Toelichting rapportages DTT schrijfvaardigheid Engels Versie januari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Toelichting leerlingrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid 2 2.1 De diagnose 2 2.2 De diagnose en haar hoofdaspecten 3 2.3 Deelaspecten van de diagnose 4 2.4 Mate van nuance en de grafische weergave van de diagnose 5 2.5 Getalsmatige weergave van de diagnose 10 3. Toelichting groepsrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid 11 3.1 De diagnose 11 3.2 Standaardweergave van de groepsrapportage 12 3.3 Mate van nuance en de grafische weergave van de groepsrapportage 13 3.4 Getalsmatige weergave van de groepsrapportage 15 4. Toelichting schoolrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid 16 5. Toelichting aspecten van schrijfvaardigheid in de rapportage 18 DTT Engels schrijfvaardigheid 1 1 Inleiding Voor u ligt de toelichting op de rapportages van de Diagnostische Tussentijdse Toets (DTT) Engels schrijfvaardigheid. Deze toelichting is bedoeld om u te helpen bij het lezen en interpreteren van de rapportages na de eerste adaptieve afname van de DTT Engels schrijfvaardigheid in 2016. De informatie in deze rapportages is als gevolg van de fase waarin de ontwikkeling van de DTT zich nu begeeft nog beperkt. De DTT heeft u echter nog meer te bieden. Daarom geeft deze toelichting u ook alvast inzicht in de aanvullende informatie die u in de rapportages in 2017 kunt verwachten. 2 Toelichting leerlingrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid Dit hoofdstuk legt uit wat de begrippen uit de leerlingrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid inhouden en hoe u deze leerlingrapportage kunt interpreteren. In de toelichting wordt gebruik gemaakt van voorbeeldrapportages. In 2016 wordt de eerste adaptieve DTT afgenomen. De getoonde diagnoses in de voorbeeldrapportages zijn daarom nog niet gebaseerd op realistische data. 2.1 Diagnose De leerlingrapportage toont de diagnose van schrijfvaardigheid Engels van een leerling. Deze diagnose laat zien of een leerling de vaardigheids- of kennisaspecten die nodig zijn om op niveau te presteren op het gebied van schrijfvaardigheid Engels onder, op of boven niveau beheerst. De diagnose maakt daarmee inzichtelijk waar de sterke punten en verbeterpunten van de leerling zitten ten aanzien van schrijfvaardigheid Engels. Er zijn drie mogelijke uitkomsten per gediagnosticeerd vaardigheids- of kennisaspect: de leerling zit boven niveau, de leerling zit op niveau of de leerling zit onder niveau. De grenzen tussen de niveaus zijn na de pretest bepaald met de hulp van docenten in een toets-georiënteerde standaardbepalingsprocedure. De diagnoses worden als volgt weergegeven: = boven niveau Een groen kleurenbolletje rechts in het kader betekent dat de leerling voor het betreffende vaardigheidsof kennisaspect waarschijnlijk boven niveau zit voor zijn of haar leerweg. = op niveau Een blauw kleurenbolletje in het midden van het kader betekent dat de leerling voor het betreffende vaardigheids- of kennisaspect waarschijnlijk op niveau zit voor zijn of haar leerweg . = onder niveau Een oranje kleurenbolletje links in het kader betekent dat de leerling voor het betreffende vaardigheids- of kennisaspect waarschijnlijk onder niveau zit voor zijn of haar leerweg. 2 2.2 De diagnose en haar hoofdaspecten De leerlingrapportage toont dit jaar (2016) de overkoepelende diagnose van schrijfvaardigheid Engels en de diagnoses voor de hoofdaspecten. De overkoepelende diagnose van schrijfvaardigheid Engels (zie het doorgetrokken kader in onderstaande voorbeeldrapportage) geeft u een algemeen beeld van het niveau van de leerling voor schrijfvaardigheid Engels dat gebaseerd is op de diagnoses voor de onderliggende vaardigheids- of kennisaspecten. In het gestippelde kader staan de diagnoses voor de vier hoofdaspecten van schrijfvaardigheid Engels weergegeven. Deze hoofdaspecten zijn vaardigheids- of kennisaspecten die noodzakelijk zijn om op niveau te schrijven. Voor elk hoofdaspect kunt u zien of de leerling in de categorie onder, op of boven niveau valt. De diagnose over deze hoofdaspecten geeft dus inzicht in de sterke punten en verbeterpunten van de leerling. In hoofdstuk 5 van dit document staat een toelichting op de hoofdaspecten. 3 2.3 Deelaspecten van de diagnose In 2017 zal de leerlingrapportage ook een diagnose bevatten op een aantal deelaspecten. Deze deelaspecten laten nog verfijnder zien wat er achter een hoofdaspect van schrijfvaardigheid zit. Als uit de antwoorden van de leerling blijkt dat een leerling mogelijk voor dat deelaspect op een relatief lager niveau zit of als de diagnose heel onzeker is, krijgt de leerling extra vragen om dat specifieke deelaspect te diagnosticeren. Een diagnose wordt dus niet voor alle deelaspecten gegeven, maar alleen wanneer de antwoorden van een leerling daar aanleiding toe geven én er nog voldoende afnametijd is. Toelichting op de deelaspecten van de diagnose bij onderstaande voorbeeldrapportage: Afstemming op doel en publiek o De diagnose voor Afstemming op doel en publiek is op niveau. Uit de antwoorden is echter gebleken dat één van de deelaspecten, Toonzetting en register afstemmen, mogelijk onder niveau is. Daarom wordt doorgetoetst. De indicatie bleek juist, dit deelaspect is onder niveau. Samenhang o De diagnose voor Samenhang is onder niveau. De diagnose is heel zeker. Daarom is niet doorgetoetst. Woordenschat en woordgebruik o De diagnose voor Woordenschat en woordgebruik is op niveau. Er is geen indicatie dat één van de deelaspecten onder niveau is. Daarom is niet doorgetoetst. Grammatica, spelling en interpunctie o De diagnose voor Grammatica, spelling en interpunctie is op niveau. Uit de antwoorden bleek dat de diagnose van het deelaspect Woordvolgorde en zinsconstructie functioneel hanteren heel onzeker was. Daarom wordt ook dit deelaspect doorgetoetst. Uit de antwoorden van deze aanvullende vragen bleek dat dit deelaspect op niveau is. 4 2.4 Mate van nuance in de grafische weergave van de diagnoses In de rapportage kunt u de mate van nuance van de weergave veranderen met de knopen rechts bovenaan de rapportage. Er zijn drie vormen van grafische weergave: (1) Een standaard weergave waarbij alle kleurenbolletjes even groot zijn en per vaardigheids- of kennisaspect slechts één kleurenbolletje te zien is. In deze standaardweergave geeft de kleur en positie van het kleurenbolletje het niveau aan, dat het meest waarschijnlijk is gezien de antwoorden van de leerling: onder niveau, op niveau of boven niveau. Standaard weergave (2) In de genuanceerde weergave verschijnen er nog extra kleurenbolletjes per vaardigheids- of kennisaspect die kleiner en minder zichtbaar zijn dan het standaardbolletje. Deze geven weer of er een indicatie is dat de diagnose neigt naar een ander niveau. Hoe groter en zichtbaarder het extra kleurenbolletje, hoe waarschijnlijker dat dit inderdaad het geval is. Genuanceerde weergave 5 (3) In de gedetailleerde weergave zijn er geen standaardbolletjes. De grote en zichtbaarheid van elk bolletje geeft aan hoe waarschijnlijk elke mogelijke diagnose is (onder, op of boven niveau). Gedetailleerde weergave In de voorgaande toelichting op de rapportage is gebruik gemaakt van de standaard weergave: 6 Als u klikt op de knop ‘genuanceerd’ verschijnt de genuanceerde weergave: In deze weergave zijn er een paar kleurenbolletjes bij gekomen. De extra bolletjes geven weer of de diagnose neigt naar een lager of hoger niveau. Hoe groter en zichtbaarder het extra kleurenbolletje, hoe groter de kans dat dit inderdaad het geval is. Toelichting op de bovenstaande genuanceerde weergave van de voorbeeldrapportage: Overkoepelende diagnose o De overkoepelende diagnose voor deze leerling luidt op niveau, maar neigt naar onder niveau. Het kleinere formaat van het oranje kleurenbolletje geeft aan dat dit niet zo waarschijnlijk is. Afstemming op doel en publiek o De diagnose voor Afstemming op doel en publiek is op niveau, maar neigt naar onder niveau. Het formaat van het oranje kleurenbolletje geeft aan dat dit redelijk waarschijnlijk is. Samenhang o De diagnose voor Samenhang is duidelijk onder niveau en neigt niet naar op niveau of boven niveau. Er zijn daarom geen extra kleurenbolletjes te zien bij dit aspect in de genuanceerde weergave. Woordenschat en woordgebruik o De diagnose voor Woordenschat en woordgebruik is duidelijk op niveau en neigt niet naar onder niveau of boven niveau. Er zijn daarom geen extra kleurenbolletjes te zien bij dit aspect in de genuanceerde weergave. 7 Grammatica, spelling en interpunctie o De diagnose voor Grammatica, spelling en interpunctie luidt op niveau, maar neigt naar boven niveau. Het kleine formaat van het groene bolletje geeft weer dat dit niet erg waarschijnlijk is. Als u klikt op de knop ‘gedetailleerd’ verschijnt de gedetailleerde weergave: In deze weergave geven de zichtbaarheid en het formaat van elk bolletje aan hoe waarschijnlijk elke mogelijke diagnose is (onder, op of boven niveau). Toelichting op de gedetailleerde weergave van de voorbeeldrapportage: Overkoepelende diagnose o De overkoepelende diagnose van deze leerling luidt op niveau. Het kleinere formaat van het blauwe kleurenbolletje geeft aan dat deze overkoepelende diagnose minder zeker is dan de diagnoses voor het hoofdaspect Woordenschat en woordgebruik. Het hele kleine oranje kleurenbolletje geeft echter aan dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de leerling onder niveau zit. Afstemming op doel en publiek o De diagnose voor Afstemming op doel en publiek luidt op niveau. Het kleinere formaat van het blauwe kleurenbolletje geeft aan dat deze diagnose minder zeker is dan de diagnose van bijvoorbeeld het hoofdaspect Woordenschat en woordgebruik. De grootte en de zichtbaarheid van het oranje kleurenbolletje (even groot als het blauwe bolletje) geeft aan dat het evengoed waarschijnlijk is dat Karsten onder niveau zit. 8 Samenhang o De diagnose voor Samenhang luidt onder niveau. De grootte en de zichtbaarheid van het blauwe kleurenbolletje geven aan dat het heel waarschijnlijk is dat Karsten onder niveau zit. Woordenschat en woordgebruik o De diagnose voor Woordenschat en woordgebruik luidt op niveau. De grootte en de zichtbaarheid van het blauwe kleurenbolletje geven aan dat deze diagnose heel zeker is. Grammatica, spelling en interpunctie o De diagnose voor Grammatica, spelling en interpunctie luidt op niveau, maar neigt naar boven niveau. De grootte en de zichtbaarheid van het blauwe kleurenbolletje geeft aan dat het erg waarschijnlijk is dat de leerling op niveau zit. Het kleine formaat van het groene kleurenbolletje geeft aan dat deze diagnose niet zo zeker is. 9 2.5 Getalsmatige weergave van de diagnose In de leerlingrapportage is naast de drie genoemde grafische weergaven ook een getalsmatige weergave beschikbaar. Deze getalsmatige weergave verschijnt als u op de knop ‘getallen’ klikt: De diagnose op ieder gediagnostiseerd hoofd- of deelaspect verschijnt nu in de vorm van een getal tussen de 0 en de 1.1 Dit getal geeft aan hoe waarschijnlijk het is dat de leerling in de onder niveau (linker vakje), op niveau (middelste vakje) of boven niveau (rechter vakje) valt. Hoe dichter bij de 1 een getal komt, hoe waarschijnlijker het is dat de leerling in de betreffende categorie valt. 1 In het voorbeeld komt het getal 1 voor. Een diagnose met als uitkomst 1 is in realiteit onwaarschijnlijk. 10 3 Toelichting groepsrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid Dit hoofdstuk legt uit wat de begrippen uit de groepsrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid inhouden en hoe u deze rapportage kunt interpreteren. In de toelichting wordt gebruik gemaakt van voorbeeldrapportages. In 2016 wordt de eerste adaptieve DTT afgenomen. De getoonde diagnoses in de voorbeeldrapportages zijn daarom nog niet gebaseerd op realistische data. 3.1 De diagnose De groepsrapportage toont de diagnose van schrijfvaardigheid Engels van alle leerlingen die behoren tot de groep die u geselecteerd heeft aan de hand van de door u ingevoerde kenmerken. Deze diagnose laat zien of de leerlingen binnen deze groep de vaardigheids- of kennisaspecten beheersen die nodig zijn om op niveau te schrijven. De diagnose maakt daarmee inzichtelijk waar de sterke punten en verbeterpunten zitten van de leerlingen binnen de groep ten aanzien van schrijfvaardigheid Engels. Er zijn drie mogelijke uitkomsten per gediagnosticeerd vaardigheids- of kennisaspect: de leerling zit boven niveau, de leerling zit op niveau of de leerling zit onder niveau. De grenzen tussen de niveaus zijn na de pretest bepaald met de hulp van docenten in een toets-georiënteerde standaardbepalingsprocedure. De diagnoses worden als volgt weergegeven: = boven niveau Een groen kleurenbolletje rechts in het kader betekent dat de leerling voor het betreffende vaardigheidsof kennisaspect waarschijnlijk boven niveau zit voor zijn of haar leerweg. = op niveau Een blauw kleurenbolletje in het midden van het kader betekent dat de leerling voor het betreffende vaardigheids- of kennisaspect waarschijnlijk op niveau zit voor zijn of haar leerweg . = onder niveau Een oranje kleurenbolletje links in het kader betekent dat de leerling voor het betreffende vaardigheids- of kennisaspect waarschijnlijk onder niveau zit voor zijn of haar leerweg. 11 3.2 Standaardweergave van de groepsrapportage Als u de groepsrapportage opent ziet u de standaardweergave van de groepsrapportage. De groepsrapportage geeft een overzicht van de diagnose van schrijfvaardigheid Engels en de hoofdaspecten van de diagnose van alle leerlingen in een groep. Deze groep kan een klas zijn, maar u kunt er ook voor kiezen om de diagnoses van andere groepen leerlingen bij elkaar in een groepsrapportage te zetten. De groepsrapportage laat zien waar de sterke punten en minder sterke punten van leerlingen in een groep zitten. De kolom ‘diagnose van schrijfvaardigheid Engels’ (zie het doorgetrokken kader) geeft een overzicht van de overkoepelende diagnoses van de leerlingen uit de groep op het gebied van schrijfvaardigheid Engels die zijn gebaseerd op hun diagnoses voor de onderliggende vaardigheids- of kennisaspecten. In deze kolom zijn alle diagnoses onder niveau of boven niveau gearceerd in dezelfde kleur als het kleurenbolletje. Dit maakt het mogelijk om in één oogopslag te zien hoe de diagnoses binnen de groep verdeeld zijn. In het gestippelde kader staan de diagnoses voor de vier hoofdaspecten van schrijfvaardigheid Engels weergegeven. Deze hoofdaspecten zijn vaardigheids- of kennisaspecten die noodzakelijk zijn om op niveau te presteren. In hoofdstuk 5 van dit document staat een toelichting op de hoofdaspecten. Voor elk hoofdaspect kunt u zien of leerlingen binnen de groep in de categorie onder, op of boven niveau vallen. De diagnoses van deze hoofdaspecten geven dus inzicht in de sterke punten en verbeterpunten van de leerlingen binnen de groep. In deze vier kolommen geven de arceringen weer bij welke leerlingen een diagnose van een hoofdaspect op een lager niveau zit dan zijn of haar overkoepelende diagnose van schrijfvaardigheid Engels. Deze arceringen geven dus de individuele verbeterpunten weer. Bovenaan elke kolom is er een gekleurd vakje te zien. De kleur van het vakje geeft aan of de groep overwegend onder niveau, op niveau of boven niveau zit voor het betreffende aspect. 12 3.3 Mate van nuance in de grafische weergave van de diagnoses In de groepsrapportage kunt u net als in de leerlingrapportage de mate van nuance van de weergave veranderen met de knoppen rechts bovenaan de rapportage. Er zijn drie vormen van grafische weergave: (1) Een standaard weergave waarbij alle kleurenbolletjes even groot zijn en per vaardigheids- of kennisaspect slechts één kleurenbolletje te zien is. In deze standaardweergave geeft de kleur en positie van het kleurenbolletje het niveau aan, dat het meest waarschijnlijk is gezien de antwoorden van de leerling: onder niveau, op niveau of boven niveau. Standaard weergave (2) In de genuanceerde weergave verschijnen er nog extra kleurenbolletjes per vaardigheids- of kennisaspect die kleiner en minder zichtbaar zijn dan het standaardbolletje. Deze geven weer of er een indicatie is dat de diagnose neigt naar een ander niveau. Hoe groter en zichtbaarder het extra kleurenbolletje, hoe groter de kans dat dit inderdaad het geval is. Genuanceerde weergave (3) In de gedetailleerde weergave zijn er geen standaardbolletjes. De grote en zichtbaarheid van elk bolletje geeft aan hoe waarschijnlijk elke mogelijke diagnose is (onder, op of boven niveau). Gedetailleerde weergave In de voorgaande toelichting op de rapportage is gebruik gemaakt van de standaard weergave: 13 Als u klikt op de knop ‘genuanceerd’ verschijnt de genuanceerde weergave: In de genuanceerde weergave zijn er een paar kleurenbolletjes bij gekomen. De extra kleurenbolletjes geven weer of de diagnose neigt naar een ander niveau. Hoe groter en zichtbaarder het extra kleurenbolletje, hoe groter de kans dat dit inderdaad het geval is. Als u klikt op de knop ‘gedetailleerd’ verschijnt de gedetailleerde weergave: In de gedetailleerde weergave geven de zichtbaarheid en het formaat van elk kleurenbolletje aan hoe waarschijnlijk elke mogelijke diagnose is (onder, op of boven niveau). Toelichting op de gedetailleerde weergave van de voorbeeldrapportage: Bij leerling Nynke Dam luidt de diagnose van schrijfvaardigheid Engels op niveau. De kleur van het blauwe kleurenbolletje is goed zichtbaar en het formaat is groot. Het betreft dus een zekere 14 diagnose. Bij deze leerling zijn alle vier de hoofdaspecten ook op niveau. Gelet op het formaat en de zichtbaarheid van deze kleurenbolletjes is de diagnose ook op de hoofdaspecten vrij zeker. Bij leerling André Moes is dit anders. Zijn diagnose van schrijfvaardigheid Engels luidt onder niveau, maar er is een kleine kans dat hij op niveau zit. Het kleinere formaat en de lagere zichtbaarheid van de kleurenbolletjes geven weer dat de diagnose minder zeker is. Ook zijn diagnoses op de hoofdaspecten Afstemming op publiek en doel, Samenhang en Woordenschat en woordgebruik zijn onder niveau, maar minder zeker. Op het hoofdaspect Grammatica, spelling en interpunctie valt deze leerling wel duidelijk in de categorie onder niveau. Dit oranje kleurenbolletje is groot en zeer zichtbaar. 3.4 Getalsmatige weergave van de groepsrapportage In de groepsrapportage is naast de drie genoemde grafische weergaven ook een getalsmatige weergave beschikbaar. Deze getalsmatige weergave verschijnt als u op de knop ‘getallen’ klikt: De diagnose van Engels schrijfvaardigheid en de diagnoses van de hoofaspecten verschijnen nu in de vorm van getallen tussen de 0 en de 1.2 Deze getallen geven aan hoe waarschijnlijk het is dat de leerling in de onder niveau (linker vakje), op niveau (middelste vakje) of boven niveau (rechter vakje) valt. Hoe dichter bij de 1 een getal komt, hoe waarschijnlijker het is dat de leerling in de betreffende categorie valt. 2 In het voorbeeld komt het getal 1 voor. Een diagnose met als uitkomst 1 is in realiteit onwaarschijnlijk. 15 4 Toelichting schoolrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid Dit hoofdstuk legt uit wat de begrippen uit de schoolrapportage DTT Engels schrijfvaardigheid inhouden en hoe u deze schoolrapportage kunt interpreteren. U kunt in de schoolrapportage per niveau voor ieder hoofdaspect zien welk percentage van uw leerlingen onder niveau, op niveau en boven niveau zit, ook in vergelijking met andere deelnemende pilotscholen. Bij elk hoofdaspect worden twee diagnosebalken gegeven: een diagnosebalk voor alle pilotscholen in 2016 en een diagnosebalk voor uw eigen school. De kleuren van de diagnosebalk voor de pilotscholen in 2016 is lichter van kleur dan de diagnosebalk voor uw eigen school. Diagnosebalken (voorbeeld) Het groene deel van de balk geeft het percentage leerlingen weer dat voor het betreffende vaardigheidsof kennisaspect boven niveau zit voor zijn of haar leerweg. 16 Een blauwe balk geeft het percentage leerlingen weer dat voor het betreffende vaardigheids- of kennisaspect op niveau zit voor zijn of haar leerweg. Een oranje balk geeft het percentage leerlingen weer dat voor het betreffende vaardigheids- of kennisaspect onder niveau zit voor zijn of haar leerweg. Bij elke diagnosebalk is achter de naam van uw eigen school aangegeven hoeveel leerlingen de DTT voor het betreffende vak en leerniveau hebben gemaakt (N =…). U dient bij de interpretatie van de schoolrapportage rekening te houden met het aantal leerlingen op uw school dat deze DTT heeft gemaakt. Met een klein aantal leerlingen voor een vak en leerniveau is de vergelijking met andere scholen minder betekenisvol. 17 5 Toelichting aspecten van schrijfvaardigheid in de rapportage DTT-Engels Onderstaand vindt u een toelichting op de hoofdaspecten Engels schrijfvaardigheid waarvoor uw leerlingen een diagnose krijgen. Voorbeeldopgaven bij deze aspecten kunt u vinden in de Toetswijzer van de DTT (http://www.pilotdtt.nl/documenten/publicaties/2014/12/15/toetswijzer-dtt). De DTT Engels schrijfvaardigheid stelt een diagnose op onderstaande hoofd- en deelaspecten van schrijfvaardigheid: Hoofdaspecten: 1. Afstemmen op doel en publiek (Retorische vaardigheden) 2. Samenhang (Tekststructurele vaardigheden) 3. Woordenschat en woordgebruik (Linguïstische vaardigheden) 4. Grammatica, spelling en interpunctie (Orthografische vaardigheden) 1. Afstemmen op doel en publiek 1.1 Toonzetting en register afstemmen. 1.2 Conventies bij tekstsoort gebruiken. 2. Samenhang 2.1 Tekststructuur en verbanden aanbrengen. 2.2 Passende structuurwoorden gebruiken: voegwoorden en verwijswoorden. 3. Woordenschat en woordgebruik 3.1 Passende woorden en woordcombinaties gebruiken. 3.2 Woordgebruik functioneel variëren. 4 Grammatica, spelling en interpunctie 4.1 Woordvolgorde en zinsconstructie functioneel hanteren. 4.2 Passende spelling en interpunctie hanteren. Deze hoofd- en deelaspecten vormen samen het overzicht van de toetsinhouden voor Engels schrijfvaardigheid. 1 Afstemmen op doel en publiek Bij het hoofdaspect afstemming op publiek en doel gaat het om de vraag in hoeverre leerlingen in staat zijn hun tekst zo af te stemmen op schrijfdoel en lezerspubliek dat de tekst communicatief effectief is: komt de beoogde boodschap op de beoogde wijze over? 18 Onder het hoofdaspect afstemming op publiek en doel zijn de volgende opgaven ondergebracht: 1.1 Opgaven die een beroep doen op het vermogen om de toonzetting en register af te stemmen op het beoogde publiek en schrijfdoel: kan de schrijver inschatten voor welke lezer de tekst bedoeld is en wat dat betekent voor de toonzetting van de tekst? Kan de schrijver inschatten wat hij met de tekst wil bereiken en wat dat betekent voor de opbouw, woordkeus en formulering? 1.2. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om conventies te gebruiken die horen bij een specifieke tekstsoort: kan de schrijver een brief op gebruikelijke wijze beginnen of afsluiten, informatie op overzichtelijk wijze opsommen, verzoeken op beleefde wijze of op overtuigende wijze formuleren? 2 Samenhang Bij het hoofdaspect samenhang gaat het om de vraag in hoeverre leerlingen in staat zijn samenhang in hun teksten aan te brengen: kan de schrijver logische en coherente structuur in een tekst aanbrengen? Onder het hoofdaspect samenhang zijn de volgende opgaven ondergebracht: 2.1. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om tekststructuur en verbanden aan te brengen: kan de schrijver een tekst ordenen in een logische volgorde of opbouw? Kan de schrijver via onder andere kopjes en titels structuur en opbouw inzichtelijk maken? 2.2. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om structuurwoorden te gebruiken die passen bij de taak en de tekst: kan de schrijver opsommingen, verwijzingen, oorzaak-gevolgrelaties enz. in de tekst weergeven? Kan de schrijver adequate voeg- en verwijswoorden gebruiken? 3 Woordenschat en woordgebruik Bij het hoofdaspect woordenschat en woordgebruik gaat het om de vraag in hoeverre leerlingen hun woordenschat en woordgebruik kunnen inzetten om adequaat een taak uit te voeren: is de schrijver in staat om in de context passende woorden te gebruiken? Onder het hoofdaspect woordenschat en woordgebruik zijn de volgende opgaven ondergebracht: 3.1. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om woorden, woordcombinaties en idiomatische uitdrukkingen te gebruiken die passen bij een taak: kan de schrijver in een gegeven context het juiste woord, woordcombinatie of idiomatische uitdrukking kiezen? 3.2. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om woordgebruik functioneel te variëren. Dit betreft ook het gebruik van compenserende strategieën, waar de Engelse woordenschat van leerlingen tekort schiet: kan de schrijver synoniemen en omschrijvingen gebruiken? 4 Grammatica, spelling, en interpunctie Bij het hoofdaspect grammatica, spelling en interpunctie gaat het om de vraag in hoeverre leerlingen in staat zijn om adequate woordvolgorde en zinsconstructies te hanteren en belangrijke spellings- en interpunctieregels toe te passen. Onder het hoofdaspect grammatica, spelling en interpunctie zijn de volgende opgaven ondergebracht: 4.1. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om woordvolgorde en zinsconstructie adequaat te formuleren: kan de schrijver informatie adequaat organiseren en formuleren op zinsniveau? Kan de schrijver werkwoordstijden adequaat gebruiken? 4.2. Opgaven die een beroep doen op het vermogen om passende spellings- en interpunctieregels toe te passen: kan de schrijver frequente woorden correct spellen? Kan de schrijver bepaalde regelmatigheden in de spelling correct toepassen? Gebruikt de schrijver leestekens en hoofdletters zo dat deze het tekstbegrip helpen ondersteunen? 19