MANAGEMENT VAN DIERENARTS NAAR MEDI-ARTS John Schut* en Fred Schaeffer** In de voorgaande artikelen werd de diergeneeskundige actualiteit in een bedrijfskundig perspectief geplaatst. In het laatste artikel van deze reeks bespreken we de verandering van het maatschappelijk speelveld. Dat wordt groter en ingewikkelder. Daarbij heeft de practicus te maken met meer richtlijnen en controles via kwaliteitsrichtlijnen van de CKRD en ISO. De dierenarts is in dit speelveld een hoeder van de volksgezondheid en het dierenwelzijn en medeaanjager van duurzaamheidsontwikkeling van mens en dier in relatie tot het milieu. Met inbreng van een aantal materiedeskundigen werpen wij in dit artikel een blik op toekomst en stellen ons de vraag: wat wordt de toekomstige positie van de dierenarts? BEHOEFTE ALS LEIDRAAD VOOR De gezondheid van het dier is verweven met, dan wel de resultante van deze drie indicatoren. VERANDERING De dierenarts heeft dagelijks te maken met drie aandachtsvelden: de mens (inclusief zichzelf), het dier en het ecosysteem. Wanneer we mens, dier en ecosysteem beschouwen als afzonderlijk levende systemen met elk hun eigen behoeften, zijn daarin dan overlappende behoeften te ontdekken? Het dier Onderzoek van de Animal Science Group in Wageningen naar indicatoren voor welzijn geeft aan dat drie behoeften bepalend zijn voor dierenwelzijn: 1. goede voeding 2. goede huisvesting 3. ruimte voor soorteigen gedrag De mens De klinisch psycholoog Maslow kenschetst de menselijke behoeften(1) in vijf hiërarchische niveaus: 1. fysiologische behoefte 2. huisvesting en veiligheid 3. liefde en saamhorigheid 4. maatschappelijke erkenning 5. zelfverwerkelijking Het ecosysteem Wij beschreven eerder de kenmerkende factoren van het ecosysteem(2): 1. behoud van recurrentie 2. het behoud van het stelsel van regelkringen 3. groeiende verscheidenheid van verschijningsvormen ECOSYSTEEM MENS evolutie zelfverwerkelijking DIER dierenwelzijn maatschappelijke erkenning diversiteit liefde en saamhorigheid soorteigen gedrag stelsel van regelkringen huisvesting huisvesting recurrentie voeding voeding Figuur 1: parallelle behoeften 412 In deze behoeftepatronen zijn overeenkomstige niveaus te onderscheiden die een bijzonder licht werpen op hun onderlinge verhoudingen. Is dit een gemeenschappelijke bodem waarop onze opvatting over verandering kan aangrijpen? In Figuur 1 zijn de onderlinge overeenkomsten tussen de drie systemen inzichtelijk gemaakt. Net als bij de behoeftenhiërarchie van de mens is bij het dier en het ecosysteem een vergelijkbare behoeftenhiërarchie te onderscheiden. Vanzelfsprekend streeft het dier naar een veilige huisvesting, echter pas nadat voldoende voedsel beschikbaar is. Is het dier voorzien van voeding en huisvesting dan pas kan het dier zich richten op de ontplooiing van soorteigen gedrag. Hoewel de behoeften van de drie systemen natuurlijk van een andere maat en aard zijn, hebben zij zeer vergelijkbare kenmerken met zeer sterke onderlinge relaties. Er is in essentie geen verschil in de evolutionaire dynamiek van mens, dier en ecosysteem. Zij voldoen alle drie aan de kenmerken van zelforganiserende systemen. Met het stijgen van de beïnvloedingsmogelijkheden van de mens op * organisatieadviseur bij 4bkwadraat Cultuuradvies ** dierenarts en organisatieadviseur bij Curalis Dienstverlening BV. © 2012 Fred Schaeffer / John Schut nummer 12 2012 grondstoffen en bijbehorende productie processen. Wij verantwoorden ons intern en extern voor de duurzaamheid van onze productieprocessen door middel van een Triple-P rapport, dat wordt afgestempeld door accountants en samen met het jaarverslag meegeleverd. Uiteindelijk zul je met je productiesystemen nauwe aansluiting moeten houden met je omringende ecosysteem.” NIEUWE OVERTUIGINGEN zijn omgeving, op zijn milieu, wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de gevolgen van het menselijk handelen steeds groter. Maatschappelijke erkenning voor het dier en voor het ecosysteem is een kritische behoefte geworden voor de vitaliteit van de afzonderlijke systemen en hun samenhang. De erkenning van het welzijn van het dier loopt via de maatschappelijke erkenning van het ecosysteem als geheel. De dierenarts dient zichzelf wanneer hij deze parallelle hiërarchieën respecteert. Daarbij dient opgemerkt dat de parallelliteit geen prioritering impliceert. AFSTEMMING Wij introduceren in dit verband een nieuwe term: de MEDI-arts. MEDI-arts staat voor: Mens Ecosysteem Dier Integratie-arts. Integratie is het samenvoegen van verschillende componenten tot een groter geheel. De samenhang van de behoeften van mens, ecosysteem en dier en de hiërarchie daar- in staan centraal. Dierenartsen hebben in het MEDI-verband een verantwoordelijke strategische en integrerende positie. PAUL VAN DONGEN Paul van Dongen is als ingenieur betrokken bij de verbetering en ontwikkeling van productieprocessen bij DSM: nummer 12 2012 Zo zijn we in een partnership met het wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties zeer actief betrokken bij voedselhulpacties. Om te zorgen dat hongerende mensen naast alleen koolhydraten ook essentiële vitamines binnen krijgen, hebben we hiervoor een speciale vitaminemix ontwikkeld. Die mix kan als een strooisel over de rijst. Dit zien wij als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, die vanuit het hoogste managementniveau wordt uitgedragen. Ik weet weinig van diergeneeskunde, maar kan wel iets zeggen over de duurzaamheid in productieketens gericht op kwaliteit. Als ik kijk naar de milieu-impact van de vleesproductie verbaas ik me over de enorme hoeveelheid water die nodig is voor een kilo rundvlees. Dat valt mij op omdat we bij DSM veel aandacht hebben voor de waterkringlopen in relatie tot onze productieprocessen. Als we in waterschaarste gebieden zitten, dan proberen we juist het verbruik zo veel mogelijk te beperken. En met een lifecycle assessment bepalen we de ecologische footprint van onze producten. Als onze producten en productieprocessen dan beter zijn dan andere en vergelijkbare producten, dan krijgen ze de ECOplus status mee. In de productieketens beoordelen wij niet alleen onszelf, maar ook onze toeleveranciers. We kijken dus bij de inkoop niet alleen naar de prijs, maar ook naar de milieu-impact van die De MEDI-arts is bij uitstek de verbindende adviseur van de boer of huisdiereigenaar. Dit gaat veel verder dan: wat is de bijdrage van dit dier aan mijn praktijkomzet? Voor de bezitter van het gezelschapsdier zal de positie van de dierenarts als gesprekspartner en welzijnshoeder steeds belangrijker worden. Voor de diereigenaar is de dierenarts aanspreekbaar ten aanzien van het welzijn van het dier, van de diereigenaar en van hun omgeving. Ook over even banale als cruciale praktische zaken als hondenpoep of harenoverlast maar ook over complexere vraagstukken als zoönosen, diergedragsproblemen, fokkerijproblemen, allergieën en meer. KONINGIN VAN DE DUURZAAMHEID: BÈTAMEISJE WORDT ALPHAVROUW Marjan Minnesma, directeur van actieorganisatie Urgenda, is voor de tweede keer op rij gekozen tot duurzaamste Nederlander. Minnesma scoorde het hoogst op daadkracht en op innovatie bij de experts die de Duurzame 100 hebben samengesteld; “Na mijn atheneum wilde ik dierenarts worden. Ik was een bètameisje van 18. Toen ik het universitaire studieprogramma onderzocht, bleek dat ik 413 ▲ “DSM is een bedrijf dat zich bezig houdt met Life Science en Material Science (van vitamines tot een super sterke vezel). De MEDI-arts is in staat om in brede termen te denken. Het bevorderen van de maatschappelijke erkenning voor de positie van het dier dicteert een andere vraagstelling bij het kijken naar dier en milieu: wat is de bijdrage van dit dier, deze boerderij, dit glas melk, deze parkiet aan de duurzaamheid van het ecosysteem? Hoe kan ik mijn kundigheid inzetten om het welzijn te versterken? ▲ nummer 12 2012 idealen en zeker niet over wetenschappelijk onderzoek. Uiteindelijk gaat het om de gezondheid van de dieren én de mensen. De voorlopers in duurzaamheidsontwikkeling bij zowel boeren als veeartsen moeten gestimuleerd en ondersteund worden. De verandering moet komen uit het particuliere initiatief, van de overheid hebben we weinig te verwachten. Deze vraagstukken zijn actueel en worden breed uitgemeten in de media. Daar moet je als beroepsgroep bovenop zitten. Ik mis de dierenarts in het publieke debat. Ze zijn misschien wel druk met elkaar maar ik zie ze niet bij Pauw en Witteman, Knevel en Van de Brink of op Facebook en Twitter als er weer iets speelt op het gebied van grootschalige dierziekte of antibioticagebruik. De dierenartsen moeten misschien niet vooraan staan in deze discussie. Ze kunnen wel een belangrijke rol vervullen. Ik spreek met heel veel partijen in het publieke debat en dierenartsen zijn nu juist zo geschikt om vanuit hun praktijk, input te geven aan de beleidsmakers. Dierenartsen moeten veel meer doen om de agenda te bepalen van het debat. En dat doen ze niet.” NIEUWE MISSIE De MEDI-arts zal meer verantwoording oppakken in de bewaking van de humane gezondheidszorg. De KNMvD ondersteunt deze gedachte met de introductie van het One Health principe. Hierin is met name veel aandacht voor de samenwerking met humane deskundigen op het gebied van zoönosen. Door deze samenwerking zal meer ruimte ontstaan om de specifieke competenties van de dierenarts in bredere zin inzetbaar te maken. De dierenarts kan bij uitstek het overzicht bewaren en daarbij ook aan de uitvoering deelnemen. In een complex ecosysteem is de dierenarts-generalist met zijn/haar brede gezichtsveld van onschatbare waarde bij het verbinden van vele specialismen. Zo zou ook de faculteit van diergeneeskunde, naast het scholen van vele gespecialiseerde dierenartsen, over kunnen gaan op het scholen van integrerende MEDI-artsen. ‘Huisartsen voor dieren’ en ‘Boerderijartsen’. Dierenartsen die optreden als moderator van beeldvorming en besluitvorming bij interdisciplinaire samenwerking op de boerderij en in de dierzorgketens en de voedselproductieketens. Die dierenartsen communiceren net zo makkelijk over een jaarbalans als over achtergronden van heftige emoties of over de grondslagen van gezondheidswinst. Zij kennen de invloeden van vleesproductie op het ecosysteem en vice versa. Zij kunnen verklaren waarom bejaarden met huisdieren gezonder zijn of hoe een ecologische voetafdruk tot stand komt. ORGANISATIESTRUCTUUR VAN PIRAMIDAAL NAAR NETWERKEN De praktijken zullen meer externe deskundigheid ontsluiten. Daarmee kunnen zij de bredere dienstverlening bieden die de complexe vraagstelling vereist. De beschikbaarheid van verbindingen met vele disciplines wordt voorwaardelijk voor een goed functionerende praktijk. Nieuwe kansen liggen er voor coöperatieve diergezondheidscentra die in staat zijn om zowel de breedheid van de gevraagde dienstverlening te bieden alsook de benodigde diepte. Met als gevolg dat generalisten en specialisten in één team werken. Dit team zal bovendien met externe kennis en kunde versterkt worden. Zoals bij de dierenarts die samen met de hoefsmid een hoefbevangen pony behandelt of samen met een geriatrisch arts de zorg voor de dieren van de ouderen in een bejaardenhuis op zich neemt of samenwerkt met de technisch specialist van de melkrobot bij chronisch verhoogde celgetallen. Andere vakoverschrijdende voorbeelden zijn biotechnische oplossingen zoals de pacemaker die beschikbaar kwam door nauwe samenwerking tussen instrumentmakers, medici en fysiologen en het revalidatiebad voor honden voortgekomen uit samenwerking tussen fysiotherapeuten, industrieel ontwerpers en dierenartsen. De dienstverlening vanuit dergelijke gezondheidscentra zal een veel breder spectrum bestrijken dan kleinere praktijken kunnen bieden. De kleinere praktijken hebben evenzeer bestaansrecht op basis van het kunnen inspelen op lokale of specifieke behoeften. WIE IS DE KLANT? Tot voor kort was de opdrachtgever van de dierenarts vrijwel altijd de eigenaar van het dier. In de toekomst zullen daar andere partijen bijkomen, 415 ▲ allemaal dingen moest doen met dieren die ik onzinnig vond en waar ik niet onderuit kwam. Toen heb ik uiteindelijk gekozen voor de studies bedrijfskunde, rechten en filosofie met keuzevak ethiek. Die combinatie komt goed van pas in mijn huidige werk op het gebied van duurzaamheid. Wat betreft de duurzaamheid in de diergeneeskunde zie ik veeartsen en huisdierenartsen toch als verschillende beroepsgroepen, hoewel ze allebei over moeten stappen naar een geneeskunde die gericht is op preventie in plaats van op handelingen verkopen. De duurzame samenleving, vrij vertaald de houdbare samenleving, gaat over de vraag: hoe houden we voor onze kinderen en kleinkinderen een samenleving in stand waar het prettig toeven is? Wij pleiten voor een samenleving die meer overgaat van de consumptie van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Van de overblijvende dierlijke eiwitconsumptie wil je dan dat die zo gezond mogelijk is en het dier een zo dierwaardig mogelijk leven leidt. Waarbij ik niet zie dat de mens boven het dier staat en wij het maar als een soort productiemiddel moeten houden. Dan kom je al gauw op de discussie rond de megastallen. De laatste jaren zijn er veel incidenten rond dierziektes en discussies over antibioticagebruik geweest. Daarin speelt de dierenarts een belangrijke rol. We moeten van ziektebestrijding naar ziektepreventie. Dan kom je al gauw op de vraag: waar haalt de dierenarts zijn inkomen uit? Misschien moeten we wel toe naar een zorgabonnement op de dierenarts. Ik heb ook een onderhoudsabonnement op mijn CV-ketel. Eén keer per jaar komt de monteur langs om te controleren of alles in orde is. Als er iets mis is wordt het gerepareerd. Ik heb zelf drie katjes op mijn boerderij. Misschien komt straks de dierenarts een paar keer per jaar om te checken of alles in orde is. Wat mij betreft zou dat kunnen. Met een vast bedrag per maand kom je dan ook niet voor onverwacht hoge kosten te staan. Voor de veehouders zou je hetzelfde kunnen doen. Een zorgabonnement voor de hele veestapel. Bij de stap naar een duurzame veehouderij kan de overgang van fossiele naar duurzame energie wellicht als voorbeeld dienen. Je moet de dierenartsen en de boeren doelgericht benaderen. Laat de voorlopers op het gebied van duurzaamheid aan het woord. Benadruk als dierenarts de economische voordelen. Heb het niet over Volgende. Bent u samen? ▲ de belangrijkste daarvan is de eindconsument van producten van dierlijke oorsprong. De bredere verantwoordelijkheid van de dierenarts in het MEDI-verband betekent dat het veel vaker zal voorkomen dat de overheid, ketenpartijen, zorginstellingen, industrie, consumentenorganisaties, melkcoöperatie, onderzoeksinstellingen of partners in de humane ketenzorg opdrachten geven aan de dierenartsen. Niet alleen voor veterinaire handelingen of medicatie maar ook voor informatie en adviesopdrachten. Deze bredere taakstelling vereist een herijking van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en rolverwachting. EVELINE MUS Eveline Mus, allround dierenarts met speciale interesse in One Health, duurzaamheid en klimaatverandering heeft hierover een duidelijk standpunt: nummer 12 2012 ROALD VAN NOORT Een belangrijk nieuw aspect van het werk van de dierenarts is dat het werk meer en meer onderdeel is van een groter speelveld met gedeelde verantwoordelijkheden ten aanzien van diergezondheid, dierenwelzijn, milieueffecten, volksgezondheid en voedselveiligheid. Het zich ontwikkelende speelveld van de dierenarts kenmerkt zich, net als het globale ecosysteem, door een groeiend aantal spelers met een toename van onderlinge relaties. Een belangrijke deelnemer in dit verbrede speelveld is de CRV dat met 1500 medewerkers en een omzet van 170 miljoen wereldwijd marktleider is in rundveeverbe- tering. De CEO, Roald van Noort, houdt zich onder meer bezig met mondiale landbouwontwikkeling in relatie tot de wereldvoedselproblematiek. Aan hem de vraag of er op termijn voldoende voedsel voor iedereen kan zijn en welke rol daarin is weggelegd voor de dierhouderij en dierenarts. Roald van Noort: “Willen we in 2050 in staat zijn om negen miljard aardbewoners te voeden met de huidige productietechnologie, dan hebben we vier planeten nodig. Geen geruststellende gedachte. De agrosector heeft als belangrijkste taak om voldoende en ook duurzaam voedsel te produceren. Er moeten daarvoor rigoureuze keuzes worden gemaakt! Het boerenbedrijf van de toekomst stoelt op drie pijlers: voedselzekerheid, energieproductie (biobrandstof) en de reductie van fijnstof. Ik pleit daarom voor een schaalvergroting in de landbouw. Er moet in de toekomst niet alleen meer voedsel geproduceerd worden, de kwaliteit en diversiteit van het voedselaanbod zal ook moeten toenemen met het oog op de volksgezondheid. Kennis van de epigenetica zal een sterk verfijnd eisenpakket geven ten aanzien van de gezondheidsbepalende factoren van voeding. De samenstelling van voedingsmiddelen zal in de toekomst volledig afgestemd zijn op ons genenprofiel. De consument loopt dan met een voedselscanner in zijn mobieltje door de supermarkt om het product te vinden dat het beste bij het eigen DNA-profiel past. Om zo gezond te blijven. Innoveren is het toverwoord voor zowel de voedselproducent, voor de verwerkende industrie als voor zorg- en dienstverleners aan deze sectoren. En dat biedt ook nieuwe kansen voor de dierenartsen. Deze kunnen bijvoorbeeld in multidisciplinaire samenwerking met landbouwdeskundigen tot verfijning en verdieping van de dienstverlening aan de innoverende voedselketen komen. De nieuwe dierenarts is in staat om de voortrekkersrol in die innovatie te verduurzamen.” ECOLOGISCHE ICT Het informatiesysteem van de MEDIarts moet één op één aansluiten op de ecologische werkelijkheid en is te definiëren als een ecologisch ICTsysteem. Een ideaal ecologisch infor- 417 ▲ “Vorig jaar heb ik mijn carrière als allround practicus onderbroken voor een MSc-opleiding Wild Animal Health in Londen. Hier ben ik gaan inzien dat juist onze beroepsgroep, door de zeer brede opleiding en oriëntatie, beschikt over inzicht in de samenhang van humane gezondheid, diergezondheid, ecosystemen en landbouw. De huidige voedselproductiesystemen zijn erg belastend voor dier en milieu en schieten op verschillende fronten tekort. En dat in een wereld waarin we de komende veertig jaar nog twee miljard extra monden krijgen te voeden! In de diergeneeskunde zien wij daarnaast opkomende infectieuze ziekten overgebracht door muggen en teken, maar wel als gevolg van klimaat veranderingen en de afname van biodiversiteit. Als we de aarde ook voor de generaties na ons netjes willen achterlaten is het noodzakelijk te zoeken naar economisch, ecologisch en sociaal duurzame oplossingen. Dit is dé uitdaging voor ons vakgebied. Ik vind dat we als beroepsgroep te veel naar binnen hebben gekeken en te bescheiden zijn geweest. We hebben met onze klinische mogelijkheden een belangrijke onderbelichte maatschappelijke verantwoordelijkheid op het vlak van One Health, duurzaamheid en goede voedselvoorziening. In hoeverre we deze handschoen oppakken zal voor een belangrijk deel onze rol in de samenleving van morgen bepalen. Wie die rol zal vervullen is de vraag. Want zal een middelbare scholier voor het beroep van dierenarts kiezen, als de berichtgeving in de media het beeld oproept van een beroepsgroep die overmatig antibiotica gebruikt, een rol speelt in de bioindustrie en ingezet wordt bij ruimingen? Een weinig inspirerend imago en net zo eenzijdig als het voormalige romantische beeld van de dierenarts. Er wordt gesuggereerd dat de beroepsgroep feminiseert. Afnemende status en teruglopend inkomen zouden mannelijke middelbare scholieren weerhouden voor het beroep te kiezen. Ik betwijfel dit. We hebben als beroepsgroep nog steeds het imago van (zeer) goed verdienend. Buiten de diergeneeskunde ben ik nog niemand tegengekomen die van de inkomensrealiteit op de hoogte is. Inkomen en status zijn mijns inziens niet de prikkels die ons goede dierenartsen brengen. De samenleving heeft dierenartsen nodig die bewust kiezen voor de inhoud van ons vak. Een mooi vak met een dynamische toekomst midden in de maatschappij. Een beroep dus voor slimme vrouwen én voor slimme mannen. Als we dat collectief invullen en uitdragen volgen de passende status en inkomen vanzelf.” ▲ matiesysteem gedraagt zich volgens dezelfde principes als het ecosysteem. Deze principes hebben wij samengevat als een trias eco-informatica. DE TRIAS ECO-INFORMATICA (SCHUT - SCHAEFFER) Een ecologisch informatiesysteem is een: 1. half open systeem 2. waarin elke regelkring in aanleg een leerkring is 3. waarvan de levensduur van het systeem is opgenomen in het ontwerp KENMERKEN VAN EEN ECOLOGISCH Figuur 3: Mieren vormen een netwerk met hun voelsprieten om te komen tot oplossingen en samenwerkingsgedrag INFORMATIESYSTEEM Wat zijn nu volgens deze trias de onderscheidende kenmerken van een ecologisch ICT-systeem? In Figuur 2 staan de kenmerken naast elkaar van het traditionele informatiesysteem, het ecologisch informatiesysteem en het ecosysteem zelf. Een belangrijk onderscheid tussen het ecologisch ICT-systeem ten opzicht het traditionel ICT-systeem is de netwerkfunctie. Met continue externe referentie kan het ecologisch systeem de interne kennis van processen en data toetsen, spiegelen en aanpassen aan externe informatie, richtlijnen en normen. De ecologische ICT informeert bovendien en stuurt interne processen aan. Beleidsnormen worden zo via richtlijnen doorgevoerd tot op de werkvloer. Tegelijkertijd worden de praktijkervaringsgegevens teruggemeld naar beleidsniveau. Die terugkoppeling garandeert dat elke richtlijn een leerkring heeft. Zo kenmerk systeem complexiteit bouwplan systeem structuur uitwisselingsstandaard bediening sensorische data regelkring referentie dataverwerking data-interpretatie leerkring ontstaat wederkerige aansturing op basis van de toetsing van de richtlijnen aan de actualiteit van de werkprocessen. Deze terugkoppeling is onontbeerlijk voor een ecologisch informatiesysteem en leidt tot voortschrijdend inzicht in een lerende organisatie. Men werkt volgens een dynamische collectieve richtlijn, waarvan de norm voortdurend wordt geoptimaliseerd. Hiermee komt de best passende functionele afstemming binnen het MEDI-verband tot stand. Een uniforme uitwisselingsstandaard met een universele code is daarvoor voorwaardelijk. Het ecosysteem kent als universele code de genetische digitale code geschreven met de vier basen: guanine, cytosine, adenine en thymine. ICT gebruikt daarvoor het binaire systeem. Met de binaire code kan de genetische code volledig gespiegeld worden. Van vitaal belang is de mogelijkheid om bij overgang op een nieuwe systeemgeneratie de beschikking te houden traditioneel informatiesysteem over data door opslag in een universele code. De binaire code voldoet aan deze standaard. De binair opgeslagen data moeten beschikbaar en inzetbaar blijven voor volgende generaties ecologische informatiesysteem. De procesaansturende mogelijkheden van ecologische ICT zijn optimaal bij goed gedetermineerde data, maar kunnen nooit leiden tot volledige robotisering. De dierenarts blijft onontbeerlijk op twee gebieden, aangeven onderin Figuur 2. Onmisbaar is zijn interpretatiekracht en zijn vermogen tot triple loop learning. Weliswaar zijn de mogelijkheden van ICT steeds fijnmaziger en sensitiever, echter in complexe beslissingsmodellen is de menselijke geest vooralsnog voorzien van de beste software. Met zijn interpretatiekracht kan de dierenarts de deels ongedetermineerde klinische data steeds opnieuw wegen en duiden. ecologisch informatiesysteem ecosysteem hoog gesloten hiërarchisch afwezig expert registratie afwezig intern registratie hoogst hoger half open half open netwerk netwerk uniform uniform universeel universeel verwerkbaar verwerkbaar aanwezig aanwezig intern en extern intern en extern registratie + interpretatie + sturing registratie + interpretatie + sturing + toetsing + toetsing afwezig complex eenvoudig TRADITIONEEL MEDI-arts single loop triple loop double loop © 2012 John Schut Figuur 2: Kenmerken van informatiesystemen 418 nummer 12 2012 De ruimte voor interpretatie door de MEDI-arts moet ingebed zijn in het ontwerp, de professionele interpretaties moeten echter wel registreerbaar en communiceerbaar zijn. RICHTLIJNEN EN WERKWIJZE Wanneer op beleidsniveau helderheid is gecreëerd over de strategie en doelen van een MEDI-systeem kunnen besturingsafspraken naar voren komen in de vorm van richtlijnen. De discussie rond de totstandkoming van de richtlijnen vanuit het CKRD in de diergeneeskunde is hiervoor een goed voorbeeld. De richtlijnen zijn er niet voor cosmetische of voor juridische dekking van beleidsmakers maar moeten voortkomen uit, en functioneel geïntegreerd zijn in, de werkprocessen van de MEDI-artsen. Dit vraagt om een begrijpelijke en gedragen systematiek. Een stelsel van formele richtlijnen met standaardisering waar mogelijk en vrijheid waar nodig. Daarmee worden de dagelijkse werkprocessen ingericht. Die inrichting is omschreven in Figuur 3. In het model geven de pijlen naar rechts de verschillende processtappen aan van een systematiek die richtlijnen werkzaam maken van beleidsniveau tot op de werkvloer en terug. De pijlen naar links geven de feedback mechanismen aan, deze maken van de regelkring een leerkring. De leerkringen zorgen voor voortschrijdend inzicht, verfijning en groei. Zonder deze leerkring loopt een richtlijn vroeger of later achter bij de dagelijkse praktijk en wordt standaardisering een vorm van geschiedschrijving in plaats van een weg naar kwaliteitsverbetering. De nummer 12 2012 RICHTLIJN deeltaak taakregel taakregel normtaak deeltaak taakregel werkplan formulier taakregel deeltaak uitvoering DATA Dat betekent in de praktijk dat de dierenarts eerst controleert of er een richtlijn bestaat voor een bepaalde (klinische) vraagstelling. Vervolgens beoordeelt deze of de richtlijn passend is voor die situatie, om daarna te beslissen volgens deze richtlijn te gaan werken dan wel daar onderbouwd van af te wijken. Deze manier van werken behelst ook het principe van triple loop learning; andere betekenis geven, anders denken, anders doen, wanneer de situatie hierom vraagt. De dierenarts kan met zijn interpretatiekracht en leervermogen gekoppeld aan het ecologisch ICT-systeem de best passende diergeneeskundige dienstverlening bieden. taakregel taakregel taakregel © Fred Schaeffer Figuur 3: Het ecologische informatiesysteem van de MEDI-arts MEDI-arts echter kan te allen tijde onderbouwd en geregistreerd afwijken van de standaard(3). Hij handelt dan weliswaar buiten de richtlijn, maar biedt wel de best passende oplossing. Als noodzakelijke afwijking van een richtlijn vaker en bij meerdere collega’s optreedt leidt dit via de leerkring tot bijstelling van de richtlijn. De implementatie van de dynamische richtlijnen krijgt via normtaken gestalte in het werkplanformulier. In het werkplanformulier zijn de richtlijnen opgenomen als vooringerichte, indicatiespecifieke werkprocessen. Daarin treffen we vele componenten aan zoals de standaard invulvelden van patiëntonderzoek, indicatie, therapievoorstel, kostenopbouw, werkprotocol, rollen en methoden. Tevens is in het werkplanformulier plaats ingeruimd voor interpretatie, stappenplannen, én wederom de mogelijkheid om op alle punten onderbouwd af te wijken. De rijkdom aan onderbouwde professionele kundigheid wordt zo een vanzelfsprekende mogelijkheid van heldere terugkoppeling naar de beleidsvormende organen en waar nodig naar externe partners in het totale MEDI-verband. Deze werkwijze biedt de borging van een voortschrijdend inzicht van de MEDI-arts en voor het vertrouwen in de MEDI-arts als kennisautoriteit. ring. De dierenarts wordt een MEDIarts in een groter speelveld en met andere verantwoordelijkheden. De MEDI-arts is een betrouwbare kennisautoriteit, een kundige verbinder van dienstverleners aan dier, mens en milieu. De MEDI-arts heeft aandacht voor een duidelijk imago. De MEDIarts is impliciet ook een MEDIA-arts die steeds bereid is zich ook in de media publiekelijk te verantwoorden. Meer dan ooit liggen er maatschappelijke taken en verantwoordelijkheden die vragen om diergeneeskundige invulling. Nooit eerder deed de samenleving een veelomvattender appèl op de kennis en kunde van de dierenarts. De kansen zijn groot. De MEDI-arts is aan zet. ■ Fotoverantwoording Pasfoto Eveline Mus: Evelein Mesman fotografie Referenties 1. Artikel DIER•EN•ARTS; duurzaamheid deel 2: ‘Slechts door dienen komt men tot heersen’ 2. Artikel DIER•EN•ARTS; duurzaamheid deel 1: ‘Inzicht en uitzicht’ 3. Artikel DIER•EN•ARTS; ‘Centraal Kwaliteitsregister diergeneeskunde: einde of begin van de dierenarts als professional’ SAMENVATTING VAN DEZE REEKS ARTIKELEN In deze reeks artikelen werd een beeld geschetst van de veranderingen in de diergeneeskunde. De diergeneeskunde is in beweging van een klassieke naar een duurzame benade- 419