Lui oog - St Jansdal

advertisement
Uw kind moet er eerst aan wennen dat het
beeld aan één kant weg is en dat het slechter
ziet. Pas de eerste dagen op dat uw kind niet
van de trap valt of ergens tegenaan loopt. Laat
uw kind ook niet meteen fietsen met de pleister
op.
Schoolgaande kinderen kunnen op school
hinder ondervinden van het afgeplakte oog.
Overleg dan met de orthoptist of er misschien
buiten schooltijd geplakt kan worden.
Meestal zijn kinderen snel gewend aan het
‘anders’ kijken en redden ze zich prima met een
pleister op.
Risico’s aan de behandeling?
De volgende risico’s zijn verbonden aan de
behandeling.
Pleister in de mond
Bij jonge kinderen moet u oppassen dat ze de
pleister niet in de mond stoppen. Ze zouden
kunnen stikken.
(Verborgen) scheelzien
Een ander risico is, dat door het afplakken een
verborgen neiging tot scheelzien over kan gaan
in echt scheelzien. Uw kind kan dan na het
afplakken even heel scheel kijken en soms ook
last hebben van dubbelzien. Als dat maar een
paar minuten duurt, kan het geen kwaad.
Als het steeds langer duurt, neem dan contact
op met de orthoptist. Waarschijnlijk is het dan
beter om op een ander tijdstip of korter te
plakken.
Soms is het niet te voorkomen en wordt
het scheelzien steeds erger. In dat geval is
uiteindelijk een oogspieroperatie nodig om de
oogstand weer goed te krijgen.
Minder goed zien
Er is ook een risico dat het goede oog minder
gaat zien. Daarom houdt de orthoptist ook het
goede oog in de gaten.
Controle
Meestal slaagt de behandeling goed en gaat
het luie oog steeds scherper zien. Wel is het
vaak nodig om jarenlang door te gaan met
de behandeling. Regelmatig controleert de
orthoptist hoe het gaat. Meestal blijft een kind
tot ongeveer het twaalfde jaar onder controle.
Vragen
Mocht u na het lezen van deze folder vragen
hebben dan kunt u contact opnemen met
de orthoptist. Telefoonnummer polikliniek
oogheelkunde ziekenhuis St Jansdal:
(0341) 463751.
Voor meer informatie kunt u terecht op
www.orthoptie.nl
Ziekenhuis St Jansdal
Wethouder Jansenlaan 90 - Postbus 138 - 3840 AC Harderwijk
Telefoon 0341 46 39 11 - Internet www.stjansdal.nl
Harderwijk, mei 2017
CAZ OOG 22.05.17
Uitgave patiëntencommunicatie
Oogheelkunde
Lui oog
Amblyopie
Informatie over een lui oog
De orthoptist en de oogarts hebben de ogen
van uw kind onderzocht en geconstateerd dat
uw kind een lui oog heeft. In deze folder leest u
informatie over de oorzaken en de behandeling
van een lui oog.
Wat is een lui oog?
Een lui oog is een oog dat niet goed kan
zien, doordat er op jonge leeftijd te weinig
mee gekeken is. Omdat het oog niet goed
gebruikt is, heeft de gezichtsscherpte zich
niet goed kunnen ontwikkelen. Het is niet
altijd te merken dat iemand een lui oog heeft.
Het goede oog ziet vaak goed genoeg om de
slechte gezichtsscherpte van het luie oog te
compenseren.
Hoe ontstaat een lui oog?
De meest voorkomende oorzaken zijn:
1. Scheelzien
Wanneer scheelzien op jonge leeftijd ontstaat,
treedt er dubbelzien op. De hersenen
kunnen het beeld van het scheelstaande oog
onderdrukken om dit dubbelzien te voorkomen.
Echter, doordat het beeld wordt onderdrukt,
ontwikkelt de gezichtsscherpte van het oog zich
niet goed en wordt het oog lui.
2. Brilafwijking
Wanneer een oog op jonge leeftijd geen scherp
beeld ontvangt, ontwikkelt de gezichtsscherpte
van het oog zich niet goed en wordt het oog lui.
3. Organische afwijking
Bij een organische afwijking zoals staar,
troebeling van het hoornvlies of een hangend
bovenooglid ontvangt het oog geen scherp
beeld. De gezichtsscherpte van het oog van
een kind ontwikkelt zich daardoor niet goed en
wordt lui.
4. Combinatie
Ook een combinatie van 1, 2 en/of 3 is mogelijk.
Is behandeling nodig?
Een kind heeft zelf meestal geen last van een
lui oog. Het goede oog ziet immers voldoende.
Toch is het belangrijk dat een lui oog behandeld
wordt om de volgende redenen:
• Als er met het goede oog iets gebeurt en
het luie oog is niet behandeld, is er grote
kans op ernstige slechtziendheid.
• Twee ogen samen kunnen vaak scherper
zien dan één oog alleen. Als het luie oog
beter gaat zien, gaan de twee ogen samen
vaak ook beter diepte zien.
• Voor de uitvoering van verschillende
beroepen is het noodzakelijk twee goed
functionerende ogen te hebben.
• Een lui oog dat niet behandeld wordt, zal
in de regel steeds slechter gaan zien. Het
slechtziende oog kan op den duur scheel
gaan staan.
Hoe eerder het luie oog behandeld wordt, hoe
meer kans op twee ogen die scherp zien en
goed samenwerken.
Hoe wordt het luie oog behandeld?
Het luie oog wordt behandeld door:
• Het goede oog af te plakken door middel
van een pleister. Het luie oog wordt
dan gedwongen om zelf te gaan kijken.
Hierdoor leert het beter zien. Hoe lang
de pleister op moet en hoe vaak, is
afhankelijk van de leeftijd van het kind, de
ontstaansgeschiedenis van het luie oog en
hoe slecht het luie oog ziet. Zo’n pleister is
niet leuk, maar doorzetten is echt de moeite
waard! De orthoptist kan u hierbij helpen.
Mocht het afplakken echt niet lukken, dan is
het nog mogelijk oogdruppels te gebruiken
of een brilleglas af te plakken met behulp
van folie.
• Het corrigeren van de brilafwijking door
middel van een bril.
• Indien er sprake is van een organische
afwijking zoals staar zullen de oogarts en
de orthoptist u adviseren over de beste
behandeling.
Als de optimale gezichtsscherpte is bereikt,
moet het afplakken vaak nog jaren bijgehouden
worden, om te voorkomen dat het oog opnieuw
lui wordt. Geleidelijk wordt het afplakken
afgebouwd. Ook een bril kan soms geleidelijk
afgebouwd worden.
Bij scheelzien kan er nog een oogspieroperatie
nodig zijn om de ogen recht te zetten.
Heeft een kind last van de
behandeling?
Of een kind veel last heeft van de behandeling,
hangt af van hoe slecht het luie oog ziet en hoe
oud uw kind is.
Download