Het luie oog (Amblyopie) Wat is amblyopie Amblyopie (in de volksmond "lui oog" genoemd) is een verminderd gezichtsvermogen van een oog. Dit slechtere zien wordt veroorzaakt door een storing in de normale ontwikkeling van het zien in de eerste levensjaren. Het is erg belangrijk om amblyopie vroeg op te sporen. Hoe vroeger de behandeling van het luie oog gestart wordt, hoe groter de kans is op het bereiken van een goed gezichtsvermogen. Het starten van een behandeling na het tiende jaar zal meestal geen verbetering meer opleveren. Het onderzoek van de ogen van uw kind vindt plaats op diverse tijdstippen; eerst op het consultatiebureau en later door de GGD. Het oogonderzoek is een onderdeel van het periodiek geneeskundig onderzoek. Bij twijfelgevallen wordt het onderzoek herhaald. Wanneer de bevindingen nog steeds twijfelachtig zijn of wanneer er werkelijk iets aan de hand is, wordt uw kind doorverwezen naar een orthoptist en/of oogarts. De ontwikkeling van het normale zien Een baby ziet bij de geboorte nog zeer slecht. Alleen voorwerpen op heel korte afstand (± 20 cm) worden door de baby gezien. In de eerste levensjaren ontwikkelt het gezichtsvermogen zich erg snel. Voorwaarden zijn wel dat de ogen in aanleg gezond zijn, dat er geen afwijkingen in de hersenen zijn en dat er een normale kijkomgeving is. Wanneer er sprake is van een stoornis in de ogen, hersenen of kijkomgeving, kan de ontwikkeling van het gezichtsvermogen stilstaan of zelfs achteruit gaan. De oorzaken van amblyopie 1. Refractieverschil (verschil in glassterkte): één oog lui Bij de leestest van uw kind op het consultatiebureau of bij de schoolarts is gebleken, dat het zien van één of beide ogen niet voldoende is. Uitwendig is er niets aan de ogen te zien. Uw kind heeft in de meeste gevallen ook geen klachten. Bij de oogmeting door de orthoptist/oogarts is gebleken, dat er een verschil in brilsterkte aanwezig is. Het oog dat het sterkste glas nodig heeft, heeft steeds een minder scherp beeld gezien. Daardoor is het mogelijk dat ook de ontwikkeling van het zien in de hersenen niet goed gegaan is. Belangrijk is nu dat uw kind de bril goed draagt. Wanneer blijkt dat de gezichtsscherpte met bril op rechts en links nog niet gelijk is, zal een amblyopiebehandeling volgen. 2. Grote refractieafwijking beide ogen (sterke bril nodig): twee ogen lui Bij de leestest van uw kind op het consultatiebureau of bij de schoolarts is gebleken dat het zien van beide ogen niet voldoende is. Uitwendig is er niets aan de ogen te zien. Uw kind heeft in de meeste gevallen geen klachten omdat hij/zij niet beter weet. Vaak valt het de ouders niet eens op dat het zien zo slecht is. Bij de oogmeting door de orthoptist/oogarts is gebleken dat er een bril nodig is met een hoge sterkte. De ogen van uw kind hebben nooit een scherp beeld gekregen. Daardoor is ook de ontwikkeling van het zien in de hersenen niet goed gegaan. Belangrijk is nu dat uw kind de bril goed draagt. Toch kan het zijn dat het zien rechts en links bij een vervolgcontrole nog steeds niet goed is. Dat komt omdat uw kind als het ware nog moet leren kijken en de hersenen nog in het zien getraind moeten worden. Des te jonger uw kind is en des te beter hij/zij de bril op houdt, des te eerder zal de gezichtsscherpte vooruit gaan. Soms kan er nog een amblyopiebehandeling nodig zijn. Pagina 1 van 4 3. Strabismus (scheelzien): één oog lui Bij de test op het consultatiebureau of bij de schoolarts is geconstateerd dat uw kind niet recht kijkt. Daarbij kan ook gebleken zijn dat de leestest van één of beide ogen niet voldoende is. Het is ook mogelijk dat verminderd zien is geconstateerd en dat pas bij controle door de orthoptist blijkt dat er sprake is van scheelzien. Uitwendig is er voor een leek niet altijd iets aan de ogen te zien. Soms is het wel duidelijk te zien dat een oog scheef staat. Meestal hebben de kinderen geen klachten. Bij scheelzien zijn de ogen niet op hetzelfde punt gericht. Er komen twee beelden de hersenen binnen die niet samengevoegd kunnen worden en er ontstaat een dubbel beeld. Bij jonge kinderen schakelen de hersenen automatisch het beeld van het scheelstaande oog uit om dubbelzien te voorkomen. Het scheelstaande oog wordt steeds minder gebruikt, het verleert het kijken en na een poosje wordt het amblyoop (lui). Strabismus en refractie-afwijkingen kunnen ook samen voorkomen. Belangrijk is nu dat er een goede amblyopiebehandeling gevolgd wordt, omdat dit luie oog nooit zomaar over gaat. Deze behandeling is alleen gericht op het verbeteren van het gezichtsvermogen. De oogstand wordt er niet rechter door en kan soms zelfs schever worden. 4. Afwijkingen van het oog zelf: één of twee ogen lui Bij de leestest van uw kind op het consultatiebureau of bij de schoolarts is gebleken dat het zien van één of beide ogen niet voldoende is. Uitwendig is er soms wel iets aan de ogen te zien. Uw kind heeft in de meeste gevallen geen klachten. Door een afwijking van het ooglid, van het hoornvlies (buitenste vlies van het oog), van de lens (binnen in het oog), van het glasvocht (een vloeistof in het oog) of van het netvlies (achterste vlies in het oog) krijgt het oog een niet helder of een niet scherp beeld. Hierdoor gaan er geen goede prikkels naar de hersenen waardoor de ontwikkeling van het zien achter blijft. Deze kinderen hebben soms ook een bril nodig. Een bril alleen zal het zien echter niet volledig verbeteren omdat er een storende factor aanwezig is. Soms kan er iets aan de kwaal gedaan worden. Soms wordt er een amblyopiebehandeling gegeven om ervoor te zorgen dat het oog met de kwaal niet nog slechter gaat zien. Amblyopiebehandeling 1. Oogpleisters De behandeling van het luie oog is erop gericht het luie oog te leren kijken. Het goede oog wordt afgeplakt met een speciale oogpleister om zo het luie oog te stimuleren om een betere gezichtsscherpte te ontwikkelen. Het aantal uren dat het dragen van een pleister per dag of per week nodig is, zal sterk afhangen van de gezichtsscherpte van het luie oog en van de leeftijd van uw kind. Hoe ouder het kind en hoe slechter de gezichtsscherpte is, des te langer zal de pleister op moeten. 2. Oogdruppels Een andere behandelingsmogelijkheid van het luie oog is het goede oog druppelen met pupilverwijdende druppels (atropine). Dit gedruppelde oog krijgt een vergrote pupil en kan dichtbij niet scherp zien zodat het amblyope oog gedwongen wordt dichtbij te kijken. Deze behandeling wordt gegeven bij kinderen die absoluut niet tegen een pleister kunnen of waarbij de ouders het kind niet kunnen dwingen de pleister op te houden. Pagina 2 van 4 Echter kinderen die gedruppeld worden, zien met het gedruppelde oog op afstand vrij normaal en dichtbij minder. Wanneer het luie oog erg lui is, zal het gedruppelde oog toch nog meer zien dan het luie oog en helpen de druppels niet. Kinderen die gedruppeld zijn hebben veel last van (fel) zonlicht. Nog een nadeel is dat de druppels giftig zijn. Er moet erg zorgvuldig mee worden om gegaan. 3. Speciale brillenglazen of contactlenzen Soms is het mogelijk om speciale brillenglazen of contactlenzen voor te schrijven. Er kan bijvoorbeeld voor het goede oog een glas voorgeschreven worden waardoor uw kind slecht ziet. Het risico is dan echter groot dat er over de bril wordt gekeken en het brillenglas totaal geen zin heeft. Duur van de amblyopiebehandeling De duur van de behandeling hangt af van hoe lui het oog is. Ook de leeftijd van uw kind speelt een rol. Bovendien is elk kind anders. Daarom wordt de behandeling precies op uw kind afgestemd. Wanneer het amblyope oog weer maximaal ziet, zal de behandeling langzaam afgebouwd worden. Deze geleidelijke afbouw is heel belangrijk. Immers zolang het oog in ontwikkeling is, kan voorkeur voor het oorspronkelijk goede oog weer optreden en de amblyopie terug keren. Zo kan de behandeling van een lui oog in de afbouwfase enkele jaren in beslag nemen. Uw kind helpen Voor een succesvolle amblyopie behandeling zijn de ouders en/of verzorgers van het kind het allerbelangrijkst! Zij moeten er voor zorgen dat het kind de oogpleister (ver)draagt en dat het lang genoeg wordt volgehouden. De orthoptist zal u hierbij zo goed mogelijk helpen. Het dragen van een oogpleister gaat niet altijd zonder problemen of protesten. Bij het begin van de behandeling zal uw kind wellicht verdrietig zijn als het merkt dat hij/zij nog maar met één oog mag kijken. Uw kind zal echter snel gewend raken aan het zien met het slechte oog. Afleiden is één van de beste methodes. Spendeer tijd met uw kind gedurende deze periode. Leg hem/haar uit waarom het belangrijk is dat de oogpleister gebruikt wordt en geef uw kind complimentjes. Stimuleren is het sleutelwoord voor een succesvolle behandeling en u bent daarbij de belangrijkste steun voor uw kind. Het belang van een goede amblyopiebehandeling Amblyopie is geen mankement maar een stagnatie in de ontwikkeling van het zien. Indien het niet juist wordt behandeld, blijft de gezichtsscherpte verminderd. Toekomstige beperkingen kunnen o.a. zijn in de keuze van beroepen, moeilijkheden met het behalen van het rijbewijs, werken met een beeldscherm, leesproblemen, hoofdpijn of concentratiemoeilijkheden, zeker wanneer het gezichtsvermogen van het goede oog door een ziekte of een ongeluk achteruit gaat. Tot slot Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u deze het best opschrijven en bij uw volgend bezoek stellen. Meer algemene informatie vindt u op de site van de Nederlandse Vereniging van Orthoptisten, www.orthoptisten.info. Evaluatie voorlichting Bent u van mening dat in deze folder bepaalde informatie ontbreekt, onduidelijk of onjuist is, dan horen wij dit graag. U kunt dit aangeven bij het Patiëntenvoorlichtingsbureau. Pagina 3 van 4 Telefoonnummers en adressen Polikliniek Oogartsen Locatie Deurne T: 0493 – 32 89 12 Locatie Helmond T: 0492 – 59 59 52 Patiëntenvoorlichting T: 0492 – 59 51 02 E: [email protected] Elkerliek ziekenhuis www.elkerliek.nl [email protected] Locatie Helmond Wesselmanlaan 25 5707 HA Helmond Locatie Deurne Dunantweg 16 5751 CB Deurne Locatie Gemert Julianastraat 2 5421 DB Gemert model 35115 ag 0212 Pagina 4 van 4