit moment 7,3 miljoen Nederlanders gebruik maken van Facebook, waarvan 4,3 miljoen dagelijks. Van Hyves maken nog ‘slechts’ 3 miljoen Nederlanders gebruik, waarvan 0,9 miljoen dagelijks. Vergeleken met 2011, is het gebruik van Facebook relatief gezien met 45 procent gestegen en van Hyves 38 procent gedaald. YouTube houdt een nek-aan-nekrace met Facebook: 6,9 miljoen Nederlanders maken gebruik van dit videoplatform, maar hiervan slechts 1 miljoen dagelijks. Het aantal Nederlanders dat een account heeft bij LinkedIn en Twitter is gelijk: 3,2 miljoen. Wel maken meer mensen dagelijks gebruik van Twitter dan van LinkedIn, 1,5 miljoen tegen 0,3 miljoen LinkedIn-gebruikers (Newcom Research & Consultancy, 2012). Volgens zowel Van Jole als Leurs heeft de leegloop bij Hyves ook te maken met de overname van dit platform door de Telegraaf Media Groep. De Telegraaf heeft onder veel mediagebruikers (ook onder jonge Marokkaans-Nederlandse jongeren, zo blijkt uit het onderzoek van Leurs) een negatief imago. Daarom stapten veel Hyves-gebruikers over naar Facebook. Ook wordt Hyves door veel wat oudere jongeren gezien als kinderachtig, als een site voor tieners. Volgens Koen Leurs is Hyves nog steeds populair, maar dan vooral onder 12 tot 15-jarigen. Vanaf een jaar of 16 wordt Hyves als kinderachtig gezien en volgt vaak de overstap naar Facebook. Facebook heeft een wat professioneler imago. Het kleurrijke van Hyves, vanwege de vele mogelijkheden om je eigen profielsite te ‘pimpen’, zoals de achtergrond veranderen en het plaatsen van privéfoto’s, wordt juist gezien als kinderachtig en voor tieners. Zowel Sahar Noor, Fatima Akgul als Mahesvari Autar zeggen nog wel een Hyves-account te hebben, maar er niks meer mee te doen. Ook uit het onderzoek van Newcom blijkt dat vooral het gebruik van Hyves onder 15- tot 20-jarigen is afgenomen. 71 “Hyves heeft een wat jeugdiger karakter, Facebook is wat volwassener. Ik ken meerdere mensen die hun Hyves hebben verwijderd” – Sahar Noor 5.6.1.2 Facebook Over populariteit van Facebook kunnen we kort zijn: deze staat onomstreden vast. Ook onder etnische groepen is dit sociale mediaplatform ongekend populair, zo blijkt uit onze gesprekken. Het is immers een prachtig medium om met vrienden en familie uit binnen- en buitenland informatie te delen. En dit wordt dan ook veelvuldig gedaan, zo blijkt. Facebook wordt gezien als een veilige plek om met elkaar te discussiëren over zaken die betrekking hebben op de eigen etniciteit, identiteit, land van herkomst en religie. Op Facebook vinden veel debatten plaats, volgens onze respondenten. Maar het verschil met Twitter is dat deze debatten in de eigen privésfeer, met vrienden, familie en collega’s, plaatsvinden. Op Facebook zijn de meeste pagina’s afgeschermd, waardoor de berichten alleen door vrienden, of vrienden van vrienden, gezien kunnen worden. Dit betekent dat de discussies die hier worden gevoerd, vaak persoonlijker van aard zijn dan op Twitter. Via Facebook worden onderling veel filmpjes, liedjes, gedichten, religieuze teksten en nieuwsartikelen uitgewisseld. Onder de Hindoestanen is alles wat met Bollywood (de Indiase filmindustrie) te maken heeft, populair, aldus Mahesvari Autar. De Afghaanse gemeenschap heeft volgens Sahar Noor een hele sterke band met Afghanistan en daarom zijn er via Facebook veel contacten met jongeren in Afghanistan. Volgens haar is het de perfecte manier om een brug te slaan tussen Nederland en Afghanistan: “Je kunt heel veel kennis met elkaar uitwisselen, je kunt heel veel laten zien van wat wat hier doen, wij kunnen heel veel zien en horen van wat zij daar doen. […] Want wij zijn van dezelfde generatie, alleen we wonen zevenduizend kilometer van elkaar af.” Volgens haar is Facebook een ‘katalysator van nationalistische sentimenten en saamhorigheid’. Veel foto’s en filmpjes van Afghanistan worden gedeeld. Er zijn zelfs familiepagina’s op Facebook waarmee familieleden uit binnen- en buitenland elkaar via foto’s en berichten op de hoogte houden van hun wel en wee. Voor Turken geldt een zelfde sterke band met het moederland, wat tot uiting komt op Facebook. Volgens Fatima Akgul communiceren Turken in Nederland veel met elkaar via Facebook, ook met familie in het buitenland. Ze zijn volgens haar “erg nationalistisch en heel erg met Turkije verbonden.” Akgul is getrouwd met een Marokkaan en beweert dat Marokkanen een minder hechte band met hun land van herkomst hebben. Volgens Leurs gebruiken Marokkaans-Nederlandse jongeren sociale media als Hyves en Facebook vooral om hun identiteit vorm te geven, om te laten zien waar ze voor staan door verschillende pagina’s te ‘liken’. En om contacten te onderhouden met vrienden. Een ander aspect dat naar voren komt uit de interviews, is humor. Leden van etnische minderheidsgroepen delen via Facebook veel cartoons en grappen met elkaar. Dit geldt voor Marokkaans-Nederlandse jongeren, maar ook voor jongeren met een Afghaanse en Turkse achtergrond. Volgens Sahar Noor zijn er heel veel moppenpagina’s op Facebook, die veelvuldig gedeeld worden. Ook Turken delen vaak filmpjes van comedysketches, al dan niet zelfgemaakt, aldus Akgul. 72 5.6.1.3 Twitter Over Twitter zijn de Marokkaans-Nederlandse jongeren uit het onderzoek van Leurs nogal sceptisch. Ze hekelen de publieke karakter van dit platform, en geven de voorkeur aan een veiliger en meer private omgeving zoals Facebook of Hyves. Diegenen die het gebruiken, zijn meer de wat oudere jongeren. Een Turks-Nederlands meisje van 16 (Feyza Akgul, het nichtje van Fatima Akgul) die we nog wat vragen stelden over haar sociale mediagebruik, vertelt dat ze een afgeschermd account op Twitter gebruikt. Ze gebruikt Twitter voor communicatie met vrienden en voor het volgen van (Turkse) beroemdheden. Maar ze wil niet dat iedereen haar gesprekken op Twitter kan volgen (“Het is privé en alleen voor mensen die ik ken”). Wellicht zijn jongeren uit etnische minderheidsgroepen wat huiveriger voor het openbaar tentoonspreiden van hun onderlinge gesprekken en discussies. Mahesvari Autar gebruikt Twitter voornamelijk om zichzelf als Hindoestaanse mediaprofessional te profileren, en de door haar georganiseerde evenementen te promoten. Ook volgt ze een aantal bekende Hindoestanen in Nederland. Sahar Noor en Fatima Akgul maken geen gebruik van Twitter. Ze geven aan al genoeg tijd kwijt te zijn met het volgen van andere (sociale) media. Binnen de journalistiek neemt Twitter een steeds prominentere plaats in. Het is bij journalisten populair voor het laten zien waar je mee bezig bent, voor als je ergens naar op zoek bent, voor een goed gesprek…. Volgens Van Jole is Twitter een geweldige vraagbaak voor het inwinnen van informatie. Ook is Twitter heel geschikt voor het voeren van debatten. Zo verschijnen de opiniestukken van Joop.nl, de opiniesite van de VARA waar Van Jole hoofdredacteur van is, automatisch op Twitter. Deze artikelen zijn vaak aanleiding van een discussie, tussen verschillende lezers, vaak ook met deelname van de schrijver van het opiniestuk. Op deze manier vinden verschillende publieke debatten via Twitter plaats. Daarnaast fungeert Twitter als een interactief platform voor verschillende media om contacten te onderhouden met de eigen lezers, kijkers en luisteraars. 5.6.1.4 YouTube Uit alle gesprekken die we voerden over het sociale mediagebruik van etnische minderheden, kwam het belang van YouTube naar voren. YouTube is een belangrijk platform voor het bekijken van beelden die via de Nederlandse media niet te zien zijn. Zo wordt YouTube gebruikt voor het kijken naar muziekvideo’s (vooral van artiesten uit het land van herkomst), maar ook voor het bekijken van filmpjes over het land van herkomst. Dit kunnen amateurvideo’s zijn, geschoten door vakantiegangers in Marokko, Turkije of Afghanistan, maar ook fragmenten uit internationale nieuwsuitzendingen. De amateurvideo’s van alledaagse taferelen in het land van herkomst worden bekeken vanuit een soort gevoel van heimwee naar dit land. Maar ook de media uit het land van herkomst worden via YouTube gevolgd. Akgul zegt naar Turkse series en televisiezenders via YouTube te kijken. Op forums als Marokko.nl en Maroc.nl worden vaak beelden uit Arabische nieuwsprogramma’s die op YouTube staan, gepost. En volgens Autar is YouTube voor Hindoestanen een soort van entertainmentkanaal voor filmpjes over en uit Bollywood. 73 “YouTube wordt ook bekeken voor zaken die je niet kunt terugvinden in de Nederlandse media” – Mahesvari Autar YouTube kan worden gezien als een soort ‘venster op de wereld’, waar bewegende beelden vanuit de hele wereld verzameld zijn. Het is een bron voor alternatief nieuws, maar ook voor het kijken naar buitenlandse films en televisieprogramma’s. Veel beelden op YouTube roepen bij leden van etnische minderheidsgroepen nostalgische gevoelens op met betrekking tot het land van herkomst. Ze kunnen hier beelden zien die in geen enkel Nederlands medium voorbij komen. Veel van deze beelden worden dan weer via Facebook met elkaar gedeeld. 5.6.1.5 LinkedIn LinkedIn is beduidend minder populair en wordt alleen voor zakelijke doeleinden gebruikt. Voor het onderhouden van contacten met vrienden en familie en het delen van persoonlijke informatie is dit platform minder geschikt. Per beroepsgroep zijn er verschillende subgroepen waar aan het beroep gerelateerde discussies plaatsvinden. Sahar Noor gaf aan dat er ook een LinkedIn community is genaamd ‘Afghan Professional Community’, waar Afghaanse professionals bij zijn aangesloten. Zij heeft zelf niet de behoefte om hier bij te horen. Facebook wordt over het algemeen leuker en makkelijker in het gebruik gevonden. Niemand is echt enthousiast over LinkedIn en gebruikt het veel. Bij Mahesvari Autar gaat persoonlijk contact met zakelijke relaties boven digitaal contact via LinkedIn. Zij gaat liever naar een netwerkborrel. Maar dit zal per persoon verschillen. De focus in dit onderzoek ligt op het gebruik Facebook en Twitter, en niet op het gebruik van LinkedIn. Daarnaast kwam uit de interviews met de respondenten niet naar voren dat LinkedIn een belangrijke plaats in hun sociale mediagebruik inneemt (zoals bij YouTube), daarom gaan we hier verder niet dieper op het gebruik van LinkedIn in. 5.6.2 Etnische forums Etnische forums nemen vooral in de levens van Marokkaans-Nederlandse jongeren een belangrijke plaats in. Daarnaast zijn er ook veel jongeren met andere etnische achtergronden die gebruik maken van etnische portals. Met name Marokko.nl trekt meerdere etniciteiten aan, volgens Koen Leurs. Deze portal is onder etnische jongeren nu veruit het populairst, populairder dan Maroc.nl. Leurs merkte dat Maroc.nl als iets serieuzer wordt beschouwd, voor een wat oudere leeftijdsgroep. De populariteit van Marokko.nl heeft volgens Leurs te maken met drie verschillende componenten. Ten eerste de etnische component: het voelt voor zijn respondenten als een veilige plek, waar ze kunnen zeggen wat ze willen zonder dat ze gecontroleerd worden van buitenaf. Deze (digitale) ruimte voelt als hun eigendom en ze voelen zich er veilig om hun eigen stem te laten horen. En ze hebben ook het gevoel hier waardering voor hun mening te krijgen. De tweede component is de gendercomponent. Moslima’s voelen zich binnen de grenzen van Marokko.nl en buiten het zicht van ouders en oudere broers en zussen, vrij om vragen te stellen over persoonlijke onderwerpen als seksualiteit, liefde, trouwen etc. 74 De vrouwelijke respondenten van Leurs gaven aan met dit soort vragen moeilijk bij hun ouders terecht te kunnen. Tot slot identificeerde Leurs een religieuze component. Via Marokko.nl probeerden zijn respondenten antwoord te krijgen op praktische vragen met betrekking tot de islam. Zoals kledingvoorschriften, moskeebezoek, wat is haram (verboden) en halal (toegestaan), wat staat er in de Koran over bepaalde zaken, etc. Overigens signaleerde Leurs een duidelijke voorkeur voor sociale media bij meisjes van Marokkaanse afkomst ten opzichte van jongens van Marokkaanse afkomst. Dit blijkt volgens hem ook uit diverse literatuur. Meisjes zijn eerder met sociale contacten bezig, bij jongens vormt zich dit op latere leeftijd. Dan gaan ze zich ook meer voor sociale media interesseren. In eerste instantie zijn jongens vooral geïnteresseerd in gamen, aldus Leurs. “Ook Turken discussiëren veel op internet. Niet alles kunnen ze thuis bespreken, dus dan moeten ze zich ergens uiten en dat is dan meestal op internet. Daar kun je het lekker anoniem doen” – Fatima Akgul Zowel Sahar Noor, Fatima Akgul als Mahesvari Autar zijn niet actief op etnische forums. Sahar Noor is dit in het verleden wel geweest, van Afghaanse portals als Afghan.nl en Afghan Connection. Volgens haar was vooral Afghan Connection zo’n tien jaar geleden een hele goede discussiesite. Maar ze heeft het idee dat dit soort forums nu vooral een wat jonger, meer religieus georiënteerd publiek trekken. Forums zijn anoniemer dan Facebook, want je kunt onder een andere naam een profiel aanmaken. Volgens Noor zijn portals dan ook een wat veiliger omgeving om kritische meningen te uiten. Toch vindt Mahesvari Autar de discussies op Hindoestaanse portalsites vaak van een laag niveau. De gesprekken op portalsites als Indian Feelings, Sangam en Kaise gaan vaak over uitgaan, daten en uiterlijk. Ze laat dit zien aan de hand van een voorbeeld op het discussieforum Kaise.nl. Op het bericht ‘PVV trekt Hindoestanen uit alle sociale klasse’ komen drie reacties, en op een bericht over ‘hoge hakken’ komen 137 reacties. Ze kijkt alleen op dit soort forums als ze even wil kijken wat er speelt onder een bepaald segment van de gemeenschap. Waterkant volgt ze voor de laatste politieke ontwikkelingen uit Suriname. Maar sinds Bouterse aan de macht is, worden de media in Suriname behoorlijk gecensureerd, dus vindt ze Waterkant ook een stuk minder interessant. Over het algemeen ziet ze dat de discussies onder de Hindoestaanse gemeenschap zich verplaatsen van internetforums naar sociale media als Facebook en Twitter. Ze merkt dat jongeren veel minder actief op forums zijn dan een paar jaar terug. “Je merkt wel dat jongeren actief zijn op forums, maar veel minder dan een paar jaar terug, voor de komst van social media. Nu, als jongeren een discussieplatform vinden, is dat voornamelijk op Facebook” – Mahesvari Autar Koen Leurs heeft zich ook verdiept in het gebruik van nicknames op forums, MSN en in games. Hij merkte dat jongens met een Marokkaanse achtergrond soms hun etniciteit niet prijs willen geven, en dan een Nederlandse of Engelse naam aannemen in een game. Op forums kiezen meisjes vaak voor een ‘meisjesachtige’ nickname met ‘girl’ of ‘woman’ in combinatie met ‘Mocro’. De handtekeningen 75 (tekstregels die standaard onder elke post van de gebruiker verschijnen) worden vaak door meisjes gebruikt en zijn vaak heel religieus georiënteerd. Jongens kiezen vaak voor een stoere nickname, zoals ‘coolboy’ of quotes uit liedjes van hiphoppers. Vaak kiezen jonge forum of MSN-gebruikers voor benamingen uit de jeugdcultuur, in combinatie met teksten die hun Marokkaanse achtergrond verraden. Deze achtergrond laten ze dus wel zien op etnische discussieforums, en tijdens chatgesprekken, omdat ze zich in zo’n omgeving veilig voelen om hun ware identiteit te laten zien. Ze leggen daar immers meestal contact met jongeren met een niet-Nederlandse achtergrond. In games ligt dit anders, daar doen ook veel deelnemers met een autochtone achtergrond aan mee. Hier geven jongeren minder graag hun etniciteit prijs, uit angst voor negatieve reacties. 5.6.3 Onderwerpen Onze respondenten vertelden ook over de onderwerpen waarover op internet gedebatteerd wordt. Deze onderwerpen variëren van heel politieke onderwerpen tot wat meer oppervlakkige onderwerpen over uitgaan en relaties. Vergelijkbaar met gesprekken in het dagelijks leven. Qua nieuws lopen de discussies uiteen van heel mondiale onderwerpen (bijvoorbeeld over Palestina of de Arabische Lente) tot juist heel lokale onderwerpen. Koen Leurs ondervond in zijn onderzoek dat jongeren met een Marokkaanse achtergrond vooral heel erg geïnteresseerd zijn in nieuws over hun eigen stad, wijk of school. Hoe dichterbij, hoe interessanter, aldus Leurs. De persoonlijke beleving staat voorop. Dit zien we ook terug in de populariteit van nieuwsberichten over voorvallen met betrekking tot racisme. Hier wordt veel op gereageerd in forums, zo blijkt uit onze eigen monitorgegevens van etnische forums. Leurs beaamt dit. Hij vond het pijnlijk om te merken hoe vaak zijn respondenten met racisme in aanraking komen, zowel op internet als ook in het dagelijks leven. “We hebben ook gevraagd naar het soort nieuws dat onze respondenten interessant vinden, lokaal nieuws, Nederlands nieuws of wereldwijd nieuws, en daaruit bleek ook echt: hoe dichterbij, hoe interessanter. De persoonlijke beleving wordt echt voorop gesteld” – Koen Leurs De islam is vanzelfsprekend een hot topic onder moslimjongeren. Leurs merkte dat vooral de meisjes onder zijn respondenten veel met religie bezig waren op internet, meer dan jongens. Meisjes praten meer over religieuze onderwerpen op forums dan jongens, en gaan echt actief op zoek naar de regels en gebruiken van de islam. Voor jongens is dit een minder groot issue. Vaak zijn sociale mediagebruikers met een islamitische achtergrond lid van religieuze pagina’s op Facebook en Hyves. Vooral ten tijde van de islamitische feestdagen zijn deze pagina’s populair, voor het ontvangen van nieuwtjes, gebedstijden en voorschriften. Leurs vertelde dat de dua-oproepen op Hyves heel populair zijn. Via een dua wordt opgeroepen om voor iemand te bidden. Deze ‘dua’s’ worden veel doorgestuurd, bijvoorbeeld voor iemand die een ongeluk heeft gehad. Ook Fatima Akgul geeft aan dat ze lid is van ‘moslimgroepen’ op Facebook, onder andere voor het ontvangen van mooie Koranteksten en nieuws rond de islamitische feestdagen. Sahar Noor vertelde dat veel moslima’s lid 76 zijn van Facebookpagina’s van mannelijke predikers. Op deze manier ontvangen ze informatie over religieuze bijeenkomsten en ander nieuws rond de islam. 5.6.4 Nieuws Het tijdperk van de ‘oude’ media zoals kranten en televisie is volgens Francisco Van Jole eindig, daar zit geen toekomst meer in. Mediagebruikers gaan steeds meer een persoonlijk ‘nieuwsmenu’ samenstellen via internet, door middel van apps, nieuwssites, Twitter, Facebook etc. Via allerlei verschillende (om)wegen stroomt het nieuws binnen op de smartphone, de tablet en de laptop, naast de traditionele media als radio, kranten en televisie. Sociale media spelen hier een belangrijke rol in. Via sociale platforms als Facebook en Twitter wordt veel nieuws aan elkaar doorgegeven. Nieuwsberichten komen vanuit de zender (een krant, tijdschrift of nieuwsredactie) tegenwoordig zelden rechtstreeks bij de ontvanger (de nieuwsconsument) terecht. Het nieuws komt via verschillende wegen, zoals rss feeds, nieuwssites, Twitter en Facebook, bij de consument terecht. “Ik zelf kijk nooit naar het nieuws of ik lees nooit de krant, maar door sociale media kom ik er al gauw achter” – Feyza Akgul De nieuwsconsument pikt zijn nieuws op verschillende tijdstippen en via verschillende (mobiele) apparaten en online toepassingen op, en volgens Van Jole is het daarom voor journalisten en media een ‘must’ om zich binnen deze sociale media te begeven. Want dat is volgens hem de taak van de journalist: “midden tussen de mensen staan.” Het is nu aan de media om nog beter in te spelen op de online nieuwsbehoefte van consumenten. Als we nu kijken naar het nieuwsgebruik van onze doelgroepen, dan valt op dat moslimjongeren de buitenlandse media vooral gebruiken als aanvulling op het Nederlandse nieuws. Zo kijken jongeren vaak mee met hun ouders naar Arabische en Turkse zenders. Fatima Akgul zegt geen één Turk te kennen die geen satellietschotel heeft. Ook lezen Turks-Nederlandse jongeren veel Turkse kranten via internet. Ook Afghaanse jongeren gaan via internet op zoek naar nieuws over Afghanistan, ze zijn wat hun nieuwsgebruik betreft heel internationaal georiënteerd. Ook nieuws uit Amerikaanse kranten wordt veel via internet gelezen en gedeeld, omdat deze kranten veel berichten over Afghanistan, aldus Sahar Noor. Maar ze benadrukt dat Afghanen in Nederland ook bijzonder geïnteresseerd zijn in de Nederlandse politiek en heel politiek geëngageerd zijn. Volgens Mahesvari Autar hechten Hindoestaanse jongeren vooral veel waarde aan YouTube als bron voor internationaal nieuws. Maar ook internationale nieuwssites worden geraadpleegd, zoals die van de Indian Times. Overigens signaleert Francisco van Jole een terugloop in de interesse voor buitenlandberichtgeving in de Nederland. Volgens hem is de focus in Nederland de afgelopen tien jaar van het buitenland verplaatst naar het binnenland. Wellicht heeft de aandacht van etnische minderheden voor buitenlandse nieuwszenders en nieuwssites hier mee te maken. Nederlandse media richten zich volgens Van Jole tegenwoordig voornamelijk op nationaal, regionaal en zelfs lokaal nieuws. Voor achtergrondinformatie 77 over buitenlandse aangelegenheden, en dan met name wat de berichtgeving over niet-westerse landen betreft, zijn leden uit minderheidsgroepen aangewezen op buitenlandse media. Nederlands nieuws verzamelen jongeren voornamelijk online via NU.nl, websites van kranten en nieuwsapps. Uit alle gesprekken komt naar voren dat nieuws vooral via de mobiel wordt gelezen. Nederlandse kranten worden op papier nauwelijks gelezen en ook het journaal is niet erg populair. Wel lezen jongeren regelmatig gratis kranten zoals de Metro en de Sp!ts. “Jongeren zijn meer van het internet, die gaan niet echt meer naar journaals kijken” – Fatima Akgul Facebook wordt volgens onze respondenten niet vaak als bron voor nieuws gebruikt. Wel delen Facebookgebruikers regelmatig nieuwsberichten met elkaar, en reageren hierop, maar het gaat niet om een constante nieuwsstroom. Het verschilt ook per gebruiker. Mahesvari Autar zegt vaak nieuwsberichten te delen met haar Facebookvrienden en ook graag hun mening hierover te horen. Maar bij andere Facebookgebruikers ziet ze vaak alleen maar persoonlijke informatie voorbij komen over feestjes, bruiloften, filmavonden etc. Wat Twitter betreft kunnen we ons voorstellen dat hier meer nieuwsberichten worden gelezen en gedeeld, omdat het platform hier zich beter voor leent. Twitter is wat vluchtiger, en de stroom met berichten omvangrijker. Nieuwtjes worden met elkaar gedeeld, maar zijn ook binnen afzienbare tijd weer van de timeline verdwenen, door de constante aanwas van nieuwe berichten (afhankelijk van het aantal gevolgde Twitter-accounts). Helaas zijn we via ons onderzoek weinig te weten gekomen over het Twitter-gebruik van onze etnische doelgroepen, omdat de respondenten die we spraken, geen actieve Twitteraars waren (met uitzondering van Francisco van Jole) en hier ook weinig over wisten te vertellen. 5.6.5. Identiteitsvorming Eén van de belangrijkste conclusies uit het promotieonderzoek van Koen Leurs is de bevinding dat jongeren met een Marokkaanse achtergrond bij de vorming van hun identiteit gebruik maken van verschillende affiliaties. Zo kan de affiliatie met het land van herkomst (Marokko) heel goed samengaan met een affiliatie met een lokale jeugdcultuur in Nederland, of met meer globale affiliaties zoals religie. Al deze verbanden komen tot uitdrukking in het digitale mediagebruik van MarokkaansNederlandse jongeren. Jongeren gebruiken profielsites binnen Hyves en Facebook om te laten zien wie ze zijn en waar ze voor staan: hun interesses, muziekvoorkeur, kledingkeuze, sport, afkomst, religie, politieke voorkeur etc. Dit varieert van mondiale merken als Hennes & Mauritz en MacDonalds tot Marokkaanse thee en skinny jeans (zie ook figuur 2 op pagina 18). “Sociale media zijn een verrijking, want daar kun je wél je boodschap kwijt, je eigen boodschap” – Mahesvari Autar 78 Op etnische forums creëren jongeren een eigen, veilige plek waar ze zich niet hoeven te schamen voor hun afkomst en eigen identiteit. Hier laten ze zien dat ze juist trots zijn op hun achtergrond, door middel van een verwijzing naar hun etniciteit in hun nickname, handtekening of avatar (profielfoto). Jongeren willen graag ergens bijhoren, hun identiteit ergens terugzien, aldus Mahesvari Autar. En aangezien ze deze identiteit weinig terugzien in de Nederlandse media, zoeken ze steun bij elkaar via sociale media en etnische forums. Autar refereert aan de Hindoestaanse gemeenschap als ‘de stille groep’, aangezien deze gemeenschap nauwelijks aan bod komt in de reguliere Nederlandse media. Ze onderstreept ook dat het moeilijk is om buiten de eigen kring je mening te uiten. Want “wie vindt jou interessant genoeg om jouw mening aan te horen?” Daarom vinden discussies voornamelijk plaats binnen de eigen, vertrouwde kring. En sociale media bieden hiervoor een handig platform. De eigen identiteit komt ook naar voren in het taalgebruik. Daarom is het interessant om de taal die de verschillende etnische groepen op internet spreken, onder de loep te nemen. Zoals we al eerder zagen, spreken Turks-Nederlandse jongeren van huis uit vaak de Turkse taal. Ze spreken Turks met hun ouders, met hun vrienden, maar ook vaak op internet. In Turkse discussieforums worden de Nederlandse en Turkse taal door elkaar gebruikt. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de sterk nationalistische inslag van Turkse Nederlanders, wat tot uiting komt in de sterke band met Turkije en de Turkse taal. Op Marokkaanse discussieforums wordt overwegend Nederlands gepraat. Veel Marokkaans-Nederlandse jongeren zijn de Arabische taal niet machtig en praten onderling vaak een mengeling van Nederlands, Arabische en Berberwoorden en straattaal (waarin vaak woorden uit verschillende talen worden gecombineerd). Ook Leurs zag dat Marokkaans-Nederlandse jongeren vaak een soort ‘slang’ met elkaar spreken en gebruik maken van termen uit de hiphop, de Arabische taal, de Berbertalen en het Nederlands. Sahar Noor vertelde dat Afghaanse jongeren voornamelijk onderling in het Engels en in het Nederlands communiceren. Waarschijnlijk wordt er met jongeren in Afghanistan in het Engels gepraat. De oudere generatie Afghanen communiceert vaak in het Dari (Perzisch) met elkaar, aldus Noor. 5.6.6. Kritiek ten opzichte van de Nederlandse media We hebben onze respondenten ook gevraagd of ze bij de etnische gemeenschap waartoe ze behoren, veel kritiek bespeuren ten opzichte van de Nederlandse media. Sahar Noor heeft het idee dat Afghanen veel positiever tegen de Nederlandse media aankijken dan Marokkanen. Ze beaamt dat Marokkanen veel negatiever in beeld komen dan Afghanen, maar geeft aan dat Afghanen het heel erg leuk vinden om in het middelpunt van de belangstelling te staan. De Afghaanse gemeenschap vindt het heel belangrijk als er een soort ‘rolmodel’ opstaat die positief in beeld komt. Fatima Akgul is daarentegen erg negatief over de Nederlandse nieuwsmedia. Ze vindt de Nederlandse media niet objectief genoeg en teveel vanuit één gezichtspunt berichten. De kant van moslims wordt vaak onderbelicht. Ze neemt als voorbeeld de verbranding van moslims in Myanmar. Nieuwsberichten over 9 dit voorval zag ze niet in de westerse media voorbijkomen , maar wel in de Arabische media. Akgul: 9 Inmiddels besteden de Nederlandse media wel aandacht aan de hetze tegen de Rohingya-moslimminderheid in Myanmar (Birma). Zo meldt de Volkskrant op 26 oktober 2012: ’56 doden door nieuwe golf van geweld in Myanmar’. 79 “Voor ons is het raar dat we zoiets als in Myanmar in onze media wel zien, maar in de westerse media niet. Wij hebben dan zoiets van ‘hè, is dat voor het niet belangrijk?’. En daarom neemt het vertrouwen van die allochtone jongeren in de westerse media af. Dan voelen ze zich niet dichtbij.” Ook Leurs merkte bij zijn Marokkaans-Nederlandse respondenten veel kritiek ten opzichte van de Nederlandse media, ze maakten hierbij geen onderscheid tussen de publieke en commerciële omroep. Velen vonden de berichtgeving erg eenzijdig, en vooral de Telegraaf kreeg ervan langs. Op forums merkte Leurs dan ook veel terughoudendheid ten opzichte van ‘buitenstaanders’ zoals journalisten. Forumgebruikers voelden zich vaak misbruikt door journalisten die daar alleen maar zijn om een paar quotes te pakken en dan weer verdwijnen. Vragen van onderzoekers en journalisten werden dan ook vaak niet beantwoord. Mahesvari Autar is vooral gefrustreerd over de weinige aandacht die Hindoestanen in de Nederlandse media krijgen. Volgens haar zijn Hindoestanen niet interessant voor de Nederlandse media, omdat ze geen probleemkwestie zijn. Volgens haar is de keerzijde van de grote hoeveelheid negatieve aandacht voor moslims in de media dat (vooral de linkse) journalisten juist naar positieve berichten gaan zoeken over moslims, bijvoorbeeld over het suikerfeest. Maar ze vraagt zich af waarom er niet eens een keer aandacht wordt besteed aan de Hindoestaanse vastenperiode. “Het suikerfeest van moslims wordt altijd op de voorpagina van bijvoorbeeld een Sp!ts of Metro geplaatst: ‘Ramadan is weer begonnen’. Maar wanneer komt er een keer op de voorpagina te staan dat Divali weer is begonnen? En binnenkort is er Navaratri, dan vasten de Hindoes ook heel strikt. En dat weet niemand.” – Mahesvari Autar Zowel Akgul als Autar klagen over de eenzijdige berichtgeving van de Nederlandse media en vinden het onbegrijpelijk dat er zo weinig leden van etnische minderheidsgroepen aan het woord worden gelaten. Akgul zegt dat ze nog nooit door de media is benaderd om haar mening ergens over te geven: “Ik geloof niet dat het zo moeilijk is om de allochtone groep te benaderen. Je hebt zat mensen en organisaties die willen praten. […] Ik ben zelf een Turkse journalist, wie heeft mij ooit ergens voor benaderd? Ik ken een Afghaanse journalist (Sahar Jahish), zij ook niet.” Mahesvari Autar is wel eens benaderd door Dichtbij Nederland om haar verhaal over orgaandonatie te vertellen. Ze heeft ooit een symposium over dit onderwerp georganiseerd en hierover bericht via sociale media. Dichtbij Nederland pikte dit op en kwam op deze manier bij haar terecht. Inmiddels is ze al twee keer door hen gebeld over het onderwerp orgaandonatie. Maar ze benadrukt dat je als Hindoestaanse jongeren wel moet durven om je mening in het openbaar te verkondigen. Je moet je nek uit durven steken en niet bang zijn voor kritiek. 5.6.7. Bruggen bouwen Een belangrijke vraag die we middels dit onderzoek trachten te beantwoorden, is of sociale media als brug kunnen dienen tussen mainstream media en de multiculturele samenleving. Journalisten zouden via sociale media makkelijker in contact kunnen komen met leden van etnische groepen, en hierdoor 80 meer diverse bronnen aan kunnen spreken met betrekking tot multiculturele vraagstukken. Aan de andere kant zouden etnische minderheden via sociale media makkelijker kunnen deelnemen aan het publieke debat, doordat ze via online platforms als Facebook en Twitter met hun mening naar buiten kunnen treden. We hebben deze kwestie ook voorgelegd aan onze respondenten en hieruit kwam het volgende naar voren. Francisco van Jole geeft aan dat Joop.nl niet expliciet op zoek gaat naar multiculturele bronnen zoals etnische forums of etnische media. Wel zitten er in de groep van 600 opiniemakers die voor Joop.nl schrijven, ‘vrij veel’ mensen uit etnische groepen, aldus Van Jole. Ook de vijfkoppige redactie bestaat voor meer dan de helft uit leden van niet-westerse afkomst: drie leden hebben een niet-westerse achtergrond. Van Jole vindt dat heel logisch, hoewel ze hier niet speciaal op uit zijn. Verder probeert de redactie van Joop.nl discussies die in de mainstream media aan bod komen, op de eigen site vanuit andere perspectieven te belichten. Dat geldt ook voor discussies met betrekking tot de multiculturele samenleving. Hij benadrukt dat het voor media belangrijk is om zich binnen sociale media te begeven, omdat daar steeds meer het publieke debat plaatsvindt. Vooral Twitter is een belangrijke bron van nieuws en meningen. Het is als journalist zaak om daar gebruik van te maken. Hij suggereert dat als etnische minderheden media-aandacht willen, ze met een kritische mening naar buiten moeten treden. Want anders pikken de media het niet op. Vreedzame, of genuanceerde meningen zijn niet interessant voor de media. Maar hij voegt toe dat dit zelfde principe van toepassing is op autochtone Nederlanders. Koen Leurs heeft gekeken naar het gebruik van Marokko.nl als bron in Nederlandse dagbladen. Hij ziet dat in de loop der jaren meer van Marokko.nl gebruik is gemaakt in kranten, zowel met een positieve als met een negatieve insteek. Ook merkt hij op dat een televisieprogramma als Metropolis van de VPRO, dat verschillende gewoonten en gebruiken in verschillende landen voor het voetlicht brengt, sinds enige tijd op zaterdagavond op primetime wordt uitgezonden. Eerder werd dit programma ’s avonds laat op een doordeweekse dag vertoond op Nederland 3. Dus er is volgens hem wel degelijk interesse voor andere culturen op de Nederlandse televisie. “Journalisten moeten meer ‘crosscultural’ werken denk ik. Ze moeten meer proberen om via die verschillende websites, portals, Facebook etcetera andere groepen te trekken. Er moet wel een evenwicht zijn, dat mis je nu inderdaad” – Sahar Noor Onze respondenten die zelf tot een etnische gemeenschap in Nederland behoren, geven alle drie aan dat het voor leden van etnische minderheidsgroepen lastig is om naar buiten te treden met hun mening. Volgens hen speelt er een barrière waardoor mensen niet goed durven, ze zijn bang om kritiek te krijgen. Sahar Noor vertelde dat er een keer een ingezonden stuk van haar en een vriend in de NRC is gepubliceerd. In het stuk uitten ze kritiek op het vermelden van het oorspronkelijke land van herkomst in de gemeentelijke basisadministratie, ondanks dat diegene in Nederland is geboren. Ze plaatste het artikel ook op de Afghaanse portal Afghan Gids, wat hele positieve reacties van de 81 gebruikers van deze portal opleverde. Volgens Noor zoeken verder weinig Afghanen in Nederland de publiciteit op. Hoewel ze, in tegenstelling tot veel Marokkaanse Nederlanders, wel open staan voor vragen van journalisten. Noor ziet dan ook wel mogelijkheden voor journalisten om via sociale media meer bronnen vanuit de multiculturele samenleving aan te boren. Ze mist nu een evenwichtige berichtgeving omtrent de multiculturele samenleving. Hoewel ze wel aangeeft dat veel groepen voor Afghanen op LinkedIn en Facebook besloten zijn en niet zomaar toegankelijk voor journalisten. Volgens Mahesvari Autar is de Nederlandse media ‘diversiteitsmoe’. De media worden al jaren aangesproken op hun gebrek aan diversiteit, en ze denkt dan ook niet dat het zinvol is om deze discussie opnieuw te voeren. Volgens haar ligt het gebrek aan diversiteit binnen de media aan de huidige vluchtigheid van het nieuws: journalisten moeten snel voor nieuws zorgen en hebben weinig tijd om diepgaande en vernieuwende achtergrondinformatie te verzamelen. Ze noemt als voorbeeld dat er ook altijd van dezelfde Nederlandse experts gebruik wordt gemaakt binnen de journalistiek. Zelf zou ze niet omwille van haar kennis over de Hindoestaanse en Indiase gemeenschap aangenomen willen worden als journalist. Ze wil aangenomen worden vanwege haar journalistieke kwaliteiten, niet vanwege haar kleurtje. Dit in tegenstelling tot Fatima Akgul, die haar Turkse achtergrond haar ‘unique selling point’ noemt. Zij wil juist graag leden van etnische minderheidsgroepen aan het woord laten als journalist, omdat daar haar kracht ligt. Zij wordt makkelijker toegelaten binnen deze gemeenschappen, omdat ze de taal spreekt en de culturele gebruiken kent. Zij vindt het zelf onbegrijpelijk dat er niet van haar unieke kwaliteiten gebruikt wordt gemaakt binnen de journalistiek. “Wat je niet moet doen, is continue maar schoppen tegen die bestaande media. Dat hoeft niet. Schop niet, maar flirt met ze” – Mahesvari Autar 5.6.9. Conclusie diepte-interviews De rol van Hyves is uitgespeeld, wat voor een deel te maken heeft met de beperkingen van het medium,en voor een deel met het imago, gekoppeld aan de gebruikersgroepen: leuk voor tieners . Volgens zowel Van Jole als Leurs heeft de leegloop bij Hyves ook te maken met de overname van dit platform door de Telegraaf Media Groep. De Telegraaf heeft onder veel mediagebruikers (ook onder jonge Marokkaans-Nederlandse jongeren, zo blijkt uit het onderzoek van Leurs) een negatief imago. Facebook is ook bij allochtonen –vooral maar niet alleen jongeren- ongekend populair en wordt gezien als een veilige plek om met elkaar te discussiëren over zaken die betrekking hebben op de eigen etniciteit, identiteit, land van herkomst en religie. Op Facebook vinden veel debatten plaats, volgens onze respondenten. Maar het verschil met Twitter is dat deze debatten in de eigen privésfeer, met vrienden, familie en collega’s, plaatsvinden. Over Twitter zijn de Marokkaans-Nederlandse jongeren uit het onderzoek van Leurs nogal sceptisch. Ze hekelen het publieke karakter van dit platform, en geven de voorkeur aan een veiliger en meer private omgeving zoals Facebook of Hyves. Diegenen die het gebruiken, zijn meer de wat oudere jongeren. Binnen de journalistiek neemt Twitter echter een steeds prominentere plaats in. Het is bij journalisten populair voor het laten zien waar je mee bezig bent, voor als je ergens naar op 82 zoek bent, voor een goed gesprek. Iets waar migranten en hun organisaties zich meer bewust van zouden moeten zijn, bij het naar voren brengen van meningen en standpunten. YouTube wordt mogelijk onderschat als middel voor nieuwsuitwisseling tussen allochtonen. Uit alle gesprekken die we voerden over het sociale mediagebruik van etnische minderheden, kwam het belang van YouTube naar voren. YouTube is een belangrijk platform voor het bekijken van beelden die via de Nederlandse media niet te zien zijn. Zo wordt YouTube gebruikt voor het kijken naar muziekvideo’s (vooral van artiesten uit het land van herkomst), maar ook voor het bekijken fragmenten uit internationale nieuwsuitzendingen. LinkedIn is beduidend minder populair en wordt alleen voor zakelijke doeleinden gebruikt. Etnische forums nemen vooral in de levens van Marokkaans-Nederlandse jongeren een belangrijke plaats in. Daarnaast zijn er ook veel jongeren met andere etnische achtergronden die gebruik maken van etnische portals. Met name Marokko.nl trekt meerdere etniciteiten aan. Door de anonimiteit hebben forums de potentie om discussies op het scherpst van de snede te voeren en meningen prominent naar voren te brengen. Dat gebeurt ook regelmatig. Desalniettemin zijn veel forums vooral een podium voor het uitwisselen van informatie over uitgaan, data, uiterlijk of muziek. Door de opkomst van sociale media neemt het gebruik van discussieforums af. Afgemeten aan de discussies die ze oproepen, verschilt de belangstelling voor nieuwsonderwerpen per etnische groep, leeftijdsgroep en (daaraan gerelateerd) discussieforum: Marokkaanse jongeren consumeren vooral nieuws uit de eigen omgeving, met een enkele uitbreiding naar internationale onderwerpen, bijvoorbeeld de situatie in de Palestijnse gebieden. Ook de islam is een belangrijk onderwerp. Turkse jongeren discussiëren over een breder spectrum aan onderwerpen, waarbij onderwerpen die direct gerelateerd zijn aan Turkije een grote rol spelen. Een deel van de discussies wordt in het Turks gevoerd. Nederlands nieuws wordt vooral via internet en apps geconsumeerd: snel, actueel en gratis of goedkoop. Nieuws uit het herkomstland wordt via internet of schotel binnengehaald. Alleen Turken noemen ook wel kranten uit het herkomstland. De waardering voor Nederlandse media verschilt per groep, waarbij de Marokkaanse Nederlanders het meest ontevreden zijn over de beeldvorming in de media en ook het meest wantrouwend zijn t.o.v. journalisten. Forumgebruikers voelden zich vaak misbruikt door journalisten die daar alleen maar zijn om een paar quotes te pakken en dan weer verdwijnen. Vragen van onderzoekers en journalisten werden dan ook vaak niet beantwoord. Te veel –en negatieve- aandacht is een probleem, te weinig aandacht is echter ook niet goed. Een aantal groepen (bijvoorbeeld Hindoestaanse Surinamers ) is van mening dat er juist te weinig aandacht door de media aan hen wordt besteed. Hoewel etnische minderheden via sociale media in theorie makkelijker kunnen deelnemen aan het publieke debat, doordat ze via online platforms als Facebook en Twitter met hun mening naar buiten kunnen treden, is het effect uiteindelijk minder groot dan mogelijk is. De reden is dat ze op de relatief veilige media zich –vaak anoniem- wel durven uiten, maar niet naar buiten willen treden via algemene media, uit wantrouwen tegen die media, persoonlijke onzekerheid, of angst voor kritiek uit de eigen gemeenschap. 83 6. Algemene conclusies en aanbevelingen 6.1 De vraagstelling Met dit onderzoek is gepoogd een antwoord te geven op de volgende vragen: Kunnen sociale media een bemiddelende rol spelen tussen etnische media en mainstream media en voor de deelname van etnische minderheden in het publieke debat? Kunnen sociale media een meer diverse en evenwichtige verslaggeving over multiculturele vraagstukken in Nederland bevorderen? Kunnen sociale media de vaardigheden van etnische burgers als consument en producent van nieuws en informatie versterken? Kan het veelvuldig gebruik van sociale media door portalsites leiden tot een meer actieve rol van etnische minderheden in het publieke debat? Kunnen sociale media burgers uit etnische minderheidsgroepen activeren om zelf op het nieuws te reageren, dan wel actief op het nieuws te reflecteren? Wordt de informatie van etnische burgerjournalisten gebruikt voor inhoudelijke vernieuwing en verdieping bij algemene publieksmedia? 6.2 Globale conclusie De globale conclusie uit het onderzoek is dat sociale media, discussieforums en de reactiemogelijkheden op etnische portals de potentie hebben om informatie, visies en ervaringen van etnische groepen en de berichtgeving door algemene media meer bij elkaar te betrekken. Die potentie wordt echter onvoldoende benut, zowel door etnische groepen en hun organisaties, als door journalisten. Voornaamste redenen daarvan zijn de diversiteit in het gebruik van sociale media door etnische groepen, het gebrek aan strategisch inzicht bij het gebruik van sociale media als nieuws en informatiebron voor derden, en onvoldoende kennis bij journalisten over het bestaan van en de informatieve waarde van sociale media die worden gebruikt of beheerd door vertegenwoordigers van etnische groepen, dan wel zich specifiek richten op de multiculturele samenleving. De ontwikkelingen in het gebruik van sociale media gaan echter zeer snel. In de relatief korte onderzoeksperiode is het zwaartepunt van discussies via digitale media al verschoven van aan sites gekoppelde discussieforums naar sociale media als Facebook en –in mindere mateTwitter, en wordt Twitter al intensiever benut als informatiekanaal voor de eigen groep én de buitenwereld. 84 6.3 Bemiddelende rol en meer evenwichtige verslaggeving Sociale media hebben de potentie om nieuwe informatie en andere gezichtspunten van etnische groepen in te brengen in discussies die in de media gevoerd worden, of door de media worden opgepakt. Toch gebeurde dat in de onderzoeksfase relatief weinig omdat: Sociale media door etnische groepen en hun organisaties niet stelselmatig en strategisch worden aangewend. De follow up van aandacht die via sociale media verkregen is, vaak niet wordt doorgezet doordat mensen hun visies en standpunten niet via algemene media willen verduidelijken, uit wantrouwen t.o.v. die media, uit persoonlijke onzekerheid, of uit angst voor kritiek uit de achterban Journalisten de mogelijkheden van sociale mediagebruik door etnische minderheden als bron voor informatie onderschatten of niet kennen. De verscheidenheid aan forums en Facebookgroepen van etnische groepen groot is. Dat betreft zowel de onderwerpskeuze, en de wijze waarop gediscussieerd en gereageerd wordt, als het gebruik van bronnen. Dat kan het voor journalisten moeilijk maken informatie in de groepen en op de forums te vinden en te kunnen interpreteren. 6.4 Activatie als consument en producent van nieuws In het onderzoek hebben we slechts globaal gekeken naar de vaardigheden van etnische burgers als consument van het nieuws. Sociale media blijken vooral een attenderingswaarde te hebben (via likes en retweets doorzenden van artikelen), en in beperkte mate bij te dragen aan het bewuster omgaan met nieuws (keuzes maken van welke artikelen berichten worden geliked of geretweet, en welk commentaar daaraan eventueel wordt toegevoegd). De vaardigheden als producent van nieuws worden door sociale media slechts in beperkte mate versterkt. Dat wordt enerzijds veroorzaakt doordat sociale media vooral worden benut als informatiebron binnen de eigen kring en niet voor informatie naar buiten toe, en anderzijds doordat men, als men sociale media als informatiebron voor derden wil benutten, daarvoor vaak onvoldoende kennis heeft van de wijze waarop media werken. Dat neemt niet weg dat een toenemend aantal organisaties en personen uit etnische groepen zich wel van de mogelijkheden bewust is en sociale media met wisselend succes hanteert om informatie en visies breder bekend te maken. Door de laagdrempelige reactiemogelijkheden bij sociale media en discussieforums is het eenvoudiger geworden om te laten zien of horen wat je van een nieuwsbericht vindt. In die zin vergroten sociale media de betrokkenheid van het publiek bij het nieuws. Tegelijkertijd zorgt die laagdrempeligheid voor een vervlakking. Snel kunnen ‘liken’ van een artikel zonder commentaar toe te voegen of retweeten laat hooguit zien dat mensen een artikel is opgevallen, maar geeft meestal niet aan waarom. 85 Bij een aantal discussieforums en bij de reactiemogelijkheden op portalsites is dat overigens wel beter en gaat het niet alleen om het laten blijken van wat men bevindt van een artikel of van het onderwerp van dat artikel, maar ook om het toevoegen van nieuwe informatie, dan wel een argumentatie over wat men van het artikel of onderwerp vindt. 6.5 Bron voor inhoudelijke vernieuwing Informatie, visies en ervaringen van etnische groepen die via sociale media naar voren worden gebracht, zijn zelden van invloed op de wijze waarop algemene media berichten. Voor een deel omdat nog maar weinig journalisten die sociale media bezoeken. Als ze dat al doen is het vooral om op zoek te gaan naar nieuws, en veel minder vaak om te zoeken naar duiding van het nieuws. Voor een ander deel echter omdat echte inhoudelijke vernieuwing meer vereist dan het raadplegen van sociale media: achtergrondkennis om de informatie via sociale media te kunnen duiden, contacten met de bronnen van het nieuws, of met personen die kunnen helpen te duiden, maar ook vertrouwen in de betrouwbaarheid en journalistieke kwaliteit van de informatie. 86 7. Aanbevelingen Om de potentie van social media als middel om burgers uit etnische groepen intensiever te betrekken bij het publieke debat ten volle te benutten kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan: Organisaties van etnisch culturele groepen Begeef je als organisatie op sociale media. om te laten weten wat er in je achterban gebeurt, wat zij vinden van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en welke ervaringen zij hebben. Hanteer sociale media strategisch, weet wat van de mogelijkheden van elk medium zijn en op welke manier je die het beste kunt benutten. Organiseer eventueel eens een bijeenkomst of studiedag over dit onderwerp en bespreek aan de hand van een actualiteit op welke wijze jouw organisatie effectief via social media inbreng had kunnen hebben in de discussie over die actualiteit. Bedenk dat sociale media niet het enige middel zijn om te laten weten wat je vindt, doet of ervaart, maar een aanvullend middel op meer traditionele middelen als debatten of ingezonden artikelen en dat een goed op elkaar afgestemde mix van deze instrumenten het meest effectief is. Beheerders van portals en discussieforums Publiceer prikkelende artikelen om een debat uit te lokken. Wees kritisch en kaart problemen aan. Zoek sleutelfiguren- en groepen op Facebook en andere sociale media. Zorg ervoor dat deze mensen jouw artikelen delen en deel ook zelf berichten van deze sleutelfiguren. Begeef je online op plekken waar de doelgroep zich bevindt. Meng je op deze plekken in discussies. Niet alleen schoppen tegen de bestaande media, maar ga een dialoog met hen aan op basis van eigen nieuwsgaring en bronnen. . Journalisten Als journalisten meer wil weten over zaken die op grote schaal worden besproken onder bepaalde etnische groepen, maar niet algemeen bekend zijn in Nederland, zijn de multiculturele portals tenminste een bron van inspiratie, maar vaak ook van informatie. De discussies op deze portals gaan vaak niet over de gemeenschappelijke integratie-issues die worden gemeld in de mainstream media, maar over 'kleinere', vaak lokale incidenten die etnische minderheden raken. Als journalisten op zoek zijn naar nieuwe input op multiculturele vraagstukken, en nieuwe bronnen en stemmen, kunnen ze dat vinden op deze portals. Wees je bewust van de mogelijkheden, maar ook van de beperkingen van sociale media van etnische groepen. Facebook,Twitter en YouTube kunnen voor de journalist een nieuwsbron 87 zijn en zorgen voor duiding van het nieuws maar laten vooral zien wat er leeft in etnische groepen, wat zij belangrijk vinden, hoe zij er over denken. Realiseer je ook dat veel van deze media zich vooral richten op de eigen groep en niet op journalisten. Onzorgvuldig gebruiken of citeren van informatie uit deze groepen kan ervoor zorgen dat deze groepen steeds meer besloten worden. Als je leden uit etnische minderheidsgroepen wil bereiken: zoek sleutelfiguren op sociale media, mensen die veel volgers hebben. Zorg ervoor dat deze sleutelfiguren jouw artikelen delen. Meng je in online discussies. 88 8. Bronnen Ait Moha, A., Souguir, H. & Romer, R. (2012). Nieuwe Nederlanders en media. Een verkenning van het bereik en de waardering van reguliere en cultuurgebonden media. Amsterdam: Motivaction. Amrani, A. (2008). Marokkanen online op zoek naar een partner. Mzine, nr. 3, maart 2008. Belleghem, S. van, Thijs, D. & Ruyck, T. de (2012). Social Media Around the World 2012. Gent: InSites Consulting. Bink, S. & Serkei, C. (2009). Verbinden of polariseren? Over de multiculturele kwaliteit van de media in Nederland. Den Haag: SDU Uitgevers. Bink, S. & Serkei, C. (2011). De emanciperende werking van online media. Over de functie van online media in het publieke debat. Online publicatie op www.miramedia.nl. Utrecht: Mira Media. Brouwer, L. (2006). Giving voice on Dutch Moroccan girls on the internet, Global Media Journal 5(9), Fall 2006. Brouwer, L. & Wijma, S. (2006). De zin en onzin van forumdiscussies op Marokkaanse websites. In J. de Haan & C. van ‟t Hof (Eds.), Jaarboek ICT en samenleving 2006: De digitale generatie (pp. 109121). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Butter, E. (2008). Allochtone vrijwilligers 2.0. Amsterdam: ACB Kenniscentrum. Butter, E. & Önce, S. (2010). Allochtone jongeren. Mediagebruik en mediawijsheid. Amsterdam: ACB Kenniscentrum. Cision & Canterbury Christ Church University (2012). Social Journalism Study 2012 – United Kingdom. London/Canterbury: Cision/Canterbury Christ Church University. Dahlgren, P. (2006). Doing citizenship: the cultural origins of civic agency in the public sphere. European Journal of Cultural Studies, 9, nr. 3, 267-286. Eigenfeld, M., Ait Moha, A. & Lammers, K. (2012). Nieuwe Nederlanders en Media. Gebruik van reguliere en cultuurgebonden media: drijfveren en motieven. Amsterdam: Motivaction. 89 Gorashi, H. (2007). Media bieden weinig tegenwicht aan het categorale denken. In H. Evers & C. Serkei (red.), Naar een interculturele journalistiek. Beschouwingen over media en multiculturele samenleving (pp. 64-73). Amsterdam/Utrecht: Aksant/Mira Media. d’Haenens, L., Koeman, J. & Saeys, F. (2007). Digital citizenship among ethnic minority youths in the Netherlands and Flanders. New Media & Society, 9, nr. 2, 278-299. Hermans, L., Vergeer, M. & Pleijter, A. (2011). Nederlandse journalisten in 2010. Onderzoek naar de kenmerken van de beroepsgroep, professionele opvattingen en het gebruik van digitale media in het journalistieke werk. Nijmegen/Groningen: Radboud Universiteit Nijmegen/Rijksuniversiteit Groningen. Hermes, J. (2005). Verborgen debatten, onzichtbare burgers. Een pleidooi voor kwalitatief onderzoek naar alledaagse publieke meningsvorming. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt als lector Publieke Meningsvorming aan de Hogeschool INHolland te Amsterdam op 22 september 2005. Diemen/Amsterdam: Hogeschool INHolland 2005. Hermes, J. (2006). Citizenship in the age of the internet. European Journal of Communication, 21, nr. 3, 295-309. Konijn. E, Oegema, D., Schneider, I., Vos, B. de, Krijt, M. & Prins, J. (2010). Jong en multimediaal. Mediagebruik en meningsvorming onder jongeren, in het bijzonder moslimjongeren. Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam. Leurs, K. (2010). Online Social Networking Sites as Spaces of Conviviality? Dutch-Moroccan Youths on Hyves. Paper gepresenteerd tijdens Mix-in conferentie op 23 maart 2010 in Amsterdam. Utrecht: Universiteit Utrecht. Leurs, K. (2012). Digital Passages. Moroccan-Dutch Youths Performing Diaspora, Gender and Youth Cultural Identities Across Digital Space. Utrecht: Universiteit Utrecht. Loader, B.D. (2007). Young Citizens in the Digital Age: Political Engagement, Young People and New Media. London: Routledge. McQuail, D. (1992). Media Performance: Mass Communication and the Public Interest. London: Sage. Newcom Research & Consultancy (2012). Social Media gebruik in Nederland 2012. Amsterdam/Enschede: Newcom Research & Consultancy. 90 Nijntjes, W. & Wijma, S. (2006). Identiteitsontwikkeling en integratie via Marokkaans-Nederlandse discussieforums. In D. Pronk (red.), Bouwen aan sociale cohesie in Amsterdam. Amsterdam: Vrije Universiteit. Opgehaffen, M. & Belle, B. van (2012). Sociale media en journalistiek. Leuven: LannooCampus. Pennekamp, S.F. (2011). Monitor Representatie 2010. Hilversum: NPO. Parker, C. & Song, M. (2006). New Ethnicities Online: Reflexive Racialization and the Internet. Sociological Review, 54, nr. 3, 575-594. Peeters, A. & d‟Haenens, L. (2005). Bridging or bonding? Relationships between integration and media use among ethnic minorities in the Netherlands. Communications, 30, nr. 2, 201-231. Pouw, P. (2009). Meedoen aan het debat dankzij nieuwe media. Gepubliceerd op ww.wereldjournalisten.nl op 27 oktober 2009. Putnam, R. (2000). Bowling alone, The collapse and revival of American community. New York: Simon & Schuster. Putnam, R. (2007). E Pluribus Unum: Diversity and Community in the Twenty-first Century. The 2006 Johan Skytte Prize Lecture. Scandinavian Political Studies, 30, nr. 2, 137-174. Quadrant Communications (2012). Journalistenenquete 2012. Gent: Quadrant Communications. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2003), Advies 26. Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Romer, R. (2002). Thuis in Nederland. Praktisch handboek voor diversity marketing. Deventer: Kluwer. Schoenbach, K. & Waal, E. de (2011). Het nieuwe media-aanbod – Een gevaar voor de democratie? Diemen: AMB. Siapera, E. (2010). Cultural Diversity and Global Media: The Mediation of Difference. Hoboken NJ: Wiley-Blackwell. Slade, C (2011). Media and Citizenship. Transnational Television Cultures Reshaping Political Identities in the European Union. Final Report Ratings Survey. Utrecht: Universiteit Utrecht. Summeren, van C. (2007). Religion online: The shaping of multidimensional interpretations of muslimhood on Maroc.nl. The European Journal of Communication Research, 32, nr. 2, 273-295. 91 Top, B. (2007). Niet bewogen, toch veranderd. Van goedbedoelde doelgroepprogramma’s naar hippe internetsites. In H. Evers & C. Serkei (red.), Naar een interculturele journalistiek. Beschouwingen over media en multiculturele samenleving. Amsterdam/Utrecht: Aksant. Turner, B. (1994). Citizenship and Social Theory. London: Sage. Vinken, H. (2010).Changing life courses, citizenship, and new media: The impact of reflexive biographization. In P. Dahlgren (ed.), Young Citizens and New Media. Learning for Democratic Participation (pp. 41-58). New York/London: Routledge. Waal, M. de (2003). Soms op de kaasmanier, soms op onze manier. In H. Blanken & M. Deuze (red.), De mediarevolutie. 10 jaar www in Nederland. Amsterdam: Boom. Waal, E. de, K. Schoenbach & E. Lauf (2005). Online kranten en maatschappelijke betrokkenheid: Een onderzoek naar de invloed van het lezen van online versus gedrukte dagbladen op de publieke agenda. Den Haag: Stimuleringsfonds voor de Pers. 92 Bijlagen Definities Enquêtevragen Artikel Patrick Pouw Selectie van voor het onderzoek relevante websites, twitter- en FB accounts: 93 BIJLAGE I Gehanteerde definities In dit onderzoek hanteren we de term ‘etnische minderheden’ voor personen die woonachtig zijn in Nederland en van wie tenminste één ouder is geboren in het buitenland. Deze definitie hanteert het CBS voor de term ‘allochtonen’. Mira Media vermijdt de term ‘allochtonen’ echter bij voorkeur gezien de weerstand en negatieve reacties die het bij leden van betreffende groepen zelf oproept. ‘Allochtonen’ is eveneens een begrip dat teveel gebaseerd op uitsluiting en past in die zin niet goed bij de inclusieve benadering die Mira Media voorstaat. Mira Media gebruikt zelf liever de meer neutrale term 'etnische minderheden’, hoewel ook dit niet volledig de lading dekt. Eerste generatie etnische minderheden Tot de eerste generatie etnische minderheden behoren persoon die zelf in het buitenland geboren zijn en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren (bron: CBS). Tweede generatie etnische minderheden Tot de tweede generatie etnische minderheden behoren persoon die in Nederland geboren zijn en van wie ten minste één ouder in het buitenland geboren is (bron: CBS). MOE-landers De Midden- en Oost-Europese EU-landen (ook MOE-landen genoemd) waar het om gaat zijn: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland en Litouwen (in 2004 tot de Europese Unie toegetreden), en Roemenië en Bulgarije (op 1 januari 2007 toegetreden) (bron: CBS). In verband met de haalbaarheid van het onderzoek zullen we alleen sites die zich richten op Polen, Roemenen en Bulgaren inventariseren. Dit zijn de drie grootste groepen MOE-landers in Nederland. Sociale media Sociale media (Engels: social media) is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Er is sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling (bron: Wikipedia). Onder de noemer sociale media worden onder andere weblogs, forums, sociale netwerken als Hyves, Facebook en LinkedIn en diensten als Twitter geschaard. Weblog Een weblog of blog is een website waarop regelmatig – soms meermalen per dag – nieuwe bijdragen verschijnen en waarop de geboden informatie in omgekeerd chronologische volgorde (het nieuwste bericht verschijnt als eerst) wordt weergegeven. Wie een weblog bezoekt, treft dan ook op de voorpagina de recentste bijdrage(n) aan. De auteur, ook blogger genoemd, biedt in feite een logboek van informatie die hij wil delen met zijn publiek, de bezoekers van zijn weblog. Meestal gaat het om tekst, maar het kan ook om foto's (een fotoblog), video (vlog) of audio (podcast) gaan (bron: 94 Wikipedia). Bezoekers kunnen in de meeste gevallen ook reacties achterlaten op de berichten op een blog. Groepsblog Een groepsblog is een weblog waarop meerdere mensen bijdragen kunnen posten en met elkaar in discussie treden. Deelnemers aan een groepsblog zijn tegelijkertijd producent en consument van de posts en reacties die op de blog worden geschreven (bron: leerwiki). Bezoekers kunnen in de meeste gevallen ook reacties achterlaten op de berichten op een blog. Internetforum Een internetforum of discussieforum (meestal gewoon: forum; meervoud: forums of forums) bestaat uit digitale publieke discussie-pagina's op het Wereldwijde web. Een forum heeft meestal een hoofdpagina. Op ingedeelde onderwerpen kan iedereen reageren per formulier. Op sommige internetforums moeten bezoekers zich registeren onder een bijnaam of nickname om te mogen reageren. Andere forums zijn vrijer en hier kunnen berichten zonder registratie worden geplaatst. Bij sommige forums worden bijdragen pas gepubliceerd na controle door een moderator (bron: Wikipedia). Etnische media Media specifiek voor etnische minderheden. Deze berichten over en zijn gericht op de eigen gemeenschap (bron: Mira Media). Mainstream media Onder mainstream media verstaan we de meest gebruikte, toonaangevende media in Nederland. Community In de klassieke sociologie was een community een groep van mensen die met elkaar op een bepaalde locatie verkeren. Op het internet wordt een community gevormd door individuen die op een bepaalde locatie op het internet één of meerdere interesses delen. Allochtone communities zijn plekken op het net waar jongeren samenkomen vanwege een gedeelde etnische achtergrond of een gemeenschappelijke religieuze (islamitische) achtergrond (Butter, 2008). 95 BIJLAGE II - Enquêtevragen Vragenlijst minderhedenorganisaties Mira Media is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van online media om burgers uit etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat. Wij willen er achter komen hoe portalsites die berichten over diversiteit /de multiculturele samenleving, met inzet van sociale media, een brugfunctie kunnen vervullen tussen etnische media en algemene publieksmedia. Nu willen we graag enkele ervaringsdeskundigen interviewen op het gebied van sociaal mediagebruik. Wij verzoeken u daarom enkele vragen te beantwoorden op het gebied van sociale media en diversiteit. Het kost u slechts 10 minuten van uw tijd. Uw antwoorden geven ons een beter beeld van het gebruik van sociale media in de praktijk van minderhedenorganisaties. Let wel: het gaat hier niet om privégebruik van sociale media! Beantwoord de vragen dus alleen in de rol van medewerker van een minderhedenorganisatie. Allereerst stellen we een aantal vragen over sociale media, en aan het eind stellen we nog wat algemene vragen over de website van uw organisatie. Vragen over sociale media 1. Heeft uw organisatie een eigen pagina op de volgende sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Facebook b. Twitter c. Hyves d. Google+ e. Anders, namelijk: f. Nee, geen eigen pagina op sociale media 2. Reageert u wel eens op berichten via sociale media die betrekking hebben op de multiculturele samenleving? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee b. Twitter c. Facebook d. Hyves e. Google+ f. Linkedin g. Forums gericht op etnische minderheden h. Anders, namelijk: 3. Post u wel eens berichten op sociale media over onderwerpen mbt de multiculturele samenleving? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee (ga door met vraag 5) b. Twitter c. Facebook d. Hyves e. Google+ f. Linkedin g. Forums gericht op etnische minderheden h. Anders, namelijk: 12. Indien u wel eens berichten post op Facebook, om wat voor soort berichten gaat het dan? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik post nooit berichten op Facebook b. Berichten die op de website van mijn organisatie staan (inclusief link naar de site) c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties e. Ik reageer voornamelijk op berichten over de multiculturele samenleving op de Facebookpagina’s van anderen, ik post zelf niet f. Anders, namelijk: 96 4. Indien u wel eens berichten post op Twitter, om wat voor soort berichten gaat het dan? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik post nooit berichten op Twitter b. Berichten die op de website van mijn organisatie staan (inclusief link naar de site) c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties e. Ik reageer voornamelijk op berichten op Twitter, ik post zelf niet f. Ik retweet veel (minstens één keer per maand) berichten van anderen mbt de multiculturele samenleving g. Anders, namelijk: 5. Volgt u Wereldjournalisten via de website Wereldjournalisten.nl, de nieuwsbrief, Twitter (@WereldJe) of Facebook? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, ik heb nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (ga door met vraag 7) b. Nee, maar ik ken Wereldjournalisten wel c. Ja, via de website Wereldjournalisten.nl d. Ja, via de nieuwsbrief van Wereldjournalisten e. Ja, via Facebook f. Ja, via Twitter g. Anders, namelijk 6. Reageert u wel eens op nieuwsberichten van Wereldjournalisten? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, nooit b. Ja, via de site (Wereldjournalisten.nl) c. Ja, via Facebook d. Ja, via Twitter e. Ja, door rechtstreeks de redactie te mailen/bellen f. Anders, namelijk 7. Volgt u andere personen/organisaties op het gebied van de multiculturele samenleving via sociale media? Zo ja, noem er vijf. 8. Volgt u sociale portals voor etnische minderheden? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, ik maak geen gebruik van etnische portals (ga door met vraag 10) b. Maroc.nl c. Marokko.nl d. Turks.nl e. Hababam.nl f. Afghan.nl g. Sangam.nl h. Waterkant.net i. Polenforum.nl j. Wijblijvenhier.nl k. Wereldjournalisten.nl l. Andere, namelijk: 9. Waarom maakt u gebruik van één of meerdere van bovenstaande websites? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik lees de nieuwsberichten op (één van) deze portals b. Ik lees het forum op (één van) deze portals c. Ik reageer regelmatig (meer dan één keer per maand) op het forum van (één van) deze portals d. Ik check regelmatig (meer dan één keer per maand) de agenda op (één van) deze portals e. Anders, namelijk: 10. Benadert u wel eens algemene media over interessant nieuws op uw eigen portal? a. Nee, nooit (ga door met vraag 12) 97 b. Ja, wekelijks c. Ja, maandelijks d. Ja, een enkele keer (minder dan één keer per maand) 11. Welke algemene media benadert u wel eens ivm interessant nieuws op uw eigen website? (ga na deze vraag door met vraag 13) a. Landelijke dagbladen b. Regionale dagbladen c. Huis-aan-huisbladen d. Nieuwsbladen e. Landelijke actualiteitenprogramma’s f. Regionale/lokale actualiteitenprogramma’s g. Algemene nieuwssites h. Anders, namelijk: 12. Waarom benadert u nooit algemene media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik weet niet hoe ik dit moet aanpakken b. Zij zijn toch niet geïnteresseerd in nieuws uit of over de multiculturele samenleving c. Ik ken niet de juiste mensen om dit te realiseren d. Nooit over nagedacht e. Anders, namelijk: 13. Welke specifieke onderwerpen op het gebied van de multiculturele samenleving volgt u via sociale media? a. Politiek/Beleid b. Onderwijs c. Gezondheidszorg d. Arbeidsmarkt e. Cultuur f. Sport g. Criminaliteit h. Emancipatie i. Religie j. Integratie k. Seksualiteit/relaties l. Anders, namelijk: Tot slot: vragen over uw website 14. Wat is de url van de website van uw organisatie? 15. Wat is het doel van de website van uw organisatie? 16. Wie behoren tot de doelgroep van uw website? 17. Hoe lang bestaat de website van uw organisatie al? 18. Hoeveel betaalde en hoeveel onbetaalde krachten werken er aan uw website? Aantal betaalde krachten: Aantal onbetaalde krachten: 19. Op welke manier wordt uw website gefinancierd? a. Advertenties b. Donaties/giften c. Overheidssubsidie d. Anders, namelijk: 98 20. Hoeveel unieke bezoekers heeft uw website per maand? a. Minder dan 1000 b. Tussen de 1000 en 5000 c. Tussen de 5000 en 10.000 d. Tussen de 10.000 en 50.000 e. Tussen de 50.000 en 100.000 f. Meer dan 100.000 21. Heeft uw website een eigen redactiestatuut? a. Nee b. Nee, maar dit zit wel in de planning c. Ja d. Weet niet Hartelijk dank voor uw medewerking! 99 Vragenlijst journalisten mainstream media Onderzoek naar de rol van sociale media in het publieke debat over diversiteit Mira Media is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van online media om burgers uit etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat. Wij willen er achter komen hoe portalsites die berichten over diversiteit/de multiculturele samenleving, met inzet van sociale media, een brugfunctie kunnen vervullen tussen etnische media en algemene publieksmedia. Nu willen we graag een aantal ervaringsdeskundigen interviewen op het gebied van sociaal mediagebruik. Wij verzoeken u daarom enkele vragen te beantwoorden op het gebied van sociale media en diversiteit. Het kost u slechts tien minuten van uw tijd. Uw antwoorden geven ons een beter beeld van het gebruik van sociale media in de praktijk van journalisten. Let wel: het gaat hier niet om privégebruik van sociale media! Beantwoord de vragen dus alleen in de rol van journalist. Allereerst stellen we een aantal vragen over het gebruik van sociale media, en aan het eind komen nog wat algemene vragen over uw redactie aan de orde. Vragen over sociaal mediagebruik 1. Welke sociale media gebruikt u in uw werk? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik gebruik nooit sociale media in mijn werk (ga naar vraag 4) b. Twitter c. Facebook d. Hyves e. Google+ f. Linkedin g. Nieuwsforums h. Andere, namelijk: 2. Waarvoor gebruikt u sociale media in uw werk? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Als nieuwsbron b. Als bron voor achtergrondinformatie c. Onderhouden van contacten d. Aanboren van nieuwe contacten e. Verspreiden van eigen nieuwsberichten f. Anders, namelijk: 3. Gebruikt u wel eens sociale media voor het zoeken van informatie over cultureel diverse onderwerpen? Zo ja, welke sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee b. Twitter c. Facebook d. Hyves e. Google+ f. Linkedin g. Forums gericht op etnische minderheden h. Anders, namelijk: i. Niet van toepassing 4. Welke sociale media en forums/nieuwsportals van en voor etnische minderheden kent u? Noem er maximaal vijf. …………………………………………………………………………………………………………………. 5a. Maakt u wel eens gebruik van één of meerdere etnische portals (websites met nieuws en discussieforums van, voor of over etnische minderheden) voor uw werk? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, ik maak geen gebruik van etnische portals voor mijn werk (ga door met vraag 6) b. Maroc.nl 100 c. Marokko.nl d. Turks.nl e. Lokum.nl f. Hababam.nl g. Afghan.nl h. Sangam.nl i. Waterkant.net j. Polenforum.nl k. Wijblijvenhier.nl l. Wereldjournalisten.nl m. Republiek Allochtonië n. Andere, namelijk: 5b. Waarom maakt u gebruik van één of meerdere van bovenstaande websites? U mag meerdere redenen noemen (ga hierna door met vraag 7). a. Als nieuwsbron b. Als bron voor achtergrondinformatie c. Onderhouden van contacten d. Aanboren van nieuwe contacten e. Verspreiden van eigen nieuwsberichten f. Anders, namelijk: 6. Waarom maakt u geen gebruik van etnische portals voor uw werk? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik zie er de meerwaarde niet van in b. Nooit over nagedacht c. Ik gebruik andere bronnen om informatie over de multiculturele samenleving te achterhalen d. Ik schrijf nooit over cultureel diverse onderwerpen e. Anders, namelijk: 7. Volgt u Wereldjournalisten via de website Wereldjournalisten.nl, de nieuwsbrief van Wereldjournalisten, Twitter (@WereldJe), Facebook of Google+? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, ik heb nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (ga door met vraag 7) b. Nee, maar ik ken Wereldjournalisten wel c. Ja, via de website Wereldjournalisten.nl d. Ja, via de nieuwsbrief van Wereldjournalisten e. Ja, via Facebook f. Ja, via Twitter g. Ja, via Google+ h. Anders, namelijk 8. Volgt u personen/organisaties die nieuwsberichten verspreiden over de multiculturele samenleving via sociale media? Zo ja, noem er maximaal vijf. 9. Als u over cultureel diverse onderwerpen schrijft, welke bronnen raadpleegt u dan meestal? (meerdere antwoorden mogelijk) a. (Woordvoerders van) minderhedenorganisaties b. Deskundigen op het gebied van diversiteit c. Burgers op straat, in (buurt)centra of elders d. Websites met cultureel divers nieuws of achtergrondinfo e. Sociale media e. Multiculturele media f. Collega-journalisten g. Anders, namelijk; h. Niet van toepassing 10. Heeft u vaste bronnen die u raadpleegt mbt multiculturele onderwerpen of gaat u ook actief op zoek naar nieuwe bronnen? a. Ja, ik heb vaste bronnen die ik meestal raadpleeg 101 b. Nee, ik ga regelmatig op zoek naar nieuwe bronnen c. Niet van toepassing Tot slot 11. Voor welke redactie werkt u? 12. Wat is hier uw functie? 13. Werken er redacteuren die zich specifiek met sociale media bezighouden op uw redactie? Zo ja, hoeveel? Hartelijk dank voor uw medewerking! 102 Vragenlijst beheerders etnische portals Onderzoek naar de rol van sociale media in het publieke debat over diversiteit Mira Media is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van online media om burgers uit etnische groepen te stimuleren een actieve rol te spelen in het publieke debat. Wij willen er achter komen hoe portalsites die berichten over diversiteit /de multiculturele samenleving, met inzet van sociale media, een brugfunctie kunnen vervullen tussen etnische media en algemene publieksmedia. Nu willen we graag een aantal ervaringsdeskundigen interviewen op het gebied van sociaal mediagebruik. Wij verzoeken u daarom enkele vragen te beantwoorden op het gebied van sociale media en diversiteit. Het kost u slechts maximaal tien minuten van uw tijd. Uw antwoorden geven ons een beter beeld van het gebruik van sociale media in de praktijk van portalbeheerders. Let wel: het gaat hier niet om privégebruik van sociale media! Beantwoord de vragen dus alleen in de rol van portalbeheerder. Allereerst stellen we een aantal vragen over sociale media, en aan het eind komen nog wat algemene vragen over uw website aan de orde. Vragen over sociale media 1. Heeft uw portal een eigen pagina op de volgende sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Facebook b. Twitter c. Hyves d. Google+ e. Anders, namelijk: f. Nee, geen eigen pagina op sociale media 2. Reageert u wel eens op berichten via sociale media die betrekking hebben op de multiculturele samenleving? Zo ja, welke sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee b. Twitter c. Facebook d. Hyves e. Google+ f. Linkedin g. Forums gericht op etnische minderheden h. Anders, namelijk: 3. Post u wel eens berichten op sociale media over onderwerpen mbt de multiculturele samenleving? Zo ja, welke sociale media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee (ga door met vraag 6) b. Twitter c. Facebook d. Hyves e. Google+ f. Linkedin g. Forums gericht op etnische minderheden h. Anders, namelijk: 4. Indien u wel eens berichten post op Facebook, om wat voor soort berichten gaat het dan? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik post nooit berichten op Facebook b. Berichten die op mijn eigen portal staan (inclusief link naar de portal) c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties e. Ik reageer voornamelijk op berichten over de multiculturele samenleving op de Facebookpagina’s van anderen, ik post zelf niet f. Anders, namelijk: 103 5. Indien u wel eens berichten post op Twitter, om wat voor soort berichten gaat het dan? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik post nooit berichten op Twitter b. Berichten die op mijn eigen portal staan (inclusief link naar de portal) c. Nieuwsberichten over de multiculturele samenleving uit andere (sociale) media d. Aankondigingen voor bijeenkomsten van andere (multiculturele) organisaties e. Ik reageer voornamelijk op berichten op Twitter, ik tweet zelf niet f. Ik retweet veel (minstens één keer per maand) berichten van anderen mbt de multiculturele samenleving g. Anders, namelijk: 6. Volgt u Wereldjournalisten via de website Wereldjournalisten.nl, de nieuwsbrief van Wereldjournalisten, Twitter (@WereldJe) of Facebook? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, ik heb nog nooit van Wereldjournalisten gehoord (ga door met vraag 7) b. Nee, maar ik ken Wereldjournalisten wel c. Ja, via de website Wereldjournalisten.nl d. Ja, via de nieuwsbrief van Wereldjournalisten e. Ja, via Facebook f. Ja, via Twitter g. Anders, namelijk 7. Reageert u wel eens op nieuwsberichten van Wereldjournalisten? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, nooit b. Ja, via de site (Wereldjournalisten.nl) c. Ja, via Facebook d. Ja, via Twitter e. Ja, door rechtstreeks de redactie te mailen/bellen f. Anders, namelijk 8. Volgt u andere personen/organisaties op het gebied van de multiculturele samenleving via sociale media? Zo ja, noem er maximaal vijf. 9. Volgt u andere sociale portals voor etnische minderheden? Zo ja, welke? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Nee, ik maak geen gebruik van andere etnische portals (ga door met vraag 11) b. Maroc.nl c. Marokko.nl d. Turks.nl e. Hababam.nl f. Afghan.nl g. Sangam.nl h. Waterkant.net i. Polenforum.nl j. Wijblijvenhier.nl k. Wereldjournalisten.nl l. Andere, namelijk: 10. Waarom maakt u gebruik van één of meerdere van eerdergenoemde etnische portals? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik lees de nieuwsberichten op (één van) deze portals b. Ik lees het forum op (één van) deze portals c. Ik reageer regelmatig (meer dan één keer per maand) op het forum van (één van) deze portals d. Ik check regelmatig (meer dan één keer per maand) de agenda op (één van) deze portals e. Anders, namelijk: 11. Benadert u wel eens algemene (mainstream) media over interessant nieuws op uw eigen portal? a. Nee, nooit (ga door met vraag 13) 104 b. Ja, wekelijks c. Ja, maandelijks d. Ja, een enkele keer (minder dan één keer per maand) 12. Welke algemene (mainstream) media benadert u wel eens ivm interessant nieuws op uw eigen website? (ga na deze vraag door met vraag 14) (meerdere antwoorden mogelijk) a. Landelijke dagbladen b. Regionale dagbladen c. Huis-aan-huisbladen d. Nieuwsbladen e. Landelijke actualiteitenprogramma’s f. Regionale/lokale actualiteitenprogramma’s g. Algemene nieuwssites h. Anders, namelijk: 13. Waarom benadert u nooit algemene media? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Ik weet niet hoe ik dit moet aanpakken b. Zij zijn toch niet geïnteresseerd in nieuws uit of over de multiculturele samenleving c. Ik ken niet de juiste mensen om dit te realiseren d. Nooit over nagedacht e. Anders, namelijk: 14. Welke specifieke onderwerpen op het gebied van de multiculturele samenleving volgt u via sociale media? a. Politiek/Beleid b. Onderwijs c. Gezondheidszorg d. Arbeidsmarkt e. Kunst en cultuur f. Sport g. Criminaliteit h. Emancipatie i. Religie j. Integratie k. Seksualiteit/relaties l. Anders, namelijk: Tot slot: vragen over uw website 15. Welke website beheert u? 16. Wat is het doel van uw website? 17. Wie behoren tot uw doelgroep? 18. Hoe lang bestaat uw website al? 19. Hoeveel betaalde en hoeveel onbetaalde krachten werken er aan uw website? (meerdere antwoorden mogelijk) a. Betaalde krachten in loondienst, aantal: b. Betaalde krachten, freelance, aantal: c. Onbetaalde krachten, aantal: d. Stagiaires, aantal: 20. Op welke manier wordt uw website gefinancierd? a. Advertenties 105 b. Donaties/giften c. Overheidssubsidie d. Anders, namelijk: 21. Hoeveel unieke bezoekers heeft uw website per maand? a. Minder dan 1000 b. Tussen de 1000 en 5000 c. Tussen de 5000 en 10.000 d. Tussen de 10.000 en 50.000 e. Tussen de 50.000 en 100.000 f. Meer dan 100.000 g. Weet niet 22. Heeft uw website een eigen redactiestatuut? a. Nee b. Nee, maar dit zit wel in de planning c. Ja d. Weet niet Hartelijk dank voor uw medewerking! 106 BIJLAGE III – Artikel Patrick Pouw Meedoen aan het debat dankzij nieuwe media Nieuwe media zoals internet, bloggen en twitteren bieden minderheden meer de kans zich te mengen in het publieke debat dan voorheen, toen zij vooral afhankelijk waren van de journalist. Het is een kwestie van het heft in eigen handen kunnen nemen. Dinsdag 27 oktober 2009 | Patrick Pouw Redacties zijn te wit. Journalisten weten niet wat er speelt in ‘allochtoon Nederland’. En minderheden krijgen te weinig de kans hún stem te laten horen in de media. Het zijn veelgehoorde klachten. Maar juist nieuwe media bieden minderheidsgroepen de mogelijkheid zich actief te mengen in het publieke debat, zegt Alexander Pleijter, docent journalistiek en nieuwe media aan de Universiteit Leiden. ‘Vroeger hadden we een systeem waarbij de media in handen waren van een beperkte groep: uitgevers en journalisten. Het was moeilijk als je als minderheidsgroep - wàt voor minderheidsgroep dan ook - je stem wilde laten horen. Want journalisten bepaalden wie aan het woord kwam, en welke bronnen gebruikt werden.’ 107 Laagdrempelig Anno 2009 is dat anders, zegt Pleijter, die op 30 oktober op het door Mira Media georganiseerde congres Media4[Me] in Amsterdam WTC een workshop blogging geeft. ‘Internet biedt minderheden een goede en laagdrempelige kans om hun stem te laten horen, en het debat te laten kantelen. Op een weblog geef je de touwtjes niet uit handen aan journalisten. Al die weblogs vormen ook een verrijking van het debat, zeker als mainstream media meer gaan linken naar dit soort blogs.’ Dat betekent niet dat elke blogger meteen grote invloed heeft, waarschuwt Pleijter. ‘Je hebt niet zomaar een groot publiek, en het is niet vanzelfsprekend dat je als weblogger wél gehoord wordt. Daarom moeten bloggers niet alleen focussen op hun eigen blog, maar ook gebruik maken van diensten als twitter en nujij.nl om hun berichten breder te verspreiden. Het gaat erom de zichtbaarheid te vergroten, door het heft in eigen hand te nemen.’ Eigen podium Dat gebeurt ook al. Neem Umar Mirza. Hij is met www.wijblijvenhier.nl al sinds 2005 actief op internet. Het idee kwam van zijn broer Faisal, die veel op weblogs rondhing. Samen bedachten ze dat het goed zou zijn als Nederlandse moslimjongeren van alle gezindten een eigen podium kregen. ‘We wilden op een opbouwende manier aan de slag, en zelf het heft handen nemen. Op ons weblog laten we soms een tegengeluid horen, maar we proberen ook echt een ander geluid te laten horen door zelf thema’s op de agenda te zetten.’ Humor was vanaf het allereerste begin een belangrijk strijdmiddel, zegt Mirza. ‘Humor is universeel. We wilden ook echt dat klaagtoontje vermijden –wat niet betekent dat er nooit geklaagd mag worden. Maar we proberen ook kritisch te kijken naar de eigen gemeenschap als dat nodig is.’ Vier jaar later heeft de 16-koppige redactie, bijgestaan door een wisselend collectief van gastschrijvers (‘gastarbeiders’), een trouwe schare lezers én een volle prijzenkast met Weblog-Awards. Ook op andere fronten wint www.wijblijvenhier.nl aan invloed, zegt Mirza. ‘We worden serieus genomen als we media wijzen op fouten in berichtgeving. En onze redactieleden worden regelmatig gevraagd voor openbare debatten. Ook daar kunnen we onze stem laten horen.’ Eigen nieuws Ook Kirsten Vos, van Indische komaf, wilde graag een ander geluid laten horen. Vanaf april 2008 is haar weblog indisch 3.0 in de lucht. ‘Er waren al wel Indische websites, maar daarop wordt vaak vanuit een slachtofferperspectief geschreven. Als ik dat las, dacht ik vaak: ‘Als dàt Indisch is, dan ben ik het niet’. Tegelijkertijd hadden we dus wel de behoefte om een ander geluid te laten horen – òòk omdat in Nederland nauwelijks aandacht voor Indische onderwerpen is. Als er al 108 over ons wordt geschreven is dat vaak vanuit een koloniale blik. Zo van: ‘Ach, die schattige Indo’s, die zo lekker kunnen koken’. Da’s allemaal niet echt goed voor het zelfbeeld. Indische jongeren kunnen daar niets mee.’ Geen tempoe doeloe Het werd tijd voor een eigen forum, waarop objectief, nuchter en zakelijk over Indische onderwerpen werd geschreven. ‘Want we willen ook geen tempoe doeloeblik, zonder te willen afgeven op wat eerdere generaties hebben gedaan.’ Het weblog brengt eigen verhalen over Indische kwesties. Die keuze voor eigen nieuws is een bewuste, benadrukt Vos. ‘Je ziet vaak dat op minderhedensites nieuws van anderen wordt overgenomen. Dat vinden wij te beperkt. Wij wilden zelf nieuws brengen, en daarmee echt iets toevoegen. We hebben er ook bewust voor gekozen de site voor iedereen toegankelijk te maken, en niet een afgeschermde hyvespagina te openen, zoals je vaak ziet bij minderheden op het web. Ook Nederlanders kunnen zo kennis nemen van onze verhalen. De site wordt ook steeds beter bezocht. Maar we zien het weblog vooral als een goed middel om ons zelfbewustzijn te ontwikkelen en te versterken.’ Ingezonden Brievenschrijver Betekent dit allemaal dat bloggen de enige manier is voor minderheden om in de media hun stem te laten horen? Nee, zegt Ibrahim Wijbenga. Hij is al jaren zeer actief als ingezonden brievenschrijver – en zou daarmee blogger avant la lettre genoemd kunnen worden. ‘Ik heb lang gedacht dat de media behoorlijk partijdig was. Mede daarom heb ik mijn eerste stukken ondertekend met de naam ‘Bram Wijbenga’. Ik had het idee dat redacties bij het zien van mijn naam zouden denken dat ik òf één of andere rare bekeerling zou zijn òf dat ze mij als moslim sowieso partijdig zouden vinden.’ Maar Wijbenga –zoon van een Marokkaanse moeder en een Friese vader- merkte tot zijn verbazing dat ‘95%’ van zijn ingezonden brieven de krantenkolommen haalden. ‘Redacties blijken wel degelijk open te staan voor een ander geluid: mits je stukken goed geschreven zijn, en ze voldoen aan voorwaarden als de maximum lengte.’ Bloggen is wat Wijbenga betreft dan ook geen wondermiddel. ‘Het is één van de manieren om als minderheidsgroep je stem te laten horen, zoals het sturen van ingezonden brieven en zelforganisatie ook manieren zijn. Ik had het vooroordeel dat media niet zouden willen luisteren, maar dat bleek niet het geval. We moeten stoppen met mokken, en zelf het heft in handen nemen.’ 109 BIJLAGE VI – Lijst met relevante websites en Twitter- en FB-accounts www.afghan.nl Nieuws voor Afghanen in Nederland. Grotendeels over Afghanistan. Tijdelijk besloten. www.amazigh.nl Artikelen over taal, cultuur en geschiedenis en algemene informatie over Amazigh- (Berber) gerelateerde onderwerpen. Promotie van het Tamazight en de Amazigh http://www.amazightimes.com Marokkaans-Berbers magazine met aandacht voor nieuws en sport in Marokko en Nederland Dutchturks Tweets over Turkije en Turken in Nederland www.exponto.nl Journalistiek magazine dat op internet verschijnt. Het merendeel van de artikelen wordt door vluchteling-journalisten en andere migranten geschreven. Met Nederlandse journalisten als gast www.hababam.nl Community site met nieuws en discussieforum, gericht op Turkse jongeren. www.lokum.nl Nieuws over Turkije en Nederland voor Turken. www.maghreb.nl Nieuws voor Marokkanen en mensen die geïnteresseerd zijn in en affiniteit hebben met Marokko, Marokkanen en aanverwante zaken. Vooral door jongeren bezocht. www.maroc.nl Marokkaanse forumsite met een uitgebreid nieuwsgedeelte. Vooral door jongeren bezocht . www.marokko.nl Nieuws en discussieforum voor Marokkanen in Nederland. www.polenforum .nl Nieuws over Polen, deels gericht op Polen in Nederland. Republiek Allochtonië Dagelijks nieuws en achtergronden uit de multiculturele samenleving www.turksnieuws.nl Site en tweets over Turkije en Turken in Nederland. www.waterkant.net/ Dit netwerk biedt Surinamers en anderen die affiniteit hebben met Suriname de mogelijkheid elkaar te informeren en met elkaar te interacteren op verschillende gebieden. Bevat eigen nieuws en toegang tot andere Surinaamse nieuwsbronnen. www.wijblijvenhier.nl Probeert een reëel beeld te schetsen van wat er leeft bij de moslims binnen de Nederlandse samenleving. 110