Hoe komt de zon aan haar energie

advertisement
Vragen Zonnestelsel
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
1
ALGEMEEN
1) Om afstanden in het heelal weer te geven maken we gebruik van astronomische
eenheid en lichtjaar. Omschrijf deze begrippen en zet deze begrippen om in km.
1) Een Astronomische eenheid is de gemiddelde afstand tussen de aarde en de zon,
ongeveer 150 miljoen kilometer, om preciezer te zijn: 149.597.870,66 km.
Bronnen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Astronomische_eenheid
http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/ae.html
2) Een lichtjaar is een sterrenkundige afstandsmaat; de afstand die het licht, met een
snelheid van ca. 300.000 km/s, in één jaar aflegt. Een lichtjaar is gelijk aan 9,46
biljoen km.
Bronnen: http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=abc&uid=default&ID=142&mh=1&ww=1&view_records=1
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lichtjaar
2) Welke afstanden horen bij elkaar ?
1
2
3
4
5
6
7
Afstand Aarde – Maan
Afstand Aarde tot de rand van de
Melkweg
Afstand Aarde tot de rand van het
Zonnestelsel
Afstand Aarde – Zon
Afstand Aarde tot Pluto
Afstand Aarde tot rand van Heelal
Afstand Aarde tot rand van de lokale
groep
B
A
1,3 Lichtseconden
47 000 Lichtjaar
D
2 Lichtjaar (grens oortwolk)
C
E
F
G
8,3 Lichtminuten
5,5 Lichtuur
10 à 20 Miljard Lichtjaar
6 Miljoen Lichtjaar
Door onszelf en het boek Geogenie Aso Wetenschap
DE ZON
1) Hoe komt de zon aan haar energie ?
De energie van de zon komt tot stand door kernfusie. Waterstof wordt tot helium
omgevormd, waarbij veel energie vrijkomt.
Het antwoord kwam in 1938 van de Amerikaanse natuurkundige Bethe. Die stelde dat de
energie van de zon afkomstig is van kernfusie, waarbij twee waterstofatomen samengaan tot
heliumatomen.
De zon is de energiebron voor geologische processen op aarde.
http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/zon.php
http://www.natuurinformatie.nl/asp/page.asp?alias=nnm.dossiers&id=i001123&view=n
atuurdatabase.nl
2) Waarom heeft de zon geen albedo ?
In klimatologie is het weerkaatsingsvermogen (ook wel albedo) van een oppervlakte de
verhouding tussen de gereflecteerde en de inkomende straling. Deze verhouding hangt af
van de golflengte van het licht. Zonder nadere aanduiding wordt meestal het zichtbare licht
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
2
verondersteld. Het weerkaatsingsvermogen van verse sneeuw nadert 90%. De aarde heeft
een gemiddeld weerkaatsingsvermogen van 37% tot 39%.
De zon heeft geen albedo omdat hij zelf straling uitzend dus kan het geen licht weerkaatsen.
http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/albedo.html
http://www.astro.uu.nl/~strous/AA/nl/grootte.html
3) Welke stralen van het elektromagnetisch spectrum van de zon bereiken het
aardoppervlak ?
Zichtbaar licht, een restje infrarood en een gedeelte van de radiogolven.
Boek geogenie Aso – Wetenschappen
http://www.kennislink.nl/web/show?id=87113
4) Tekening onderdelen van de zon
Bronnen: http://www.eso.org/outreach/eduoff/edu-prog/catchastar/CAS2002/casprojects/france_sun_1/
http://www.squ1.com/index.php?http://www.squ1.com/solar/the-sun.html
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
3
De zon 5)
Verklaar het ontstaan van de zonnewind en welke gevolgen heeft die zonnewind voor
de aarde?
Zonnewind is een stroom van elektrisch geladen deeltjes die ontsnappen aan de gravitatie
van de zon.
Wanneer deze in botsing komen met de bovenste lagen van onze dampkring, en door de
hoge snelheid waarmee die deeltjes in de dampkring terecht komen, gaan deze spontaan
licht uitzenden. Het poollicht komt alleen in de buurt van de polen voor omdat de zonnewind
door het magnetische veld van de aarde wordt aangetrokken.
De zonnewind en de meer energierijke deeltjes uitgestoten door zonnevlammen kunnen
dramatische gevolgen hebben op aarde gaande van storingen van bepaalde
radiofrequenties tot het veroorzaken van de aurora borealis een prachtig verschijnsel dat ook
wel Noorderlicht wordt genoemd.
Bronnen:
http://www.infoster.be/negepl/sol.html
cd-rom geogenie
http://www.oma.be/BIRA-IASB/Public/Research/SolWind/Why.nl.html
De zon 6)
Hoe ontstaat de granulatiestructuur op de fotosfeer?
Granulatie is de algemene ("wollige") structuur van de fotosfeer (het zichtbare "oppervlak")
van de Zon ten gevolge van convectie van gas in de fotosfeer. Granulatie verwijst niet naar
de ring rond een een zonnevlek.
Bronnen:
http://home.hetnet.nl/~laureijs1/dutch/nlansw6.html
http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/zon.php
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
4
De zon 7)
Wat zijn zonnevlekken, zonnefakkels (of protuberansen)?
Zonnevlekken
Zonnevlekken zijn plaatsen op de zon waar het magnetisch veld heel sterk is. Daardoor is de
'magnetische druk' hoog, en wordt de normale atmosferische druk laag. En daardoor is het in
een zonnevlek koeler dan op de rest van het oppervlak. Zo'n 4 500 °C in plaats van
6 000 °C. Ze zijn eigenlijk helemaal niet donker, maar door het contrast met de veel
helderdere omgeving lijken ze bruinachtig of zwart.. Het aantal zonnevlekken op de zon is
niet steeds hetzelfde, maar verschild met een periode van 11 jaar.
http://members.lycos.nl/meesterstuk/newpage5.html
http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/zon.php#zonnevlekken
Zonnefakkels of protuberansen
Zonnefakkels tekenen zich tegen de donkere achtergrond van de hemel. Het zijn
uitbarstingen van heet gas, die in het midden 20.000 tot 40.000 kilometer boven het
oppervlak van de zon uitstijgen, soms echter nog veel verder in de ruimte reiken en zelfs het
gebied van de zon geheel kunnen verlaten.
Het grote verschil tussen fakkels en zonnevlekken is dat zonnevlekken nooit op de equator
(evenaar) van de zon te zien zijn, en ook niet op hoge breedte, maar in gordels op
gemiddelde noordelijke en zuidelijke breedte. De fakkels verschijnen ook aan de polen en
aan de equator.
http://www.sterrenkunde.com/zonnevlekken.htm
http://anw.hml.nl/Werkstukken/Anne_van_de_Heisteeg/zon/
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
5
De zon 8)
Als je de zon vergelijkt met andere sterren, hoe zou je haar catalogeren?
De zon is de ster die het dichtste bij de aarde staat. Het is een ster van middelbare leeftijd.
Het is dus nog niet zo oud als de andere sterren, de zon is 'maar' ongeveer 4.600.000.000
jaar oud. Hij is wel klein in vergelijking met andere sterren, die in diameter 1000 keer zo
groot als de zon kunnen zijn.
De grootste ster, Mu Cephei is zo groot, dat onze zon er minstens één miljard keer in kan.
http://www.artis.nl/webuil/e_zonnestelsel_01.html
http://www.natuurwetenschappen.nl/modules.php?name=News&file=article&sid=777
http://www.windows.ucar.edu/tour/link=/kids_space/sundiff_ask.html
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
6
DE PLANETEN
1) Verklaar kort hoe ons zonnestelsel is ontstaan?
Het ontstaan van ons zonnestelsel in 10 stappen:
1. Een wolk van interstellair gas en/of stof (de "zonnenevel") werd verstoord en begon
samen te trekken onder invloed van haar eigen zwaartekracht. Waarschijnlijk lag de
schokgolf van een nabije supernova aan de basis van deze ineenstorting.
2. Bij het samentrekken werd de wolk in het centrum samengedrukt en ontstond er een
grote hitte. Heet genoeg om het stof te doen verdampen. Het samendrukken zou
ongeveer 100.000 jaar in beslag genomen hebben.
3. Onder invloed van de grote druk ontstond in het centrum een protoster en de rest van het
gas kwam in een omloopbaan rond de protoster terecht. Al roterend viel het meeste van
dat gas naar de protoster toe. De centrifugale kracht belette dat al het gas het centrum
bereikte. Het vormde daarentegen een "accretieschijf" (ronddraaiende schijf van stof en
gas) rond de ster. Deze schijf straalde energie uit en koelde uiteindelijk af.
4. Mochten de omstandigheden iets anders geweest zijn had het gas rond de ster/protoster
kunnen onstabiel worden en beginnen samenklonteren onder haar eigen
aantrekkingskracht. Dan zou er i.p. van één ster met een planetenstelsel een dubbelster
ontstaan zijn ....
5. Het gas koelde genoeg af zodat het metaal, de gesteenten en - ver genoeg van de ster in
vorming - het ijs condenseeerde tot kleine deeltjes. Het metaal condenseerde vrijwel
onmiddellijk na de vorming van de accretieschijf (4,55-4,56 miljard jaar geleden volgens
istoopmetingen van sommige meteoren); de gesteenten condenseerden daarna (tussen
4 en 4,5 miljard jaar geleden).
6. De stofdeeltjes botsten met elkaar en vormden een grotere massa. Dit ging verder tot ze
de grootte bereikten van kleine asteroïden.
7. Met de tijd groeiden ze steeds verder aan. De steeds groter wordende brokstukken
verwierven voldoende aantrekkinskracht om alle kleine deeltjes in hun omgeving op te
slorpen. Hun uiteindelijke grootte hing af van hun afstand tot de ster en de dichtheid en
samenstelling van de protoplanetaire nevel. In het binnenste deel van het zonnestelsel
zou volgens de theorie deze brokstukken de grootte van de maan bereiken, terwijl in de
buitenregionen ze wel de grootte van 15 maal de aarde konden bereiken. Het verschil in
grootte bevond zich ergens tussen de huidige omloopbanen van Mars en Jupiter. De
acrretiefaze van deze "planeetsimalen" zou tussen de honderdduizend en twintig miljoen
jaar geduurd hebben afhankelijk van hun afstand tot de centrale ster (zon).
8. Ongeveer 1 miljoen jaar na de vorming van het systeem produceerde de ster een sterke
zonnewind die al het gas dat zich nog in de planetaire nevel bevond wegduwde. Als de
protoplaneet groot genoeg was kon het de gasnevel in de buur opnemen en werd ze een
reuze 'gas'planeet. De kleinere protoplaneten bleven een stenen- of ijslichaam.
9. Het zonnestelsel bestaat dan uit stevige, protoplanetaire lichamen en gasreuzen. De
"planeetsimalen" klonterden langzaam samen en werden groter.
10. Na honderd miljoen jaar vormden er zich een tiental planeten in stabiele omloopbanen en
het zonnestelsel was geboren. De planeten hun oppervlak werden sterk hervormd
(bekraterd) door inslagen van de resterende "brokstukken" (vb. het oppervlak Mercurius
of de Maan).
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
7
Bronnen:
http://www.infoster.be/negepl/origin.html
http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/ontstaan.php
http://www.gcsescience.com/The-Solar-System.gif
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
8
2.) Wanneer noemen we een hemellichaam een planeet?
Voor we deze vraag kunnen antwoorden moeten we een duidelijke definitie vormen over een
planeet. De definitie van een planeet is: 'Een niet zelf lichtend hemellichaam, dat zich in een
vaste, elliptische baan om een ster beweegt'. Maar dat zou dus betekenen dat ook de
rotsachtige ijsblokken in de Kuipergordel een planeet zouden zijn? Daarom moet een planeet
ook nog een bepaalde grote hebben en moet rond zijn. Over de grote van een planeet is
'men' nog niet uit. Zo wordt er momenteel nog druk overlegt of de nieuwe 'planeet' Sedna
een planeet is of niet! Sommigen zeggen van wel, omdat Pluto ook een planeet is, maar
anderen zeggen dat hij te klein is voor een planeet. Dus over de kwestie "wat is een planeet"
zijn wel nog lang niet uit. Zelfs de Internationale Astronomische Unie, die onder meer
verantwoordelijk is voor de naamgeving van massa's in een baan om de zon, heeft daar
geen duidelijk standpunt over. Onze zon heeft minstens acht planeten: Mercurius, Venus, de
Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Brown zelf hanteert de volgende
definitie: een massa is pas een planeet als zij zwaarder is dan alle andere massa's in haar
omloopbaan samen. De acht planeten hierboven voldoen daar makkelijk aan, maar Pluto en
Sedna niet: het zijn dan ook geen planeten maar planetoiden, zegt Brown.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Planeet
http://www.sterrenweb.nl/sterrenkunde/planeten/planeet.html
http://www.kennislink.nl/web/show?id=108764
3.) Omschrijf de vorm van de banen van de planeten rond de zon.
De meeste banen in het zonnestelsel liggen min of meer in een vlak: het eclipticavlak. De
meeste objecten draaien ook in dezelfde richting om de zon. Dit is een gevolg van de
oorspronkelijke draaibeweging van de protoplanetaire schijf. De planeten en de andere
objecten in het zonnestelsel bewegen elk op hun eigen baan. De meeste beschrijven een
baan om de zon, maar de manen draaien om een planeet. Al deze banen lijken erg
voorspelbaar en regelmatig, maar in de realiteit beïnvloeden de objecten elkaars banen
voortdurend onder invloed van de zwaartekracht. Als twee objecten dicht bij elkaar komen,
kunnen hun banen zelfs drastisch veranderen. Dit gebeurt frequent met kometen, en andere
lichte objecten met exotische banen in het zonnestelsel.
Bron: http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/index.php
Geogenie aso wetenschappen P. 22
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
9
4.) Wat is het verschil tussen een maan en een planeet.
Een planeet is Een niet zelf lichtend hemellichaam, dat zich in een vaste, elliptische baan om
een ster beweegt en volgens Brown zwaarder is dan alle andere massa's in haar
omloopbaan samen.
Er is geen officiële definitie van een maan, maar als je kijkt naar de hemellichamen die als
manen bekend staan dan blijkt dat in de praktijk een maan een hemellichaam is dat direct
om een flink groter hemellichaam draait dat geen ster (zoals de Zon) is.
Dus een maan draait rond een planeet, een planeet rond de zon. Een maan is altijd kleiner
dan zijn bijbehorende planeet.
Bron: http://www.astro.uu.nl/~strous/AA/nl/antwoorden/manen.html#v229
http://nl.wikipedia.org/wiki/Planeet
http://www.sterrenweb.nl/sterrenkunde/planeten/planeet.html
http://www.kennislink.nl/web/show?id=108764
5.) Hoe verklaar je de grote kern van mercurius, in vergelijking met de aarde?
De kern van Mercurius is in vergelijking met de aarde niet groter. Echter is de verhouding
tussen de kern en de totale volume. Dit kan alleen te wijten zijn aan een gigantische botsing
met een ander hemellichaam, waardoor de mantel van Mercurius grotendeels weggeslagen
werd.
Bron: http://users.pandora.be/lode.stevens/mercurius.html
eos 81 ons zonnestel Mercurius een ijzeren bal met een stenen korstje
6.) Wat hebben het landschap van Mercurius en dat van de Maan ( van de Aarde) met
elkaar gemeen? Waarom is dit zo verschillend van het Aardse oppervlak.
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
10
Mercurius en de maan hebben allebei glooiingen en kraters, een troosteloos landschap! De
korst van de aarde daarentegen is verdeeld in verschillende vaste platen die los van elkaar
drijven op de top van de hete mantel. Dit fenomeen is gekend als platentektoniek, het wordt
ook wel continentendrift genoemd.
Het verschil is dat het aardse oppervlak niet kan geraakt worden door meteoren en andere
massa’s. Daarom heeft de aarde geen kraters.
Bron: http://www.infoster.be/negepl/negepl.html
http://home2.scarlet.be/missi12/zonnestelsel/zonnestelselonderdelen/mercurius.htm
7) Hoe komt het dat Venus de helderste planeet van ons zonnestelsel is?

Hoe kleiner de afstand tussen de zon en venus wordt, hoe groter Venus lijkt. Wanneer
Venus aan verste kant van de zon is, wordt hij helemaal door de zon verlicht. Op dat
moment is Venus het verst verwijderd van ons als mogelijk, 300 miljoen km.
Wanneer Venus aan onze kant van de zon is, is er een kleiner deel van Venus verlicht,
maar dit lijkt veel groter en daardoor ook helderder doordat Venus op dat moment 6
maal dichter bij ons is.

Venus is bedekt met een schitterende witte wolkenlaag. Die wolken weerkaatsen het
zonlicht zo sterk dat de planeet zeer helder is.
BRON:
http://www.souledout.org/nightsky/venusphases/venusphases.html
http://www.badastronomy.com/bitesize/venus_phase.html
http://www.physics.purdue.edu/astr263l/SStour/venusvis.gif
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
11
8) Hoe komt de Aarde aan het vele water?
Bij de eerste vulkaan uitbarstingen op de jonge aarde
werden behalve lava ook grote gaswolken uitgestoten en 1
van die gassen was waterdamp (stoom). Dit gasvormige
water was afkomstig uit de hete gesteenten in de diepere
aardlagen waar het al die tijd opgesloten had gezeten.
Blootgesteld aan de koude van ruimte, condenseerde de
waterdamp tot water. Met andere woorden: het ging regenen
en sneeuwen. De laag gelegen gebieden werden gevuld met
water.
BRON:
heelal zonder grenzen, Het omniversumboek van de ruimte (Eddy Echternach)
http://www.astro.uva.nl/encyclopedie/images/earth_big.jpg
9) Is er water op de maan?
Water op de maan is geen voor de hand liggend
gegeven. De zwaartekracht van de maan is te klein om
een atmosfeer vast te houden en het vóórkomen van
vloeibaar water, zoals op aarde, is daarmee uitgesloten.
Zonder atmosfeer kan een planeet of maan water alleen
vasthouden in de vorm van ijs. Maar onze maan staat
daarvoor te dicht bij de zon en is (overdag) te warm:
eventueel aanwezig ijs zou na verloop van tijd
onherroepelijk verdampen....tenzij het ijs zich bevindt in
de laagst gelegen gebieden bij de polen. Van nature
komt er echter geen ijs op de maan voor. Ook toen de
maan net was ontstaan, was hij al niet in staat om water
en andere gasvormige stoffen aan zich te binden.
Bevroren water dat nu in de diepe, donkere kraters bij
de maanpolen aanwezig is, moet daar terecht zijn gekomen door inslagen van kometen, en
zich in de loop van miljarden jaren hebben opgehoopt. Het ijs ligt er overigens niet voor het
oprapen: het is in concentraties van slechts 0,3 tot 1 procent vermengd met de bovenste
laag van het maanoppervlak. Ook is de totale hoeveelheid water op de maan beperkt, al is
nog niet geheel duidelijk om hoeveel water het gaat: de Lunar Prospector kan niet dieper dan
een halve meter in de maanbodem 'kijken'..
De sonde Clementine heeft in 1996 een bevroren meer ontdekt bij de zuidpool van de maan.
Hoe het ook zij, water op de maan is een kostbaar goed.
BRON:
http://www.omroep.nl/teleac/sites/de_planeten/maan/ijs.html
http://www.apeldoorn-onderwijs.nl/ruimte/maan.htm
10) Er zijn 2 verklaringen voor de kleurveranderingen op Mars: door de seizoenen en
erosie. Verklaar?


De rode kleur van Mars is het gevolg van de ijzeroxide die aanwezig is in de bodem.
Het oppervlak is op vele plaatsen geërodeerd door sterke wind. Door de stofwolken
heeft de planeet een blekere kleur.
Vanop de Aarde heet Mars een roodachtige kleur. Er zijn ook donkere plekken te
bespeuren. Die plekken vertonen kleurverandering naargelang de jaargetijden op
Mars. De witte plekken aan de polen noemt men de poolkappen. Deze veranderen
voortdurend in grootte: in de lente en zomer krimpt ze en tijdens de herfst en winter
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
12
groeit ze weer aan. De laag waaruit de
poolkappen bestaan is heel dun: de
kraterbodems zijn door de laag heen te
zien. Sinds de Viking missie weten we dat
de laag bestaat uit droog ijs:vast
koolstofdioxide. Daaronder ligt een laag
"gewoon" waterijs (meer over water op
Mars).
BRON:
http://science.howstuffworks.com/mars.htm
http://www.wcsscience.com/odyssey/atmars.html
http://home2.scarlet.be/missi12/zonnestelsel/zonnestelselonderdelen/mars.htm
11). Als er leven op Mars zou zijn, waaruit zou dit leven dan kunnen bestaan?
Er is ammoniak ontdekt op Mars en omdat het slechts enkele dagen
overleeft in de atmosfeer van Mars, moet het constant aangevuld
worden. Alleen levende microben kunnen dit doen, dus de conclusie
is onvermijdelijk: er is leven op Mars."
BRON:
http://www.niburu.nl/index.php?showarticle.php?articleID=3769
http://science.howstuffworks.com/mars7.htm
12) Hoe ontstaat het bandvormig patroon op Jupiter?
Jupiters atmosfeer is nevelig en erg turbulent. Deze turbulentie
wordt veroorzaakt door de opstijgende warmte uit het binnenste van
de planeet en door de warmte die van de zon afkomstig is. Door
deze warmte ontstaan luchtcirculaties in de vorm van duizenden
kleine wervelwinden die door hun draaiende beweging sterke
windstromen aandrijven zoals wieltjes een lopende band in
beweging zetten. Deze windstromen waaien allemaal in oostelijke of
westelijke richting, evenwijdig aan de evenaar. Ze kunnen
snelheden bereiken van wel 718 kilometer per uur. De
wervelwinden zijn als ronde of ovale vlekken herkenbaar in het
wolkenpatroon van Jupiter.
 http://www.wordwork.nl/jupiter.html
 http://www.infoster.be/negepl/jupite.html
13) Wat bedoelt men met 'Bijna was Jupiter een tweede zon geworden?'
Jupiter straalt tweemaal zoveel straling uit dan dat de planeet ontvangt van de zon. De
temperatuur aan het "oppervlak" zijn hoger dan normaal. Deze gegevens wijzen op een
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
13
interne energiebron. Bij zijn ontstaan had de kern van Jupiter een temperatuur tot 50 000 K.
Als deze temperatuur tienmaal hoger zou geweest zijn, dan zouden kernreacties begonnen
zijn. In dat geval zouden we een tweede zon gehad hebben in ons zonnestelsel.
 http://home2.pi.be/missi12/zonnestelsel/zonnestelselonderdelen/jupiter.htm
 http://www.infoster.be/negepl/jupite.html
14) Hoe zijn de ringen van Saturnus ontstaan?
De immense ringen rond Saturnus zijn ontstaan doordat één van de
manen te dicht bij de planeet kwam en in stukken barstte. Deze stukken
bleven rond de planeet draaien en vormden daar ringen; die uit 3 repen
bestaan.
 http://www.omroep.nl/teleac/sites/de_planeten/reuzen/4ringen.html
 http://mediatheek.thinkquest.nl/~jr021/zonnestelsel/saturnus.htm
 http://members.lycos.nl/ThaSeend/saturnus.htm
15) Uranus heeft een zeer grote inclinatie. Hoe komt dat? Welke
gevolgen heeft dat voor het temperatuursverloop op de planeet?
De inclinatie van Uranus bedraagt bijna 90°. De oorzaak is nog altijd
niet achterhaald, maar men vermoedt dat dit komt door de botsing met
een protoplaneet. Hierdoor ligt de rotatieas van de planeet in het
eclipticavlak, terwijl de evenaar van de planeet er loodrecht op staat.
De ene keer ligt de ene pool naar de zon gewend en de andere keer ligt
de andere pool naar de zon gewend. Dit heeft als gevolg dat de polen
afwisselend meer energie ontvangen van de zon dan in de buurt van de
evenaar van de planeet. Ondanks dit zijn de gebieden aan de evenaar toch warmer dan de
polen. Meer is hierover nog niet bekend. Uranus heeft daardoor dus wel een zeer
opmerkelijke seizoencyclus.
 Eos
 www.sterrenkunde.com/Uranus.htm
 http://home2.pi.be/missi12/zonnestelsel/zonnestelselonderdelen/uranus.htm
16) Hoe worden Pluto, Charon en Triton verklaard?
Pluto, Charon en Triton zijn ijsdwergen die zich bevinden in de kuipergordel (de gordel die
zich verder bevindt dan de planeet Neptunus). Ijsdwergen zijn overblijfsels uit de
ontstaansperiode van het zonnestelsel.
Triton
Pluto
Charon
 Eos
 Geogenie
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
14
17. Waarom wordt de planeet Pluto een buitenbeentje genoemd?
Pluto is de kleinste planeet van het zonnestelsel. De dichtheid van
pluto is zeer klein waardoor de planeet nauwelijks metalen kan
bevatten. De zwaartekracht is te gering om een dampkring rond
de planeet te houden. Pluto is ook het verst verwijderd van de
zon. Samen met zijn maan Charon vormt hij eigenlijk een
dubbelplaneet omdat zijn maan bijna half zo groot is als pluto zelf.
De planeet draait ook nog op een ander vlak rond de zon dan de
andere planeten.
Bronnen: Eos en Planeten en de evolutie van sterren.
18. Wat is het verschil tussen een komeet, planetoïde, meteoor, vallende ster,
meteoriet? Geef voor elk van de begrippen een goede omschrijving
a)Komeet: afkomstig uit de Oortwolk, het bolvormige overblijfsel van de oerwolk
waaruit het zonnestelsel ontstaan is.
b)planetoïde:vele zijn in feite interplanetaire ‘puinhopen’;.
verzamelingen van losse brokstukken, die door onderlinge
zwaartekracht worden samengehouden. Het zou dus veel
interne holtes kunnen bevatten en uiteenvallen in een
aantal kleinere objecten.
c)meteoor: ’vallende sterren’; ontstaan wanneer metoroïden in de dampkring
verschroeien.
d)meteoriet: een meteoor die inslaat op aarde
Bronnen: Eos en Planeten en de evolutie van de sterren.
19. Wat is de Oortwolk
Oortwolk: genoemd naar Leidens astronoom Jan Oort. De
Oortwolk is een uitgestrekte wolk van stijf bevroren
komeetkoppen op zeer grote afstand van de zon. De Oortwolk
is het bolvormig overblijfsel van de oerwolk waaruit het
zonnestelsel ontstaan is.
Bronnen: http://www.solarviews.com/eng/oort.htm en
Geogenie
20. Hoe ontstaat een kometenstaart?
Wanneer een komeet uit de Oortwolk naar de
binnenste delen van het zonnestelsel ‘afdaalt’,
wordt ze warmer en begint het ijs gedeeltelijk te
verdampen. Zo ontstaat rondom de kleine
komeetkern een grote wolk van stof- en
gasdeeltjes. De staart wordt gevormd zodra de
komeet de zon nadert en in botsing komt met de
zonnewind.
De staart is altijd van de zon weggekeerd.
Bronnen: Geogenie en Eos
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
15
21. Hoe zijn de reuzeplaneten ontstaan.
Daar zijn twee modellen over,” vertelt Van Dishoeck. “Eén gaat uit van
‘instabiliteiten’ als gevolg van opeenhoping van materiaal. Daardoor stort
een deel van de protoplanetaire schijf in met als gevolg een snel vorming
van planeten. Het tweede model zegt dat eerst een kleine, aarde-achtige
kern ontstaat die vervolgens door zijn zwaartekrachtswerking het gas en
het resterende lichte materiaal uit de schijf aantrekt. In dat tweede model
kan het ontstaan van planeten langer duren dan een paar miljoen jaar.
Bronnen : http://www.esa.int/esaCP/GGGH2PIVPHC_Netherlands_0.html
, http://www.xs4all.nl/carlkop/jupiter.html
5B-H wetenschappen
Zonnestelsel
16
Download