Lui oog (amblyopie)

advertisement
Lui oog (amblyopie)
Wat is orthoptie?
Orthoptie betekent letterlijk “recht kijken”. Een goede
samenwerking van de ogen is de basis voor een rechte oogstand;
beide ogen kunnen zich dan zo goed mogelijk ontwikkelen. Als er
iets mankeert aan de samenwerking tussen de ogen, de oogstand,
de oogspieren of de ontwikkeling van de gezichtsscherpte, wordt
een orthoptist ingeschakeld.
Lui oog?
Men spreekt van een lui oog als de gezichtsscherpte van het oog
ook met de juiste brilscherpte niet goed is doordat het oog zich niet
goed heeft kunnen ontwikkelen. In medische termen wordt een lui
oog, amblyopie genoemd.
In Nederland heeft ongeveer 4% van de bevolking een lui oog.
Een lui oog kan alleen ontstaan wanneer de ogen nog in
ontwikkeling zijn, dit zijn de (jonge) kinderjaren. Ook alleen in deze
periode is een lui oog te behandelen. Vroegtijdige opsporing van
een lui oog is daarom erg belangrijk. Hoe sneller er gestart kan
worden met de behandeling, des te groter de kans is dat de
maximale gezichtsscherpte behaald gaat worden.
Onderzoek van de ogen gebeurt op het consultatiebureau en door
de jeugdarts, als onderdeel van de PGO (periodiek geneeskundig
onderzoek). Bij afwijkende bevindingen wordt het onderzoek
eenmaal herhaald en in twijfelgevallen of bij afwijkingen wordt het
kind doorverwezen naar een orthoptist.
Oorzaken van een lui oog
Een lui oog kan verschillende oorzaken hebben.
Scheelzien
De ogen staan bij scheelzien niet op hetzelfde punt gericht. Het
beeld van het afwijkende oog wordt in de hersenen uitgeschakeld
om dubbelzien te voorkomen, hierdoor ontwikkelt het
scheelstaande oog zich niet en wordt een lui oog.
2
Brilafwijking
Een verschil in brilsterkte tussen de ogen veroorzaakt in één oog
een onscherper beeld op het netvlies. Dit onscherpe beeld krijgt
inde hersenen minder aandacht en wordt min of meer verdrongen,
hierdoor kan een lui oog ontstaan. Wanneer beide ogen een hoge
brilsterkte hebben kunnen beid ogen luit worden. Door het
afplakken verandert de brilsterkte niet. De brilsterkte kan wel
veranderen door de groei van het oog.
Afwijking van het oog
Een lui oog kan ook ontstaan door andere, zeldzame oorzaken
waardoor er geen scherp beeld op het netvlies gevormd kan
worden. Voorbeelden zijn een hangend ooglid, aangeboren staar of
een beschadiging van het hoornvlies
Erfelijke aanleg
Kinderen uit families waarin veel scheelzien, luie ogen of brillen
voorkomen, hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van
een lui oog.
Behandeling van het luie oog
Om een lui oog beter te laten kijken, moet een kind worden
gedwongen het luie oog te gebruiken.
Dit wordt bereikt door het goede oog een aantal uren per dag of
per week af te plakken.
Dit afplakken moet gedurende enkele maanden en soms zelfs jaren
worden volgehouden.
Hoe ouder het kind en hoe slechter de gezichtsscherpte, des te
langer moet er afgeplakt worden. Daarom is het belangrijk een lui
oog zo vroeg mogelijk te ontdekken.
3
De kinderen die een sterkteafwijking hebben, kunnen zo nodig een
bril met plus-of min glazen voorgeschreven krijgen of met
cilindrische glazen. In geval van een lui oog ten gevolge van een
sterkteafwijking, is het dragen van een bril soms al voldoende. Het
luie oog krijgt namelijk door de bril weer een scherp beeld binnen.
Als dit niet voldoende is, moet er naast het dragen van een bril ook
afgeplakt worden op het goede oog met als doel het luie oog extra
te stimuleren.
In geval van een lui oog ten gevolge van scheelzien vermindert het
scheelzien niet door het afplakken; de oogstand zal onveranderd
blijven of in heel sommige gevallen zelfs verslechteren.
In bepaalde gevallen zijn Atropine oogdruppels, die worden
toegediend in het goede oog, een alternatief voor afplakken.
Deze druppels zorgen ervoor dat de spieren, die het scherpstellen
van de ogen en de vernauwing van de pupil mogelijk maken, tijdelijk
niet meer kunnen werken. Het goede oog ziet dan met name
dichtbij wazig, waardoor het luie oog wordt gedwongen om te
kijken en daardoor beter ontwikkelt.
Redenen voor behandeling
Een kind heeft zelf meestal geen last van een lui oog. Het goede oog
ziet immers voldoende. Toch is het belangrijk dat een lui oog
behandeld wordt en wel om de volgende redenen:
• Als er met het goede oog iets gebeurt (bijvoorbeeld netvlies
afwijkingen ten gevolge van suikerziekte of bijvoorbeeld
vuurwerktrauma) en het luie oog is niet behandeld, is er grote
kans op ernstige slechtziendheid.
• Twee goede ogen zien samen beter dan één oog alleen.
• Twee goed ogen zien beter diepte.
• Voor sommige beroepen wordt een goed gezichtsvermogen van
beide ogen en/of een goede samenwerking tussen de ogen
gevraagd.
• Om aan de keuringseisen voor bijvoorbeeld een rijbewijs te
voldoen.
4
• Een lui oog dat niet behandeld wordt, zal in de regel steeds
slechter gaan zien. Voor de hersenen wordt het dan moeilijker
om de samenwerking vast te houden waardoor het slechtziende
oog op en duur scheel kan gaan staan.
Gevolgen voor het dagelijks leven
Het afplakken van het goede oog heeft gevolgen voor het zicht van
uw kind.
Zeker de eerste periode is het beeld tijdens het dragen van een
pleister wazig.
Ook ziet uw kind met de pleister op geen diepte en is het gezichtsveld kleiner. Extra voorzichtigheid is met name geboden in het
verkeer.
Schoolgaande kinderen kunnen op school hinder ondervinden van
het afgeplakte oog. Bespreek dit met de leerkracht: mogelijk is een
andere plek in de klas gewenst of is er extra tijd nodig bij het
schoolwerk.
Bij sommige kinderen gaat het afplakken heel makkelijk en zonder
protest. Andere kinderen vinden het afplakken heel vervelend.
Het afplakken kan vermoeiend zijn en voor jonge kinderen zelfs
beangstigend. Het is belangrijk dat ouders het jonge kind proberen
af te leiden en het wat oudere kind te motiveren de pleister toch te
dragen. Bijvoorbeeld een poster om de pleisters op te plakken,
stickers plakken bij volhouden of een beloningssysteem kunnen
daarbij soms helpen.
Oudere kinderen kunnen ook bang zijn voor de reacties van andere
kinderen op hun oogpleister. Gelukkig zijn er nu wel hele mooie en/
of stoere oogpleisters en komt het nog weinig voor dat er geplaagd
wordt met de pleister. Het kan helpen een spreekbeurt te houden
over het luie oog of de juf of meester te vragen wat over het
afplakken te vertellen in de klas (voordat gestart wordt met het
afplakken).
5
Meestal zijn kinderen echter snel gewend aan het afplakken en
redden ze zich prima met de pleister op. Bespreek met de orthoptist
wanneer het afplakken om welke reden dan ook niet goed lukt,
mogelijk kunnen er nog tips gegeven worden of kan een andere
behandelvorm geprobeerd worden.
Complicaties
Huidirritatie
De oogpleister die voor deze behandeling gebruikt worden, zijn
allemaal hypoallergeen. Dat wil zeggen dat er nauwelijks/geen
stoffen in zitten die allergische of overgevoeligheidsreactie
veroorzaken.
Roodheid bij het afhalen van de pleister trekt meestal snel weer
weg. Houdt de roodheid lang aan dan kunt u de pleisters eerst op
uw hand plakken om zo de kleefstof iets te verminderen.
Na afhalen van de pleister kan een vette crème gesmeerd worden.
U kunt ook altijd met de orthoptist overleggen om een ander merk
oogpleisters te proberen.
Scheelzien
Een weinig voorkomend risico is dat door het afplakken een
verborgen neiging tot scheelzien kan overgaan in scheelzien. Uw
kind kan dan na het afplakken even scheel kijken en soms ook last
hebben van dubbel zien. Als dit maar een paar minuten duurt, kan
dit geen kwaad. Als het steeds langer duurt, dient u contact op te
nemen met de orthoptist. Meestal wordt er dan voor gekozen om
op een ander tijdstip of korter te plakken.
In enkele gevallen kan toename van scheelzien door afplakken niet
worden voorkomen. In dergelijke gevallen is een oogspieroperatie
nodig om de oogstand weer goed te krijgen.
Vermindering gezichtsscherpte van het goede oog
Er is een heel klein risico dat het goede oog tijdelijk iets minder
gaan zien. Het afplakken wordt dan afgebouwd of gestopt, soms
moet het oorspronkelijke slechte oog tijdelijk afgeplakt worden.
6
Vergoeding
Oogpleisters worden niet gebruikt als verbandmiddel en moeten
daarom vergoed worden door uw verzekeraar.
Controle
Aan de buitenkant is niet te zien hoe het gaat met het luie oog,
daarom is regelmatige controle van de ontwikkeling van het zien
nodig.
Ook de gezichtsscherpte van het goede oog, de oogstand, de
brilsterkte en de samenwerking moeten worden gecontroleerd.
Deze controles moeten worden volgehouden tot de leeftijd van
10-12 jaar.
Een behandeld lui oog kan namelijk weer opnieuw lui worden in de
periode waarin de ontwikkeling plaatsvindt.
Wilt u meer informatie?
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, neem dan
contact op met uw behandelend orthoptist. Zij geeft u graag meer
informatie.
Meer informatie kunt u vinden op:
• www.orthoptie.cwz.nl
• www.orthoptisten.info
7
Adres en telefoonnummer
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
Weg door Jonkerbos 100
6532 SZ Nijmegen
8
G450-J / 04-13
Oogkliniek (B01)
Telefoon: (024) 365 82 15
Website: www.orthoptie.cwz.nl
Download