Positieve hersenspoeling

advertisement
Positieve
hersenspoeling
is CBM de therapie van de toekomst?
Een spelletje op je smartphone als vaccin tegen angst of somberheid?
Zover is het nog niet, maar wetenschappers werken hard aan o
­ nline
therapievormen die je onbewuste de ­zonnige kant op sturen.
Tekst: Eva Schram Beeld: Raoul Deleo
K
un je met een spelletje op je smart­
phone of computer afkomen van
je angsten of verslaving? Zonder
ooit een therapeut te spreken? Het klinkt
misschien als toekomstmuziek, maar op
dit moment doen wetenschappers veel
onderzoek naar cognitive bias modification (cbm), een vorm van online the­
rapie die je brein traint om negatieve
denkpatronen – biases – te doorbreken.
Eva de Hullu promoveerde in mei aan
de Rijksuniversiteit Groningen op een
onderzoek naar preventief gebruik van
cbm bij licht sociaal angstige adolescen­
ten. ‘Als je bijvoorbeeld angstig bent,
denk je steeds op dezelfde, negatieve
manier. Je denkpatronen zijn een soort
ingesleten sporen. cbm kan je door mid­
del van een computertraining op een
ander spoor zetten.’
cbm wordt onderzocht als mogelijke
therapie bij verslavingen als eetstoornis­
sen, depressies en angststoornissen. De
basisaanname is dat dergelijke psychische
aandoeningen veroorzaakt worden door
vertekeningen bij de informatieverwer­
king in de hersenen: biases. ­Patiënten
krijgen meestal cognitieve gedragsthera­
pie. Daarbij probeert de therapeut de
­patiënt bewust te maken van zijn inge­
sleten denkpatronen (‘Hij vindt me vast
niet aardig’), zodat de patiënt die zelf
kan veranderen. cbm daarentegen helpt
82
psychologie magazine oktober 2012
de deelnemer door middel van een com­
putertraining de biases onbewust af te
leren. In feite word je op een goede ma­
nier gehersenspoeld.
Plaatjes wegduwen
Er zijn verschillende soorten biases
die elkaar activeren en versterken. Zo
zal iemand met een alcoholverslaving
meer aandacht hebben (attention bias)
voor prikkels die met alcohol te maken
hebben dan iemand zonder deze versla­
ving. Zo’n prikkel kan een glas wijn zijn,
maar ook iets wat de alcoholverslaafde
aan wijn doet denken. Er speelt dus een
geheugenvertekening (memory bias),
waardoor onbewust verbanden worden
gelegd tussen alcohol en allerlei gewenste
effecten, bijvoorbeeld opwinding of
ontspanning. Ten slotte wordt ook de
toenaderingsneiging (approach bias)
­geactiveerd, waardoor de verslaafde ge­
neigd is de drank naar zich toe te halen.
Reinout Wiers is hoogleraar psycho­
logie aan de Universiteit van Amsterdam
‘Denkpatronen ­
zijn een soort
­ingesleten sporen.
Dit is een therapie
die je op een ander
spoor kan zetten’
en heeft met zijn team onderzoek gedaan
naar het gebruik van cbm bij verslavin­
gen. De toenaderingsneiging werd ge­
test met een training waarin deelnemers
met een joystick plaatjes op het compu­
terscherm moesten wegduwen of naar
zich toe trekken. Een dichterbij getrok­
ken plaatje werd groter, terwijl een weg­
geduwd plaatje juist kleiner werd. Wiers:
‘De opdracht was om liggende plaatjes
van je af te duwen en staande plaatjes
naar je toe te trekken. De plaatjes die met
alcohol te maken hadden, werden steeds
in liggende positie weergegeven, zodat
de deelnemers erin trainden om alcohol
van zich af te duwen.’ De training werd
gegeven in een afkickkliniek, naast re­
guliere gedragstherapie. Na een jaar
had 40 procent van de onderzoeksgroep
een terugval. Van de controlegroepen
die alleen cognitieve gedragstherapie
hadden gekregen met een placebo-ver­
sie van de training of zonder training,
had ruim 50 procent na een jaar een te­
rugval. Wiers en zijn collega’s hebben
die uitkomsten kort geleden opnieuw
gemeten in onderzoek. ‘Het was dus
geen toevalstreffer,’ zegt hij.
Onterechte interpretatie
Het meeste onderzoek naar cbm is tot
nu toe gedaan bij mensen met angst­
stoornissen. Angstige mensen hebben
onder andere een aandachtsbias, waar­
door ze meer bedreigende factoren zien
dan andere mensen. In een groep focus­
sen ze bijvoorbeeld meer op gezichten
met een negatieve dan met een neutrale
of positieve uitdrukking. Ook hebben
angstige mensen een interpretatiebias,
waardoor ze een onduidelijke sociale
­situatie vaak negatief in­ter­preteren.
Onderzoekster Eva de Hullu geeft een
voorbeeld: ‘Als iemand met sociale angst
op straat een collega tegenkomt die hem
niet groet, gaat hij ervan uit dat de col­
lega hem niet mag en hem expres negeert.
Terwijl de collega misschien in gedachten
verzonken was en hem niet gezien heeft.’
Dat zijn volgens haar gedachten die ie­
dereen weleens heeft. ‘Maar bij mensen
met een angststoornis staat de angst een
normaal functioneren in de weg. Er zijn
veel mensen die echt last hebben van
angsten, maar die geen hulp zoeken.
Voor hen zou een computertraining als
cbm een uitkomst kunnen zijn.’
Minder positieve resultaten
Uit een aantal Amerikaanse onder­
zoeken is naar voren gekomen dat de
aandachtsbias bij angststoornissen kan
worden veranderd. Na de trainingen
l­ eken deelnemers minder angstig, door­
dat ze onbewust hadden geleerd nega­
tieve prikkels te negeren. Maar niet alle
wetenschappers zijn overtuigd door
deze positieve resultaten. De Leidse
hoog­leraar Willem van der Does heeft
ook onderzoek gedaan naar de aan­
dachts­bias bij angststoornissen. Hoewel
zijn bevindingen nog niet zijn gepubli­
ceerd, kan hij al wel zeggen dat een
computertraining geen enkele invloed
heeft op de aandachtsbias. Ook het
promotie­onderzoek van Eva de Hullu
naar het gebruik van cbm is minder
­positief dan de Amerikaanse onderzoe­
psychologie magazine oktober 2012
83
Voor 140 dollar is al software te koop die
smetvrees zou kunnen verhelpen
ken. Haar studie was een onderdeel van
het project Pasta, een onderzoeks­
project waarvoor licht sociaal angstige
adolescenten in het voortgezet onder­
wijs werden geselecteerd. Eenderde van
hen volgde tien weken een cbm-­
training, eenderde kreeg tien weken
cognitieve gedragstherapie en eenderde,
die diende als controlegroep, kreeg geen
preventieve therapie.
Onbewust een roze bril opzetten Om de aandachtsbias te trainen, kre­
gen de deelnemers aan de computer­
training de opdracht naar een kruisje op
het scherm te staren. Dan flitsten heel
kort een negatief en een neutraal of po­
sitief gezicht over het scherm. Daarna
kregen de deelnemers een opdracht: als
er een pijltje in beeld verscheen, dienden
ze aan te geven in welke richting dat
wees. Die opdracht werd steeds in het
gedeelte van het scherm gegeven waar
de neutrale en positieve gezichten waren
verschenen. De verwachting was dat het
brein getraind zou worden om de nega­
tieve informatie te negeren. Maar na
tien weken bleek de aandachtsbias bij
deze tieners niet minder te zijn geworden.
Om de interpretatiebias te veranderen
lazen deelnemers zin voor zin een scena­
rio over een ambigue sociale situatie
voor met zichzelf in de hoofdrol. Ver­
volgens losten ze een woordpuzzel op.
Het scenario bleef dubbelzinnig tot de
puzzel was opgelost, daarna werd het
positief. Een voorbeeld: ‘Je komt in de
pauze de kantine binnen en ziet een
paar klasgenoten zitten. Je loopt naar ze
toe en vraagt of je erbij mag zitten. Je
klasgenoten reageren en….siast.’ De
oplossing van de woordpuzzel was al­
tijd positief. De verwachting was dat
deelnemers positieve interpretaties leer­
den geven aan ambigue sociale situaties.
De Hullu: ‘We leerden ze eigenlijk on­
bewust een roze bril op te zetten.’
Na tien weken onderzoek bleken alle
adolescenten minder sociaal angstig,
ook de controlegroep die geen training
had gekregen. Een duidelijk effect van
cbm als preventief middel voor sociale
angst is dus niet gevonden. Wel bleek
cbm net als cognitieve gedragstherapie
faalangst blijvend te verminderen bij de
tieners. ‘Ik denk wel dat cbm in de toe­
komst als therapie te gebruiken is, vooral
om de interpretatiebias te verminderen,
zegt De Hullu. ‘Iedereen heeft altijd wel
een telefoon bij de hand, daar moeten
we toch iets mee kunnen. Zodat je op
een angstig moment een training kunt
doen en je weer beter voelt.’
Is cbm ook geschikt voor mensen die
misschien geen klinische stoornis heb­
ben, maar wel geregeld angstige mo­
advertentie
84
psychologie magazine oktober 2012
menten hebben of te veel drinken? ‘Dat
is een interessante vraag,’ zegt Wiers.
‘Daarnaar doen we nu onderzoek.’ Een
promovenda uit de onderzoeksgroep
van Wiers onderzoekt de effectiviteit
van een online cbm-training voor men­
sen die overmatig alcohol gebruiken.
De Hullu gaat verder onderzoek doen
naar het effect van cbm bij studenten
met een milde vorm van faalangst. ‘Zij
hebben geen klinische angststoornis,
maar cbm zou hun leven misschien wel
aangenamer kunnen maken.’
Gebakken lucht?
In Amerika wordt dat al geprobeerd.
Nader Amir, een hoogleraar psychologie
aan de San Diego State-universiteit, zegt
dat uit zijn onderzoek is gebleken dat
cbm de aandachtsbias wél kan verande­
ren. Daarom heeft hij een bedrijf opge­
richt dat online software verkoopt om
een aantal angststoornissen te verhel­
pen. Op managingyouranxiety.com is
voor 140 dollar een pakket te koop
waarmee mensen van hun sociale angst,
gegeneraliseerde angst, angst voor spre­
ken voor groepen of smetvrees zouden
kunnen afkomen.
‘Een grof schandaal,’ meent Van der
Does. ‘Als die therapie een pil zou zijn
en op de markt gebracht zou worden
met het bewijs dat nu bestaat voor cbm,
zou de inspectie erop afgaan.’ Zoals bij
elke nieuwe therapie is hier volgens Van
der Does sprake van een publicatiebias,
waarbij wetenschappelijke tijdschriften
liever positieve studies publiceren dan
onderzoeken die geen opvallende of
zelfs negatieve resultaten hebben.
Daarom is het extra kwalijk, vindt
hij, dat Amir de therapie verkoopt. ‘Er
is geen autoriteit die toezicht houdt op
beschikbare therapieën, zoals in de far­
maceutische industrie. Wat dat betreft
loopt de regelgeving achter.’ Ook De
Hullu keurt het verkopen van cbm als
therapie niet goed. ‘Het is weliswaar
geen gebakken lucht wat hij verkoopt,
maar het onderzoek naar dit onderwerp
is nog lang niet klaar.’ n
Download